compte rendu intégral integraal verslagweblex.irisnet.be/data/crb/cri/2015-16/00041/images.pdf ·...

C.R.I. N° 41 – Session 2015-2016 I.V. Nr. 41 – Zitting 2015-2016

PARLEMENT

DE LA RÉGION DE

BRUXELLES-CAPITALE

BRUSSELS

HOOFDSTEDELIJK

PARLEMENT

_____

_____

Compte rendu intégral

Integraal verslag

_____

_____

Séance plénière du

VENDREDI 8 JUILLET 2016

(Séance de l’après-midi)

Plenaire vergadering van

VRIJDAG 8 JUILLET 2016

(Namiddagvergadering)

_____

_____

Le Compte rendu intégral contient le texte intégral des

discours dans la langue originale. Ce texte a été approuvé

par les orateurs. Les traductions - imprimées en italique -

sont publiées sous la responsabilité du service des

comptes rendus. Pour les interventions longues, la

traduction est un résumé.

Publication éditée par le

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale

Direction des comptes rendus

tél 02 549 68 02

fax 02 549 62 12

e-mail [email protected]

Les comptes rendus peuvent être consultés à l'adresse

http://www.parlbruparl.irisnet.be/

Het Integraal verslag bevat de integrale tekst van de

redevoeringen in de oorspronkelijke taal. Deze tekst werd

goedgekeurd door de sprekers. De vertaling - cursief

gedrukt - verschijnt onder de verantwoordelijkheid van

de dienst verslaggeving. Van lange uiteenzettingen is de

vertaling een samenvatting.

Publicatie uitgegeven door het

Brussels Hoofdstedelijk Parlement

Directie verslaggeving

tel 02 549 68 02

fax 02 549 62 12

e-mail [email protected]

De verslagen kunnen geconsulteerd worden op


mailto:[email protected]


mailto:[email protected]


3 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41

Séance de l’après-midi Namiddagvergadering

___________________________________________________________________________________________________________

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale – Séance plénière – Compte rendu intégral

Brussels Hoofdstedelijk Parlement – Plenaire vergadering – Integraal verslag

SOMMAIRE

INHOUD

EXCUSÉS

QUESTIONS D'ACTUALITÉ

Question d'actualité de M. Vincent De Wolf

à M. Didier Gosuin, ministre du

Gouvernement de la Région de Bruxelles-

Capitale, chargé de l'Emploi, de l'Économie

et de la Lutte contre l'incendie et l'Aide

médicale urgente,

concernant "l'impact du Small Business Act

sur les mesures actuelles d'aide aux

entreprises".

12

12

12

VERONTSCHULDIGD

DRINGENDE VRAGEN

Dringende vraag van de heer Vincent De

Wolf

aan de heer Didier Gosuin, minister van de

Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast

met Tewerkstelling, Economie en

Brandbestrijding en Dringende Medische

Hulp,

betreffende "de impact van de Small

Business Act op de huidige

steunmaatregelen voor bedrijven".

12

12

12

Question d'actualité de M. Bruno De Lille





médicale urgente,

concernant "l'état de santé du secteur

horeca".

14 Dringende vraag van de heer Bruno De Lille





Hulp,

betreffende "de gezondheidstoestand van de

horecasector".

14

Question d'actualité de M. Johan Van den

Driessche

à M. Guy Vanhengel, ministre du


Capitale, chargé des Finances, du Budget,

des Relations extérieures et de la

Coopération au développement,

concernant "les récentes déclarations du

ministre à propos du projet de stade

national".

17

Dringende vraag van de heer Johan Van den

Driessche

aan de heer Guy Vanhengel, minister van de


met Financiën, Begroting, Externe

Betrekkingen en Ontwikkelingssamen-

werking,

betreffende "de recente verklaringen van de

minister over het Eurostadion".

17

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 4


________________________________________________________________________________________________________________________



Question d'actualité jointe de M. Arnaud

Verstraete,

concernant "l'interview du ministre au sujet

du futur stade national".

17

Toegevoegde dringende vraag van de heer

Arnaud Verstraete,

betreffende "het interview van de minister

over het toekomstige Eurostadion".

17

Question d'actualité de M. Arnaud

Pinxteren

à M. Pascal Smet, ministre du


Capitale, chargé de la Mobilité et des

Travaux publics,

concernant "l'ouverture aux cyclistes de la

future ligne RER entre Ottignies et

Bruxelles".

22 Dringende vraag van de heer Arnaud

Pinxteren

aan de heer Pascal Smet, minister van de


met Mobiliteit en Openbare Werken,

betreffende "de openstelling voor fietsers

van de toekomstige GEN-lijn tussen

Ottignies en Brussel".

22

Question d'actualité de M. Emmanuel De

Bock

à M. Pascal Smet, ministre du


Capitale, chargé de la Mobilité et des

Travaux publics,

concernant "le remplacement des affiches

publicitaires dans les stations de métro par

des messages contre le TTIP".

26 Dringende vraag van de heer Emmanuel De

Bock




betreffende "de vervanging van de

reclameposters in de metrostations door

affiches tegen het TTIP".

26

Question d'actualité de M. Alain Maron

à M. Rudi Vervoort, ministre-président du


Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, du

Développement territorial, de la Politique

de la ville, des Monuments et Sites, des

Affaires étudiantes, du Tourisme, de la

Fonction publique, de la Recherche

scientifique et de la Propreté publique,

et à Mme Céline Fremault, ministre du


Capitale, chargée du Logement, de la

Qualité de vie, de l’Environnement et de

l'Énergie,

concernant "le projet de démolition-

reconstruction des logements du Rempart

29

Dringende vraag van de heer Alain Maron

aan de heer Rudi Vervoort, minister-

president van de Brusselse Hoofdstedelijke

Regering, belast met Plaatselijke Besturen,

Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid,

Monumenten en Landschappen,

Studentenaangelegenheden, Toerisme,

Openbaar Ambt, Wetenschappelijk

Onderzoek en Openbare Netheid,

en aan mevrouw Céline Fremault, minister

van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

belast met Huisvesting, Levenskwaliteit,

Leefmilieu en Energie,

betreffende "het project van afbraak en de

heropbouw van de woningen van

29

5 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



des Moines".

Question d'actualité jointe de Mme Brigitte

Grouwels,

concernant "la réhabilitation du site du

Rempart des Moines".

29

Papenvest".

Toegevoegde dringende vraag van mevrouw

Brigitte Grouwels,

betreffende "de herwaardering van de

Papenvestsite".

29

Question d'actualité de Mme Michèle

Carthé

à Mme Céline Fremault, ministre du


Capitale, chargée du Logement, de la

Qualité de vie, de l’Environnement et de

l'Énergie,

concernant "l'adoption en première lecture

de la réforme du bail à loyer".

37 Dringende vraag van mevrouw Michèle

Carthé

aan mevrouw Céline Fremault, minister van

de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,



betreffende "de goedkeuring in eerste lezing

van de hervorming van de

huurovereenkomst".

37

PROJETS D'ORDONNANCE ET

PROPOSITIONS DE RÉSOLUTION

Projet d'ordonnance modifiant l'ordonnance

du 22 novembre 1990 relative à

l'organisation des transports en commun

dans la Région de Bruxelles-Capitale (nos

A-351/1 et 2 – 2015/2016).

Discussion générale – Orateurs :

M. Jamal Ikazban, rapporteur

40

40

40

ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE EN

VOORSTELLEN VAN RESOLUTIE

Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van

de ordonnantie van 22 november 1990

betreffende de organisatie van het openbaar

vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest (nrs. A-351/1 en 2 – 2015/2016).

Algemene bespreking – Sprekers:

De heer Jamal Ikazban (PS)

40

40

40

Mme Céline Delforge (Ecolo) Mevrouw Céline Delforge (Ecolo)

Mme Joëlle Maison (DéFI) Mevrouw Joëlle Maison (DéFI)

Mme Anne-Charlotte d'Ursel (MR) Mevrouw Anne-Charlotte d'Ursel (MR)

M. Bruno De Lille (Groen) De heer Bruno De Lille (Groen)

Mme Cieltje Van Achter (N-VA) Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA)

M. Paul Delva (CD&V)

Discussion des articles

53

De heer Paul Delva (CD&V)

Artikelsgewijze bespreking

53

Projet d'ordonnance portant modification de

l'ordonnance du 22 janvier 2009 portant

organisation de la politique du

stationnement et création de l'Agence du

stationnement de la Région de Bruxelles-

Capitale et de l'ordonnance du 3 avril 2014

relative aux règlements complémentaires

54

Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van

de ordonnantie van 22 januari 2009

houdende de organisatie van het

parkeerbeleid en de oprichting van het

Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap

en van de ordonnantie van 3 april 2014

betreffende de aanvullende reglementen op

54

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 6


________________________________________________________________________________________________________________________



sur la circulation routière et sur la pose et le

coût de la signalisation routière (nos A-

352/1 et 2 – 2015/2016).


M. Jamal Ikazban, rapporteur

54

het wegverkeer en de plaatsing en

bekostiging van de verkeerstekens (nrs. A-

352/1 en 2 – 2015/2016).


De heer Jamal Ikazban, rapporteur

54

M. Vincent De Wolf (MR) De heer Vincent De Wolf (MR)

M. Pascal Smet, ministre De heer Pascal Smet, minister

M. Bruno De Lille (Groen) De heer Bruno De Lille (Groen)

M. Marc Loewenstein (DéFI) De heer Marc Loewenstein (DéFI)


M. Jef Van Damme (sp.a)

M. Bruno De Lille (Groen)

De heer Jef Van Damme (sp.a)

De heer Bruno De Lille (Groen)

M. Benoît Cerexhe (cdH) De heer Benoît Cerexhe (cdH)


M. Philippe Close (PS) De heer Philippe Close (PS)

M. Paul Delva (CD&V)

De heer Paul Delva (CD&V)


84 Artikelsgewijze bespreking

84

Proposition de résolution relative à

l'accessibilité des infrastructures et des

équipements de la STIB aux personnes en

situation de handicap (n° A-371/1 –

2015/2016).


M. Marc Loewenstein, rapporteur

88

88

Voorstel van resolutie betreffende de

toegankelijkheid van de infrastructuur en

voorzieningen van de MIVB voor personen

met een handicap (nr. A-371/1 – 2015/2016).


De heer Marc Loewenstein (DéFI)

88

88


M. Boris Dilliès (MR) De heer Boris Dilliès (MR)

M. Bruno De Lille (Groen)

M. Dominiek Lootens-Stael (Vlaams

Belang)

De heer Bruno De Lille (Groen)

De heer Dominiek Lootens-Stael (Vlaams

Belang)

Mme Carla Dejonghe (Open Vld) Mevrouw Carla Dejonghe (Open Vld)

M. Sevket Temiz (PS) De heer Sevket Temiz (PS)

Mme Julie de Groote (cdH) Mevrouw Julie de Groote (cdH)


M. Paul Delva (CD&V) De heer Paul Delva (CD&V)

Discussion des considérants et des tirets du

dispositif

97

Bespreking van de consideransen en van de

streepjes van het verzoekend gedeelte

97

Proposition de résolution de M. Arnaud

Pinxteren, Mme Annemie Maes, MM.

Ahmed El Ktibi, Eric Bott, Pierre

Kompany, Mme Els Ampe, M. Jef Van

Damme, Mme Brigitte Grouwels et M.

Vincent De Wolf relative aux coordinations

interrégionales en matière de prévention

97

Voorstel van resolutie van de heer Arnaud

Pinxteren, mevrouw Annemie Maes, de heer

Ahmed El Ktibi, de heer Eric Bott, de heer

Pierre Kompany, mevrouw Els Ampe, de

heer Jef Van Damme, mevrouw Brigitte

Grouwels en de heer Vincent De Wolf

betreffende de intergewestelijke coördinatie

97

7 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



des inondations et de qualité des eaux dans

la vallée de la Senne (nos A-68/1 et 2 –

2014/2015).


97

voor de preventie van overstromingen en de

kwaliteitsbewaking van het water in de

Zennevallei (nrs. A-68/1 en 2 – 2014/2015).


97

M. Arnaud Pinxteren (Ecolo) De heer Arnaud Pinxteren (Ecolo)

Mme Annemie Maes (Groen) Mevrouw Annemie Maes (Groen)

Mme Liesbet Dhaene (N-VA) Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA)

M. Eric Bott (DéFI) De heer Eric Bott (DéFI)

M. Ahmed El Ktibi (PS) De heer Ahmed El Ktibi (PS)

M. Pierre Kompany (cdH)

Discussion des considérants et du dispositif

104

De heer Pierre Kompany (cdH)

Bespreking van de consideransen en van het

verzoekend gedeelte

104

MODIFICATIONS AU STATUT DES

COLLABORATEURS TEMPORAIRES

ET OCCASIONNELS

Modification du statut des collaborateurs

temporaires et occasionnels du Parlement

de la Région de Bruxelles-Capitale visant à

en limiter l'application aux collaborateurs

temporaires, à revoir le dispositif de

bonification en fonction de l'expérience

professionnelle et à modifier la procédure

de révision du statut

105 WIJZIGINGEN AAN HET STATUUT

VAN DE TIJDELIJKE EN DE

GELEGENHEIDS-MEDEWERKERS

Wijziging van het statuut van de tijdelijke en

de gelegenheidsmedewerkers van het

Brussels Hoofdstedelijk Parlement om de

toepassing ervan te beperken tot de tijdelijke

medewerkers en om de regeling inzake de

werkervaringstoeslag en de wijzigings-

procedure van het statuut te herzien

105

Adoption du statut des collaborateurs

occasionnels du Parlement de la Région de

Bruxelles-Capitale

Discussion – Orateurs :

M. Fouad Ahidar (sp.a)

106

106

Goedkeuring van het statuut van de

gelegenheidsmedewerkers van het Brussels

Hoofdstedelijk Parlement

Bespreking – Sprekers:

De heer Fouad Ahidar, rapporteur

106

106

M. Michaël Verbauwhede (PTB*PVDA-

GO!)


106

De heer Michaël Verbauwhede

(PTB*PVDA-GO!)


106

QUESTIONS ORALES 108 MONDELINGE VRAGEN 108

Question orale de Mme Annemie Maes




Mondelinge vraag van mevrouw Annemie

Maes




N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 8


________________________________________________________________________________________________________________________



Développement territorial, de la Politique de

la ville, des Monuments et Sites, des Affaires

étudiantes, du Tourisme, de la Fonction

publique, de la Recherche scientifique et de

la Propreté publique,

concernant "le personnel de Bruxelles –

Prévention & Sécurité".





Développement territorial, de la Politique de

la ville, des Monuments et Sites, des Affaires

étudiantes, du Tourisme, de la Fonction

publique, de la Recherche scientifique et de

la Propreté publique,

concernant "la reconnaissance des

mosquées".

Question orale de Mme Cieltje Van Achter





médicale urgente,

concernant "le nombre de conseillers dans les

antennes d'Actiris et leurs connaissances

linguistiques".

Question orale de M. Bruno De Lille





médicale urgente,

concernant "le nombre de stages et de

formations en 2015".

Question orale de Mme Cieltje Van Achter

à M. Pascal Smet, ministre du Gouvernement






betreffende "het personeel van Brussel

Preventie & Veiligheid".


Maes









betreffende "de erkenning van moskeeën".

Mondelinge vraag van mevrouw Cieltje Van

Achter





Hulp,

betreffende "het aantal consulenten binnen

de antennes van Actiris en hun talenkennis".

Mondelinge vraag van de heer Bruno De

Lille





Hulp,

betreffende "het aantal stages en opleidingen

in 2015".

Mondelinge vraag van mevrouw Cieltje Van

Achter


9 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de

la Mobilité et des Travaux publics,

concernant "la réalisation des travaux

concernant les trente zones à concentration

d'accidents de Bruxelles".

Question orale de M. Bruno De Lille

à M. Pascal Smet, ministre du Gouvernement

de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé de

la Mobilité et des Travaux publics,

concernant "l'introduction de voies sans issue,

à l'exception des piétons et cyclistes".


à Mme Céline Fremault, ministre du


Capitale, chargée du Logement, de la Qualité

de vie, de l’Environnement et de l'Énergie,

concernant "la création de nouvelles forêts

urbaines".


à Mme Fadila Laanan, secrétaire d'État à la

Région de Bruxelles-Capitale, chargée de la

Propreté publique et de la Collecte et du

Traitement des déchets, de la Recherche

scientifique, des Infrastructures sportives

communales et de la Fonction publique,

concernant "les dépôts clandestins".


à Mme Fadila Laanan, secrétaire d'État à la

Région de Bruxelles-Capitale, chargée de la

Propreté publique et de la Collecte et du

Traitement des déchets, de la Recherche

scientifique, des Infrastructures sportives

communales et de la Fonction publique,

concernant "le coût du traitement des

différents flux de déchets".



betreffende "de uitvoering van de werken

aangaande de 30 meest ongevalgevoelige

zones in Brussel".

Mondelinge vraag van de heer Bruno De

Lille




betreffende "de invoering van doodlopende

straten".


Maes

aan mevrouw Céline Fremault, minister van

de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,



betreffende "het creëren van nieuwe

stadsbossen".


Maes

aan mevrouw Fadila Laanan, staatssecretaris

van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

belast met Openbare Netheid,

Vuilnisophaling en -verwerking,

Wetenschappelijk Onderzoek, Gemeentelijke

Sportinfrastructuur en Openbaar Ambt,

betreffende "het sluikstorten".


Maes

aan mevrouw Fadila Laanan, staatssecretaris

van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

belast met Openbare Netheid,

Vuilnisophaling en -verwerking,

Wetenschappelijk Onderzoek, Gemeentelijke

Sportinfrastructuur en Openbaar Ambt,

betreffende "de kostprijs van de behandeling

van de verschillende afvalstromen".

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 10


________________________________________________________________________________________________________________________



SCRUTINS SECRETS

SCRUTINS SECRETS EN VUE DE LA

PRÉSENTATION D’UNE LISTE

DOUBLE DE CANDIDATS À CINQ

MANDATS VACANTS DE MEMBRE

DU COLLÈGE D’ENVIRONNEMENT

(Article 79 de l’ordonnance du 5 juin 1997

relative aux permis d’environnement)

108

108

GEHEIME STEMMINGEN

GEHEIME STEMMINGEN MET HET

OOG OP DE VOORDRACHT VAN EEN

LIJST VAN DUBBELTALLEN VAN

KANDIDATEN VOOR VIJF VACANTE

MANDATEN VAN LID VAN HET

MILIEUCOLLEGE

(Artikel 79 van de ordonnantie van 5 juni

1997 betreffende de milieuvergunningen)

108

108

VOTES NOMINATIFS 108 NAAMSTEMMINGEN 108

sur les conclusions de la commission

tendant au rejet de la proposition de

résolution de Mme Anne-Charlotte d’Ursel,

MM. Jacques Brotchi, Alain Destexhe et

Mme Céline Delforge relative à la révision

de plusieurs formules d’abonnements émis

par la Société des transports

intercommunaux de Bruxelles (STIB)

(nos A-184/1 et 2 – 2014/2015) –

(Application de l’article 87.4 du

règlement).

108 over het besluit van de commissie tot

verwerping van het voorstel van resolutie

van mevrouw Anne-Charlotte d’Ursel, de

heer Jacques Brotchi, de heer Alain

Destexhe en mevrouw Céline Delforge tot

herziening van verscheidene

abonnementsformules van de Maatschappij

voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel

(MIVB) (nrs. A-184/1 en 2 – 2014/2015) –

(Toepassing van artikel 87.4 van het

reglement).

108

sur les conclusions de la commission

tendant au rejet de la proposition

d'ordonnance de MM. Vincent De Wolf,

Gaëtan Van Goidsenhoven et Mme Anne-

Charlotte d’Ursel portant création du fonds

"Jobs+" (nos A-98/1 et 2 – 2014/2015) –

(Application de l’article 87.4 du

règlement).

109 over het besluit van de commissie tot

verwerping van het voorstel van ordonnantie

van de heer Vincent De Wolf, de heer

Gaëtan Van Goidsenhoven en mevrouw

Ann-Charlotte d'Ursel houdende oprichting

van het fonds "Jobs+" (nrs. A-98/1 en 2 -

2014/2015) - (Toepassing van artikel 87.4

van het reglement).

109

sur les amendements, les points du

dispositif réservés et sur l’ensemble de la

proposition de résolution relative à

l’Accord économique et commercial global

(CETA) entre l’Union européenne et le

Canada et ses conséquences pour la Région

de Bruxelles-Capitale (nos A-362/1 et 2 –

2015/2016).

109 over de amendementen, de aangehouden

punten van het verzoekend gedeelte en over

het geheel van het voorstel van resolutie

betreffende het alomvattend economisch en

commercieel akkoord (CETA) tussen de

Europese Unie en Canada en de gevolgen

ervan voor het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest (nrs. A-362/1 en 2 - 2015/2016).

109

sur l’ensemble du projet d'ordonnance

modifiant l’ordonnance du 22 novembre

1990 relative à l’organisation des transports

en commun dans la Région de Bruxelles-

114 over het geheel van het ontwerp van

ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie

van 22 november 1990 betreffende de

organisatie van het openbaar vervoer in het

114

11 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



Capitale (nos A-351/1 et 2 – 2015/2016).

Brussels Hoofdstedelijk Gewest (nrs. A-

351/1 en 2 – 2015/2016).

sur les amendements, les articles réservés et

sur l’ensemble du projet d'ordonnance

portant modification de l’ordonnance du

22 janvier 2009 portant organisation de la

politique du stationnement et création de

l’Agence du stationnement de la Région de

Bruxelles-Capitale et de l’ordonnance du

3 avril 2014 relative aux règlements

complémentaires sur la circulation routière

et sur la pose et le coût de la signalisation

routière (nos A-352/1 et 2 – 2015/2016).

115 over de amendementen, aangehouden

artikelen en het geheel van het ontwerp van

ordonnantie betreffende de wijziging van de

ordonnantie van 22 januari 2009 houdende

de organisatie van het parkeerbeleid en de

oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk

Parkeeragentschap en van de ordonnantie

van 3 april 2014 betreffende de aanvullende

reglementen op het wegverkeer en de

plaatsing en bekostiging van de

verkeerstekens (nrs. A-352/1 en 2 –

2015/2016).

115

sur l’ensemble de la proposition de

résolution relative à l’accessibilité des

infrastructures et des équipements de la

STIB aux personnes en situation de

handicap (no A-371/1 – 2015/2016).

119 over het geheel van het voorstel van resolutie

betreffende de toegankelijkheid van de

infrastructuur van de MIVB voor personen

met een handicap (nr. A-371/1 - 2015/2016).

119

sur l’ensemble de la proposition de

résolution relative aux coordinations

interrégionales en matière de prévention

des inondations et de qualité des eaux dans

la vallée de la Senne (nos A-68/1 et 2 –

2014/2015).

119 over het geheel van het voorstel van resolutie

betreffende de intergewestelijke coördinatie

voor de preventie van overstromingen en de



119

sur la modification du statut des

collaborateurs temporaires et occasionnels

du Parlement de la Région de Bruxelles-

Capitale visant à en limiter l’application

aux collaborateurs temporaires, à revoir le

dispositif de bonification en fonction de

l’expérience professionnelle et à modifier la

procédure de révision du statut.

120 over de wijziging van het statuut van de

tijdelijke en de gelegenheidsmedewerkers

van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement

om de toepassing ervan te beperken tot de

tijdelijke medewerkers en om de regeling

inzake de werkervaringstoeslag en de

wijzigingsprocedure van het statuut te

herzien.

120

en vue de l’adoption du statut des

collaborateurs occasionnels du Parlement

de la Région de Bruxelles-Capitale.

120 ter goedkeuring van het statuut van de


Hoofdstedelijk Parlement.

120

DÉTAIL DES VOTES NOMINATIFS 122

DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN 122

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 12


________________________________________________________________________________________________________________________



PRÉSIDENCE : M. CHARLES PICQUÉ, PRÉSIDENT.

VOORZITTERSCHAP: DE HEER CHARLES PICQUÉ, VOORZITTER. _____

- La séance est ouverte à 14h37.

EXCUSÉS

M. le président.- Ont prié d'excuser leur absence :

- Mme Barbara d'Ursel-de Lobkowicz ;

- Mme Corinne De Permentier ;

- Mme Joëlle Milquet ;

- M. Hamza Fassi-Fihri, à l'étranger dans le cadre

de l'Assemblée parlementaire de la francophonie

(APF) ;

- Mme Nadia El Yousfi, à l'étranger dans le cadre

de l'Assemblée parlementaire de la francophonie

(APF).

QUESTIONS D'ACTUALITÉ

M. le président.- L'ordre du jour appelle les

questions d'actualité.

QUESTION D'ACTUALITÉ DE M. VINCENT

DE WOLF

À M. DIDIER GOSUIN, MINISTRE DU

GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE

BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ DE

L'EMPLOI, DE L'ÉCONOMIE ET DE LA

LUTTE CONTRE L'INCENDIE ET

L'AIDE MÉDICALE URGENTE,

concernant "l'impact du Small Business Act

sur les mesures actuelles d'aide aux

entreprises".

M. le président.- La parole est à M. De Wolf.

- De vergadering wordt geopend om 14.37 uur.

VERONTSCHULDIGD

De voorzitter.- Verontschuldigen zich voor hun

afwezigheid:

- mevrouw Barbara d'Ursel-de Lobkowicz;

- mevrouw Corinne De Permentier;

- mevrouw Joëlle Milquet;

- de heer Hamza Fassi-Fihri, in het buitenland in

het kader van de Assemblée parlementaire de la

francophonie (APF);

- mevrouw Nadia El Yousfi, in het buitenland in

het kader van de Assemblée parlementaire de la

francophonie (APF).

DRINGENDE VRAGEN

De voorzitter.- Aan de orde zijn de dringende

vragen.

DRINGENDE VRAAG VAN DE HEER

VINCENT DE WOLF

AAN DE HEER DIDIER GOSUIN,

MINISTER VAN DE BRUSSELSE

HOOFDSTEDELIJKE REGERING,

BELAST MET TEWERKSTELLING,

ECONOMIE EN BRANDBESTRIJDING

EN DRINGENDE MEDISCHE HULP,

betreffende "de impact van de Small

Business Act op de huidige

steunmaatregelen voor bedrijven".

De voorzitter.- De heer De Wolf heeft het woord.

13 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



M. Vincent De Wolf (MR).- Dans le cadre d'une

question d'actualité, je ne vous demanderai

certainement pas d'exposer l'ensemble des

77 mesures constituant votre plan. Ce ne serait pas

correct, ni conforme à la durée des questions

d'actualité.

Mon œil a cependant clignoté à la lecture de l'une

de vos déclarations faites à la presse : "Le ministre

de l'Emploi et de l'Économie de la Région ne

dépensera pas plus d'argent qu'elle n'en a déjà

dépensé en matière d'économie, d'emploi et de

formation. Toutes les mesures qui ne sont pas dans

le Small Business Act et qui sont financées

aujourd'hui disparaîtront. Les économies ainsi

réalisées seront réinvesties dans les mesures du

plan. Il n'y aura pas de croissance budgétaire, mais

une réorganisation des moyens".

Qu'est-ce que cela signifie exactement ? De quoi

parle-t-on ? De quel budget ? Quels sont les

montants concernés ? Quelles sont les politiques

qui vont disparaître ? Quelles sont les entreprises

qui sont concernées ?

De heer Vincent De Wolf (MR) (in het Frans).-

Ik zal u in het kader van een dringende vraag niet

verzoeken om de 77 maatregelen van de Small

Business Act toe te lichten. Ik heb echter wel

vragen bij een van uw uitspraken in de pers,

waarbij u stelde dat het gewest niet meer geld zal

uitgeven voor economie, werkgelegenheid en

opleiding dan het al deed. Alle maatregelen die

niet in de Small Business Act zijn opgenomen,

zullen verdwijnen. Het geld dat de regering

daarmee uitspaart, zal ze gebruiken voor de

uitvoering van het plan. Het budget neemt niet toe,

u reorganiseert alleen de middelen.

Wat bedoelt u daar precies mee? Over welk

budget gaat die uitspraak? Welke maatregelen

verdwijnen er? Welke bedrijven worden daardoor

getroffen?

M. le président.- La parole est à M. Gosuin.

M. Didier Gosuin, ministre.- Je remercie notre

collègue de m'interroger sur le Small Business Act

qui, manifestement, a été très bien reçu par

l'ensemble des partenaires, surtout des classes

moyennes. De fait, il est vrai que certaines

politiques devront laisser la place à d'autres

initiatives, dans un cadre général. Je vais vous

donner deux exemples.

Le premier concerne la prime à la transition. Certes,

ce dispositif va coûter de l'argent et entraînera peut-

être des dépenses nouvelles. Mais, d'un autre côté,

il va s'inscrire dans le cadre des mécanismes de

mise à l'emploi. Nous allons utiliser des moyens

pour les affecter à ce type de mesures en restant

dans un cadre budgétaire.

De même, lorsque nous réorganisons les aides à

l'expansion économique, nous faisons évidemment

des choix par rapport à des décisions antérieures, de

façon à réorienter les budgets. Quand nous parlons

de "package" aux entreprises, c'est pour rendre plus

cohérent et plus lisible un ensemble de mesures,

certes fort intéressantes, mais parfois disparates.

Nous ne pouvons faire coexister indéfiniment

De voorzitter.- De heer Gosuin heeft het woord.

De heer Didier Gosuin, minister (in het Frans).-

Alle partners en in het bijzonder de middenklasse

hebben de Small Business Act positief onthaald. Ik

wil bepaalde maatregelen inderdaad door andere

vervangen. Ik geef twee voorbeelden.

Een eerste maatregel die ik zal invoeren, is de

transitievergoeding. Die zal tot nieuwe uitgaven

leiden. Tegelijkertijd is ze bedoeld om mensen aan

het werk te krijgen. Bij het toekennen van

middelen voor die maatregel, blijf ik binnen het

budgettaire kader.

Bij het toekennen van steun voor economische

expansie baseer ik mijn keuzes uiteraard ook op

beslissingen uit het verleden om het budget te

kunnen heroriënteren. Met een 'package' voor

bedrijven wil ik de weliswaar interessante maar

soms sterk uiteenlopende maatregelen

samenhangender en begrijpelijker maken.

Het is onmogelijk om alle maatregelen te blijven

combineren. Jobs+ bijvoorbeeld zou een extra

niveau hebben gevormd. Daarom was ik er niet

voor te vinden.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 14


________________________________________________________________________________________________________________________



toutes les mesures. C'est d'ailleurs l'une des raisons

pour lesquelles je n'étais pas favorable à votre

proposition sur les Jobs+ qui aurait ajouté encore

une couche supplémentaire.

Il faut une politique d'ensemble et faire avec les

moyens qui sont les nôtres. Je l'ai déjà prouvé par le

passé, quand j'ai réorganisé l'ensemble des subsides

facultatifs. Cela n'a pas fait plaisir à tout le monde,

mais c'était dans la même masse budgétaire. Nous

créons des contrats d'insertion, notamment par une

réorganisation des ACS.

En d'autres termes, je fais mien un objectif que, je

pense, vous devriez chérir : il ne faut pas "plus de

Région", mais "mieux de Région". Mais peut-être

n'y croyez-vous plus !

Het gaat erom met de beschikbare middelen een

coherent beleid te realiseren. Dat deed ik eerder al

met de hervorming van de facultatieve subsidies,

al was niet iedereen daar gelukkig mee. Via een

hervorming van de gesco-contracten creëer ik

inschakelingscontracten.

Ik vind niet dat het gewest nog meer moet doen,

wel dat het nog beter moet werken. U gelooft daar

misschien niet zo in.


M. Vincent De Wolf (MR).- Je ne comprends pas

l'agressivité du ministre dans sa réponse.

M. Didier Gosuin, ministre.- Je ne suis pas

agressif.

M. Vincent De Wolf (MR).- Il fut un temps où

nous galopions ensemble à la poursuite des mêmes

objectifs. Le Small Business Act était alors au cœur

de la campagne du MR et de la vôtre. Même si nous

estimons qu'il y a trop de mesures et que le plan

n'est pas nécessairement clair, nous soutenons que

son fond est positif.

Nous voulions savoir quelles politiques allaient

disparaître, quels montants seraient concernés et

quelles entreprises auraient éventuellement des

réorientations à effectuer. Nous poserons ces

questions dans une interpellation, afin d'obtenir

davantage de détails.

Nous croyons encore et toujours dans la Région.

C'est la raison pour laquelle nous nous battons avec

force dans ce sens.



Waarom heeft uw antwoord zo'n agressieve toon?

De heer Didier Gosuin, minister (in het Frans).-

Ik ben niet agressief.


Ooit streefden we dezelfde doelstellingen na en

voerden de MR en DéFI samen campagne rond de

Small Business Act. Hoewel de MR van mening is

dat het plan te veel maatregelen omvat en niet

altijd even duidelijk is, vinden we de basis ervan

wel goed.

Ik wilde weten welke maatregelen verdwijnen, om

welke bedragen het gaat en welke bedrijven zich

mogelijk moeten aanpassen. Ik zal u hierover

interpelleren om meer details te krijgen.

De MR gelooft nog steeds in het Brussels Gewest

en zal zich ervoor blijven inzetten.

QUESTION D'ACTUALITÉ DE M. BRUNO

DE LILLE

À M. DIDIER GOSUIN, MINISTRE DU




BRUNO DE LILLE

AAN DE HEER DIDIER GOSUIN,



15 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



L'EMPLOI, DE L'ÉCONOMIE ET DE LA

LUTTE CONTRE L'INCENDIE ET

L'AIDE MÉDICALE URGENTE,

concernant "l'état de santé du secteur

horeca".

M. le président.- La parole est à M. De Lille.

M. Bruno De Lille (Groen) (en néerlandais).-

D'après Bruzz, le nombre de faillites a diminué de

25% au cours des six premiers mois de cette année

par rapport à la même période l'année dernière à

Bruxelles, mais le statu quo est de mise dans

l'horeca. Comment expliquez-vous ces résultats

inespérés pour l'horeca, surtout au regard des

messages alarmistes du secteur à la suite du

lockdown, des attentats et de l'instauration de la

zone piétonne ?

Ce statu quo ne signifie toutefois pas que la santé

financière du secteur est bonne. D'après les études,

notamment de Graydon et de la VUB, les problèmes

du secteur étaient antérieurs à ces événements : ses

marges sont faibles, notamment parce qu'il n'est

pas suffisamment attractif, qu'il ne se modernise

pas et que le service laisse parfois à désirer.

Reconnaissez-vous que le secteur a un problème

structurel ?

Comment envisagez-vous de vous y attaquer ? Le

ferez-vous via Atrium, qui accompagne

essentiellement des jeunes entreprises avec de

faibles marges bénéficiaires ?

BELAST MET TEWERKSTELLING,

ECONOMIE EN BRANDBESTRIJDING

EN DRINGENDE MEDISCHE HULP,

betreffende "de gezondheidstoestand van

de horecasector".

De voorzitter.- De heer De Lille heeft het woord.

De heer Bruno De Lille (Groen).- Op de website

van Bruzz stond enkele dagen geleden te lezen dat

het aantal faillissementen in Brussel voor de eerste

zes maanden van dit jaar een kwart lager ligt dan

in dezelfde periode vorig jaar. In de horeca zijn de

cijfers iets minder positief, maar is er toch een

status quo met vorig jaar. Dat is onverwacht

nieuws, zeker gelet op de paniekberichten van de

horecasector in de laatste maanden naar aanleiding

van de lockdown, de aanslagen en de

voetgangerszone. Hoe verklaart u dat grote

verschil tussen de realiteit en de paniekberichten

van de sector?

Dat er maar even veel faillissementen zijn als

vorig jaar, wil niet zeggen dat de sector financieel

gezond is. De studies van onder meer Graydon en

van de VUB tonen aan dat er wel degelijk een

probleem is, maar dat ligt blijkbaar eerder binnen

de sector. Er zijn weinig marges, maar dat komt

omdat de horecasector minder publiek aantrekt

dan mogelijk is omdat hij niet moderniseert, niet

meegaat met zijn tijd, niet aantrekkelijk genoeg is

en omdat de bediening niet altijd optimaal is.

Mijnheer de minister, erkent u dat de sector op dat

vlak kampt met een structureel probleem? Hoe

denkt u dat aan te pakken?

Zult u eventueel een initiatief nemen via Atrium,

dat vooralsnog hoofdzakelijk starters begeleidt en

veel minder ondernemingen die al een tijd actief

zijn, terwijl zij toch vooral met kleinere

winstmarges af te rekenen hebben?

M. le président.- La parole est à M. Gosuin.

M. Didier Gosuin, ministre (en néerlandais).- Il

est exact que le secteur horeca bruxellois montre

des faiblesses. Le nombre de faillites n'est pas

inquiétant jusqu'à présent, mais nous ne pouvons

pas négliger le cri d'alarme du secteur. Sa santé

dépend directement de l'attractivité de la Région et

De voorzitter.- De heer Gosuin heeft het woord.

De heer Didier Gosuin, minister.- Het klopt dat

de Brusselse horecasector enkele zwakke plekken

vertoont. Hoewel het aantal faillissementen

vooralsnog niet alarmerend mag genoemd worden,

mogen we de noodkreet van de sector over zijn

toekomst niet negeren. De gezondheid van de

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 16


________________________________________________________________________________________________________________________



d'autres facteurs comme l'accessibilité,

l’environnement ou le sentiment de sécurité.

En réaction à la crise actuelle, le gouvernement a

adopté une série de mesures pour soutenir les

secteurs du commerce, de l'horeca, et les autres

activités économiques dépendant du tourisme. Il

s'agit d'un plan global d'un montant de 66 millions

d'euros. Le secteur horeca représente 24% des

entreprises qui font appel au soutien des autorités

bruxelloises. À côté des crédits de trésorerie et des

garanties régionales, nous avons mis en place un

système d'accompagnement individuel pour les

entreprises en difficulté et mis l'accent sur

l'accompagnement spécifique des magasins, des

cafés et des restaurants.

Sur le plan structurel, j'ai décidé de passer à la

loupe tout le cycle de vie des entreprises. C'est

l'essence du Small Business Act et du premier plan

PME de la Région, qui donne une vision globale

des mesures de soutien aux entrepreneurs en

Région bruxelloise.

Le secteur horeca est l'une de mes priorités en

matière d'emploi et de formation professionnelle.

J'ai donc entamé une table ronde sectorielle

chargée d'échafauder des scénarios pour le

développement du secteur horeca et d'examiner

l'offre en termes de compétences en Région

bruxelloise. Cette table ronde doit déboucher sur

des recommandations pour adapter l'offre actuelle

d'enseignement et de formation, avec le

développement de stages, de manière à ce que les

Bruxellois trouvent un emploi et à ce que les

besoins du secteur soient rencontrés.

Le secteur horeca doit répondre à la demande et

aux souhaits changeants de la clientèle. C'est pour

cela que nous œuvrons à l'accompagnement, à la

localisation, au financement, à la formation et à la

création d'emplois, et cela dans toutes les phases de

vie d'un établissement du secteur.

sector hangt rechtstreeks af van de

aantrekkelijkheid van het gewest en van kwetsbare

factoren als bereikbaarheid, milieu,

veiligheidsgevoel, netheid, fiscale en

normgevende stabiliteit, enzovoort. Daarom

besteedt de regering bijzondere aandacht aan de

handel, de horeca en de andere economische

activiteiten die afhangen van het toerisme.

Als reactie op de huidige crisis heeft de regering

een aantal bijzondere maatregelen goedgekeurd

om die sectoren te ondersteunen. Het gaat om een

globaal plan ter waarde van 66 miljoen euro. Van

alle ondernemingen die een beroep doen op steun

van de Brusselse overheid, behoort 24% tot de

horecasector. Naast de thesauriekredieten en de

gewestelijke waarborgen, hebben we een systeem

van individuele begeleiding ingevoerd voor

ondernemingen die het moeilijk hebben. De

nadruk wordt gelegd op specifieke begeleiding van

winkels, cafés en restaurants.

Op structureel vlak heb ik beslist de volledige

levenscyclus van de bedrijven onder de loep te

nemen. Dat is de essentie van de door de regering

onlangs goedgekeurde Small Business Act (SBA)

en van het eerste Kmo-Plan van het gewest, dat

een globale visie biedt op de maatregelen ter

ondersteuning van de ondernemers in het Brussels

Gewest.

De horecasector vormt ook een van mijn

prioriteiten op het vlak van werkgelegenheid en

beroepsopleiding. In dat kader heb ik een sectorale

rondetafelconferentie opgestart, die

toekomstscenario's voor de ontwikkeling van de

horecasector zal uitwerken en het aanbod aan

competenties in het Brussels Gewest zal kruisen.

De conferentie moet resulteren in aanbevelingen

voor de aanpassing van het huidige onderwijs- en

opleidingsaanbod, met de verdere ontwikkeling

van stages, zodat enerzijds de Brusselaars een job

vinden en anderzijds de noden van de sector

worden gelenigd.

Een van de grootste uitdagingen van de

horecasector is dat hij moet inspelen op de vraag

en de immer veranderende wensen van de klanten.

Daarvoor zetten de gewestelijke instellingen voor

begeleiding, lokalisatie, financiering, opleiding en

werkgelegenheid zich permanent in, en dat in elke

fase van het leven van een horecazaak.

17 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________




M. Bruno De Lille (Groen) (en néerlandais).- Je

ne pense pas que les mesures prises jusqu'à présent

aient eu le moindre impact sur la situation des

établissements horeca. Les rapports successifs

montrent que ce secteur a des problèmes. Par

ailleurs, il doit avoir conscience qu'il ne suffit pas

de se plaindre pour empêcher tous les

changements. Il doit être prêt à répondre aux

évolutions et il ne l'est manifestement pas encore.

C'est pourquoi, le gouvernement doit le prendre

par la main.

Dans un an, nous vérifierons s'il y a vraiment eu un

changement.


De heer Bruno De Lille (Groen).- Ik denk niet

dat de getroffen maatregelen tot dusver al enige

impact hebben gehad op de toestand van de

horecazaken. We moeten de komende maanden

nagaan of er echt iets verandert. Rapport na

rapport toont aan dat de Brusselse horecasector in

de problemen zit. Ook de sector zelf wordt daarbij

met de vinger gewezen. De sector moet goed

beseffen dat het niet volstaat om te klagen of om

elke vorm van verandering tegen te houden. Hij

moet bereid zijn om op de veranderende

omstandigheden in te spelen. Vandaag is dat

blijkbaar nog niet mogelijk. De regering moet de

horecasector dan maar bij het handje nemen.

Over een jaar zullen we nagaan of er echt iets

veranderd is.

QUESTION D'ACTUALITÉ DE M. JOHAN

VAN DEN DRIESSCHE

À M. GUY VANHENGEL, MINISTRE DU


BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉ DES

FINANCES, DU BUDGET, DES

RELATIONS EXTÉRIEURES ET DE LA

COOPÉRATION AU DÉVELOPPEMENT,

concernant "les récentes déclarations du

ministre à propos du projet de stade

national".

QUESTION D'ACTUALITÉ JOINTE DE M.

ARNAUD VERSTRAETE,

concernant "l'interview du ministre au sujet

du futur stade national".

M. le président.- La parole est à M. Van den

Driessche.

M. Johan Van den Driessche (N-VA) (en

néerlandais).- Le ministre Vanhengel vient de

s'épancher auprès de Bruzz sur les négociations

menées avec le Royal Sporting Club Anderlecht

(RSCA), en s'en prenant violemment à l'un des

dirigeants du club et à l'entreprise qui employait

cette personne jusqu'à récemment.


JOHAN VAN DEN DRIESSCHE

AAN DE HEER GUY VANHENGEL,



BELAST MET FINANCIËN,

BEGROTING, EXTERNE BETREK-

KINGEN EN ONTWIKKELINGS-

SAMENWERKING,

betreffende "de recente verklaringen van

de minister over het Eurostadion".

TOEGEVOEGDE DRINGENDE VRAAG

VAN DE HEER ARNAUD VERSTRAETE,

betreffende "het interview van de minister

over het toekomstige Eurostadion".

De voorzitter.- De heer Van den Driessche heeft

het woord.

De heer Johan Van den Driessche (N-VA).-

Deze week had minister Vanhengel het in Bruzz

over de onderhandelingen met RSC Anderlecht

over het Eurostadion. Hij haalde bij die

gelegenheid fel uit naar een van de topmensen van

de club en naar het bedrijf waar die man tot voor

kort werkte.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 18


________________________________________________________________________________________________________________________



Le RSCA a réagi par un communiqué de presse

précisant qu'il n'existe qu'un accord de principe à

ce jour. Si c'est le cas, sous quelles conditions cet

accord peut-il devenir définitif ?

Des propos aussi vifs étaient-ils opportuns ou n'est-

ce pas si grave puisqu'un accord n'est plus

envisageable à court terme ?

RSC Anderlecht heeft op de uitlatingen van de

minister gereageerd met een persbericht. Daarin

staat dat er tot op heden alleen maar een

principeakkoord werd gesloten. Klopt dit? Zo ja,

onder welke voorwaarden kan dat akkoord

definitief worden?

Was het wel opportuun om zo hevig tekeer te

gaan? Denkt u dat het toch niet veel meer

uitmaakt, omdat een akkoord niet meer haalbaar is

op korte termijn?

M. le président.- La parole est à M. Verstraete

pour sa question d'actualité jointe.

M. Arnaud Verstraete (Groen) (en néerlandais).-

Vous avez reconnu la participation de fonds publics

dans le projet de stade national et fulminé contre

les partenaires : le RSCA et la Ville de Bruxelles.

Le stade national ne serait pas achevé à temps.

Vous avez évoqué une action en dommages-intérêts.

Quel montant devra payer Ghelamco si le stade

n'est pas prêt à la date prévue ? Pourquoi avez-

vous souligné la manière dont Ghelamco pourra

contourner cette action ? Peut-elle introduire une

même action auprès de la Région bruxelloise si le

projet est abandonné ?

Le projet pourra-t-il être ajusté ou se poursuivra-t-

il comme prévu si le délai de 2020 n'est pas

respecté ?

Des options sont-elles envisagées pour le Mémorial

Van Damme ? N'est-il pas temps d'étudier la

rénovation du stade Roi Baudouin afin de disposer

d'un site en cas d'inexécution du projet de stade

national ?

De voorzitter.- De heer Verstraete heeft het woord

voor zijn toegevoegde dringende vraag.

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- U hebt in

het interview toegegeven dat er overheidsgeld

gemoeid is met het project van het Eurostadion. U

haalde ook uit naar de partners van het project,

namelijk RSC Anderlecht en de stad Brussel.

Voorts zei u dat het Eurostadion misschien niet op

tijd wordt afgewerkt. In dat verband hebt u

bevestigd dat er in een schadeclaim is voorzien.

Kunt u het bedrag toelichten? Hoeveel moet

Ghelamco betalen als het stadion niet op tijd wordt

opgeleverd? Waarom hebt u gezegd hoe Ghelamco

die claim eventueel kan omzeilen? Kan Ghelamco

een schadeclaim indienen bij het Brussels Gewest

als het project van het Eurostadion niet doorgaat?

Als de deadline in 2020 niet wordt gehaald, kan

het project dan nog worden bijgestuurd of gaat het

sowieso door?

Iedereen is het erover eens dat Brussel een

voetbalstadion nodig heeft. Er is ook een oplossing

nodig voor de Memorial Van Damme. Welke

alternatieven worden er voorbereid? Wordt het

geen tijd om de renovatie van het Koning

Boudewijnstadion te bestuderen, zodat u een

alternatief achter de hand hebt als het project van

het Eurostadion niet doorgaat?

M. le président.- La parole est à M. Vanhengel.

M. Guy Vanhengel, ministre (en néerlandais).-

M. Van den Driessche, Ghelamco et le RSC

Anderlecht ont signé en octobre 2015 un accord de

principe décrivant les grandes lignes de leur

De voorzitter.- De heer Vanhengel heeft het

woord.

De heer Guy Vanhengel, minister.- Mijnheer

Van den Driessche, in oktober vorig jaar tekenden

Ghelamco en RSC Anderlecht een

principeovereenkomst. Die kan worden

19 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



collaboration. Cet engagement précontractuel est

confidentiel et son contenu ne sera rendu public

qu'en cas de désaccord entre les parties.

M. Verstraete, les actions en dommages et intérêts

peuvent aller dans les deux sens. Si le stade n'est

pas livré à temps, la Ville de Bruxelles pourra par

exemple intenter une action contre Ghelamco. La

Région n'est pas partie contractante dans ce

dossier et n'a rien à voir avec le bail

emphytéotique.

Dans ce dossier, les actions en dommages et

intérêts peuvent être menées par et contre toutes les

parties concernées si les conditions de principe ne

sont pas respectées.

Il n'y a pas encore lieu de douter de la faisabilité

du projet. Le dossier progresse pas à pas.

Concernant le Mémorial Van Damme, Bruxelles

dispose encore d'un grand stade - le stade Roi

Baudouin - qui se prête à l'organisation de cet

événement mais ne répond plus aux normes

imposées pour les rencontres internationales de

football. Tous les partenaires tentent de résoudre

ce problème.

beschouwd als een precontractuele verbintenis

waarin de krachtlijnen van de samenwerking vrij

gedetailleerd worden omschreven en de

basiselementen van de samenwerking worden

opgelijst. Op verzoek van beide partijen staat er

een geheimhoudingsclausule in de overeenkomst.

Het gaat dus om een vertrouwelijk document, voor

zover de bepalingen in het document geen

aanleiding geven tot discussie. In geval van

discussie zullen beide partijen ongetwijfeld de

tekst openbaar maken om gelijk te krijgen.

Mijnheer Verstraete, de in de overeenkomsten

opgenomen schadeclaims kunnen in beide

richtingen gaan. Ik illustreer dat aan de hand van

een voorbeeld. Als Ghelamco niet tijdig oplevert,

kan de stad Brussel een schadeclaim indienen

tegen Ghelamco. Het gewest is geen contractant in

dit dossier. Wij hebben niets te maken met de

erfpachtregeling.

Dit dossier kan tot schadeclaims leiden. Die

gelden in alle richtingen en voor alle betrokken

partijen. Als de principiële voorwaarden niet

worden nageleefd, verzeilen we onvermijdelijk in

procedureslagen. In dat geval zal er naar

verantwoordelijken worden gezocht en met

schadeclaims worden geschermd.

Ik denk dat er nog altijd geen reden is om aan de

haalbaarheid van het project te twijfelen. Het

dossier vordert gestaag.

U stelde ook een vraag over de Memorial Van

Damme. Ik wijs erop dat we in Brussel nog altijd

over een groot stadion beschikken, namelijk het

Koning Boudewijnstadion. Dat stadion is nog

steeds geschikt voor de organisatie van de

Memorial Van Damme, maar het beantwoordt al

lang niet meer aan de normen die vandaag voor

internationale voetbalwedstrijden worden

opgelegd. Alle partners die bij dit dossier

betrokken zijn, trachten dat probleem op te lossen.


néerlandais).- Vous n'avez pas répondu à mes deux

questions. Admettez que les négociations avec le

RSCA sont importantes sinon vous ne disposeriez

pas du contrat aujourd'hui, même si vous n'êtes pas

partie contractante.

Le RSCA est un partenaire important pour le stade

De heer Johan Van den Driessche (N-VA).- Met

alle respect, mijnheer de minister, u hebt niet echt

geantwoord. Ik heb twee vragen gesteld. Op de

ene hebt u niet geantwoord en op de andere maar

heel algemeen. U moet toch toegeven dat de

onderhandelingen met RSCA belangrijk zijn,

anders zou u vandaag niet over het contract

beschikken. Het feit dat u geen contracterende

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 20


________________________________________________________________________________________________________________________



national. Il est justifié, sur le plan politique, de

savoir quelles sont les chances de voir le contrat se

conclure. Pourriez-vous le préciser ?


Vous me demandez quelle est la probabilité qu'un

contrat soit conclu entre deux parties, alors que je

ne suis pas partie prenante ?


néerlandais).- Il me semble très improbable que

vous ne soyez pas concerné. Sinon pourquoi vous

en prendriez-vous ainsi au RSCA ? Ce serait

totalement déplacé.


Pensez ce que vous voulez !


néerlandais).- Votre histoire ne tient pas debout.


C'est la vôtre qui est bancale, à l'image de celles de

ces derniers mois d'ailleurs.


néerlandais).- Sur quoi vous basez-vous pour

l'affirmer ?

M. Guy Vanhengel, ministre (en néerlandais).- Je

me base sur ce tout ce que vous avez dit sur le sujet.

En octobre, vous disiez que nous n'obtiendrions

jamais une déclaration de principe.


néerlandais).- En octobre, j'ai évoqué quatre

mensonges, qui persistent.


Vous parlez de vos quatre mensonges ?


partij bent, maar wel het contract in uw bezit hebt,

wil zeggen dat het belangrijk is. We proberen

enkel na te gaan in welke mate.

RSCA is voor het Eurostadion een belangrijke

partner. Het is politiek relevant om te weten hoe

groot de kans is dat het contract gesloten wordt.

Op die vraag had ik graag een antwoord gehad. Ik

veronderstel dat u goed op de hoogte bent.

De heer Guy Vanhengel, minister.- U vraagt hoe

groot de kans is dat er een contract gesloten kan

worden tussen twee partijen waarbij ik niet

betrokken ben.

De heer Johan Van den Driessche (N-VA).- Het

lijkt me heel onwaarschijnlijk dat u niet betrokken

bent. Ik begrijp anders niet waarom u zo naar

RSCA uithaalt. Als u helemaal niet van het

contract op de hoogte bent, dan vind ik de uithaal

naar de ploeg en die persoon totaal misplaatst.

De heer Guy Vanhengel, minister.- U vindt wat

u wilt.


Mijnheer de minister, uw verhaal klopt gewoon

niet.

De heer Guy Vanhengel, minister.- Het is uw

verhaal dat niet klopt. Als u al uw verhalen van de

laatste maanden op een rij zet, dan moet u toch

toegeven dat het vooral de uwe zijn die niet

kloppen.


Waarop baseert u zich om zoiets te beweren?

De heer Guy Vanhengel, minister.- Ik baseer me

op alles wat u al over het onderwerp gezegd hebt.

In oktober zei u dat er helemaal niets van terecht

zou komen en dat er nooit een beginselverklaring

zou komen.

De heer Johan Van den Driessche (N-VA).- Ik

heb in oktober gezegd dat er vier leugens waren en

die zijn er nog altijd.

De heer Guy Vanhengel, minister.- Bedoelt u uw

eigen vier leugens?

De heer Johan Van den Driessche (N-VA).- Als

21 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



néerlandais).- Mes demandes d'explications restent

vaines. Ce n'est pas démocratique. On ne récolte

que ce qu'on sème, M. le ministre !


Vous devez demander des explications au bon

endroit, M. Van den Driessche. Je pensais que

votre question porterait sur le nouvel avis du

Conseil d'État sur Uplace. Vous m'aviez interrogé à

ce sujet la dernière fois et reproché toutes sortes de

choses. Mais qu'en est-il aujourd'hui ?

ik net als mijn collega meer uitleg vraag, dan krijg

ik die niet. Dat is niet democratisch. Loontje komt

om zijn boontje, mijnheer de minister.

De heer Guy Vanhengel, minister.- U moet de

uitleg vragen op de juiste plaats, mijnheer Van den

Driessche. Ik had eigenlijk verwacht dat u me een

vraag zou stellen over het nieuwe advies van de

Raad van State over Uplace. U hebt me daarover

vorige keer ondervraagd en toen hebt u me ook

allerlei zaken verweten, maar wat blijkt vandaag?

M. le président.- La parole est à M. Verstraete.


M. le ministre, vous avez confirmé l'existence

d'actions en dommages-intérêts. Pouvez-vous les

chiffrer ?


Non.


C'est donc impossible ?

M. Guy Vanhengel, ministre (en néerlandais).- La

Région n'est pas partie contractante.


Je ne demande pas si vous êtes partie contractante.


Vous devez interroger les parties qui ont signé le

contrat.


Je note votre suggestion.

Vous avez déjà expliqué pourquoi vous ne croyez

pas à l'autre option, Je constate pourtant que le

stade de West Ham, près de Londres, parvient à

combiner une piste d'athlétisme avec un stade de

football, ce dernier pouvant coulisser sur la piste.

M. Guy Vanhengel, ministre (en néerlandais).- La

Juventus, le Bayern de Munich, le VfB Stuttgart et

l'AS Roma ont précisément prévu l'inverse.

M. Stefan Cornelis (Open Vld) (en néerlandais).-

Quel est le coût de ce stade londonien ? Qui le

De voorzitter.- De heer Verstraete heeft het

woord.

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Mijnheer

de minister, u hebt bevestigd dat er verscheidene

schadeclaims zijn. Kunt u daar een bedrag op

kleven?

De heer Guy Vanhengel, minister.- Neen.

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Dat is dus

niet mogelijk?

De heer Guy Vanhengel, minister.- Het gewest is

ook daar geen contracterende partij.

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Ik vraag

niet of u contracterende partij bent.

De heer Guy Vanhengel, minister.- U moet die

vraag stellen aan de partijen, die het contract

ondertekend hebben.

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Ik noteer

uw suggestie.

Voorts hebt u al verscheidene keren uitgelegd

waarom u niet gelooft in het alternatief, mijnheer

de minister. Nochtans stel ik vast dat West Ham

nabij Londen bijvoorbeeld wel een atletiekpiste

met een voetbalstadion kan combineren. Het

stadion is uitschuifbaar over de atletiekpiste.

De heer Guy Vanhengel, minister.- Juventus,

Bayern München, VfB Stuttgart en AS Roma

hebben net het omgekeerde gedaan.

De heer Stefan Cornelis (Open Vld).- En

hoeveel kost dat stadion in Londen? Wie financiert

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 22


________________________________________________________________________________________________________________________



finance ? Assez de populisme, M. Verstraete ! Ici,

nous ne suivons pas le programme de la N-VA !


Cette option coûtera en tout cas moins cher que la

construction d'un second stade.


Pardon ? Ce stade de Londres, qui est un stade

olympique, a coûté l'équivalent de trois stades

belges !

M. Stefan Cornelis (Open Vld) (en néerlandais).-

M. Verstraete, cessez de suivre l'ordre du jour de la

N-VA !


Il faut mener de nouvelles négociations pour

dégager une autre option.

M. Guy Vanhengel, ministre (en néerlandais).- Je

rappelle que le stade de Londres coûte trois fois

plus cher qu'un de nos stades.


Nous ne disons pas que vous devez copier le stade

de Londres mais veiller à ce que le stade actuel

puisse être utilisé.

(Colloques)

dat? Stop met dat populistisch gedoe, mijnheer

Verstraete! We volgen hier niet de agenda van de

N-VA!

De heer Bruno De Lille (Groen).- Dat alternatief

zal alvast minder kosten dan als we een tweede

stadion moeten bouwen.

De heer Guy Vanhengel, minister.- Excuseer?!

Het stadion in Londen, dat ook een Olympisch

stadion is, heeft zoveel gekost als drie Belgische

stadions samen.

De heer Stefan Cornelis (Open Vld).- Mijnheer

Verstraete, u volgt volledig de agenda van de N-

VA. Stop daarmee!

De heer Arnaud Verstraete (Groen).- Er moet

opnieuw onderhandeld worden met het oog op een

alternatief.

De heer Guy Vanhengel, minister.- Nogmaals,

het stadion in Londen kost driemaal zoveel als een

stadion bij ons.

De heer Bruno De Lille (Groen).- We zeggen

niet dat u het stadion van Londen moet nabouwen.

Maar u moet ervoor zorgen dat het huidige stadion

gebruikt kan worden.

(Samenspraak)

QUESTION D'ACTUALITÉ DE M. ARNAUD

PINXTEREN

À M. PASCAL SMET, MINISTRE DU



LA MOBILITÉ ET DES TRAVAUX

PUBLICS,

concernant "l'ouverture aux cyclistes de la

future ligne RER entre Ottignies et

Bruxelles".

M. le président.- La parole est à M. Pinxteren.

M. Arnaud Pinxteren (Ecolo).- Le sujet dont je

vais vous parler, le vélo express régional (VER), a

fait l'actualité cette semaine. Lors des récentes

grèves, des habitants du Brabant wallon ont en effet

rejoint Bruxelles en empruntant, à vélo, la dalle


ARNAUD PINXTEREN

AAN DE HEER PASCAL SMET,



BELAST MET MOBILITEIT EN

OPENBARE WERKEN,

betreffende "de openstelling voor fietsers

van de toekomstige GEN-lijn tussen

Ottignies en Brussel".

De voorzitter.- De heer Pinxteren heeft het woord.

De heer Arnaud Pinxteren (Ecolo) (in het

Frans).- De aanleg van de lijn tussen Ottignies en

Brussel van het gewestelijk expresnet (GEN) loopt

vertraging op. Er is echter wel al een treinbedding

en tijdens de recente stakingen hebben vele

23 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



prévue pour un réseau express régional (RER) qui

se fait attendre. Ils ont ainsi parcouru très

rapidement 16,2 kilomètres et ont trouvé cette

solution très pratique.

Le VER est ainsi devenu une route cyclable rapide

intéressante à exploiter pour offrir une alternative,

certes sportive, pour rejoindre Bruxelles rapidement

et efficacement.

Je ne reviendrai pas sur les détails, que vous

connaissez, mais des discussions ont eu lieu et un

blogueur a diffusé une vidéo. Tant Infrabel que le

ministre fédéral de la Mobilité ont toutefois estimé

qu'utiliser cette piste cyclable était pure folie et qu'il

était très dangereux de circuler à vélo juste à côté

de voies de chemin de fer.

La photo montre cependant que les cyclistes ne

roulent pas juste à côté de la voie de chemin de fer

et que de nombreux itinéraires conçus dans le cadre

du Réseau autonome des voies lentes (Ravel)

correspondent aux mêmes critères. Par ailleurs, de

nombreuses pistes cyclables jouxtent des voiries

automobiles et sont donc tout aussi exposées.

Bref, M. Bellot invoque un problème de sécurité et

vous avez, quant à vous, été le seul ministre de la

Mobilité à ne pas vous opposer à cette idée et à

estimer au contraire qu'il fallait l'encourager.

J'ai deux considérations à ce propos. M. Smet,

comment envisagez-vous de convaincre vos

collègues de l'État fédéral, de la Région wallonne et

sans doute en partie, de la Région flamande pour

faire en sorte que cela puisse voir le jour ?

Plus concrètement, au niveau bruxellois, je crois

savoir qu'il y a juste un tunnel qu'il conviendrait de

rendre plus accessible, en tout cas, de dessabler, me

dit-on, pour permettre qu'à l'arrivée dans Bruxelles,

à Watermael-Boitsfort, le parcours du futur RER

puisse être emprunté par les cyclistes. Notre idée

n'est évidemment pas de dire qu'il faut ralentir le

RER. Notre idée est de dire que si le RER n'avance

pas et qu'il n'y a pas de travaux prévus à court

terme sur cette dalle, autant qu'elle puisse servir à

un meilleur déplacement, un déplacement durable.

(Applaudissements sur les bancs d'Ecolo et de

Groen)

inwoners van Waals-Brabant die 16,2 km lange

bedding als fietspad gebruikt om naar Brussel te

komen. Zij vonden dat erg praktisch.

Het pad kreeg de naam 'vélo express régional

(VER)' (een soort Fiets-GEN) en kreeg veel

aandacht in de pers als interessant alternatief om

zich naar Brussel te verplaatsen. Zowel Infrabel

als federaal minister van Mobiliteit Bellot merkten

echter op dat het zeer gevaarlijk is om zo dicht

langs de spoorweg te fietsen.

Op de beelden die ik heb gezien, is nochtans

duidelijk dat de fietsers niet vlak langs de

spoorweg fietsen. Trouwens, een groot aantal

'trage wegen' van het RAVeL-netwerk (Réseau

autonome des voies lentes) werden op precies

dezelfde manier aangelegd. Zeer veel fietspaden

liggen trouwens vlak naast gewone autowegen, en

daarbij zijn de fietsers evenzeer blootgesteld aan

het verkeer.

U bent de enige minister van Mobiliteit die het een

goed idee vindt om de toekomstige GEN-lijn tussen

Ottignies en Brussel open te stellen voor fietsers.

Hoe denkt u uw federale, Waalse en waarschijnlijk

ook Vlaamse collega's ervan te overtuigen dat het

Fiets-GEN er moet komen in afwachting van het

echte GEN?

Volgens mijn informatie volstaat het om wat zand

weg te halen in één tunnel om ons gewest via

Watermaal-Bosvoorde toegankelijk te maken voor

de fietsers uit Waals-Brabant die de GEN-bedding

gebruiken.

Dat mag geen excuus zijn om de GEN-werken te

vertragen. Het is gewoon onze bedoeling om de

GEN-bedding ondertussen ten dienste te stellen

van een betere en duurzamere mobiliteit.

(Applaus bij Ecolo en Groen)

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 24


________________________________________________________________________________________________________________________



M. le président.- La parole est à M. Smet.

M. Pascal Smet, ministre.- Je suis d'accord pour

dire qu'il s'agit d'une bonne idée. Plus vite le RER

sera en application, mieux ce sera, et tout le monde

s'accorde à le dire. Cela prendra tout de même

encore un peu de temps et, d'ici là, nous devons, si

possible, encourager les cyclistes à circuler là-bas.

Il est clair que le souci d'Infrabel et de mon

collègue au niveau fédéral est justifié : les cyclistes

qui passent à côté des chemins de fer doivent être

en sécurité. À ce titre, vous avez donné des

exemples d'endroits où les pistes cyclables sont

situées à côté des chemins de fer.

En outre, j'ai déjà été en contact avec Infrabel par le

passé, pour faire en sorte, dans le cadre de ces lieux

où des pistes cyclables passent à côté de chemins de

fer traversant Bruxelles, que des pistes cyclables

"express" soient aménagées, étant donné que le

terrain est plat et facilement praticable.

La société Infrabel s'était montrée enthousiaste en

la matière, mais c'est le gouvernement fédéral qui a

décidé de lui retirer un certain nombre de crédits.

Le financement n'est donc malheureusement plus

immédiatement disponible pour ce faire, mais

Infrabel n'était pas opposé à cette idée.

Dans les prochains jours, j'écrirai une lettre à mes

homologues ministres de la Mobilité, ainsi qu'au

responsable d'Infrabel pour leur dire que c'est une

bonne idée, qu'il nous faut l'explorer et donner un

signal en la matière. J'ai déjà demandé une

première estimation du coût.

En septembre, se tiendra une nouvelle réunion

interministérielle entre les ministres de la Mobilité

et je mettrai ce point à l'ordre du jour en rappelant

que tant Bruxelles, que la Flandre et la Wallonie

doivent contribuer à la mise en œuvre de ce projet.

Il nous faut juste éviter que les gens à vélo où les

enfants ne s'aventurent sur le chemin de fer, mais, à

ce titre, il me semble que l'installation d'un grillage

ne serait pas si onéreuse. Les risques en la matière

sont donc facilement gérables.

Par conséquent, je me montrerai proactif dans ce

dossier.

De voorzitter.- De heer Smet heeft het woord.

De heer Pascal Smet, minister (in het Frans).-

Ook al vindt iedereen dat het GEN er snel moet

komen, de afwerking ervan zal nog wel enige tijd

duren. In afwachting daarvan vind ik inderdaad

dat we de fietsers moeten aanmoedigen om waar

mogelijk gebruik te maken van de bestaande

infrastructuur.

De vrees van Infrabel en mijn federale collega is

niet onterecht: de fietsers moeten veilig langs de

spoorwegen kunnen rijden. Ik heb in het verleden

al overlegd met Infrabel over de aanleg van

'expresfietspaden' op plaatsen waar de Brusselse

fietspaden naast de spoorwegen liggen.

Infrabel was enthousiast maar door de

bezuinigingen van de federale regering heeft

Infrabel de middelen niet om op korte termijn

dergelijke werken uit te voeren.

Ik zal de komende dagen de andere ministers van

Mobiliteit en de leiding van Infrabel een brief

schrijven om het idee van het Fiets-GEN te

verdedigen. Ik heb ook al een eerste kostenraming

gevraagd.

Ik zal de zaak ook op de agenda van de volgende

bijeenkomst van de ministers van Mobiliteit zetten.

Ik zal mijn collega's er daarbij aan herinneren dat

zowel Brussel als Vlaanderen en Wallonië een

bijdrage moeten leveren aan dat project. Het

plaatsen van een hek met het oog op de veiligheid

van de fietsers kan niet zo veel kosten.

Kortom, ik zal proactief optreden in deze zaak.

Uiteraard beslis ik hier echter niet alleen over.

Malheureusement, tout ne dépend pas que de moi.

Je vais essayer de convaincre mes collègues, bien

25 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



que la décision initiale revienne au niveau fédéral, à

la Flandre et à la Wallonie. Je suis favorable à cette

ouverture et vais m'impliquer dans le dossier.


M. Arnaud Pinxteren (Ecolo).- Je suis ravi de

l'entendre. Nous vous encouragerons dans cette

voie.

Je souhaite attirer votre attention sur le fait qu'en

Flandre, il y a toute une série de pistes cyclables qui

ont été construites sur les terrains d'Infrabel. Ce qui

est possible en Flandre devrait également l'être en

Wallonie et à Bruxelles.



Frans).- Uw houding verheugt ons.

In Vlaanderen zijn er heel wat fietspaden

aangelegd op de terreinen van Infrabel. Dat moet

dan toch ook mogelijk zijn in Wallonië en Brussel.

M. Pascal Smet, ministre.- C'est la raison pour

laquelle j'ai pris, en début de législature, contact

avec le directeur général d'Infrabel, M. Lallemand.

Il était favorable à mes propositions, mais vous le

savez comme moi, le gouvernement fédéral n'a pas

encore approuvé le plan d'investissement des

chemins de fer. Il a décidé de réduire le budget d'un

milliard d'euros en cinq ans. C'est une somme

considérable. Dans ces conditions, pour les chemins

de fer, je comprends qu'aménager une piste

cyclable ou participer à la construction d'une piste

cyclable n'est pas une priorité. En période de

restrictions, c'est normal de se concentrer sur sa

mission principale qui reste le transport ferroviaire.

Favoriser les autres modes de transports est une

mission secondaire.

Je dis toujours qu'on ne peut arrêter la force d'une

bonne idée, on peut tout au plus la retarder. Je

pense que cette idée est très forte et que nous

devons, à Bruxelles, à côté des chemins de fer,

construire des pistes cyclables qui permettent de

traverser notre Région. Ce serait une véritable

autoroute pour cyclistes : c'est rapide, c'est plat,

c'est facile et cela va arriver. Ce n'est plus qu'une

question de temps.


Daarom heb ik ook in het begin van de

regeerperiode contact opgenomen met de heer

Lallemand, gedelegeerd bestuurder van Infrabel.

Hij was voorstander van mijn voorstellen, maar u

weet dat de federale regering het investeringsplan

van de spoorwegen nog niet heeft goedgekeurd en

enorme bezuinigingen heeft doorgevoerd. In

dergelijke omstandigheden kan ik begrijpen dat

Infrabel zich in eerste instantie wil toespitsen op

zijn belangrijkste opdracht en dat zijn niet de

fietsers, maar het spoorvervoer zelf.

Ik zeg altijd dat je een goed idee niet kan

tegenhouden; je kan het hoogstens vertragen. En

de aanleg van fietspaden in ons gewest langs de

spoorwegen is een goed idee, want het is snel,

gemakkelijk en die wegen zijn vlak. Het is dus

slechts een kwestie van tijd voor ze er komen.


M. Arnaud Pinxteren (Ecolo).- C'est une bonne

idée. Si vous en savez plus sur le calendrier RER et

si des travaux ne sont pas prévus à court terme,

vous et moi ne comprendrions pas qu'on n'exploite

pas cette dalle pour une mobilité durable. Par



Frans).- Als er op korte termijn niet gewerkt wordt

aan de GEN-lijn, zou ik het onbegrijpelijk vinden

dat we de treinbedding niet zouden gebruiken voor

duurzame mobiliteit. En als het een succes wordt,

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 26


________________________________________________________________________________________________________________________



ailleurs, si ce test est concluant, il sera encore plus

facile de plaider pour des infrastructures à côté des

voiries une fois que le RER sera présent.

Bon courage donc pour cette entreprise !


Groen)

is het een bijkomend argument om in de toekomst

te pleiten voor de aanleg van fietspaden langs de

sporen zodra het GEN klaar is.

Wij wensen u dan ook veel succes.


QUESTION D'ACTUALITÉ DE M.

EMMANUEL DE BOCK

À M. PASCAL SMET, MINISTRE DU



LA MOBILITÉ ET DES TRAVAUX

PUBLICS,

concernant "le remplacement des affiches

publicitaires dans les stations de métro par

des messages contre le TTIP".

M. le président.- La parole est à M. De Bock.

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Nous avons

appris que dans la nuit de mercredi à jeudi, un

collectif d'activistes s'est introduit dans une

cinquantaine de stations de métro de la STIB et a

remplacé plus de 700 affiches publicitaires par

d'autres messages relatif au Partenariat

transatlantique de commerce et d'investissement

(TTIP). Ce collectif a donc agi plusieurs heures au

sein de nos infrastructures pour effectuer ces

remplacements.

Loin de moi l'intention de faire la publicité de ce

type d'initiatives. Je me pose toutefois certaines

questions quant au mode opératoire de ce collectif.

En principe, nos stations sont en effet sécurisées.

Je m'interroge également concernant le message.

Imaginons que ce dernier émane de l'extrême

droite ! La facilité avec laquelle cette initiative a pu

être menée, ainsi que l'absence d'intervention des

services de sécurité, m'interpellent.

Avez-vous fait le bilan des dégradations

commises ? J'imagine qu'il a fallu remettre les

affiches initiales, puisque nous percevons sans

doute des recettes publicitaires pour la pose de

celles-ci.


EMMANUEL DE BOCK

AAN DE HEER PASCAL SMET,



BELAST MET MOBILITEIT EN

OPENBARE WERKEN,

betreffende "de vervanging van de

reclameposters in de metrostations door

affiches tegen het TTIP".

De voorzitter.- De heer De Bock heeft het woord.

De heer Emmanuel De Bock (DéFI) (in het

Frans).- In de nacht van woensdag op donderdag

heeft een groep actievoerders in een vijftigtal

metrostations van de MIVB meer dan

zevenhonderd reclameaffiches vervangen door

aanplakbiljetten met een boodschap over het

Transatlantic Trade and Investment Partnership

(TTIP). Die groep heeft met andere woorden

verscheidene uren onopgemerkt kunnen

doorbrengen in de Brusselse metro, hoewel die 's

nachts is gesloten.

Daarnaast roept ook de boodschap die ze brengen

vragen op. Stel u voor dat die extreemrechts zou

zijn! Het gemak waarmee zij hun gang konden

gaan en het feit dat de veiligheidsdiensten niet

hebben ingrepen, zijn schokkend.

Hoeveel schade hebben zij berokkend? De reclame

in de stations levert inkomsten op, dus moesten de

affiches wellicht worden teruggehangen.

Wat is er eigenlijk echt gebeurd? Bent u van plan

om veiligheidsmaatregelen te nemen, zodat

actievoerders niet langer in de metro kunnen

binnendringen?

27 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



Que s'est-il passé réellement ? Avez-vous tiré un

bilan de cette opération ? Des mesures spéciales de

sécurité vont-elles être prises pour que l'incursion

de militants activistes, quel que soit leur message,

ne se reproduise plus ?


M. Pascal Smet, ministre.- Une enquête est en

cours. Selon les premiers éléments de celle-ci, cet

affichage a été réalisé pendant les heures

d'exploitation. Les militants ont été très rapides et

très organisés.

La STIB et le concessionnaire, qui est chargé du

nettoyage, vont porter plainte. L'analyse des

caméras est en cours.

(Rumeurs)

Vu la réaction de M. Maron, une question

m'intrigue. Mme Céline Delforge était-elle avec les

activistes, oui ou non ?

(Rires)

Je suis vraiment curieux de le savoir !

Mme Céline Delforge (Ecolo).- Eh bien, puisque

les plus fins limiers de la Région sont sur le coup,

vous aurez certainement la réponse rapidement !



Het onderzoek loopt nog. Blijkbaar werden de

affiches aangeplakt toen de metro open was. De

actievoerders gingen snel en goed georganiseerd

te werk.

De MIVB en de concessiehouder dienen een klacht

in. De camerabeelden worden momenteel

bestudeerd.

(Rumoer)

De heer Maron reageert nogal heftig. Was

mevrouw Delforge misschien bij de actievoerders?

(Vrolijkheid)

Dat zou ik graag willen weten!

Mevrouw Céline Delforge (Ecolo) (in het

Frans).- Het onderzoek zal het uitwijzen.

M. Pascal Smet, ministre.- Étiez-vous là, oui ou

non ? C'est une question que je me pose.

(Colloques)

M. le président, je vois clairement que le groupe

Ecolo est très excité par la question. J'ai pensé qu'il

allait peut-être m'interroger.

De toute façon, il est clair qu'une nouvelle fois, les

activistes ont opéré de manière très rapide et très

organisée. Les images sont en cours d'analyse.

Aujourd'hui, il est trop tôt pour donner une

estimation des coûts. C'est toujours comme cela

avec des actions pareilles. Toutes les affiches d'une

campagne avaient déjà été recouvertes par le passé.

Il est un peu trop tôt pour avancer des conclusions.

Une enquête est en cours. La STIB et le


Was u erbij?

(Samenspraak)

Mijnheer de voorzitter, Ecolo maakt zich hier

duidelijk druk over.

Het onderzoek loopt en het is nog te vroeg om de

schade te ramen. Zo gaat dat bij dergelijke acties.

In het verleden werden wel alle affiches

teruggevonden.

De MIVB en de concessiehouder hebben het recht

om een klacht in te dienen. De regering moet daar

niet in tussenkomen. Wellicht komen we op een

dag wel te weten welke gevolgen die actie heeft

gehad.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 28


________________________________________________________________________________________________________________________



concessionnaire m'ont dit qu'ils allaient sans doute

porter plainte. Ils ont la compétence pour le faire.

Nous ne devons pas intervenir au niveau politique.

Nous connaîtrons peut-être un jour les résultats de

cette action.

M. le président.- La parole est à M. De Bock.

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Des vidéos

circulent sur internet. Peut-être certains y

reconnaîtront-ils des activistes et auront-ils leur

propre point de vue.

(Remarques)

Je crois que ceux qui bénéficient de l'immunité

parlementaire ne peuvent être punis, mais l'enquête

le dira.

Mme Céline Delforge (Ecolo).- Vous êtes un

adepte des rumeurs et du complot !

M. Emmanuel De Bock (DéFI).- On en rit, mais

cela aurait pu être beaucoup plus grave en fonction

du message. Que des activistes puissent

impunément s'introduire et rester un certain temps

dans les stations, en soi, ne met pas péril en la

demeure, mais le message aurait pu être beaucoup

plus inquiétant. Je pense notamment à l'extrême-

droite. Nous aurions un peu moins ri, car ce qui est

possible pour un message l'est pour un autre.

J'attire votre attention sur la nécessité que cela ne se

reproduise plus et d'être vraiment très vigilant. Et si

cela venait à se reproduire, il faudrait une veille au

niveau des stations de métro. Je ne peux en effet

imaginer que l'on ne se soit rendu compte que le

lendemain matin que des gens circulaient

impunément dans les stations pendant la nuit.

De voorzitter.- De heer De Bock heeft het woord.


Frans).- Er gaan beelden rond op het internet.

Misschien dat sommigen daarop wel actievoerders

herkennen.

(Rumoer)

Ik denk dat wie parlementaire onschendbaarheid

geniet, niet kan worden gestraft. Het onderzoek zal

het uitwijzen.


Frans).- U houdt van geruchten en

complottheorieën!


Frans).- We steken er nu wel de draak mee, maar

de gevolgen hadden ernstig kunnen zijn. Het is

misschien geen halszaak dat actievoerders erin

slagen om de metro binnen te dringen, maar ze

hadden een verontrustendere boodschap kunnen

verspreiden. In dat geval hadden we er wellicht

niet mee kunnen lachen.

Als dit nog eens voorvalt, moet er bewaking

worden geregeld. Het is onvoorstelbaar dat de

inbraak pas 's ochtends werd opgemerkt.


M. Pascal Smet, ministre.- Vous savez que le

gouvernement va engager 107 personnes

supplémentaires pour garantir la sécurité dans le

métro. Certaines stations seront attribuées

systématiquement aux mêmes agents, de manière à

ce que le concept de gestionnaire de station prévale

à l'avenir.



De regering neemt 107 personen in dienst om de

veiligheid in de metro te garanderen. In bepaalde

stations komt er een vaste beheerder.

29 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



M. Emmanuel De Bock (DéFI).- Je vous remercie.


Frans).- Dank u.

QUESTION D'ACTUALITÉ DE M. ALAIN

MARON

À M. RUDI VERVOORT, MINISTRE-

PRÉSIDENT DU GOUVERNEMENT DE

LA RÉGION DE BRUXELLES-

CAPITALE, CHARGÉ DES POUVOIRS

LOCAUX, DU DÉVELOPPEMENT

TERRITORIAL, DE LA POLITIQUE DE

LA VILLE, DES MONUMENTS ET SITES,

DES AFFAIRES ÉTUDIANTES, DU

TOURISME, DE LA FONCTION

PUBLIQUE, DE LA RECHERCHE

SCIENTIFIQUE ET DE LA PROPRETÉ

PUBLIQUE,

ET À MME CÉLINE FREMAULT,

MINISTRE DU GOUVERNEMENT DE LA

RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE,

CHARGÉE DU LOGEMENT, DE LA

QUALITÉ DE VIE, DE

L’ENVIRONNEMENT ET DE

L'ÉNERGIE,

concernant "le projet de démolition-

reconstruction des logements du Rempart

des Moines".

QUESTION D'ACTUALITÉ JOINTE DE

MME BRIGITTE GROUWELS,

concernant "la réhabilitation du site du

Rempart des Moines".

M. le président.- La ministre Céline Fremault

répondra à la question d'actualité.

La parole est à M. Maron.

M. Alain Maron (Ecolo).- Bruzz a publié des

informations sur l'avenir du site du Rempart des

Moines, localisé en plein centre-ville. Il s'agit de

grands immeubles réunissant 320 logements

sociaux. La décision semble avoir été prise de les

détruire et d'en reconstruire de nouveaux à la place.

On assisterait ainsi à une densification de la zone,

puisque la surface construite sera plus grande que

l'actuelle et qu'il y aura également davantage de


ALAIN MARON

AAN DE HEER RUDI VERVOORT,

MINISTER-PRESIDENT VAN DE

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RE-

GERING, BELAST MET

PLAATSELIJKE BESTUREN,

TERRITORIALE ONTWIKKELING,

STEDELIJK BELEID, MONUMENTEN

EN LANDSCHAPPEN, STUDENTEN-

AANGELEGENHEDEN, TOERISME,

OPENBAAR AMBT, WETENSCHAPPE-

LIJK ONDERZOEK EN OPENBARE

NETHEID,

EN AAN MEVROUW CÉLINE

FREMAULT, MINISTER VAN DE

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE

REGERING, BELAST MET

HUISVESTING, LEVENSKWALITEIT,

LEEFMILIEU EN ENERGIE,

betreffende "het project van afbraak en de

heropbouw van de woningen van

Papenvest".

TOEGEVOEGDE DRINGENDE VRAAG

VAN MEVROUW BRIGITTE

GROUWELS,

betreffende "de herwaardering van de

Papenvestsite".

De voorzitter.- Minister Céline Fremault zal de

dringende vraag beantwoorden.

De heer Maron heeft het woord.

De heer Alain Maron (Ecolo) (in het Frans).-

Volgens informatie die Bruzz publiceerde, zouden

de grote gebouwen aan de Papenvest, waarin 320

sociale woningen zijn ondergebracht, worden

afgebroken en vervangen door nieuwbouw. De

beschikbare oppervlakte zou daarbij dichter

worden bebouwd en het aantal woningen zou

toenemen. Slechts 240 van de nieuwe woningen

zouden echter nog sociale woningen en

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 30


________________________________________________________________________________________________________________________



logements.

En revanche, il y aura moins de logements sociaux,

puisque l'on passe de 320 à 240 logements sociaux

et logements moyens. Ce sont les chiffres cités dans

la presse.

Confirmez-vous ces informations ? Pourquoi le

principe d'une démolition-reconstruction a-t-il été

choisi, plutôt que celui d'une rénovation ?

Le terrain appartient à une société de logement

social. Est-ce cette même société qui sera

l'opérateur des logements moyens, ou s'agira-t-il

d'un autre opérateur ?

Enfin, qu'en est-il de l'information et de la

participation des habitants quant à ce projet ? En

effet, de nombreuses familles résident et résideront

à cet endroit.

Concernant plus spécifiquement la salle de sports,

même si ce point peut sembler anecdotique, il s'agit

d'une belle salle de sports, dessinée par un excellent

architecte et réalisée dans le cadre des contrats de

quartier. Or, il est visiblement prévu de raser

également cette infrastructure, qui a moins de

quinze ans. Pourquoi cette décision a-t-elle été

prise ? Le cas échéant, sera-t-elle remplacée par une

autre salle ?

Les subsides régionaux dont elle a bénéficié vont-

ils devoir être remboursés ? En effet, ces subsides

sont normalement liés au fait que le résultat de

l'investissement doit durer au moins trente ans, ce

qui ne sera pas le cas.

middelgrote woningen zijn.

Klopt die informatie? Waarom worden de

bestaande woningen niet gerenoveerd?

Zal de sociale huisvestingsmaatschappij die de

grond bezit, ook de middelgrote woningen onder

haar beheer krijgen?

Hoe worden de huidige bewoners ingelicht over en

betrokken bij het project? Er wonen daar immers

heel wat gezinnen die er in de toekomst zullen

blijven.

In het kader van de wijkcontracten werd er op de

Papenvest een mooie sportzaal gebouwd, die

blijkbaar ook zal verdwijnen, hoewel hij nog geen

vijftien jaar oud is. Waarom moet die sportzaal

weg? Komt er een nieuwe?

Moeten de gewestsubsidies voor de sportzaal

worden terugbetaald? Normaal moet het resultaat

van de investeringen immers dertig jaar blijven

bestaan, wat hier niet het geval zal zijn.

M. le président.- La parole est à Mme Grouwels

pour sa question d'actualité jointe.

Mme Brigitte Grouwels (CD&V) (en

néerlandais).- Nous avons appris par la presse que

les tours d'habitation du site du Rempart des

Moines, très dégradé, vont être démolies et

remplacées par 350 nouveaux logements, dont 210

appartements sociaux et 140 logements destinés à

la classe moyenne.

Nous ne pouvons que nous réjouir de ces projets.

Devenu un vrai ghetto, ce site constituait le terrain

de jeu de jeunes toxicomanes et vandales à l'origine

de nombreuses nuisances, surtout durant la nuit.

De voorzitter.- Mevrouw Grouwels heeft het

woord voor haar toegevoegde dringende vraag.

Mevrouw Brigitte Grouwels (CD&V).- Via de

pers konden we vernemen dat de verloederde site

van de Papenvest grondig aangepakt zal worden.

De woontorens gaan tegen de vlakte en er komen

350 nieuwe woningen, waaronder 210 sociale

appartementen en 140 woningen voor de

middenklasse.

We kunnen die plannen alleen maar toejuichen. In

de loop der jaren groeiden de woontorens van de

Papenvest immers uit tot een echt getto. De site

vormde het favoriete actieterrein voor

hangjongeren, die vooral 's nachts voor veel

31 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



La qualité de vie des habitants va sensiblement

s'améliorer. J'espère voir une meilleure mixité

sociale dans ce quartier, pour qu'il devienne un

véritable lieu de rencontre.

Par quoi sera remplacé cet immeuble monotone de

neuf étages ? Par un nouveau building ?

La présence d'infrastructures sociales et d'espaces

verts suffisants définit la qualité de vie d'un

quartier. Comment le projet en tiendra-t-il

compte ?

Quelles sont les conditions de revenu pour

prétendre à l'un des 140 logements moyens ?

Le nombre de logements sociaux diminuera de 104

unités. Comment seront sélectionnés les ménages

qui conserveront un tel logement ?

La Région bruxelloise compte d'autres ghettos,

comme les blocs d'habitation dans les quartiers

Goujons et Peterbos d'Anderlecht. La ministre y

prévoit-elle des projets similaires ? Peut-elle

fournir un aperçu des plans établis dans ce cadre ?

overlast zorgden. De Papenvestsite viel steeds

vaker ten prooi aan vandalisme en drugsoverlast.

Dankzij de nieuwe plannen zal de levenskwaliteit

van de bewoners aanzienlijk toenemen. Ik hoop

dat er een betere sociale mix zal ontstaan,

waardoor de wijk een stevige boost krijgt en

uitgroeit tot een volwaardige ontmoetingsplaats

voor alle bewoners.

De huidige monotone hoogbouw met zijn negen

verdiepingen is helemaal afgeleefd. Waardoor zal

die vervangen worden? Komt er nieuwe

hoogbouw voor in de plaats?

Voor de levenskwaliteit van een wijk is de

aanwezigheid van sociale voorzieningen en

voldoende groen cruciaal. Hoe wordt daar met het

nieuwe project voor gezorgd?

Welke inkomensvoorwaarden gelden er om in

aanmerking te komen voor een van de

140 geplande middenklassewoningen?

Het aantal sociale woningen zal met 104 eenheden

dalen. Hoe zal de selectie gemaakt worden tussen

wie een dergelijke woning behoudt en wie niet?

Naast de Papenvest telt het Brussels Gewest nog

een aantal andere getto’s. Ik denk bijvoorbeeld aan

de woonblokken in de Anderlechtse wijken

Gondels en Peterbos. Plant de minister daar

gelijkaardige projecten? Kan ik een overzicht

krijgen van de plannen in dat verband?

M. le président.- La parole est à Mme Fremault.

Mme Céline Fremault, ministre.- En ce qui

concerne les chiffres et les annonces qui ont été

faites, je vous précise que le site du Rempart des

Moines, en attente d'investissements depuis de très

nombreuses années, a fait l'objet, le 30 juin dernier,

d'une option de réhabilitation complète. Celle-ci a

été validée par sa nouvelle direction et par le

gouvernement bruxellois.

Ce projet prévoit la démolition des 314 logements

sociaux existants et la reconstruction de 350 unités

de logement, parmi lesquelles 210 logements

sociaux et 140 logements moyens gérés par Le

Logement bruxellois et la Ville de Bruxelles. C'est

la régie de la Ville qui gérera les logements

De voorzitter.- Mevrouw Fremault heeft het

woord.

Mevrouw Céline Fremault, minister (in het

Frans).- Op 30 juni beslisten de nieuwe directie

van de site Papenvest en de Brusselse regering dat

ze de site volledig zullen laten herinrichten.

De 314 bestaande sociale woningen worden

afgebroken en er worden 350 nieuwe

wooneenheden gebouwd. Daarvan zijn 210 sociale

woningen en 140 middelgrote woningen, die onder

het beheer van De Brusselse Woning en de stad

Brussel zullen vallen. De stad neemt de

middelgrote woningen voor haar rekening.

De onderhandelingen met de stad Brussel over dat

project verliepen vlot en het college van

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 32


________________________________________________________________________________________________________________________



moyens.

Vous m'interrogez sur les garanties données par la

Ville de Bruxelles. Le projet est négocié depuis un

certain temps en bonne collaboration avec la Ville

de Bruxelles et son collège s'est d'ailleurs prononcé

à ce sujet le 2 juin dernier.

L'accord prévoit l'approbation de la construction de

maximum 140 logements moyens par la Régie

foncière, dont 20% au maximum pourront être pris

en considération sur le marché acquisitif. Il a

également été convenu d'approuver un principe

d'avances remboursables de 4.900.000 euros et un

subside du même montant au Logement bruxellois.

Il a surtout été convenu d'approuver la mise à

disposition de plusieurs terrains de la Ville au

Logement bruxellois pour la construction de 104

logements sociaux, dits compensatoires.

Nous allons en effet abattre ces fameuses tours.

Vous aurez donc 350 logements, dont 210

logements sociaux et 140 logements moyens. Les

104 logements compensatoires se trouveront sur un

terrain que la Ville de Bruxelles n'a pas encore

choisi. Elle étudie actuellement plusieurs

possibilités.

Pourquoi privilégier l'optique de la démolition-

reconstruction plutôt que celle de la rénovation ?

Simplement parce que nous nous sommes rendu

compte que, vu son état, il faudrait toucher à la

structure du bâtiment.

Concernant la salle de sports, le choix entre le

maintien ou la démolition n'a pas encore été fait.

Par conséquent, il n'est pas encore question de

remboursement. Effectivement, cette salle a

récemment fait l'objet d'une rénovation, mais cela

doit s'envisager dans le cadre d'un projet plus long.

Nous actionnerons aussi l'article 16 du contrat de

gestion de la Société du logement de la Région de

Bruxelles-Capitale (SLRB), qui concerne le fameux

pour cent dédié aux équipements sportifs.

(poursuivant en néerlandais)

Mme Grouwels, vous m'interrogez sur les

caractéristiques architecturales du futur immeuble.

Nous avons dégagé un accord sur le financement

des études et sur le programme, mais pas encore

sur l'architecture du projet.

burgemeester en schepenen keurde het op 2 juni

goed.

In de overeenkomst is opgenomen dat de

Grondregie maximaal 140 middelgrote woningen

bouwt, waarvan hoogstens 20% te koop mag

worden aangeboden. Daarnaast krijgt De

Brusselse Woning een terugbetaalbaar voorschot

van 4.900.000 euro en een zelfde bedrag aan

subsidies. Ten slotte stelt de stad meerdere

gronden ter beschikking van De Brusselse Woning

voor de bouw van 104 sociale woningen ter

compensatie.

De woontorens worden dus afgebroken. De stad

moet nog beslissen waar de 104 woningen ter

compensatie komen.

We beslisten om de gebouwen niet te laten

renoveren, omdat ze in een zodanig slechte staat

zijn, dat bij een renovatie ook de structuur moet

worden aangepakt.

Over de sportzaal is nog niets beslist en dat geldt

bijgevolg ook voor de terugbetaling van de

ontvangen subsidies. De zaal werd inderdaad

recent nog gerenoveerd, maar ze moet passen in

een langetermijnproject.

Ik activeer ook artikel 16 van het beheerscontract

van de Brusselse Gewestelijke

Huisvestingsmaatschappij (BGHM) in verband

met het fameuze percentage voor

sportinfrastructuur.

(verder in het Nederlands)

Mevrouw Grouwels, u vraagt welke de

architecturale kenmerken van het toekomstige

gebouw zullen zijn. Zover zijn we nog niet. We

hebben een akkoord bereikt over de financiering

van de studies en over het programma, maar nog

niet over de architecturale details van het project.

(verder in het Frans)

De bouwmeester wordt wellicht bij het uitwerken

van de architectuur van de nieuwe gebouwen

betrokken.


Het project voorziet in een dagcentrum voor

33 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



(poursuivant en français)

Je pense qu'il sera nécessaire d'associer le maître-

architecte à l'ensemble de la réflexion par rapport

aux futurs contours architecturaux de ce bâtiment.


Le projet prévoit un centre de jour pour personnes

âgées, des services collectifs, comme une crèche et

des infrastructures sportives, ainsi qu'un parking,

le tout devant conduire à une bonne mixité

fonctionnelle.

Vous m'interrogez sur les normes de revenus qui

seront appliquées pour l'attribution des logements

moyens.


J'ai eu l'occasion de m'exprimer à ce sujet il n'a pas

très longtemps en Commission du logement. J'ai

alors précisé qu'un texte était actuellement en

discussion entre nos cabinets. On peut

raisonnablement envisager son approbation à la

rentrée.


La rénovation d'autres grandes cités sociales

s'inscrit principalement dans le financement des

plans quadriannuels.


Certains compléments s'opèrent aussi via Beliris.


La rénovation des blocs de logements sociaux du

quartier Goujons, d'une valeur de 16 millions

d'euros, figure dans le plan 2014-2017.


Il s'agit dans ce cas de rénovation de façade et

d'isolation.


Treize millions d'euros ont déjà été consacrés à la

rénovation de la cité sociale du Peterbos.

bejaarden, gemeenschapsvoorzieningen zoals een

crèche en sportvoorzieningen, en een parking. Dat

alles moet tot een goede functionele mix leiden.

U vraagt welke inkomensnormen gehanteerd

zullen worden bij het toewijzen van de

middenklassewoningen.


De kabinetten bespreken momenteel een tekst

daarover, die ongetwijfeld bij het begin van het

nieuwe parlementaire jaar wordt goedgekeurd.


De renovatie van andere grote sociale woonwijken

wordt hoofdzakelijk in de financiering van de

vierjarenplannen opgenomen.


Sommige projecten verlopen ook via Beliris.


De renovatie van de sociale woonblokken in de

Grondelswijk, ter waarde van 16 miljoen euro, is

opgenomen in het vierjarenplan 2014-2017.


Daar gaat het om de renovatie van de gevel en het

aanbrengen van isolatie.


Aan de renovatie van de sociale woonwijk

Peterbos is al 13 miljoen euro besteed.

Daarnaast is er ook de sociale woonwijk Het Rad.


Daarvoor heb ik 11 miljoen euro extra

uitgetrokken voor de renovatie van 56 huizen. De

lijst met uit te voeren renovaties is bijzonder lang.

U kunt mij in de commissie voor de Huisvesting

ondervragen als u daarover meer details wenst.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 34


________________________________________________________________________________________________________________________



Il y a également la cité de La Roue.


Là, un budget complémentaire de 11 millions

d'euros a été dégagé pour la rénovation de 56

maisons. Nous disposons d'une liste très longue en

matière de rénovation. Je vous invite à m'interroger

en Commission du logement pour avoir le détail de

l'ensemble des projets.

M. le président.- La parole est à M. Maron.

M. Alain Maron (Ecolo).- Je suis toujours

interpellé par cette volonté d'augmenter la mixité

sociale. J'entends bien que des projets intensifs de

logements sociaux peuvent concentrer un public à

certains endroits et générer des poches de pauvreté.

Je rappelle tout de même qu'environ 50% des

Bruxellois sont dans les conditions d'accès au

logement social et que, de prime abord, il ne s'agit

pas d'une concentration d'extrême pauvreté, il s'agit

d'un cliché, même si des problèmes existent et

qu'ils doivent faire l'objet d'un accompagnement.

J'attire aussi votre attention sur le fait que quand

certains quartiers concentrent quasi exclusivement

10 ou 20% de la population la plus riche de

Bruxelles, cela ne pose de problème à personne en

termes de mixité sociale. Personne ne se dit que

tous ces gens restent entre eux et que ce n'est pas

bon pour l'avenir de la ville.

Le discours sur la mixité sociale qui va toujours

dans le même sens, devient un peu épuisant,

d'autant que dans ce cas précis, on va diminuer le

nombre de logements sociaux. Une compensation

est prévue et j'entends la Ville de Bruxelles

expliquer qu'elle va céder un certain nombre de

terrains au Logement bruxellois pour construire du

logement social. Tout cela prendra du temps.

Le projet dont on parle ici est sur les rails, mais au

niveau des projets de compensation, on est parti

pour dix à quinze ans. Je demande à voir comment

cela va se passer et à voir spécifiquement quels

seront les terrains qui seront activés.

Par ailleurs, j'imagine que les budgets de

démolition et reconstruction sont également pris en

charge par la Ville de Bruxelles et par sa régie

De voorzitter.- De heer Maron heeft het woord.

De heer Alain Maron (Ecolo) (in het Frans).- Het

valt me op dat iedereen het altijd maar heeft over

het verhogen van de sociale mix. Ik begrijp best

dat een intensieve dichtheid van sociale woningen

kan leiden tot gettovorming, armoedeconcentratie

en bijhorende problemen, maar vergeet niet dat

50% van de Brusselaars in aanmerking komt voor

een sociale woning. Het gaat dus niet altijd om

een concentratie van extreme armoede.

Anderzijds kraait er geen haan naar de wijken

waar zich 10 of 20% van de rijkste Brusselaars

opeenhoopt. Daar is ook geen sprake van sociale

mix.

Het discours over de sociale mix gaat altijd maar

weer in dezelfde richting, terwijl het in dit geval

gebruikt wordt om het aantal sociale woningen te

verminderen. Ik heb begrepen dat dat

gecompenseerd zal worden en dat de stad Brussel

een aantal terreinen ter beschikking zal stellen

voor de bouw van sociale woningen, maar dat zal

wel wat tijd in beslag nemen.

Het project waarover we het hier hebben is van

start gegaan, terwijl de projecten voor de

compensatie van het verlies van sociale woningen

tien à vijftien jaar zullen duren. Ik ben benieuwd

hoe dat zal verlopen en welke terreinen er precies

ter beschikking gesteld zullen worden.

Ik ga er trouwens van uit dat de stad Brussel de

kosten voor de afbraak en de heropbouw op zich

zal nemen en dat het de stad Brussel is die de

kosten draagt voor de bouw van de middelgrote

woningen, die geen sociale woningen zijn en die

zij beheert.

Ik ben ook blij dat er nog geen beslissing is

35 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



foncière.

J'imagine que pour les logements qui seront gérés

par la Ville de Bruxelles, ce ne sont pas les budgets

de logement social, les budgets de rénovation et les

quadriennaux de rénovation ou les budgets de

l'alliance habitat sur le logement social qui vont être

actifs, mais que ce seront les budgets de la Ville qui

vont s'assurer de construire ces logements, qui sont

des logements moyens et non des logements

sociaux.

Je me réjouis que la décision ne soit pas encore

prise au sujet de la salle de sport. C'est un bâtiment

qui fonctionne, est estimé, et relativement récent. Il

s'agit de prime abord d'imaginer un projet qui

puisse intégrer cette salle de sport et non d'un projet

qui imposerait de la raser.

genomen omtrent de sportzaal, want dat is een

redelijk recent gebouw dat goed werkt. Het project

zou zo ontworpen moeten worden dat de bestaande

zaal er in past zodat die niet moet worden

afgebroken.

M. le président.- La parole est à Mme Grouwels.

Mme Brigitte Grouwels (CD&V) (en

néerlandais).- Ai-je bien compris qu'il sera possible

d'acquérir les logements destinés aux moyens

revenus ? Pouvez-vous nous en dire plus ?

Les occupants des logements sociaux actuels sont-

ils le groupe cible des nouveaux logements ? C'est

important, non seulement pour le site du Rempart

des Moines, mais aussi pour les autres quartiers

sociaux de la Région.

Mme la ministre, le CD&V défend depuis bien plus

longtemps que vous les projets mixtes combinant

logements sociaux et logements moyens, même dans

des quartiers plus riches, car ils sont salutaires à

tous les habitants des quartiers concernés.

De voorzitter.- Mevrouw Grouwels heeft het

woord.

Mevrouw Brigitte Grouwels (CD&V).- Heb ik

het goed begrepen? Wordt de mogelijkheid

geboden om de woningen voor de

middeninkomens te verwerven? Kunt u daar wat

meer over zeggen?

Zijn de bewoners van de huidige sociale woningen

ook de doelgroep van de nieuwe sociale

woningen? Niet alleen voor de site van de

Papenvest maar ook voor de andere sociale

woonwijken in het gewest is dat van belang.

Mevrouw de minister, de CD&V is al langer een

groot voorstander van gemengde projecten met

zowel woningen voor middeninkomens als sociale

woningen, ook in rijkere buurten. U doet alsof u

het warm water uitgevonden hebt, maar wij

verdedigen zo'n projecten al lange tijd, omdat ze

voordelig zijn voor alle inwoners van die wijken.


Mme Céline Fremault, ministre.- Je voudrais

juste vous livrer quelques éléments de réponse. Je

souhaite vous comprendre, M. Maron. Vous êtes

favorable au projet ? Vous donnez l'impression de

ne pas l'être. Vous êtes quand même favorable à ce

qu'on puisse, à un certain moment, prendre une


woord.


Frans).- Mijnheer Maron, bent u voorstander van

het project, want u geeft de indruk van het

tegendeel? U kunt er toch niet tegen zijn dat wij op

een bepaald moment kunnen beslissen om het

gebouw af te breken als de staat ervan niet meer

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 36


________________________________________________________________________________________________________________________



décision de démolition parce que la structure du

bâtiment n'est plus du tout indiquée pour le faire.

M. Alain Maron (Ecolo).- Je ne sais pas. Je n'ai

pas vu le projet. Je lis des chiffres dans la presse. Je

ne sais donc pas si j'y suis favorable ou pas. Je n'ai

pas consulté le dossier technique. Des ingénieurs

disent qu'il faut reconstruire, mais je n'en sais rien.

Mme Céline Fremault, ministre.- J'espère quand

même que vous êtes favorable à ce qu'on crée de la

mixité et qu'on ait des résultats.

M. Alain Maron (Ecolo).- À Woluwe-Saint-Pierre

aussi, alors !

Mme Céline Fremault, ministre.- Je pense que

vous m'avez interpellée il n'y a pas si longtemps au

sujet de Woluwe-Saint-Pierre et que je vous ai

apporté tous les éléments pour vous rassurer.

Vous ne pouvez avoir ici un discours différent de

celui que vous avez tenu en commission.

(M. Bernard Clerfayt, troisième vice-président,

prend place au fauteuil présidentiel)

M. Alain Maron (Ecolo).- Je n'ai absolument pas

un discours différent. Je suis en faveur de la mixité

sociale partout. Dans le Pentagone, je pense qu'il y

en a beaucoup.

(Colloques)

Mme Céline Fremault, ministre.- Pourrais-je

terminer mon intervention ? Ce n'est pas grave.

Nous allons renvoyer le débat en Commission du

logement, puisque je n'ai plus le temps de répondre,

tellement vous en avez pris pour vous justifier.

Je pense avoir très longuement répondu sur la

notion de mixité et notamment à la suite

d'interpellations relatives au voyage d'étude à Lyon,

qui connaît une mixité dans des quartiers plus

difficiles comme dans des quartiers plus favorisés.

Pour le reste, Mme Grouwels, j'ai expliqué qu'il y

aura 20% d'acquisitif qui sera mis en place dans ce

dispositif. Je vous invite à m'interroger en

commission sur l'ensemble du projet.

M. Alain Maron (Ecolo).- Nous vous

geschikt is.

De heer Alain Maron (Ecolo) (in het Frans).- Ik

weet het eigenlijk niet. Ik heb het project niet

gezien. Ik heb alleen de cijfers in de pers gelezen.


Frans).- Ik hoop dat u er ten minste voorstander

van bent dat we meer gemengdheid nastreven en

resultaten boeken.

De heer Alain Maron (Ecolo) (in het Frans).- In

Sint-Pieters-Woluwe dan ook!


Frans).- Ik denk dat u mij onlangs geïnterpelleerd

hebt over Sint-Pieters-Woluwe en dat mijn

antwoorden volstonden om u gerust te stellen.

Uw betoog hier mag niet anders zijn dan het

betoog dat u in de commissie hebt gehouden.

(De heer Bernard Clerfayt, derde ondervoorzitter,

treedt als voorzitter op)

De heer Alain Maron (Ecolo) (in het Frans).- Ik

houd hier helemaal geen ander betoog. Ik ben

voor sociale gemengdheid overal en ik denk dat

die in de Vijfhoek sterk aanwezig is.

(Samenspraak)


Frans).- Ik zal hier afsluiten. Aangezien u zo veel

tijd gebruikt hebt, blijft er voor mij geen tijd meer

over om verder te antwoorden. We zullen het debat

in de commissie voortzetten.

Het begrip sociale gemengdheid heb ik echter al

uitvoerig toegelicht, met name bij de interpellaties

naar aanleiding van de studiereis naar Lyon.

Voor de rest, mevrouw Grouwels, heb ik uitgelegd

dat het project voor 20% uit koopwoningen zal

bestaan. U kunt mij dan ook in de commissie

vragen stellen in verband met het project in zijn

geheel.

De heer Alain Maron (Ecolo) (in het Frans).- Wij

37 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



interrogerons aussi sur son financement, alors,

puisque vous n'avez pas répondu à cette question.

zullen u dan ook ondervragen over de financiering

ervan, want u hebt die vraag niet beantwoord.

QUESTION D'ACTUALITÉ DE MME

MICHÈLE CARTHÉ

À MME CÉLINE FREMAULT, MINISTRE

DU GOUVERNEMENT DE LA RÉGION

DE BRUXELLES-CAPITALE, CHARGÉE

DU LOGEMENT, DE LA QUALITÉ DE

VIE, DE L’ENVIRONNEMENT ET DE

L'ÉNERGIE,

concernant "l'adoption en première lecture

de la réforme du bail à loyer".

M. le président.- La parole est à Mme Carthé.

Mme Michèle Carthé (PS).- Nous avons appris

que le projet de décret concernant la régionalisation

du bail a été approuvé en première lecture par le

gouvernement. Nous avons également pris

connaissance des différentes communications

faites, notamment à la presse, à ce sujet.

Il importe de légiférer et de préciser toutes les

relations entre locataires et propriétaires,

notamment pour des aspects aussi importants que la

colocation, le loyer, les logements pour étudiants, le

bail glissant, etc. Nous sommes bien conscients du

travail long et fastidieux que représente la

régionalisation de la loi sur le bail, et qui implique

et impliquera encore des concertations et des

discussions, car nous ne sommes pas au bout du

processus.

Dans toutes vos communications, nous n'avons pas

repéré d'informations sur les grilles de loyers. Or,

selon l'accord de majorité, de manière plus

générale, les grilles de référence de loyer

indicatives seront établies et mises à disposition, à

titre informatif, des locataires en tenant compte du

profil socio-économique des Bruxellois, croisé avec

les caractéristiques du logement, de l'état du bien

comme de sa localisation.

Je suppose que vous allez nous rassurer et que dès

la mise en place de ce projet de régionalisation du

bail, il comportera des indications précises

concernant cette grille.

DRINGENDE VRAAG VAN MEVROUW

MICHÈLE CARTHÉ

AAN MEVROUW CÉLINE FREMAULT,



BELAST MET HUISVESTING,

LEVENSKWALITEIT, LEEFMILIEU EN

ENERGIE,

betreffende "de goedkeuring in eerste

lezing van de hervorming van de

huurovereenkomst".

De voorzitter.- Mevrouw Carthé heeft het woord.

Mevrouw Michèle Carthé (PS) (in het Frans).-

De regering keurde het ontwerp van decreet over

de regionalisering van huurovereenkomsten in

eerste lezing goed.

Het is belangrijk dat de regering een

huurwetgeving opstelt die de relatie tussen

huurders en verhuurders duidelijk regelt, met

inbegrip van bijzondere gevallen. De

regionalisering van de huurwetgeving is een werk

van lange adem, dat veel overleg vereist. Dat

proces is nog lang niet afgerond.

U hebt al uitgebreid gecommuniceerd over dit

dossier, maar u rept met geen woord over de

huurroosters. In het meerderheidsakkoord is

vastgelegd dat er referentieroosters voor

huurprijzen ter beschikking worden gesteld van

huurders. De roosters worden opgesteld op basis

van het sociaal-economische profiel van de

Brusselaars in combinatie met de kenmerken van

de woning, de staat waarin het pand zich bevindt

en de ligging.

Ik veronderstel dat het ontwerp van decreet

duidelijke richtlijnen voor de opstelling van

dergelijke roosters bevat.

De goedkeuring in eerste lezing vormt een

belangrijke stap in het proces en de PS wil er

zeker van zijn dat alles in orde is.

Blijkbaar zal het Woningfonds het voorschot voor

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 38


________________________________________________________________________________________________________________________



Je songe à l'information du locataire, à la mention

de la grille des loyers, au montant du loyer de

référence et aux éléments principaux sur lesquels

reposera l'élaboration de la grille des loyers.

L'adoption du dispositif en première lecture

constitue une étape importante du processus, sur

laquelle nous souhaiterions être rassurés.

S'agissant de la garantie locative, il apparaît que

l'avance sera gérée par le Fonds du logement, et pas

par les CPAS, ce qui évitera de stigmatiser les

populations les plus défavorisées. Il s'agit donc

d'une bonne mesure, mais nous savons que ce

même Fonds du logement accuse du retard sur

plusieurs dossiers. Dès lors, son personnel sera-t-il

renforcé ?

(M. Charles Picqué, président, reprend place au

fauteuil présidentiel)

de huurwaarborg voor zijn rekening nemen in

plaats van de OCMW's, zodat de armsten niet

worden gestigmatiseerd. Dat is een goede

maatregel. Het Woningfonds kampt echter in

meerdere dossiers met een achterstand. Wanneer

krijgt het meer personeel?

(De heer Charles Picqué, voorzitter, treedt

opnieuw als voorzitter op)


Mme Céline Fremault, ministre.- Nous n'avons

pas dû lire les mêmes articles, car dans ceux que j'ai

consultés, il était spécifié qu'il y aurait une grille. Je

suis donc étonnée que vous n'en ayez pas trouvé

trace.

Mme Michèle Carthé (PS).- Je ne dis pas que ce

n'est pas le cas, mais je souhaiterais qu'elle soit déjà

spécifiée à cette étape.

Mme Céline Fremault, ministre.- Je ne suis pas

journaliste. Je n'écris pas les papiers et chacun est

libre d'écrire ce qu'il veut : la liberté de la presse est

essentielle. Je ne me préoccupe donc pas de vérifier

si l'ensemble des éléments sont détaillés comme

vous le souhaitez dans les articles !

Je vais vous rassurer au sujet de la grille indicative

des loyers et vous lire l'extrait qui s'y rapporte : "Il

est convenu que le gouvernement arrête une grille

indicative des références de loyer à laquelle

pourront se référer les parties sans que cela

constitue une contrainte supplémentaire au projet.

Elle est construite sur la base des critères internes et

externes au logement."

J'ai eu l'occasion de vous en parler il y a quinze

jours lorsque vous m'avez interpellée en

Commission du logement. En réalité, nous


woord.


Frans).- De persartikels die ik heb gelezen,

vermeldden duidelijk de huurroosters. Het

verbaast mij dan ook dat u er niets over hebt

teruggevonden.


Toch wel, maar ik had verwacht dat de roosters in

dit stadium al beschikbaar zouden zijn.


Frans).- Het staat de pers vrij te schrijven wat ze

wil. Ik ga niet controleren of ze alle details

beschrijft zoals u dat wenst!

De regering zal wel degelijk een indicatief

huurrooster opstellen waarop zowel de huurders

als de verhuurders zich kunnen baseren, zonder

dat dit enige verplichting inhoudt. Het rooster

wordt opgesteld op basis van zowel interne als

externe wooncriteria.

Twee weken geleden besprak ik de regionalisering

van de huur al met u in de commissie. Eigenlijk

komt die regionalisering in elke

commissievergadering aan bod. Zo krijgt u om de

twee weken een stand van zaken.

De consultant die het huurrooster moest

39 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



discutons du projet de régionalisation du bail lors

de chaque réunion de la commission ! Cela nous

donne l'occasion de faire le point en moyenne une

fois tous les quinze jours sur ce dossier. J'en suis

ravie !

J'aimerais préciser que le consultant désigné pour

étudier la grille a remis son rapport final au début

du mois de juin. Le gouvernement arrêtera, après la

rentrée, le scénario de la grille. L'outil sera

accessible via internet et développé sur la base de

différents critères. Le preneur pourra alors évaluer

le plus objectivement possible le loyer qui lui est

demandé.

La référence à cette grille devra être mentionnée

dans toute annonce de mise en location, ce qui

permettra la diffusion de l'outil. J'espère que les

acteurs du secteur du logement, les CPAS et les

associations, en feront la promotion.

Je ne peux préjuger à ce stade de l'utilisation qui en

sera faite par d'autres types d'acteurs, comme les

juges de paix lors de procédures en révision.

En ce qui concerne la question du Fonds de garantie

locative, j'avais indiqué en commission que nous

avancions. Une réunion est programmée mercredi

prochain en présence du Fonds du logement et des

représentants des CPAS, pour étudier les manières

de lever les appréhensions éventuelles quant au

système envisagé.

La mise en place d'un tel système - et j'y suis

favorable - va nécessiter l'engagement de personnel

supplémentaire. Je ne peux cependant encore vous

annoncer le nombre d'engagements concernés.

Pour le moment, on traite 350 dossiers par an, pour

170 prêts octroyés. Il est évident que le nouveau

système va permettre d'étendre considérablement

ces services. Je ne peux cependant, à ce stade, vous

en dire plus ou avancer une fourchette chiffrée.

bestuderen, diende begin juni zijn eindrapport in.

Bij het begin van het nieuwe parlementaire jaar

beslist de regering hoe het huurrooster eruit moet

zien. Het zal op het internet beschikbaar zijn en

wordt ontwikkeld op basis van een aantal criteria.

Het helpt de huurder om op een objectieve manier

de gevraagde huurprijs te beoordelen.

Bij elke aankondiging van een te huren pand moet

naar het huurrooster worden verwezen. Het is de

bedoeling dat de woonsector, de OCMW's en de

verenigingen het promoten.

Ik kan op dit moment onmogelijk inschatten in

welke mate andere actoren het huurrooster zullen

gebruiken.

Over het huurwaarborgfonds vergader ik

woensdag met het Woningfonds en de

vertegenwoordigers van de OCMW's.

Voor de invoering van het systeem zal er extra

personeel nodig zijn. Ik kan u echter nog niet meer

vertellen over het aantal indienstnemingen.

Op dit ogenblik zijn er 350 dossiers per jaar, voor

170 toegekende leningen. Uiteraard zal de

dienstverlening met het nieuwe systeem aanzienlijk

kunnen worden uitgebreid. Meer kan ik daar nu

nog niet over zeggen.

M. le président.- La parole est à Mme Carthé.

Mme Michèle Carthé (PS).- Je vous remercie pour

vos réponses. Nous sommes bien d'accord et

rassurés de voir que vous travaillez d'arrache-pied.

Nous le savons et nous tenons à le souligner.

À propos de la grille des loyers, ce que nous

De voorzitter.- Mevrouw Carthé heeft het woord.


Het stelt mij gerust dat u er volop mee bezig bent.

De PS vraagt dat de informatie over de

huurroosters al duidelijk in het ontwerp van

ordonnantie wordt opgenomen. U zegt dat dit het

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 40


________________________________________________________________________________________________________________________



demandons plus précisément, c’est que l’existence

et le rôle de la grille des loyers soient mentionnés

dès le projet d’ordonnance de régionalisation du

bail. Vous l’affirmez, mais nous le vérifierons

lorsque le projet arrivera sur la table des

parlementaires.

Il importe que l’information soit claire et précise et

que dans le bail-type soit mentionné le loyer de

référence. Ce serait utile pour tout le monde, et

surtout pour les locataires les plus défavorisés, qui

sont parfois sujets à une véritable exploitation au

niveau de l’état de leur logement.

Par ailleurs, en ce qui concerne le Fonds de garantie

locative, nous sommes rassurés. En effet, vous nous

dites que le Fonds du logement pourra bénéficier de

personnel supplémentaire. Nous n'oublions pas non

plus notre proposition de création d'un fonds public

régional de garantie locative. Nous aurons peut-être

l'occasion, à l'avenir, d'exposer plus précisément

notre proposition en la matière.

(Applaudissements sur les bancs du PS)

- La séance est suspendue à 15h36.

geval zal zijn. Wij houden het in de gaten.

De tekst moet zeer duidelijk zijn en in het

huurcontract moet de referentiehuurprijs worden

opgenomen. Dat is interessant voor iedereen,

maar vooral voor de armsten, die soms sterk

worden uitgebuit wanneer ze op zoek moeten naar

een woning.

Het is een goede zaak dat het huurwaarborgfonds

extra personeel krijgt. We hopen dat we in de

toekomst onze ideeën over de oprichting van een

gewestelijk huurwaarborgfonds wat

gedetailleerder kunnen toelichten.

(Applaus bij de PS)

- De vergadering wordt geschorst om 15.36 uur.

- La séance est reprise à 15h46.

PROJETS D'ORDONNANCE ET

PROPOSITIONS DE RÉSOLUTION

PROJET D'ORDONNANCE MODIFIANT

L'ORDONNANCE DU 22 NOVEMBRE 1990

RELATIVE À L'ORGANISATION DES

TRANSPORTS EN COMMUN DANS LA

RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE

(NOS A-351/1 ET 2 – 2015/2016).

Discussion générale

M. le président.- La discussion générale est

ouverte.

La parole est à M. Ikazban, rapporteur.

- De vergadering wordt hervat om 15.46 uur.

ONTWERPEN VAN ORDONNANTIE EN

VOORSTELLEN VAN RESOLUTIE

ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT

WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE

VAN 22 NOVEMBER 1990 BETREFFENDE

DE ORGANISATIE VAN HET OPENBAAR

VERVOER IN HET BRUSSELS

HOOFDSTEDELIJK GEWEST (NRS. A-

351/1 EN 2 – 2015/2016).

Algemene bespreking

De voorzitter.- De algemene bespreking is

geopend.

De heer Ikazban, rapporteur, heeft het woord.

41 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



M. Jamal Ikazban, rapporteur.- Le 20 juin

dernier, les membres de la Commission de

l'infrastructure se sont penchés sur le projet

d'ordonnance modifiant l'ordonnance du 22

novembre 1990 relative à l'organisation des

transports en commun dans la Région de Bruxelles-

Capitale.

L'introduction proposée par le ministre Pascal Smet

a permis de comprendre que l'objet de ce projet

d'ordonnance était de rendre plus efficace le régime

de constatation et de poursuite administrative, en

cas d'infraction aux règles de transport de la STIB,

de manière analogue au mécanisme d'application au

sein de la société De Lijn.

Avec cette réforme, la STIB sera directement

chargée de l'infliction des amendes administratives,

alors que cette mission était jusqu'ici confiée à

Bruxelles Mobilité. Cette institution ne dispose

d'ailleurs pas d'agent sanctionnateur depuis janvier

2014.

Le fonctionnaire sanctionnateur, qui relèvera

directement de la STIB, pourra voir l'indépendance

de l'exercice de sa fonction encadrée par le

gouvernement.

Lors de la rédaction d'un procès-verbal d'infraction

aux règles de transport de la STIB, celui-ci sera

toujours transmis au Parquet, qui jugera de la

pertinence ou non de traiter lui-même le dossier.

Une limite d'âge à seize ans pour les contrevenants

a été intégrée et une attention particulière est prêtée

aux droits de la défense des mineurs, en

garantissant l'implication des parents du

contrevenant durant toute la procédure.

Celle-ci prévoit notamment une médiation orale et

la possibilité d'un service communautaire

volontaire adapté de quinze heures maximum. S'il y

a refus ou échec de cette médiation, une amende

pourra être infligée.

Le mineur conserve la possibilité d'interjeter appel

de cette décision auprès du tribunal de la jeunesse,

qui donnera un avis définitif.

La discussion générale a été très instructive. Mme

Anne-Charlotte d'Ursel, qui s'était réjouie de ces

modifications, a fait remarquer que malgré les

nombreuses mesures prises pour diminuer la fraude

De heer Jamal Ikazban (PS) (in het Frans).- Op

20 juni 2016 hebben de leden van de commissie

voor Infrastructuur zich gebogen over het ontwerp

van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie

van 22 november 1990 betreffende de organisatie

van het openbaar vervoer in het Brussels

Hoofdstedelijk Gewest.

In zijn inleidende uiteenzetting heeft minister Smet

uitgelegd dat hij met dit ontwerp het stelsel van

vaststelling en administratieve vervolging bij

inbreuken op de vervoersregels van de

Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te

Brussel (MIVB) efficiënter wil maken en zich

daarbij laat leiden door de manier van werken bij

De Lijn.

Na de hervorming zal de MIVB zelf instaan voor

administratieve boetes. Dat was tot nu toe de

opdracht van Brussel Mobiliteit, maar daar is

geen sanctionerend ambtenaar meer in dienst

sinds januari 2014.

De nieuwe sanctionerend ambtenaar zal

rechtstreeks afhangen van de MIVB. Hij zal zijn

opdracht onafhankelijk kunnen uitoefenen, maar

de regering is wel gemachtigd om zijn taak af te

bakenen.

De processen-verbaal worden altijd aan het parket

bezorgd, dat kan beslissen om al dan niet gevolg te

geven aan het dossier.

Er werd ook een minimumleeftijdgrens van 16 jaar

ingebouwd en er wordt bijzondere aandacht

besteed aan de rechten van minderjarigen door de

ouders van minderjarige overtreders te betrekken

bij de hele procedure. Voor minderjarigen omvat

de procedure verder een mondelinge bemiddeling

en de mogelijkheid van een vrijwillige, aangepaste

gemeenschapsdienst van maximaal vijftien uur.

Als de bemiddeling geweigerd wordt of mislukt,

kan er een boete opgelegd worden.

De minderjarige kan daartegen beroep aantekenen

bij de jeugdrechtbank, die een definitieve

uitspraak zal doen.

De algemene bespreking was zeer instructief.

Mevrouw Anne-Charlotte d'Ursel verheugde zich

over de wijzigingen en merkte op dat er in 2015

blijkbaar meer zwartrijders bij de MIVB waren,

ondanks alle inspanningen om dit fenomeen te

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 42


________________________________________________________________________________________________________________________



dans les véhicules de la STIB, celle-ci semblait

avoir augmenté en 2015.

Ses questions ont porté sur la désignation des

contrôleurs, sur le nombre d'agents habilités à

constater les infractions, sur le nombre d'agents

sanctionnateurs, sur la manière dont ils seront

choisis, sur la durée de leur formation, sur le coût

de celles-ci, ainsi que sur l'encadrement des

prestations volontaires citoyennes.

Mme Céline Delforge, après avoir salué les

dispositions relatives à la protection des mineurs, a

demandé pourquoi Bruxelles Mobilité ne parvenait

pas à remplir sa mission de manière satisfaisante.

Elle s'est inquiétée également de l'indépendance de

la STIB, qui pourrait risquer d'être considérée

comme étant juge et partie lorsqu'elle infligera elle-

même les amendes.

Jugeant que la réponse donnée il y a peu à sa

question sur les quotas de procès-verbaux à la STIB

n'était pas convaincante, elle a fait part de son

intention de s'abstenir lors du vote.

Mme Joëlle Maison a salué différentes dispositions

du projet d'ordonnance concernant les mineurs, le

mécanisme de médiation, de prestations citoyennes

et de discrimination des moins de seize ans, pour

lesquels les parents seront toujours informés des

faits commis.

Concernant les faits plus graves et récurrents devant

faire l'objet d'une transmission au Parquet de la

jeunesse, Mme Maison s'est interrogée sur les

critères de gravité et de récurrence et a demandé

pourquoi il n'est pas fait d'office mention de la

désignation d'office d'un avocat par la saisine du

Barreau, comme le stipule la réglementation sur la

protection de la jeunesse.

M. Bruno De Lille a souligné les points positifs de

ce projet, avant de regretter un manque de clarté

dans la notion de prestation citoyenne. Par ailleurs,

il a fait remarquer que la réglementation sur les

sanctions administratives utilise la médiation pour

faire comprendre au jeune qu'il ne faut non

seulement pas recommencer, mais qu'il faut

également réparer. Or, en l'occurrence, si la

médiation échoue, la prestation citoyenne fera

partie de la sanction.

Il s'est inquiété, comme ses collègues, du fait que la

bestrijden.

Zij heeft een aantal vragen gesteld in verband met

de aanstelling van de controleurs, het aantal

medewerkers dat bevoegd zal zijn om de

overtredingen vast te stellen en het aantal

medewerkers met sanctionerende bevoegdheid. Ze

vroeg ook hoe die geselecteerd zullen worden, hoe

lang hun opleiding zal duren en hoeveel dat zal

kosten. Ten slotte vroeg ze wie de vrijwillige

gemeenschapsdienst in goede banen zal leiden.

Mevrouw Céline Delforge verheugde zich over de

maatregelen ter bescherming van de

minderjarigen, maar vroeg daarna waarom

Brussel Mobiliteit er niet in slaagde om zijn

opdracht correct uit te voeren. Ze stelt zich ook

vragen bij de onafhankelijkheid van de MIVB,

want zij riskeert over te komen als rechter en

betrokken partij wanneer zij zelf instaat voor het

opleggen van boetes.

Zij vond ook dat het antwoord op haar vraag over

de quota van de processen-verbaal bij de MIVB

ontoereikend was en zei dat ze zich daarom zou

onthouden bij de stemming.

Mevrouw Joëlle Maison heeft eerst de volgens

haar sterke punten van het ontwerp opgesomd: de

maatregelen voor minderjarigen, het

bemiddelingsmechanisme, de gemeenschapsdienst

en de minimumleeftijd van zestien jaar.

Wanneer de vastgestelde feiten te ernstig zijn of

herhaaldelijk voorkomen, zal het dossier echter

wel aan het jeugdparket overgemaakt worden.

Mevrouw Maison vroeg zich af wat de precieze

criteria zijn om dat te bepalen en waarom het

ontwerp niets zegt over de ambtshalve aanstelling

van een advocaat, zoals de regels ter bescherming

van minderjarigen voorschrijven.

Ook de heer Bruno De Lille heeft de positieve

punten van het ontwerp benadrukt. Hij betreurde

echter dat het ontwerp het begrip

gemeenschapsdienst niet nader omschrijft. Hij

wees er ook op dat, in de regelgeving betreffende

de administratieve sancties, bemiddeling tot doel

heeft om de jongere te doen inzien dat hij zijn

overtreding niet mag herhalen en dat hij de schade

ook moet herstellen. Als de bemiddeling niet lukt,

zal de gemeenschapsdienst deel uitmaken van de

straf, terwijl de gemeenschapsdienst ook

43 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



STIB puisse être juge et partie, et que la présence

d'un avocat ne soit pas obligatoire quand un mineur

est entendu. S'appuyant sur le mémorandum de

2014 du service bruxellois de médiation de dettes,

qui identifie une liste de problèmes relatifs au

recours aux huissiers, le député a demandé si des

avis ont été pris auprès de ce service.

Le ministre a pris la parole pour réaffirmer sa

volonté de renforcer les contrôles et a souligné qu'il

est normal que ce soit le ministre qui désigne les

personnes habilitées à sanctionner.

Poursuivant sur les questions de Mme Delforge, qui

voulait notamment savoir pourquoi Bruxelles

Mobilité ne parvenait pas à remplir ces missions, il

a précisé que l'audit de cette institution était en

cours et qu'il était préférable que ce soit la STIB qui

procède au processus sanctionnateur.

La députée a trouvé l'argument un peu léger et a

encouragé le ministre à régler les problèmes à

Bruxelles Mobilité, plutôt que de donner une

compétence à une institution qui devient de fait

juge et partie. Le ministre a réfuté ce risque, en

rappelant que quiconque utilise les transports doit

payer et ne pas dégrader le matériel, d'où

l'importance d'établir un maximum de constats

d'infraction.

Mme Delforge a alors rappelé sa crainte de voir les

agents sanctionnateurs incités à trouver des

infractions à tout prix. Le ministre s'est voulu

rassurant en déclarant qu'il ne le permettrait pas,

mais a toutefois ajouté que le fait de pouvoir

dresser systématiquement un procès-verbal est

toujours utile en matière de statistiques.

Mme Delforge lui a alors rappelé que les chiffres ne

sont que le reflet d'une activité policière ou

sanctionnatrice, et non le reflet d'une réalité.

Concernant la présence d'un avocat pour les

mineurs, le ministre a précisé avoir pris exemple

sur le mécanisme des sanctions administratives

communales (SAC), qui ne fonctionnent pas, et sur

l'inutilité de tout judiciariser. Il a ajouté que la

grande majorité des parents préféreront payer que

de suivre cette procédure de médiation et de service

citoyen.

À M. De Lille, qui regrettait la confusion

terminologique entre "médiation" et "prestation

voorgesteld wordt bij de bemiddeling. Dat kan

leiden tot verwarring.

Net als zijn collega's is hij bezorgd om de

onafhankelijkheid van de MIVB en betreurt hij het

feit dat de aanwezigheid van een advocaat niet

verplicht is bij het verhoor van een minderjarige.

Hij vraagt zich ook af of de minister advies heeft

ingewonnen bij de Brusselse Dienst voor

Schuldbemiddeling.

De minister heeft opnieuw te kennen gegeven dat

hij de controles wil aanscherpen en dat het

normaal is dat het een minister is die bepaalt

welke personen een sanctionerende bevoegdheid

hebben.

Wat de vraag over Brussel Mobiliteit betreft, heeft

hij geantwoord dat er daar momenteel een audit

aan de gang is en dat het beter is dat de MIVB

zich bezighoudt met de sancties.

Mevrouw Delforge vond dat geen goed argument

en zei dat de minister beter de problemen bij

Brussel Mobiliteit zou oplossen in plaats van een

andere instantie een bevoegdheid te geven

waardoor zij tegelijk rechter en partij wordt. De

minister wees dat risico van de hand en zei dat het

belangrijk was om zo veel mogelijk overtredingen

vast te stellen. Alle gebruikers moeten immers hun

ritten betalen en mogen geen schade toebrengen

aan het materieel.

Daarop uitte mevrouw Delforge haar vrees dat de

sanctionerende ambtenaren ertoe worden

aangezet om koste wat het kost overtredingen te

vinden. De minister zei dat hij dat niet zou

toestaan en voegde daaraan toe dat het

systematisch opstellen van processen-verbaal ook

altijd nuttig is voor de statistieken.

Mevrouw Delforge antwoordde daarop dat de

cijfers dan de sanctionerende activiteit

weerspiegelen en niet de realiteit.

Wat de aanwezigheid van een advocaat betreft,

verwees de minister naar het systeem van de

gemeentelijke administratieve sancties (GAS), dat

niet altijd goed werkt. Hij zei ook dat het niet

nodig is om alles een 'gerechtelijk' karakter te

geven en dat de grote meerderheid van de ouders

ervoor kiest om de boete te betalen in plaats van

de bemiddelingsprocedure en de

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 44


________________________________________________________________________________________________________________________



citoyenne", le ministre a précisé que l'essentiel

résidait dans une prise de conscience par le jeune de

sa faute et dans le fait qu'il lui soit donné la

possibilité de réparer les désagréments causés, par

exemple en nettoyant les quais. Le ministre a dès

lors considéré qu'il était logique que ce soit la STIB

qui mette ce système en place.

À Mme d'Ursel, qui s'interrogeait sur le nombre

d'agents sanctionnateurs, le ministre a expliqué qu'il

convenait de faire la distinction entre la personne

qui constate l'infraction et celle qui inflige la

sanction.

Ainsi, les agents sanctionnateurs ne seront pas plus

de deux.

M. De Lille s'est joint aux interrogations de Mme

Delforge sur les risques de pression liés au nombre

d'amendes à infliger, ainsi que sur l'indépendance

du médiateur. Le ministre a précisé qu'en cas de

désaccord sur la sanction, il était toujours possible

de recourir à la justice.

M. De Lille s'est alors inquiété du fait que la

plupart des parents n'auront peut-être pas les

moyens de le faire et qu'il faudrait idéalement la

présence d'un tiers indépendant pour protéger les

jeunes usagers.

Mme Maison a rappelé que le propre de cette

ordonnance était d'augmenter le civisme dans les

transports. Elle a regretté les dires du ministre,

selon lequel il est probable que les parents

préféreront payer l'amende plutôt que d'opter pour

la mise en place d'une médiation.

L'ensemble du projet d'ordonnance a été adopté par

treize voix pour et deux abstentions.

(Applaudissements)

gemeenschapsdienst te volgen.

Wat de terminologische verwarring betreft

waarvoor de heer De Lille vreesde, zei de minister

dat het het belangrijkste is om de jongere bewust

te maken van zijn fout en de kans te geven om de

schade te herstellen. Daarom vindt de minister het

logisch dat het de MIVB is die dat systeem op touw

zet.

Mevrouw d'Ursel vroeg naar het aantal

sanctionerende ambtenaren. De minister

antwoordde dat men een onderscheid moest maken

tussen de personen die de overtreding vaststellen

en degene die een sanctie opleggen.

Slechts twee medewerkers zullen de bevoegdheid

hebben om sancties op te leggen. De heer De Lille

deelde de vrees van mevrouw Delforge dat de

medewerkers onder druk zouden staan om zo veel

mogelijk boetes op te leggen en dat de

bemiddelaar onvoldoende onafhankelijk zou zijn.

De minister zei dat het in geval van onenigheid

omtrent een sanctie, nog altijd mogelijk was om

een beroep te doen op het gerecht.

De heer De Lille stelde dat vele ouders daar

wellicht niet de middelen voor hebben en dat de

aanwezigheid van een onafhankelijke derde beter

zou zijn om de minderjarigen te beschermen.

Mevrouw Maison herinnert eraan dat het de

bedoeling was om de burgerzin van de gebruikers

van het openbaar vervoer te verhogen. Ze betreurt

dan ook dat de minister heeft gezegd dat de meeste

ouders liever zullen betalen dan een

bemiddelingsprocedure te volgen.

Het ontwerp van ordonnantie werd goedgekeurd

met dertien stemmen bij twee onthoudingen.

(Applaus)

M. le président.- La parole est à Mme Delforge.

Mme Céline Delforge (Ecolo).- Je remercie M.

Ikazban pour son rapport exhaustif. Néanmoins, il

reste des choses à dire. De fait, j'avais accueilli

positivement l'idée d'introduire la possibilité de

travaux d'intérêt général pour ce qui concerne les

mineurs, mais le projet d'ordonnance qui nous est

De voorzitter.- Mevrouw Delforge heeft het

woord.


Frans).- Ik stond positief tegenover het idee om

een gemeenschapsdienst voor minderjarigen in te

voeren, maar het voorstel van ordonnantie dat nu

voorligt, roept verscheidene vragen op.

45 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



soumis pose une série de questions.

La première qu'a rappelée M. Ikazban, c'est le fait

qu'on transfère de Bruxelles Mobilité à la STIB une

mission que Bruxelles Mobilité s'avère purement et

simplement incapable de remplir. Je continue à

trouver qu'en matière de gouvernance, c'est quand

même un peu particulier. À ma connaissance, si la

mission n'est pas effectuée correctement, on y

remédie, mais on ne refile pas le problème à une

autre institution, d'autant que je vois quand même

une petite différence entre une administration,

même si elle est publique, et une société de

transport.

Par ailleurs, cette société de transport héberge à la

fois ceux qui vont constater les infractions et ceux

qui vont les sanctionner. Là-dessus, il y a, je le

maintiens, un problème de juge et partie, d'autant

que nous n'avons toujours pas éclairci cette histoire

de politique du chiffre qui comporte pourtant des

éléments très tangibles. Vous les niez. Vous niez

l'évidence. Nous avons pourtant vu les échanges

dans la presse, de contrôleurs qui reçoivent des

injonctions à faire du chiffre, à remplir un nombre

minimal de procès-verbaux. Vous me demandiez

alors si je m'opposais au fait de sanctionner les

fraudeurs.

J'ai donné de nombreux exemples. Il est ainsi

interdit de boire ou de manger dans un transport

public.

À l'époque où la liste d'infractions a été établie, le

ministre m'avait affirmé par exemple qu'il n'était

pas question de sanctionner quelqu'un qui mange

discrètement un bonbon ou un chocolat. Il s'agissait

de sanctionner les gens qui mangent leurs frites et

qui mettent des miettes partout. Et justement, le

jour où la politique du chiffre s'inquiétera de ces

infractions, je vous promets que des usagers se

prendront des procès-verbaux parce qu'ils

mangeaient leur petit chocolat discrètement, mais

malheureusement l'agent sanctionnateur n'avait pas

rempli son quota d'infractions.

Je n'ai toujours aucune assurance qu'il n'y a pas de

quotas imposés aux agents. C'est le contraire qui se

présente, d'autant qu'une série d'infractions sont de

l'ordre de l'appréciation. Prenons par exemple,

l'interdiction de perturber l'ordre ou de gêner des

personnes présentes. Nous n'avons pas tous la

même notion de ce qui est dérangeant et, par

De eerste heeft te maken met het feit dat de MIVB

een taak toegewezen krijgt omdat Brussel

Mobiliteit toegeeft niet in staat te zijn om ze uit te

voeren. Dat is toch een vreemde gang van zaken.

Als een opdracht niet correct wordt uitgevoerd,

dan probeert men daar gewoonlijk wat aan te

doen, in plaats van het probleem naar een andere

instelling door te schuiven. Bovendien bestaat er

toch wel enig verschil tussen een overheidsdienst

en een vervoersmaatschappij.

Door de hervorming krijgt de

vervoersmaatschappij zowel de personen die de

inbreuken vaststellen onder haar vleugels, als

degene die ze bestraffen. Dat kan niet, zeker omdat

we nog steeds geen duidelijkheid hebben over dat

cijferbeleid, waarvan nochtans tastbare bewijzen

bestaan. U negeert het feit dat controleurs

aangespoord worden om een minimaal aantal

processen-verbaal uit te schrijven, en vraagt mij

dan of ik tegen het bestraffen van overtreders

ben...

Toen de lijst met inbreuken werd vastgesteld zei de

minister dat er geen sprake van kon zijn om

iemand te bestraffen die rustig een snoepje zit te

eten. Wie bijvoorbeeld frieten eet en daarmee zit te

morsen, moet wel een boete krijgen. Wanneer het

cijferbeleid toeslaat, worden reizigers die een

snoepje eten, echter ook gestraft omdat de

betrokken ambtenaar zijn quotum nog niet heeft

gehaald.

Niemand kan mij ervan verzekeren dat er geen

quota worden opgelegd. Integendeel, een aantal

inbreuken is voor interpretatie vatbaar. Wie maakt

uit wanneer een reiziger andere personen stoort

met zijn gedrag? Bovendien kan storend gedrag

ook op een andere manier worden aangepakt. Ik

heb ernstige vragen bij de overtredingen die op

die lijst staan.

Ook over de bemiddeling en de

gemeenschapsdienst, die voor een jongere

zinvoller is dan een boete, blijven er vragen

bestaan. De Raad van State merkt op dat de

bepaling in de procedure verder moet worden

uitgewerkt, zodat duidelijk wordt wat de

bemiddelingsprocedure precies inhoudt. Daar

kwam geen reactie op.

Op verscheidene vragen kwam trouwens geen

antwoord. Wat houdt mondelinge bemiddeling in?

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 46


________________________________________________________________________________________________________________________



ailleurs, toute une série de comportements

dérangeants peuvent aussi se régler autrement que

par des sanctions. On peut s'interroger sur ce qui se

trouve ou ne se trouve pas dans cette liste

d'infractions.

En ce qui concerne l'offre de médiation et la

prestation citoyenne qui a plus de sens pour un

jeune que de payer une amende bête et vilaine, il

reste une série de questions pendantes. Le Conseil

d'État remarque qu'il convient de compléter la

disposition examinée dans cette procédure afin de

préciser ce que recouvre la procédure de médiation.

Nous n'avons pas obtenu de réponse, puisqu'il

conviendrait par ailleurs de distinguer la médiation

à proprement parler de la prestation et de ne pas

appeler médiation ce qui se révèle être une

proposition. Nous sommes plutôt dans le cadre de

la transaction.

Par ailleurs, plusieurs questions n'ont pas reçu de

réponses. Qu'est-ce qu'une offre de médiation

orale ? A-t-elle lieu en présence physique du

mineur, comme évoqué dans l'exposé des motifs ?

Qui est le médiateur ? Cette dernière question est

tout de même importante, surtout si l'on considère

qu'une formation de deux jours à peine a été

évoquée pour exercer cette fonction. Sans aller

jusqu'à dire que la formule est insultante pour les

personnes qui ont suivi des formations longues en

médiation, elle est, à tout le moins, dédaigneuse. Il

faudrait éviter de tout mélanger ou offrir de vraies

formations un peu plus consistantes.

Que recouvre le processus de médiation et

comment se déroule-t-il précisément ? On n'en sait

toujours rien et l'on ne sait pas davantage ce que

recouvre la prestation citoyenne, ni quel type de

tâches est prévu et qui les encadrera. Il serait

intéressant de savoir si une dimension éducative est

envisagée. Nous ignorons tout cela.

Un article précise tout de même que l'amende

administrative infligée à un mineur tient compte des

circonstances particulières, entre autres sa

personnalité et son degré de maturité.

Par ailleurs, nous ne savons pas qui en jugera, car

nous ne connaissons pas les compétences de la

personne.

Enfin, à l'heure actuelle, on ne parle peut-être plus

de tribunal de la jeunesse, mais bien de tribunal de

Is de minderjarige daarbij fysiek aanwezig? Wie is

de bemiddelaar? Dat is een belangrijke vraag,

zekere als we weten dat bemiddelaars nauwelijks

twee dagen opleiding moeten volgen. Dat is een

kaakslag voor wie een lange opleiding volgde om

bemiddelaar te kunnen worden.

Wat houdt de bemiddeling precies in en hoe zal ze

verlopen? Daar weten we nog steeds niets over,

net zo min als over de inhoud van de

gemeenschapsdienst en welke instantie die zal

organiseren. Krijgt de gemeenschapsdienst ook

een opvoedend karakter?

In één artikel wordt gesteld dat een

administratieve boete voor een minderjarige

rekening houdt met de omstandigheden, onder

andere zijn persoonlijkheid en zijn maturiteit.

Wie zal dat beoordelen?

Ten slotte hebben we het vandaag niet meer over

de jeugdrechtbank, maar over de gezins- en

jeugdrechtbank, al is dat wellicht maar een detail

in vergelijking met mijn andere opmerkingen.

(Applaus bij Groen en Ecolo)

47 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



la famille et de la jeunesse. C'est probablement un

détail eu égard aux autres remarques que j'ai

formulées.

(Applaudissements sur les bancs de Groen et

d'Ecolo)

M. le président.- La parole est à Mme Maison.

Mme Joëlle Maison (DéFI).- D'une manière

générale, les députés de DéFI se réjouissent de ce

texte, qui va d'abord contribuer à diminuer la fraude

dans les transports publics et partant, le manque à

gagner pour la STIB, accroître le civisme et

contribuer à accorder une protection accrue aux

mineurs d'âge.

En effet, les mineurs de moins de seize ans ne

seront plus susceptibles d'être sanctionnés, sauf

pour les infractions graves ou récurrentes. Dans ce

cas, le dossier sera transmis au tribunal de la

jeunesse et de la famille, comme l'a relevé

Mme Delforge. Il conviendra de préciser avec

exactitude les faits qui correspondront à cette

qualification d'infraction grave et récurrente,

comme je vous l'ai demandé en commission, afin

qu'il n'y ait pas d'insécurité juridique à ce propos.

Au-delà de ces deux catégories de faits - infractions

graves et récurrentes pour les mineurs de moins de

seize ans -, les infractions simples commises par

des mineurs seront juste communiquées aux parents

par une simple lettre, qui aura une visée informative

pour les parents et éducative pour les enfants.

En ce qui concerne les mineurs âgés de seize à dix-

huit ans, le fonctionnaire sanctionnateur sera tenu

d'impliquer les parents dans la procédure,

conformément à la loi du 24 juin 2013 sur les

sanctions administratives communales (SAC). Il

devra également proposer une médiation orale et

des peines de travaux d'intérêt collectif. Ce service

communautaire durera au maximum quinze heures.

En cas de refus ou d'échec de la médiation, et

partant, du service communautaire - au contraire de

la loi sur les sanctions administratives communales,

ces deux étapes sont imbriquées - une amende sera

infligée.

C'est le tribunal de la jeunesse, et non le tribunal de

police, qui assurera la compétence d'appel pour les

De voorzitter.- Mevrouw Maison heeft het woord.

Mevrouw Joëlle Maison (DéFI) (in het Frans).-

Over het algemeen is mijn fractie (DéFI) tevreden

over dit ontwerp. Het zal immers bijdragen tot een

daling van het aantal zwartrijders, een toename

van de burgerzin en een betere bescherming van

de minderjarigen.

Jongeren onder de zestien jaar worden niet

bestraft, tenzij ze ernstige of herhaaldelijke

overtredingen begaan. In dat geval zal het dossier

overgemaakt worden aan de jeugdrechtbank. Om

de rechtszekerheid te waarborgen, moet wel

precies bepaald worden wat men verstaat onder

'ernstige en herhaaldelijke overtredingen'.

In geval van gewone overtredingen die jongeren

onder de zestien begaan, zal er alleen maar een

brief naar de ouders gestuurd worden.

Wat de overtreders tussen zestien en achttien jaar

betreft, zijn de sanctionerende ambtenaren

verplicht om de ouders bij de volledige procedure

te betrekken, zoals de wet van 24 juni 2013 over de

gemeentelijke administratieve sancties (GAS)

voorschrijft. Zij moeten eveneens een mondelinge

bemiddeling en een gemeenschapsdienst van

maximaal vijftien uur voorstellen.

Als de bemiddeling geweigerd wordt of mislukt, en

bijgevolg dus ook de gemeenschapsdienst, krijgt

de jongere een boete.

De jongere tussen zestien en achttien jaar kan

daartegen beroep aantekenen bij de

jeugdrechtbank - en dus niet bij de

politierechtbank. De jeugdrechtbank is daar

immers beter op afgestemd.

Ook zou de Orde voor Advocaten op de hoogte

moeten worden gebracht, zoals de regelgeving

betreffende de jeugdbescherming voorschrijft.

U hebt gezegd dat u denkt dat de meeste ouders

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 48


________________________________________________________________________________________________________________________



mineurs de seize à dix-huit ans. Cela constitue une

garantie supplémentaire à leur égard, puisqu'il s'agit

naturellement d'une juridiction qui leur est adaptée.

De même, il conviendra de prévenir l'Ordre des

avocats - c'est une remarque que j'avais déjà

formulée en commission - conformément à

l'article 16 de la loi sur les sanctions administratives

communales, et d'une manière générale,

conformément à la réglementation sur la protection

de la jeunesse. Ceci est d'application dès qu'un

mineur est impliqué dans une procédure.

M. le ministre, vous avez déclaré en commission

qu'en pratique, vous pensez que les parents

préféreront dans leur grande majorité payer

l'amende plutôt que d'impliquer leurs enfants dans

des procédures de médiation et de travaux d'intérêt

général. Je pense que cette décision dépendra

inévitablement de la manière dont la procédure de

médiation sera portée à la connaissance des parents

et dont cette procédure sera gérée en pratique.

De ce fait, il me semble indispensable d'encourager

par tous les moyens possibles une procédure qui

met le mineur d'âge devant ses responsabilités et

qui comporte une visée éducative susceptible

d'avoir une portée bien plus large que celle de

l'infraction initiale, au détriment du paiement de

l'amende qui ne constitue, de mon point de vue,

qu'un pis-aller.

Je l'ai dit en début d'intervention, l'idée en filigrane

de ce texte est qu'il convient de restaurer plus de

civisme dans les transports en commun, et plus

largement dans l'espace public. Le fait de placer les

mineurs devant leurs responsabilités en les faisant

participer à des travaux d'intérêt collectif constitue

à ce titre un précieux investissement à moyen et

long termes.

(Applaudissements sur les bancs de la majorité)

ervoor zullen kiezen om de boete te betalen. Ik

denk echter dat dat in sterke mate zal afhangen

van de manier waarop de bemiddelingsprocedure

aan de ouders voorgesteld zal worden en hoe die

procedure in praktijk zal worden gebracht.

Het lijkt me dan ook uitermate belangrijk dat de

mensen er op alle mogelijke manieren toe worden

aangezet om te kiezen voor een procedure waarbij

de jongere met zijn verantwoordelijkheden wordt

geconfronteerd en die veel meer educatieve

waarde inhoudt dan het betalen van een boete.

Het moet er dus echt om gaan de jongeren meer

burgerzin bij te brengen, niet alleen in het

openbaar vervoer, maar in de openbare ruimte in

het algemeen. Daarom moeten we hen ter

verantwoording roepen en een

gemeenschapsdienst laten uitvoeren. Dat is een

waardevolle investering op middellange en lange

termijn.

(Applaus bij de meerderheid)

M. le président.- La parole est à Mme d'Ursel.

Mme Anne-Charlotte d'Ursel (MR).- Face à un

régime actuel peu efficace et lacunaire en matière

de constatations et de poursuites administratives en

cas d'infraction aux règles de transport de la STIB,

le groupe MR est satisfait que le gouvernement

s'attelle à développer un dispositif plus opérant en

aval du travail effectué par les 280 collaborateurs

De voorzitter.- Mevrouw d'Ursel heeft het woord.

Mevrouw Anne-Charlotte d'Ursel (MR) (in het

Frans).- De manier waarop nu overtredingen van

de regels van de MIVB worden vastgesteld en

beboet, laat te wensen over. De MR juicht het dan

ook toe dat de regering maatregelen uitwerkt die

beter aansluiten bij het werk van de

280 medewerkers van de MIVB die de inbreuken

49 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



de la STIB habilités à constater les infractions.

En effet, il était regrettable de devoir composer en

permanence avec une situation où Bruxelles

Mobilité constituait l'unique autorité en charge de

l'infliction des amendes administratives dans les

transports en commun. Avec ce texte, nous dotons

la STIB de la capacité à être l'acteur central en la

matière. On facilite et rend plus cohérent un

ensemble de procédures et on prévoit également un

cadre pour la formation des agents en matière de

gestion des conflits.

Tout aussi important, le nouveau dispositif s'inspire

des sanctions administratives communales prévues

dans la loi du 24 juin 2013 pour la gestion des cas

d'infractions commises par des mineurs d'âge, avec

une offre de médiation, en concertation avec le

mineur, et une prestation citoyenne volontaire et

proportionnelle aux faits commis, organisée en lieu

et place d'une amende administrative.

Étant donné que le dispositif légal présenté

aujourd'hui constitue un moyen plus efficace pour

lutter contre les infractions, et notamment la fraude

au sein de la STIB, le groupe MR soutiendra

l'adoption du texte proposé.

(Applaudissements)

vaststellen.

Het is geen goede zaak dat Brussel Mobiliteit de

enige instantie was die op het openbaar vervoer

administratieve boetes kon opleggen. In de tekst

die voorligt, krijgt de MIVB op dat vlak de

belangrijkste rol toebedeeld. Bovendien krijgen de

procedures meer samenhang en ontstaat er een

kader waarbinnen ambtenaren een opleiding in

conflictbeheersing kunnen volgen.

Daarnaast steunt de maatregel op de

gemeentelijke administratieve boetes wat de

aanpak van overtredingen door minderjarigen

betreft. In overleg met de minderjarige kan er

bemiddeling worden opgestart, naast een

vrijwillige gemeenschapsdienst die in verhouding

tot de feiten staat.

Deze maatregel zal helpen om overtredingen en

fraude binnen de MIVB doeltreffender aan te

pakken. Daarom steunt de MR het voorstel.

(Applaus)



Pour Groen, ce projet d'ordonnance comporte de

bonnes choses, comme la distinction entre les

mineurs de moins de 16 ans et les plus âgés, la mise

en place de la prestation citoyenne et la

clarification du délai.

Groen critique toutefois d'autres éléments, suivi en

cela par le Conseil d’État. Par exemple, en ne

faisant pas appel à un tiers impartial dans le cas

d'une médiation, la STIB se posera en juge et

partie, ce qui créera une situation déséquilibrée

entre cette institution disposant de grands moyens

pour se défendre et le citoyen lambda, surtout si ce

dernier est un mineur. Le risque d'un traitement

subjectif est important. Et même si la STIB était

totalement objective, il y aurait toujours un

soupçon de parti pris.

Cela porte atteinte à la légitimité des sanctions. En


De heer Bruno De Lille (Groen).- Er staan eerlijk

gezegd heel wat goede zaken in dit ontwerp van

ordonnantie.

Ik denk bijvoorbeeld aan het onderscheid tussen

minderjarigen die jonger zijn dan zestien jaar en

oudere personen, aan de invoering van de

gemeenschapsdienst en aan de verduidelijking van

de termijn. Volgens Groen zijn dat goede zaken.

Groen is het echter niet eens met een aantal andere

elementen. Onze kritiek wordt trouwens gedeeld

door de Raad van State. Zo wil de MIVB in geval

van bemiddeling waarbij een minderjarige is

betrokken, geen beroep doen op een onpartijdige

derde. De MIVB stelt zich dus tegelijkertijd als

rechter en partij op. Als de MIVB schade heeft

geleden, moet ze zogezegd op neutrale wijze

bemiddelen met de veroorzaker van de schade.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 50


________________________________________________________________________________________________________________________



commission, le ministre a dit qu'il ne comprenait

pas cette objection et que ce serait plus compliqué

si la réglementation était encore changée. Or,

bénéficier d'un traitement juste est un droit

fondamental dans notre société, même en cas

d'infraction. Il est dangereux de balayer ce principe

sous le prétexte de la simplification.

Plusieurs aspects du projet sont clairement inspirés

par la législation relative aux sanctions

administratives communales (SAC), mais des points

importants s'en éloignent malheureusement.

Appliquer les mêmes principes aurait été plus

logique et aurait mené à une meilleure

connaissance de la loi et des règles, et donc à une

meilleure acceptation de celles-ci.

La réglementation sur les SAC propose la

médiation pour restaurer le lien avec l'auteur de

l'infraction afin qu'il ne la réitère pas ou pour lui

donner l'occasion de réparer son erreur. Dans ce

cadre, la sanction, qui peut être une amende ou une

prestation citoyenne, n'est envisagée que si la

médiation échoue. À la différence de cette

réglementation, le présent projet d'ordonnance

induit une confusion entre médiation et sanction

puisque la médiation se limite à choisir entre une

amende et une prestation citoyenne. La sanction est

en quelque sorte infligée sans passer par une

médiation véritable.

Il est incompréhensible que les partis qui estiment

cette médiation essentielle pour les SAC ne

l'estiment plus indispensable ici.

Enfin, la loi stipule qu'un mineur doit être assisté

par un avocat. Un organisme public qui veut

infliger une sanction est tenu d'en informer l'Ordre

des avocats, de telle sorte qu'un avocat puisse être

présent aux côtés du mineur concerné. Or, le

présent projet d'ordonnance stipule juste que le

mineur peut être assisté par un avocat, ce qui ne

suffit pas. Celui qui connaît la loi et a suffisamment

de moyens sera bien défendu, alors que d'autres

n'auront pas d'avocat.

Le Conseil d’État s'est exprimé dans le même sens.

J'aurais espéré que le gouvernement adapte son

texte en fonction de ses remarques, mais ce n'est

pas le cas. Le ministre a jugé ces remarques

inutilement compliquées et les a rejetées en tenant

un discours émotionnel.

Dat leidt tot een onevenwichtige situatie, met aan

de ene kant de MIVB, een grote instelling die een

beroep kan doen op vele experts en fondsen, en

aan de andere kant gewone burgers. Het verschil is

enorm, zeker in het geval van een minderjarige.

Het risico van een subjectieve aanpak is dan ook

bijzonder groot. Zelfs als de MIVB zich volslagen

objectief zou gedragen, zou er toch een vermoeden

van vooringenomenheid worden gewekt.

De legitimiteit van de straffen wordt dus meteen

onderuit gehaald. De minister zegt in de

commissie echter dat hij dat bezwaar niet begrijpt

en dat de zaken alleen maar complexer worden als

de regeling nog wordt veranderd. Dat begrijp ik

dan weer niet. Een eerlijke behandeling is volgens

mij een grondrecht in onze maatschappij, zelfs bij

een overtreding. Het is zeer gevaarlijk om dat

principe achteloos van de tafel te vegen onder het

mom van een vereenvoudiging.

Een aantal aspecten van het ontwerp werden

duidelijk geïnspireerd door de wetgeving

betreffende de gemeentelijke administratieve

sancties (GAS). Het is jammer dat er op bepaalde

belangrijke punten wordt afgeweken van de GAS-

wetgeving. Het zou logischer zijn als dezelfde

principes steevast zouden worden toegepast. Dat

zou leiden tot een betere kennis van de wet en van

de regels en bijgevolg tot een betere aanvaarding

ervan.

Een van de verschillen is dat in het ontwerp van

ordonnantie het begrip bemiddeling wordt verward

met het opleggen van de straf zelf. Een

bemiddeling is in de GAS-regeling bedoeld om de

band te herstellen met de overtreder, zodat het

voorval zich niet meer zou herhalen of om de

overtreder de kans te geven om zijn fout recht te

zetten. Pas wanneer de bemiddeling faalt, wordt

nagegaan welke straf er opgelegd moet worden.

Dat kan ofwel een boete ofwel

gemeenschapsdienst zijn. In dit ontwerp is

bemiddeling echter beperkt tot een keuze tussen

gemeenschapsdienst en een boete. Eigenlijk is er

dus geen bemiddeling. Er wordt meteen een straf

opgelegd en de overtreder kan enkel een keuze

maken tussen de twee alternatieven.

Het is vreemd en onbegrijpelijk dat partijen die

bemiddeling noodzakelijk vonden voor de GAS,

ze niet langer onontbeerlijk achten voor dit

ontwerp. Ik vrees dat er daarvoor geen logische

51 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



Il faut évidemment s'attaquer aux infractions. Mais

des pouvoirs publics ne peuvent être crédibles que

s'ils garantissent à tout le monde un traitement

identique, des sanctions proportionnées aux

infractions et un respect des droits de la partie

adverse. L'émotion n'est pas bonne conseillère en

la matière.

C'est pour ces raisons qu'Ecolo et Groen ont décidé

de ne pas approuver ce projet. Si le ministre ne voit

pas qu'avec ce projet, une série de règles de base

visant à protéger les plus faibles au sein de notre

société sont bafouées, il y a un problème. Je lui

demande de le réexaminer et de l'adapter. Ce que

ce projet a de positif est noyé par les éléments

négatifs. On ne peut pas laisser tomber les plus

faibles.


d'Ecolo)

uitleg is.

Ten slotte bepaalt de wet dat een minderjarige

door een advocaat moet worden bijgestaan. Het

gezagsorgaan dat een straf wil opleggen, is

verplicht de Orde van Advocaten op de hoogte te

brengen, zodat er altijd een advocaat voor de

betrokken minderjarige aanwezig kan zijn. Dit

ontwerp van ordonnantie gaat daar tegenin en

bepaalt enkel dat een minderjarige door een

advocaat kan worden bijgestaan. Dat volstaat

echter niet. Wie de wet kent en genoeg geld heeft,

zal goed worden verdedigd, terwijl anderen zich

zonder advocaat zullen moeten behelpen. We

weten allemaal wie in Brussel een straf zal krijgen

en wie daaraan zal ontsnappen.

Ik sta met deze mening niet alleen. Ook de Raad

van State heeft zich in die zin uitgesproken. Ik had

gehoopt dat de regering de tekst aan de

opmerkingen van de Raad van State zou hebben

aangepast, maar niets is minder waar. De minister

vond de opmerkingen vervelend en nodeloos

ingewikkeld en wees ze af met een emotioneel

discours. Hij zei dat iedereen die de tram neemt,

moet betalen, dat passagiers zich respectvol

moeten gedragen en noemde het schandalig dat

sommigen dat niet doen.

Natuurlijk moeten overtredingen aangepakt

worden. Als overheid of instelling kan je echter

alleen maar geloofwaardig zijn als je garandeert

dat iedereen op dezelfde wijze wordt aangepakt,

dat de straffen in verhouding staan tot de

overtreding en dat de rechten van de tegenpartij

consequent gerespecteerd worden. Emotie is

daarbij een zeer slechte raadgever.

Groen en Ecolo hebben daarom beslist om dit

ontwerp niet goed te keuren. Als de minister niet

inziet dat met dit ontwerp een aantal basisregels

om de zwakkeren in onze maatschappij te

beschermen, met de voeten worden getreden,

hebben we een groot probleem. Ik vraag de

minister dan ook om het ontwerp opnieuw te

bekijken en het aan te passen. De Raad van State

heeft daartoe trouwens heel wat aanzetten

geformuleerd. Het zou bijzonder onverstandig zijn

om die adviezen in de wind te slaan. De positieve

elementen in dit ontwerp worden door de

negatieve ondergesneeuwd. We mogen de

zwakkeren in onze maatschappij niet in de kou

laten staan.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 52


________________________________________________________________________________________________________________________




M. le président.- La parole est à Mme Van Achter.

Mme Cieltje Van Achter (N-VA) (en

néerlandais).- Le groupe N-VA soutient ce projet

d'ordonnance qui prévoit enfin un traitement

efficace des amendes.

Nous avons été très étonnés d'apprendre que ces

dossiers n'étaient pas correctement traités ces

dernières années, faute d'agent disponible, qui plus

est, dans une ville où un voyageur sur cinq

resquille. Ce comportement inacceptable exige une

politique énergique. Nous accueillons donc

favorablement cette initiative du gouvernement.

De voorzitter.- Mevrouw Van Achter heeft het

woord.

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- De N-

VA-fractie steunt dit ontwerp van ordonnantie. Het

is een goede zaak dat de regering eindelijk werk

maakt van een efficiënte boeteafhandeling.

Wij vonden het zeer verwonderlijk dat de voorbije

jaren boetes in de lade bleven liggen en dat

dossiers niet efficiënt werden afgehandeld, omdat

daar geen ambtenaar beschikbaar voor was. Dat

geldt des te meer in een stad waar één op vijf

reizigers zwartrijdt. Die situatie leidt trouwens tot

heel wat ergernis bij de Brusselaars. Afgelopen

week zat ik nog aan tafel met een Schaarbeekse

dame die haar beklag maakte over het grote aantal

zwartrijders op bussen en trams. Wij moeten

optreden tegen zwartrijders, want zulk gedrag is

onaanvaardbaar.

Ik verheug mij er dus over dat de regering stappen

zet om een efficiënt handhavingsbeleid te kunnen

voeren.

M. le président.- La parole est à M. Delva.

M. Paul Delva (CD&V) (en néerlandais).- Plus tôt

cette année, une voiture a été poussée dans

l'escalier du métro, du personnel de la STIB

agressé et des actes de vandalisme commis dans la

nouvelle gare ferroviaire du Germoir, des

comportements absolument inadmissibles !

En comparaison, le fait de profiter du passage d'un

voyageur pour se faufiler dans le métro ne semble

pas si grave. Néanmoins, le nombre de resquilleurs

est bien trop élevé en Région bruxelloise. Cela nuit

aux moyens financiers et à l'image de la STIB, tout

en augmentant le sentiment d'insécurité dans le

métro.

Le risque d'être pris en infraction doit augmenter,

mais cela ne suffit pas. Le procès-verbal doit

donner lieu à une sanction. La très grande majorité

des Bruxellois et usagers des transports publics

partagent cette opinion.

Le projet d'ordonnance contribue à ces deux

De voorzitter.- De heer Delva heeft het woord.

De heer Paul Delva (CD&V).- Net zoals zo veel

andere Brusselaars en pendelaars neem ik

doorgaans zonder problemen het openbaar vervoer

in Brussel. Ik ben op de tram, de bus, de metro of

de trein nog maar zelden getuige geweest van

overtredingen. Er is echter niet veel nodig om het

imago van het openbaar vervoer ernstig te

beschadigen. Een groep mensen blijkt erg

hardleers te zijn en weigert een aantal basisregels

te respecteren. Dat komt het imago van het

openbaar vervoer niet ten goede en heeft een effect

op het aantal gebruikers.

Ik herinner me ernstige incidenten eerder dit jaar,

waarbij een auto van een metrotrap geduwd werd,

personeel van de MIVB aangevallen werd,

vandalisme werd gepleegd in het nieuwe

treinstation Mouterij enzovoort. Dergelijke zaken

kunnen niet door de beugel.

In vergelijking met zulke vergrijpen lijkt

bijvoorbeeld het meeglippen met een andere

53 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



aspects. Il tient compte de l'âge des contrevenants

et prévoit la possibilité d'infliger différents types de

sanction, dont le service à la collectivité.

Nous sommes souvent serrés les uns contre les

autres dans les transports en commun. Il faut donc

respecter quelques règles simples pour que le

voyage se déroule sans heurt. Le projet

d'ordonnance y contribue.

Le succès des transports en commun à Bruxelles

dépend de son image. Un fonctionnement efficace

de la STIB et des usagers qui se respectent

serviront l'intérêt de tous. Le CD&V soutient donc

ce projet avec grande conviction.

(Applaudissements)

M. le président.- La discussion générale est close.


M. le président.- Nous passons à la discussion des

articles.

Article 1er

passagier door de poortjes van de metro niet zo

erg. Toch zijn er nog veel te veel zwartrijders in

het Brussels Gewest. Dat is nadelig voor de

financiële middelen en het imago van de MIVB.

Het leidt ook tot een groter onveiligheidsgevoel in

de metro. Tegen zulke zaken moet de overheid

optreden.

De pakkans moet dan ook groter worden, al

volstaat dat niet. Wanneer iemand betrapt wordt

op een overtreding en er een proces-verbaal wordt

opgesteld, moet er ook een straf volgen. Het

overgrote deel van de Brusselaars en de gebruikers

van het openbaar vervoer deelt die mening.

Dit ontwerp van ordonnantie draagt bij aan beide

aspecten: zowel de pakkans als de strafkans wordt

groter. In de tekst wordt rekening gehouden met de

leeftijd van de overtreders en wordt de

mogelijkheid geboden om verschillende soorten

straffen op te leggen, waaronder

gemeenschapsdienst. Dat is een goede zaak. De

tekst is evenwichtig opgesteld en dient de aanpak

van een probleem op een manier waar veel

Brusselaars achter staan.

In het openbaar vervoer zitten we vaak dicht op

elkaar. Dat kan alleen maar perfect verlopen als

enkele eenvoudige regels strikt worden nageleefd.

Dit ontwerp van ordonnantie draagt daartoe bij.

Het succes van het openbaar vervoer in Brussel

staat of valt met het imago. We verwachten

allemaal terecht een stipt, veilig en proper

openbaar vervoer. We zijn dan ook allen gebaat

met een efficiënte werking van de MIVB, maar

ook met passagiers die de MIVB haar werk laten

doen en elkaar respecteren. De CD&V steunt het

ontwerp dan ook met veel overtuiging.

(Applaus)


gesloten.


De voorzitter.- Wij gaan over tot de bespreking

van de artikelen.

Artikel 1

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 54


________________________________________________________________________________________________________________________



Pas d'observation ?

Adopté.

Article 2

Pas d'observation ?

Adopté.

La discussion des articles est close.

Nous procéderons tout à l'heure au vote nominatif

sur l'ensemble du projet d'ordonnance.

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Artikel 2

Geen bezwaar?

Aangenomen.

De artikelsgewijze bespreking is gesloten.

We zullen later over het geheel van het ontwerp

van ordonnantie stemmen.

PROJET D'ORDONNANCE PORTANT

MODIFICATION DE L'ORDONNANCE DU

22 JANVIER 2009 PORTANT

ORGANISATION DE LA POLITIQUE DU

STATIONNEMENT ET CRÉATION DE

L'AGENCE DU STATIONNEMENT DE LA

RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE ET

DE L'ORDONNANCE DU 3 AVRIL 2014

RELATIVE AUX RÈGLEMENTS

COMPLÉMENTAIRES SUR LA

CIRCULATION ROUTIÈRE ET SUR LA

POSE ET LE COÛT DE LA

SIGNALISATION ROUTIÈRE (NOS A-352/1

ET 2 – 2015/2016).



ouverte.

La parole est à M. Ikazban, rapporteur.

M. Jamal Ikazban, rapporteur.- Chers collègues,

je vais vous épargner toute l'introduction. La

discussion générale a débuté avec l'intervention de

Mme d’Ursel exprimant sa satisfaction, au nom du

groupe MR, notamment en ce qui concerne la prise

en considération par le projet d'ordonnance des

personnes ayant un handicap. Elle a également émis

l'espoir que l’ensemble des dérogations qui suivront

intègrent les prestataires paramédicaux, les services

de soins à domicile, outre les aides familiales et les

livreurs de repas chauds à domicile, de même que

toutes les personnes utilisant leur véhicule pour leur

activité professionnelle.

Elle a par ailleurs posé plusieurs questions sur les

ONTWERP VAN ORDONNANTIE TOT

WIJZIGING VAN DE ORDONNANTIE

VAN 22 JANUARI 2009 HOUDENDE DE

ORGANISATIE VAN HET

PARKEERBELEID EN DE OPRICHTING

VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK

PARKEERAGENTSCHAP EN VAN DE

ORDONNANTIE VAN 3 APRIL 2014

BETREFFENDE DE AANVULLENDE

REGLEMENTEN OP HET

WEGVERKEER EN DE PLAATSING EN

BEKOSTIGING VAN DE

VERKEERSTEKENS (NRS. A-352/1 EN 2 –

2015/2016).

Algemene bespreking


geopend.

De heer Ikazban, rapporteur, heeft het woord.

De heer Jamal Ikazban, rapporteur (in het

Frans).- Bij het begin van de algemene bespreking

drukte mevrouw d'Ursel in naam van de MR haar

tevredenheid uit over de inoverwegingneming van

het ontwerp van ordonnantie over personen met

een handicap. Ze hoopte dat in de toekomst

afwijkingen ook van toepassing zullen zijn voor

iedereen die op een of andere manier hulp verleent

aan personen met een handicap.

Ze stelde daarnaast meerdere vragen over de

gemeentelijke parkeeractieplannen, hun

dwingende karakter voor de gemeenten en de

tariefverschillen op basis van de nabijheid van

openbaar vervoer.

55 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



plans d'action communaux de stationnement

(PACS), leur caractère contraignant pour les

communes ou encore les variations de tarification à

proximité des transports publics.

Le ministre a alors précisé que les PACS auront une

durée de cinq ans et qu'ils pourront être modifiés

par les conseils communaux. Il a également

annoncé que la tarification par zone sera réglée

dans les arrêtés d'exécution, permettant ainsi au

gouvernement d'adapter sa politique à la réalité de

terrain. Concernant la tarification à la minute, il a

également confirmé vouloir l'appliquer dans toutes

les zones, répondant ainsi à une large demande des

commerçants favorables à la rotation dans

l'occupation des places de stationnement. Le

ministre a également souligné que le stationnement

gratuit pendant un quart d'heure sera toujours

possible afin de favoriser cette rotation.

M. Handichi a, pour sa part, rappelé l'enjeu crucial

de la réduction du nombre de voitures en Région

bruxelloise face aux embouteillages et à la pollution

de l'air, responsable d'après lui de plus de 600 décès

par an. Il a également souhaité un changement de

mentalité chez les citoyens.

Le ministre a rappelé alors que la Région

ambitionne d'investir 5,2 milliards dans les

transports publics dans les dix prochaines années et

a cité l'exemple du dernier projet d'ordonnance sur

l'autopartage en free floating. Par ailleurs, il a

précisé qu'à Bruxelles, un habitant sur deux ne

possède pas de voiture et que le prix du

stationnement restera malgré tout nettement moins

cher qu'à Amsterdam, Barcelone et Copenhague.

Se référant à l'avis du Conseil d'État, M. Bruno De

Lille a insisté sur le fait que ces mesures étaient

susceptibles d'avoir un impact différent sur les

hommes et sur les femmes. Sur le fond, les députés

ont estimé que peu de choses changeaient, mis à

part des adaptations techniques utiles, mais qui

avaient malheureusement nécessité deux ans de

travail et que, de toute façon, les arrêtés d'exécution

devraient être pris à la suite de son adoption.

Le ministre a répondu que, dès l'adoption de ce

projet, les avant-projets d'exécution seraient soumis

au Conseil d'État en même temps que les tests de

genre. M. De Lille a souligné que le précédent

gouvernement avait déjà planché sur le sujet, ce qui

rend d'autant plus regrettable à ses yeux le retard

De minister verklaarde dat de gemeentelijk

parkeeractieplannen vijf jaar geldig blijven en

door de gemeenteraden gewijzigd kunnen worden.

De zonetarieven worden vastgelegd in de

uitvoeringsbesluiten. Daardoor kan de regering

haar beleid op de realiteit ter plaatse afstemmen.

Hij bevestigde bovendien dat hij van plan is het

minuuttarief in alle zones toe te passen, waarmee

hij tegemoet wil komen aan de vraag van de

handelaars, die graag zouden zien dat de

parkeerplaatsen vlotter vrijkomen. De minister

benadrukte dat het kwartier gratis parkeren

behouden blijft om dat laatste nog te bevorderen.

De heer Handichi herinnerde eraan dat gezien de

files en de luchtvervuiling het aantal auto's in

Brussel moet afnemen. Hij wil ook dat er een

mentaliteitswijziging komt bij de Brusselaars.

De minister herinnerde eraan dat het gewest de

volgende tien jaar 5,2 miljard investeert in het

openbaar vervoer. Hij wees erop dat één

Brusselaar op de twee geen auto bezit en dat

parkeren in Brussel minder duur blijft dan in

andere grote Europese steden.

Volgens de heer De Lille, die naar het advies van

de Raad van State verwees, zullen deze

maatregelen voor mannen en vrouwen

verschillende gevolgen hebben. De

volksvertegenwoordigers waren van mening dat er

buiten de nuttige technische aanpassingen weinig

verandert, maar dat er jammer genoeg wel twee

jaar werk in is gekropen en dat de

uitvoeringsbesluiten in elk geval na de

goedkeuring moeten worden genomen.

De minister antwoordde dat zodra dit ontwerp is

aangenomen, de voorontwerpen van

uitvoeringsbesluiten samen met de gendertests aan

de Raad van State worden voorgelegd. De heer De

Lille wees erop dat de vorige regering zich daar al

over boog, wat de vertraging die het Gewestelijk

Parkeerbeleidsplan (GPBP) opliep, nog

betreurenswaardiger maakt.

Tot slot juichte de heer Chahid dit ontwerp van

ordonnantie toe. De PS vindt het een goede zaak

dat een openbare instelling als enige instaat voor

het parkeerbeleid in het gewest. Er zijn echter

overgangsmaatregelen nodig om de

rechtszekerheid van gemeenten die nog een

contract met een private concessiehouder hebben,

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 56


________________________________________________________________________________________________________________________



qu'accuse le Plan régional de politique du

stationnement (PRPS).

Enfin, M. Chahid a salué, au nom du groupe PS,

l'arrivée de ce projet d'ordonnance. Le groupe

socialiste est favorable à ce qu'une institution

publique unique régule le stationnement sur tout le

territoire de la Région bruxelloise. Toutefois, avant

d'y arriver, il faudra s'assurer que les dispositions

transitoires garantissent la sécurité juridique des

communes encore liées à des concessionnaires

privés. Le ministre a confirmé la possibilité

d'amender en ce sens l'article 17 portant les

dispositions transitoires.

L'ensemble du projet d'ordonnance a été adopté par

treize voix pour et deux abstentions.

(Applaudissements)

te garanderen. De minister stelde dat artikel 17 in

verband met de overgangsmaatregelen nog kan

worden geamendeerd.

Het geheel van het ontwerp van ordonnantie werd

aangenomen met dertien stemmen voor en twee

onthoudingen.

(Applaus)


M. Vincent De Wolf (MR).- La majorité est en

ébullition à propos de ce dossier. À raison ! En

effet, ce qui vous est présenté aujourd'hui n'est pas

conforme aux engagements pris depuis de

nombreuses années, notamment lors de réunions

bilatérales ou avec la Conférence des bourgmestres.

La politique d'harmonisation du stationnement,

initiée en 2009, n'a pas beaucoup évolué. On peut

donc comprendre que le ministre s'énerve à ce

sujet. Cela étant, il en va de la responsabilité

régionale.

Pour rappel, c'est le ministre Smet qui, s'inspirant

d'un Plan local de stationnement qui m'est cher,

avait évoqué un nouveau projet de zone rouge et de

zone verte dans un journal de la capitale. Mme

Grouwels est ensuite arrivée, avant que M. Smet ne

revienne. Pourtant, nous sommes toujours dans une

situation d'atermoiement.

Concernant le principe fondamental qui soutient

cette politique, nous sommes tout à fait en faveur

d'une harmonisation, d'une centralisation et d'une

meilleure gestion. Un élément important trahit

pourtant l'esprit - pas toujours positif - de

collaboration entre majorité et opposition. Ainsi,

nous avions introduit une proposition d'ordonnance

demandant que les personnes porteuses d'un

handicap soient protégées par l'ordonnance. Le



De tekst die hier vandaag voorligt, stemt niet

overeen met wat al jarenlang wordt beloofd.

Al sinds 2009 is het beleid erop gericht om het

parkeerbeleid te harmoniseren. Dat is nog steeds

een werkpunt. Het is begrijpelijk dat de minister

zich daarover opwindt. Los daarvan is dit wel de

verantwoordelijkheid van het gewest.

Minister Smet opperde destijds dat er een nieuw

plan voor rode en groene zones zou komen.

Vervolgens werd mevrouw Grouwels

verantwoordelijk voor het parkeerbeleid, waarna

Pascal Smet het weer overnam. Ondertussen bleef

alles bij het oude.

De MR is voorstander van harmonisering,

centralisering en een beter beheer. Toen wij

destijds een voorstel van ordonnantie indienden

om personen met een handicap te beschermen,

was u echter tegen, terwijl u nu dezelfde tekst in

uw voorstel hebt opgenomen. Met het MR-voorstel

over free floating deed u net hetzelfde. Wat wilt u

met zulke politieke spelletjes bereiken?

Nu doet u voorstellen die onaanvaardbaar zijn

voor wie de belangen van alle Brusselaars wil

behartigen, omdat ze geen enkele garantie meer

bieden.

57 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



même texte est aujourd'hui intégré à votre projet,

alors que vous aviez voté contre notre proposition !

Il faudra m'expliquer le but de pareil jeu politique.

Vous aviez procédé de la même manière dans le

dossier du "free floating", lorsque nous avions

demandé que les automobilistes puissent déposer

leur voiture à un autre endroit que celui où ils

l'avaient empruntée. Vous aviez également voté

contre notre texte, dont vos arrêtés recopient

aujourd'hui purement et simplement le contenu !

Le problème, à l'heure actuelle, c'est que vous faites

des propositions que nous ne pouvons accepter en

tenant compte des intérêts de l'ensemble des

Bruxellois, qu'ils soient usagers, commerçants,

médecins ou prestataires de services : plus aucune

garantie n'existe.

Pourquoi ? Dans votre ordonnance de 2016 en

projet, vous proposez purement et simplement

d'ajouter les mots "par le gouvernement" après les

mots "sauf dérogation". Cela signifie que vous

entendez déposséder totalement les communes du

pouvoir de délivrer des dérogations.

Il ne s'agit pas ici de revendiquer que les communes

conservent leur pouvoir de dérogation. Le problème

n'est pas là, mais les collèges des bourgmestre et

échevins des différentes communes n'en sont pas

pour autant stupides. Ce sont les communes qui

connaissent les quartiers commerçants, ceux qui ne

le sont plus et ceux qui se modifient. Elles

connaissent la densité de population et les projets

immobiliers. Bref, elles ont une connaissance fine

du terrain.

Dans l'ancien texte de 2009, il était prévu que les

dérogations pour les zones rouges, vertes et bleues

soient octroyées, en fonction de l'arrêté du

16 septembre 2013, par les collèges des

bourgmestre et échevins. De quoi parle-t-on ici ?

Des cartes de dérogation aux riverains.

La carte de dérogation aux riverains est octroyée

par le collège des bourgmestre et échevins aux

personnes inscrites au registre de la population.

L'ancien texte parle notamment du nombre de

cartes à délivrer et de leurs motivations, ainsi que

des dérogations à accorder pour les prestataires de

soins médicaux urgents ou non urgents. Les

Collèges sont toujours habilités à délivrer ces

dérogations dans le cadre fixé par la Région. Ce

U stelt immers voor om na de woorden

"behoudens afwijkingen" simpelweg "vastgesteld

door de regering" toe te voegen. U wilt met andere

woorden de gemeenten de mogelijkheid ontnemen

om nog afwijkingen toe te staan.

Ik eis niet dat de gemeenten die bevoegdheid

zouden behouden. Ik wil er echter wel op wijzen

dat het college van burgemeester en schepenen

doorgaans het best op de hoogte is van de situatie

in een wijk.

In de tekst uit 2009 was opgenomen dat de

afwijkingen voor de rode, groene en blauwe zones

door de gemeenten zouden worden vastgelegd. Het

gaat hier over uitzonderingen voor omwonenden,

die in het bevolkingsregister zijn ingeschreven.

Bovendien zijn er uitzonderingen mogelijk voor

zorgverleners die dringende of niet-dringende

medische hulp verstrekken. De gemeenten kunnen

die afwijkingen binnen het door het gewest

bepaalde kader nog steeds toekennen. Daarnaast

zijn ook afwijkingen voor een aantal andere

categorieën mogelijk.

Ik wil dit debat niet eindeloos rekken, maar ik wil

u er wel op wijzen dat deze tekst een grote impact

zal hebben op het dagelijks leven.

Denk maar de gevolgen voor iedereen die in de

stad werken uitvoert, met een bestelwagen rijdt of

met de auto naar het werk gaat.

We overleggen hier al jaren over. U zou dan ook

op zijn minst even naar mij kunnen luisteren.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 58


________________________________________________________________________________________________________________________



texte envisage encore les cartes de dérogation pour

les voitures partagées, les cartes de dérogation

facultatives, les cartes multisecteurs temporaires,

les cartes destinées aux autres usagers, aux

visiteurs, etc.

Je ne prolongerai pas inutilement le débat, mais

j'attire votre attention sur le fait que toute la vie

quotidienne est touchée par ce texte.

Nous parlons des entreprises, des chauffagistes, des

placeurs de châssis et de tous ceux qui travaillent en

ville, utilisent une camionnette, une voiture, partent

au travail.

Avec vos techniciens et les nôtres, nous avons

passé du temps dans votre cabinet à négocier les

secteurs et les autres éléments. Cela fait des années

que nous nous concertons !

Par ailleurs, la moindre des choses serait que vous

m'écoutiez…

M. Pascal Smet, ministre.- Je suis capable de faire

deux choses à la fois.

M. Vincent De Wolf (MR).- Avec votre

ordonnance, il n'est pas exclu qu'un gouvernement,

celui-ci ou un autre, décide de ne plus délivrer de

cartes habitants, temporaires, visiteurs, entreprises,

indépendants ou prestataires de soins médicaux

urgents et non urgents, ou qu'il le fasse à d'autres

conditions, sans concertation avec les secteurs et les

collèges.

En commission, je vous ai demandé d'adopter notre

amendement, qui demande à tout le moins de

consulter les collèges pour vous éclairer et vous

guider. Vous garderiez la main et le pouvoir de

décider, in fine.

Vous avez dit que cette disposition figurerait dans

votre arrêté, mais pourquoi ne figure-t-elle pas dans

l'ordonnance ? Au moins, elle aurait été fixée dans

la loi.

Nous vous demandons - et nous déposons un

amendement en ce sens - que les collèges et

fédérations concernés soient au moins entendus et

informés de vos souhaits de modifications

éventuelles.

De heer Pascal Smet, minister (in het Frans).- Ik

kan twee dingen tegelijk doen.


Met uw ordonnantie bestaat het risico dat deze of

een volgende regering beslist om niet langer

parkeerkaarten uit te reiken aan bewoners of

tijdelijke parkeerkaarten uit te reiken aan wie die

nodig heeft, of dat ze daar zonder enig overleg met

de sectoren en de gemeenten andere voorwaarden

aan verbindt.

Ik vroeg u in de commissie om het amendement

van de MR aan te nemen, zodat op zijn minst het

advies van de gemeenten moet worden

ingewonnen. Daarbij neemt de minister nog steeds

de eindbeslissing.

U zou die bepaling in uw besluit opnemen, maar

waarom niet in de ordonnantie? Op die manier

zou ze wettelijk verankerd zijn.

De MR vraagt in een amendement dat de

betrokken gemeenten en federaties op zijn minst

worden gehoord en op de hoogte worden gebracht

van eventuele geplande wijzigingen.

Daarnaast hopen we dat uitzonderingen voor alle

zorgverleners mogelijk worden.

59 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



Nous espérons que les prestataires paramédicaux

(kinésithérapeutes, ostéopathes, infirmiers,

prestataires de soins à domicile, aides familiales,

livreurs de repas chauds) soient intégrés.

Je pense aussi aux enseignants, car nous avons

beaucoup de hautes écoles et d'écoles secondaires

dans notre Région. Les personnes qui prestent des

temps partiels ou qui ont une charge de travail

éclatée entre plusieurs écoles ou plusieurs sites

doivent tout le temps bouger. Vous croyez qu'elles

vont pouvoir se rendre d'Anderlecht à Uccle ou à

Etterbeek en tram ou à vélo ? Elles doivent garder

la possibilité de se déplacer en voiture et d'avoir des

tarifs adaptés pour continuer à travailler.

Les tarifs que vous proposez dans votre projet sont

à tomber par terre ! M. Ghyssels, c'est souligné

dans le rapport, a dit que les interventions de mon

groupe, par mon intermédiaire, étaient raisonnables

et justifiées. C'est pour cela que la majorité ne sait

plus sur quel pied danser et que M. Loewenstein

propose dans la précipitation un amendement pour

calmer le jeu, en proposant de reporter l'entrée en

vigueur de l'ordonnance.

Ce procédé est indigne ! C'est indigne, parce que

nous sommes dans un parlement et qu'un parlement

vote des lois ! Les lois gèrent les gens. Elles gèrent

les Bruxellois. Dire que l'on va mettre cela en

vigueur à la fin de l'année et que dans l'intervalle,

une commission discutera de l'arrêté, ce n'est pas

correct.

En effet, le jour où vous changerez l'arrêté, il n'y

aura plus de commission, ni aucune obligation d'en

parler. Ce n'est pas une façon loyale de travailler et

je ne pense même pas que cela respecte la

législation. Subordonner l'entrée en vigueur d'une

loi à l'entrée en vigueur d'un arrête, je n'ai jamais vu

une chose pareille !

Au niveau des tarifs, votre texte propose pour la

première demi-heure la possibilité de multiplier

jusqu'à six fois le montant actuel de l'arrêté de

2013. On passe de 0,5 à 3 euros pour une demi-

heure. Pour la première heure, on passe de 2 à

5 euros. Pour la deuxième heure, on passe de 5 à

10 euros. La cerise sur le gâteau, c'est que dans

certaines zones, on peut être amené à payer

15 euros par heure supplémentaire.

Prenons l'exemple d'un distrait qui se gare dans la

Dat geldt ook voor leerkrachten die in meerdere

scholen lesgeven en zich vaak moeten verplaatsen.

Denkt u echt dat ze het hele gewest snel kunnen

doorkruisen met de tram of per fiets? Voor hen

moet er een speciaal parkeertarief komen, zodat ze

hun werk kunnen blijven doen.

Uw tariefvoorstellen zijn ongehoord! De heer

Ghyssels vond de tussenkomsten van de MR

redelijk en gerechtvaardigd. De meerderheid weet

dan ook niet meer welke kant ze uit moet, wat de

heer Loewenstein ertoe brengt een amendement

voor te stellen teneinde de inwerkingtreding van

de ordonnantie uit te stellen.

Dat is schandelijk! Het parlement keurt wetten

goed die het leven in Brussel in goede banen

moeten leiden. Het geeft geen pas om die slechts

op het einde van het jaar in werking te laten

treden en ondertussen een commissie te laten

palaveren over het uitvoeringsbesluit.

Zodra u het besluit wijzigt, moet er geen

commissie meer overleggen. Dat is geen loyale

manier van werken en volgens mij is het zelfs

onwettig. Ik heb nog nooit eerder geweten dat het

van kracht worden van een wet ondergeschikt

werd gemaakt aan het van kracht worden van een

besluit!

Qua tarieven stelt u voor het eerste halfuur de

mogelijkheid voor om het bedrag uit 2013 te

verzesvoudigen. Bovendien moet er in bepaalde

zones per bijkomend uur 15 euro worden betaald.

Iemand die argeloos zijn auto voor een dag in de

duurste zone parkeert, is op die manier aan het

einde van de dag 99 euro kwijt.

Dat is evenveel als de maandhuur van een

garagebox! U vindt dat misschien redelijk, de MR

niet. Daarom dienden wij vier amendementen in.

In het eerste amendement vragen we dat de

regering de gemeenten raadpleegt voor ze besluit

afwijkingen toe te staan. Als ze het advies van het

college van burgemeester en schepenen niet volgt,

moet ze dat motiveren. Dat is democratisch en

transparant, en tegelijkertijd houdt de minister de

touwtjes in handen.

In een tweede amendement krijgen omwonenden

de mogelijkheid om te parkeren in vier

verschillende zones, op voorwaarde dat die zones

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 60


________________________________________________________________________________________________________________________



zone la plus chère et la mieux desservie en

transports en commun. S'il laisse sa voiture et

revient le soir, nous avons calculé qu'il devra payer

99 euros.

Le prix que l'on paie pour un box de garage pour un

mois, il devra le payer pour un jour ! Vous pouvez

trouver cela raisonnable, mais nous, nous trouvons

cela déraisonnable. C'est la raison pour laquelle

nous avons déposé quatre amendements.

Le premier amendement est relatif à l'article 3

§ 2 1°, qui dit : "Les mots 'sauf dérogation' seront

remplacés par les mots : 'sauf dérogation arrêtée par

le gouvernement après consultation des collèges

des bourgmestre et échevins de chaque commune

concernée. Dans l'hypothèse où le gouvernement ne

suit pas l'avis du collège, le gouvernement devra

motiver adéquatement sa décision'." C'est

démocratique et transparent ! Et cela tient compte

de l'avis des collectivités locales, tout en vous

laissant le pouvoir.

Le deuxième amendement insère un article 3bis

rédigé comme suit : "À l'article 5, troisième alinéa

de la même ordonnance, il est inséré après les mots

'd'un quartier particulier' les mots : 'un plan régional

ou communal de stationnement peut introduire dans

le cadre des cartes de dérogation aux riverains la

possibilité pour ces derniers de choisir quatre zones

de stationnement, à condition que ces dernières

soient limitrophes et ne dépassent pas la limite des

150 hectares éventuellement majorés de 20%'."

Cela résulte de concertations entre nous et d'un

accord obtenu lors d'une réunion de la Conférence

des bourgmestres à laquelle vous aviez eu la

gentillesse d'assister. Vous savez qu'un grand

nombre de bourgmestres, y compris de la majorité,

étaient mécontents de la règle des 150 hectares.

Une commune comme Anderlecht, avec son

quartier de Neerpede qui fait plus 150 hectares,

considère à juste titre qu'il est déplacé de ne pas

accorder une carte de riverain verte pour l'ensemble

de cette zone.

À Etterbeek, la carte coupe la commune en deux

parties et cela ennuiera les riverains, car

aujourd'hui, quand on est riverain d'une commune,

on peut se garer en zone verte gratuitement. Par

rapport aux navetteurs, les zones rouges

commerçantes sont payantes. Vous n'avez pas

aan elkaar grenzen en samen niet groter zijn dan

150 ha, eventueel uitgebreid met 20%.

Dat vloeit voort uit het overleg en uit een

overeenkomst met de burgemeesters, waarvan een

groot aantal ontevreden was over die 150 ha-

regel.

Sommige wijken zijn immers groter, wat vervelend

is. De mogelijkheid bieden om de zones met 30 ha

uit te breiden, is al een goed begin om dat op te

lossen.

Bovendien wilt u de omwonenden over de

gemeentegrenzen heen in vier aangrenzende zones

laten parkeren. Dat past in het kader van een

duurzame ontwikkeling.

U zou dat in uw besluit opnemen. Een parlement

keurt echter wetten goed en biedt de burger

duurzame garanties, omdat er een parlementair

debat moet worden gevoerd om een wet te kunnen

wijzigen.

U kan het zich niet veroorloven om u met enkele

woorden de macht van het parlement toe te

eigenen door te stellen dat u en uw medewerkers

zullen beslissen over de manier van werken.

(Applaus bij de MR en Ecolo)

Daarom vraagt de MR om het principe van de vier

aangrenzende zones te behouden.

Ten slotte zijn er nog het derde en het vierde

amendement. Volgens de voorliggende

ordonnantie bepaalt de regering na advies van de

betrokken gemeenten de maximale parkeerduur en

het parkeergeld. We wijzen er nogmaals op dat de

huidige tarieven tot tien keer lager liggen.

Daarnaast vraagt de MR om, afhankelijk van de

zones en op basis van het advies van de

gemeenten, het kwartier gratis parkeren te

vervangen door een halfuur.

(Applaus bij de MR)

61 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



voulu changer cette zone de 150 hectares, mais

vous avez ouvert la possibilité d'agrandir les zones

de 30 hectares. C'est déjà une chose !

Vous aviez dit que s'ils habitent dans des limites de

zones, les riverains pourraient décider de prendre

quatre secteurs limitrophes qui dépassent les

frontières communales. Ils pourraient ainsi choisir

de stationner là où ils travaillent, où ils habitent, où

les enfants se rendent à l'école. C'est aussi

conforme au développement durable.

Vous aviez affirmé que cet engagement se

retrouverait dans votre arrêté. Ici, Monsieur le

ministre, nous sommes au parlement, nous votons

des lois et nous donnons des garanties aux citoyens

qui sont pérennes car, pour changer une loi, il faut

un débat parlementaire.

Je ne veux pas que vous confisquiez le pouvoir du

parlement en quelques mots en affirmant que vous

allez décider avec votre cabinet de la manière de

procéder.

(Applaudissements sur les bancs du MR et d'Ecolo)

Nous vous demandons donc, dans cet amendement,

que les quatre zones limitrophes promises soient

maintenues.

De même, j'en termine avec les troisième et

quatrième amendements. L'article 11 § 1 de la

présente ordonnance est remplacé comme suit :

"Après avis des communes concernées, le

gouvernement fixe la durée de stationnement

maximal et la redevance." On en revient à la

redevance actuelle, qui est parfois six fois, deux

fois ou dix fois moins chère.

Nous proposons également de permettre, selon les

zones et avec avis des communes, que le quart

d'heure gratuit soit remplacé par une demi-heure

gratuite.

(Applaudissements sur les bancs du MR)



Pour gagner du temps, je prendrai aussi la parole

au nom d'Ecolo.


De heer Bruno De Lille (Groen).- Om tijd te

besparen, neem ik ook het woord namens Ecolo.

Wie zegt dat Brussel nood heeft aan een efficiënt

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 62


________________________________________________________________________________________________________________________



La politique de stationnement actuelle est

totalement inefficace et disparate. Les communes

tentent de se débarrasser de l'excédent de voitures

en les envoyant vers les communes voisines, sans

concertation. Il s'agit plus d'un moyen de remplir le

trésor que d'un instrument servant la mobilité.

Voici quelques années, le parlement bruxellois a

adopté une ordonnance qui devait harmoniser la

politique du stationnement dans la Région. Même si

elle résultait d'un compromis politique, elle avait le

mérite d'exister. Le gouvernement précédent avait

même élaboré les arrêtés d'exécution.

Mais le nouveau ministre de la Mobilité a voulu

tenter une autre approche. Il a décrété que les

arrêtés en vigueur étaient irréalisables, témoignant

ainsi de peu de respect envers son prédécesseur,

Mme Grouwels. En outre, les allégations du

ministre s'avèrent inexactes.

Nous nous demandons pourquoi il a fallu reporter

la mise en œuvre du Plan régional de politique du

stationnement (PRPS). En effet, les modifications

importantes annoncées consistent surtout en des

adaptations techniques. Il n'est ainsi plus question

d'un fonctionnaire dirigeant mais d'un directeur

général et des conventions peuvent désormais être

conclues avec des personnes publiques ou privées

pour la mise à disposition de places de

stationnement pendant les heures d'ouverture de

bureaux, magasins et entreprises et plus

uniquement en dehors de celles-ci.

Si certaines modifications sont ingénieuses et peut-

être nécessaires, elles ne justifient nullement

l'allégation selon laquelle leur absence aurait

empêché l'exécution de l'ordonnance.

S'agissant d'une modification plus importante, à

savoir l'augmentation des tarifs horaires

maximaux, contre laquelle M. De Wolf vient de

s'insurger, nous ne savons toujours pas si le

ministre l'appliquera. Pourtant, le parti du ministre

voulait rendre le plan initial plus strict en

augmentant les tarifs de stationnement, en

réduisant le nombre de places et en limitant la zone

de validité des cartes de riverain.

Je pensais et espérais donc que le ministre

insisterait sur ces aspects.

(Applaudissements)

parkeerbeleid om de mobiliteitsproblemen aan te

pakken, trapt een open deur in. Het huidige

parkeerbeleid is helaas totaal inefficiënt. Het is

versnipperd, er zit geen enkele lijn in, de

gemeenten trachten de overlast op hun

grondgebied zonder overleg door te schuiven naar

buurgemeenten en het parkeerbeleid wordt niet

zozeer beschouwd als een instrument om de

mobiliteit te sturen, maar vooral als een middel om

de schatkist te vullen.

Enkele jaren geleden keurde het Brussels

parlement een ordonnantie goed die tot een

geharmoniseerd parkeerbeleid moest leiden in heel

het gewest. Die ordonnantie stond weliswaar vol

slordigheden, er werden heel wat

verantwoordelijkheden doorgeschoven naar de

regering en ze was duidelijk het resultaat van een

politiek compromis, maar ze had tenminste de

verdienste dat ze bestond. De vorige regering heeft

de uitvoeringsbesluiten opgesteld, zodat alles in

kannen en kruiken was bij het aantreden van de

huidige regering.

De nieuwe minister van Mobiliteit wilde de zaken

echter anders aanpakken. Omdat hij liever zelf de

uitvoeringsbesluiten wilde opstellen, verklaarde hij

dan maar dat er enorme problemen waren met de

geldende besluiten en dat ze onuitvoerbaar waren.

Dat getuigde van weinig respect voor zijn

voorgangster, mevrouw Grouwels. Bovendien

blijken de beweringen van de huidige minister niet

te kloppen.

Als we de teksten zien die vandaag op tafel liggen,

vragen wij ons af waarom het zo lang heeft

geduurd om die voor te leggen aan het parlement.

Moesten wij de uitvoering van het Gewestelijk

Parkeerbeleidsplan daarvoor twee jaar uitstellen?

De aangekondigde belangrijke wijzigingen blijken

vooral te bestaan uit technische aanpassingen en

wat correcties van de teksten. Er is geen sprake

meer van een leidend ambtenaar, maar van een

directeur-generaal; het ophalen van het geld uit de

parkeerautomaten werd vervangen door het

ontvangen van het geld uit de parkeerautomaten;

er kunnen nu ook overeenkomsten met private of

publieke personen worden gesloten voor het ter

beschikking stellen van parkeerplaatsen tijdens, en

niet alleen buiten de openingsuren van kantoren,

winkels en ondernemingen, enzovoort.

Een aantal wijzigingen zijn handig en misschien

63 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



Mais il ne l'a pas fait. Vu les nuisances causées par

le trafic, le nombre de personnes affectées par la

pollution atmosphérique et les millions que coûtent

les embarras de circulation chaque année aux

entreprises, il est irresponsable d'avoir tergiversé

durant deux ans pour ces modifications de portée

très limitée.

Il était possible d'apporter des corrections après

l'introduction du plan et le gouvernement aurait

alors pu compter sur le soutien de Groen.

Force est de constater que le ministre Smet a omis

d'exécuter un plan de stationnement qui était

parfaitement réalisable. Nous sommes révoltés. Dès

lors, Groen et Ecolo s’abstiendront lors du vote.

Nous ne votons pas contre le projet, parce que

Bruxelles a besoin d'une politique régionale de

stationnement, mais sanctionnons les petits jeux

politiques du ministre. Ces manœuvres ont un

impact très important sur la qualité de vie des

habitants et l'attractivité économique de la Région

bruxelloise.


d'Ecolo)

wel nodig, maar de bewering dat het ontbreken

van die bepalingen de uitvoering van de

ordonnantie onmogelijk zou hebben gemaakt,

houdt geen steek.

Over een wat zwaarwichtigere wijziging, namelijk

de verhoging van de maximale uurtarieven,

waartegen de heer De Wolf zopas heeft

gefulmineerd, zaaide de minister in commissie zo

veel twijfel dat we nog steeds niet weten of hij die

beslissing wel zal uitvoeren. Nochtans wilde de

partij van de minister het initiële plan strenger

maken. De sp.a wilde dat parkeren duurder zou

worden, dat het aantal parkeerplaatsen zou

verminderen en dat de zone waarin een

bewonerskaart geldig was, zou worden beperkt.

Ik snap die bekommeringen en ik denk zelfs dat

het bevorderlijk zou zijn voor de mobiliteit in

Brussel als er rekening mee werd gehouden.

Samen met mijn collega dacht en hoopte ik dat de

minister zou aandringen op dergelijke bepalingen.

Helaas gebeurde dat niet. We hebben twee jaar

lang moet wachten op wat uiteindelijk een lege

doos blijkt te zijn. Rekening houdend met de

enorme overlast die het verkeer veroorzaakt, de

aantallen mensen die ziek worden door de

luchtvervuiling en de vele miljoenen die de

mobiliteitsknoop elk jaar aan de bedrijven kost, is

het volslagen onverantwoord dat er twee jaar werd

getalmd voor deze uiterst beperkte wijzigingen.

Het getreuzel van de minister heeft Brussel heel

veel kostbare tijd doen verliezen. Dat is schadelijk

voor de gezondheid van de Brusselaars en de

economie.

Natuurlijk moeten er altijd kinderziektes uit de

wereld geholpen worden en correcties aangebracht

worden, maar dat was nog perfect mogelijk na de

invoering van het plan. Uitstel was niet nodig. De

regering zou trouwens op de steun van Groen

hebben kunnen rekenen voor die uitvoering.

We moeten nu vaststellen dat minister Smet heeft

nagelaten om het Parkeerplan uit te voeren,

hoewel dat perfect haalbaar was. Dat maakt ons

opstandig. Groen en Ecolo zullen zich daarom bij

de stemming onthouden. We stemmen niet tegen

het ontwerp, omdat Brussel wel degelijk een

gewestelijk parkeerbeleid nodig heeft, maar we

kunnen niet aanvaarden dat de minister politieke

spelletjes meent te moeten spelen. Deze

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 64


________________________________________________________________________________________________________________________



manoeuvres hebben immers een bijzonder grote

impact op de levenskwaliteit van de inwoners en

de economische aantrekkingskracht van het

Brussels Gewest.


M. le président.- La parole est à M. Loewenstein.

M. Marc Loewenstein (DéFI).- Avant de vous

faire part de la position de mon groupe sur ce projet

d'ordonnance, et plus largement sur la politique

régionale de stationnement, il me paraît utile de

rappeler ce qu'on en dit dans notre déclaration de

politique régionale : "Le plan régional de

stationnement vise à harmoniser les règles

communales et fixe un plafond de places en voirie.

La suppression de stationnement en voirie devra

faire l'objet de compensations hors voirie, entre

autres via des parkings supplémentaires dans le

cadre de constructions de logements. Le

gouvernement travaillera en étroite concertation

avec les communes, principalement en termes de

mise en œuvre, entre autres de la délimitation de

zone du plan. Par ailleurs, alors que les voiries sont

saturées, une partie conséquente de l'offre de

parking actuelle reste inaccessible pour les

riverains. Le gouvernement cherchera toutes les

solutions pour mettre les parkings privés et publics

existant à disposition des Bruxellois en dehors des

heures ouvrables."

Le projet d'ordonnance que nous allons voter

aujourd'hui vise à modifier l'ordonnance du

22 janvier 2009 et celle du 3 avril 2014. Le groupe

DéFI soutiendra le projet, tout en soulignant un

élément auquel nous devons être attentifs pendant

les deux prochaines années. En effet, un

amendement a été voté concernant la possibilité

pour les communes de prolonger les concessions

privées venant à échéance le 1er juin 2018. Nous

espérons que parking.brussels sera prêt à temps

pour prendre le relais via son marché de concession

unique. A contrario, certaines communes seraient

confrontées à un vide juridique après cette date.

Nous devons donc évaluer la situation au premier

semestre 2018. À défaut de reprise possible dans les

délais, il faudra envisager une nouvelle

modification de l'ordonnance pour prolonger ce

terme du 1er juin 2018.

De voorzitter.- De heer Loewenstein heeft het

woord.

De heer Marc Loewenstein (DéFI) (in het

Frans).- In de beleidsverklaring van het gewest is

opgenomen dat het doel van het Gewestelijk

Parkeerbeleidsplan is om de regels van de

gemeenten op elkaar af te stemmen en een

maximumaantal parkeerplaatsen naast de weg te

bepalen. De parkeerplaatsen naast de weg die

verdwijnen, moeten worden gecompenseerd met

plaatsen elders. De regering zal bij de uitvoering

van het plan nauw met de gemeenten

samenwerken. Momenteel is een deel van de

beschikbare parkeerplaatsen nog steeds niet

toegankelijk voor omwonenden. De regering gaat

op zoek naar oplossingen om bestaande

privéparkings en openbare parkings buiten de

openingsuren open te stellen voor Brusselaars.

Met het ontwerp van ordonnantie waarover we

vandaag stemmen worden de ordonnanties van

22 januari 2009 en 3 april 2014 gewijzigd. DéFI

staat achter dit ontwerp, maar wijst er wel op dat

parking.brussels tegen 1 juni 2018, wanneer de

laatste contracten met privéconcessiehouders

aflopen, klaar moet zijn om als enige

concessiehouder op te treden. Anders komen

sommige gemeenten in een juridisch vacuüm

terecht.

Als in het eerste halfjaar van 2018 blijkt dat

parking.brussels er nog niet klaar voor is, moeten

we de ordonnantie opnieuw wijzigen om de termijn

te verlengen.

Een tweede belangrijk punt is het moment waarop

de ordonnantie van kracht wordt. Dat zou ten

laatste op 1 oktober 2016 moeten gebeuren. Om te

vermijden dat ze van kracht wordt voor de

uitvoeringsbesluiten in werking treden, stellen wij

echter een amendement voor dat de uiterste datum

waarop ze van kracht moet worden, op 1 januari

2017 brengt. Over dat amendement stemmen we

straks.

65 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



Un deuxième point sur lequel je voulais revenir est

l'entrée en vigueur du projet d'ordonnance

aujourd'hui. L'article 18 prévoit que l'entrée en

vigueur des chapitres 1 et 2 se fait par décision du

gouvernement et ce, au plus tard le 1er octobre

2016. Par souci de sécurité juridique, pour éviter

que l'ordonnance n'entre en vigueur avant la mise

en œuvre des arrêtés d'exécution, la majorité

propose un amendement pour que la date limite de

l'entrée en vigueur de l'ordonnance soit fixée non au

1er octobre 2016, mais au 1er janvier 2017. Je

dépose donc ici l'amendement qui sera soumis au

vote tout à l'heure.

En marge de ce projet d'ordonnance, vu qu'on

aborde la politique de stationnement, j'aimerais

revenir sur plusieurs points qui seront traités par le

gouvernement via des arrêtés, voire par d'autres

dispositifs législatifs.

L'ordonnance de stationnement date de janvier

2009. Elle a sept ans et, si l'agence a entre-temps vu

le jour et si certains dispositifs ont été mis en place

çà et là, force est de constater que la politique

régionale de stationnement n'a pas encore atteint

son rythme de croisière.

L'une des raisons de cet important retard est sans

doute liée au fait qu'on a beaucoup tourné en rond,

que les communes et la Conférence des

bourgmestres n'ont pas été suffisamment entendues

par le passé.

La déclaration de politique régionale prévoit,

comme je l'ai précisé, une étroite concertation avec

les communes. Depuis le début de la législature, on

peut tous s'accorder, majorité comme opposition,

pour dire que cette concertation a bien lieu. Et cette

concertation est nécessaire, non pas pour faire

plaisir aux baronnies locales, comme certains

pourraient le penser, mais bien parce que la

commune reste le niveau de pouvoir le plus proche

du citoyen et connaît mieux que quiconque les

spécificités locales.

S'il est complexe d'arriver à un dispositif régional

qui convient à tout le monde, il est néanmoins

indispensable, tout en gardant l'objectif

d'harmonisation, de tenir compte de cette expertise

de terrain et de continuer à en tenir compte à

l'avenir. La grande majorité des points qui posent

question depuis des années sont traités dans les

arrêtés. Ces arrêtés, aujourd'hui soumis au Conseil

Daarnaast zijn er een aantal punten in verband

met het parkeerbeleid die de regering in

uitvoeringsbesluiten of andere wetgevende

bepalingen behandelt, waarop ik wil terugkomen.

De parkeerordonnantie is zeven jaar oud. Hoewel

er ondertussen een parkeeragentschap is opgericht

en bepaalde maatregelen werden genomen, zit het

parkeerbeleid nog steeds niet op kruissnelheid.

Een van de belangrijkste redenen is wellicht dat de

gemeenten en de Conferentie van Burgemeesters

in het verleden te weinig geraadpleegd werden.

Overleg met de gemeenten is in de

beleidsverklaring opgenomen en iedereen zal het

met mij eens zijn als ik zeg dat dat er ook van bij

het begin van deze regeerperiode is geweest. Dat

is nodig, aangezien het gemeentebestuur het

dichtst bij de burger staat en de plaatselijke

situatie als geen ander kent.

Een gewestelijke maatregel uitwerken die iedereen

bevalt is niet eenvoudig, maar het is bijzonder

belangrijk dat daarbij met de expertise van de

gemeenten rekening wordt gehouden. De meeste

probleempunten worden behandeld in de

uitvoeringsbesluiten, die momenteel bij de Raad

van State voorliggen en een antwoord moeten

bieden op de opmerkingen van de gemeenten. Het

zou een goede zaak zijn als u die opmerkingen in

september aan het parlement voorlegt, zodat ze in

de commissie kunnen worden besproken.

DéFI pleit ervoor dat de gemeenten zelf kunnen

bepalen in welke sectoren binnen hun grenzen de

parkeerkaarten geldig zijn, zonder dat

parking.brussels daar wat aan kan veranderen.

Hoewel het ernaar uitziet dat de gemeenten niet

zelf de oppervlakte van hun sector zullen mogen

bepalen, stemt het ons toch tevreden dat een

parkeersector een maximale omvang van 150 ha

zal hebben, met een mogelijke afwijking van 20%

extra. Ideaal is het nog niet, maar toch al beter

dan de bestaande toestand.

Na de bijeenkomst van de technische werkgroep

werd beslist om de sectoren in subsectoren op te

delen.

DéFI hoopt dat de gemeenten mogen kiezen welk

systeem ze invoeren.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 66


________________________________________________________________________________________________________________________



d'État, devront répondre, toujours bien sûr dans un

nécessaire souci d'harmonisation, aux observations

des communes. Il serait d'ailleurs souhaitable, M. le

ministre, de venir exposer ces observations au

parlement, si possible dès la rentrée de septembre,

afin de pouvoir en discuter en commission.

Au nom de mon groupe, je reviendrai ici sur

plusieurs points qui seront fixés par les arrêtés.

S'agissant des secteurs, notre groupe plaide pour

que les communes puissent définir seules les

secteurs de validité des cartes de stationnement à

l'intérieur de leurs frontières, sans que l'agence

puisse les modifier. Si cela semble peine perdue

pour les communes de pouvoir définir elles-mêmes

la superficie de leur secteur, voire de prévoir un

secteur unique sur tout leur territoire, nous avons

été satisfaits d'apprendre de la bouche du ministre

en commission que la superficie d'un secteur de

stationnement sera de maximum 150 hectares, avec

une possibilité de dérogation de 20%

supplémentaires. Ce n'est pas encore l'idéal, c'est

toujours mieux que la situation figée qui existait

auparavant.

À la suite du groupe de travail technique qui s'est

réuni en présence d'experts communaux, de

l'Association de la ville et des communes de la

Région de Bruxelles-Capitale (AVCB) et du

cabinet du ministre, la notion de maille, comme

subdivision de secteur a été introduite.

Nous espérons que les communes auront bien le

choix du système qu'elles mettront en place et

qu'elles ne seront pas contraintes à mettre en œuvre

ce système de mailles.

M. Vincent De Wolf (MR).- Alors, on demande

leur avis dans le texte, comme nous le proposons

dans notre amendement. Votez pour notre

amendement et ce sera réglé.

M. Marc Loewenstein (DéFI).- Pas du tout.

Écoutez la fin de mon discours.

(Rires)

Si cette option répond à une certaine logique, nous

estimons de notre côté que les habitants d'une

commune connaissent mieux la définition des

limites territoriales de leur commune que la

définition territoriale d'éventuelles mailles. Si nous

devons vous rassurer, M. le ministre, le fait d'avoir


De MR stelt in zijn amendement voor om de

gemeenten te raadplegen. Als u die tekst

goedkeurt, is alles in kannen en kruiken.


Frans).- Toch niet. Laat mij even uitspreken.

(Vrolijkheid)

De keuze voor subsectoren lijkt logisch. DéFI is er

echter van overtuigd dat de inwoners van een

gemeente de gemeentegrenzen beter zullen kennen

dan die van een eventuele subsector. Dat neemt

niet weg dat ook wij streven naar harmonisering.

67 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



des réserves sur la notion de maille et la possibilité

de tracer les secteurs à l'intérieur des frontières

communales ne signifie en rien que nous ne

souhaitons pas d'harmonisation.

Que l'on parle de secteurs, de mailles ou de

frontières communales, il y aura par définition

toujours une frontière à gérer et les communes

auront l'obligation de s'accorder pour éviter les

incohérences et effets de reports d'une zone

réglementée à une autre plus accessible. Quant aux

cartes de dérogations, si la volonté de la Région va

à l'harmonisation et à la réduction de types de

cartes, nous tenions à insister sur deux points.

Vu que la commune continuera de délivrer les

cartes de dérogation valables sur son territoire et

que l'agence se chargera désormais de la délivrance

des cartes de dérogations transfrontalières, nous

insistons sur la nécessité d'une communication des

informations de l'agence vers les communes quant à

la délivrance de telles cartes. Pourquoi ? Pour que

les communes puissent avoir une connaissance

précise du nombre de cartes de dérogation valables

sur leur territoire, réguler l'offre et la demande, et

adapter le cas échéant leur politique de

stationnement.

Par ailleurs, à côté des cartes de dérogation prévues

pour les riverains, les entreprises ou encore les

enseignants, le groupe DéFI insiste sur la nécessité

de proposer une carte de dérogation "visiteur", je

pense ici notamment, mais pas du tout

exclusivement, aux personnes âgées qui reçoivent

chaque semaine la visite d'un enfant ou petit-enfant.

Ces cartes ont une utilité certaine et nous espérons

qu'elles seront bien autorisées dans les arrêtés à

venir.

Enfin, pour ce qui est des cartes de riverain, notre

souhait est que les arrêtés prévoient que trois cartes

puissent être délivrées par ménage, tout en laissant

à la commune un pouvoir d'appréciation pour en

délivrer moins.

Nous plaidons pour la fixation d'un prix minimum

afin de permettre aux communes de prévoir des

tarifs différents, notamment sur la base de l'offre et

de la demande.

En dehors de ces points traités dans les arrêtés,

j'aimerais encore aborder deux éléments.

Er zal in elk geval altijd een grens zijn en de

gemeenten zullen moeten samenwerken om te

vermijden dat er een gebrek aan samenhang is en

dat automobilisten uitwijken naar de minst strikt

gereguleerde zones.

Ook voor de uitzonderingskaarten ziet DéFI twee

aandachtspunten. De gemeente blijft de kaarten

die op haar grondgebied gelden, uitreiken, terwijl

parking.brussels de kaarten die in het volledige

gewest geldig zijn, uitreikt. Om ervoor te zorgen

dat de gemeenten goed weten welke kaarten op

hun grondgebied geldig zijn, hun aanbod op de

vraag kunnen afstemmen en desgevallend hun

parkeerbeleid kunnen aanpassen, moet

parking.brussels met de gemeenten overleggen.

Overigens is DéFI van mening dat er ook

uitzonderingskaarten voor bezoekers moeten

komen, bijvoorbeeld voor ouderen die wekelijks

bezoek krijgen van kinderen of kleinkinderen.

Wij hopen dat dit wordt geregeld in toekomstige

uitvoeringsbesluiten. Elk gezin hoort recht te

hebben op drie parkeerkaarten, tenzij de gemeente

beslist om er minder te verstrekken.

DéFI pleit daarnaast voor een minimumprijs,

zodat de gemeenten verschillende tarieven kunnen

hanteren, afhankelijk van de vraag en het aanbod.

Een ander punt is de compensatie van

verdwijnende parkeerplaatsen naast de weg door

parkeerplaatsen elders. Dat is een opdracht voor

parking.brussels. Die maatregel moet absoluut

worden uitgevoerd.

Uit het antwoord dat ik op een schriftelijke vraag

kreeg, kan ik echter afleiden dat dit voor

parking.brussels en de regering geen prioritair

punt is, hoewel de maatregel in het regeerakkoord

werd opgenomen en absoluut noodzakelijk is,

zeker in bepaalde drukbevolkte wijken.

In 2015 en 2016 werd er een bedrag van

55.000 euro in de begroting van parking.brussels

opgenomen voor de aanstelling van een voltijdse

kracht voor de uitvoering van het parkeerbeleid

zoals dat in het Brussels Wetboek van lucht,

klimaat en energiebeheersing (BWLKE) is

opgenomen. Vier maanden geleden was die

ambtenaar nog niet in dienst genomen omdat het

klimaatfonds dat zijn wedde moest betalen, over

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 68


________________________________________________________________________________________________________________________



D'abord, la déclaration de politique régionale

prévoit que la suppression de places de

stationnement en voirie fera l'objet de

compensation hors voirie ou ailleurs. Il s'agit là de

l'une des missions de l'Agence de stationnement.

Cela fait des mois que j'insiste sur la nécessité de

mettre cette mesure en œuvre.

Vu la réponse reçue dernièrement à l'une de mes

questions écrites sur le sujet, l'on sent bien que ce

point ne constitue pas la plus grande priorité de

l'agence, ni du gouvernement. Pourtant, la mesure

est prévue dans l'accord de gouvernement et elle

constitue une nécessité, notamment dans certains

quartiers denses.

Un montant de 55.000 euros était inscrit en 2015 et

2016 au budget de l'agence pour engager un

équivalent temps plein chargé de l'exécution du

volet stationnement du Code bruxellois de l'air, du

climat et de la maîtrise de l'énergie (Cobrace). Il y a

quatre mois, cet agent n'était toujours pas engagé

parce que le fonds pour le climat devant couvrir son

salaire n'était pas suffisamment alimenté. Je profite

de mon intervention pour vous interroger sur

l'avancement de ce dossier et pour vous demander

de vous concerter avec la ministre chargée de

l'Environnement afin de procéder au plus vite à cet

engagement.

Enfin, l'ordonnance stationnement et ses futurs

arrêtés règlent, certes, la politique du stationnement

en Région bruxelloise, mais s'attaquent très peu à

un problème quotidien des habitants : trouver une

place de stationnement lorsqu'ils rentrent chez eux

le soir.

Si la solution à plus long terme peut résider dans

des modes de transport alternatifs à la voiture - un

transport public plus efficace ou l'autopartage, par

exemple -, nous n'en sommes pas là et il faut

répondre au problème par des mesures concrètes et

rapidement exécutables.

Nous devons laisser aux Bruxellois le libre choix de

leur mode de transport et je suis convaincu qu'ils se

tourneront naturellement, s'ils le peuvent, vers des

alternatives à la voiture lorsque celles-ci seront

suffisamment développées.

Entre-temps, plusieurs solutions peuvent être

apportées. Parmi elles, et j'y suis revenu à plusieurs

reprises en commission, il y a la mise à disposition

onvoldoende middelen beschikte. Hoe ver staat u

ondertussen met die aanstelling?

Ten slotte zullen de ordonnantie en de toekomstige

besluiten wel het parkeerbeleid in het gewest

regelen, maar bieden ze niet direct een antwoord

op de dagelijkse vraag van de Brusselaars waar ze

's avonds een parkeerplaats kunnen vinden.

Op lange termijn ligt de oplossing voor dat

probleem bij alternatieve vervoermiddelen. Zover

is het echter nog niet. Daarom zijn er nu concrete

en snel uitvoerbare maatregelen nodig.

De Brusselaars moeten kunnen kiezen op welke

manier ze zich verplaatsen. Als de alternatieven

voor de auto voldoende uitgebouwd zijn, zullen ze

er vanzelf op overschakelen.

Ondertussen zijn er meerdere oplossingen

mogelijk, onder andere het openstellen van de

parkings aan kantoren of winkels voor

omwonenden, vooral 's avonds.

Sommige gemeenten geven privéspelers daarvoor

fiscale stimuli, maar het kan evengoed via de

uitvoering van het BWLKE en met een duwtje in de

rug van de regering.

In de algemene beleidsverklaring is eveneens

opgenomen dat de regering het probleem van de

overvolle wegen in bepaalde wijken zal

aanpakken.

DéFI staat erop dat de regering haar beloften

nakomt.

(Applaus bij DéFI)

69 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



de parkings de bureaux ou de commerces pour les

riverains, principalement en soirée.

Cela se fait aujourd'hui via un opérateur privé et via

des incitants fiscaux dans certaines communes,

mais cela pourrait également se faire via la mise en

œuvre du Cobrace et grâce à un petit coup de pouce

du gouvernement.

Comme pour la concertation étroite avec les

communes et la compensation des places de

parking supprimées, la déclaration de politique

générale prévoit de régler le problème de saturation

dans certains quartiers.

Nous insistons pour que tous ces engagements

soient respectés.

(Applaudissements sur les bancs de DéFI)


Mme Céline Delforge (Ecolo).- Comme l'a dit

mon collègue Bruno De Lille, notre principale

interrogation par rapport au texte qui nous est

présenté aujourd'hui est la suivante : pourquoi, alors

qu'un autre texte était prêt à l'emploi depuis deux

ans, rien n'a-t-il été fait ?

Ce qui figure dans ce texte n'est pas mauvais, mais

d'ici deux ans, on pourrait encore le rediscuter pour

améliorer des choses à la marge sans que cela n'y

porte atteinte. J'ai l'impression que vous agissez

comme un chien qui veut marquer son territoire.

Cela doit devenir votre ordonnance, et surtout pas

celle du gouvernement précédent !

(Colloques)

Pourquoi perdre deux ans pour une politique

importante qui offre un outil en matière de gestion

du trafic automobile ? Ce n'est pas pour rien que

des villes étrangères un peu plus à la pointe que

nous en matière de mobilité se sont attaquées à la

question depuis belle lurette et ont mis des

politiques en œuvre.

Ce qui nous interpelle par ailleurs, c'est que l'on

punit des communes qui ont joué le jeu depuis le

début. Quand je vois que l'on va encore favoriser

les communes qui ont fait le choix de concéder le

parking à un opérateur privé, alors qu'elles savaient


woord.


Frans).- Ecolo vraagt zich vooral af waarom er

niets is gebeurd, terwijl er twee jaar geleden al

een andere tekst klaarlag?

Deze tekst is niet slecht, maar we kunnen nog eens

twee jaar discussiëren over kleine verbeteringen

links en rechts. Dit moet uw ordonnantie zijn, niet

die van de vorige regering!

(Samenspraak)

Waarom hebt u twee jaar verspild aan beleid dat

een belangrijk middel biedt om het autoverkeer te

beheren? Steden in het buitenland hebben die koe

lang geleden al bij de horens gevat.

Bovendien vindt Ecolo het stuitend dat de

gemeenten die zich vanaf het begin hebben

ingespannen, worden benadeeld. Het ontwerp

speelt in de kaart van de gemeenten die het hielden

bij een privé-concessiehouder terwijl ze goed

wisten dat een openbare instantie het

parkeerbeleid ging overnemen. Dat roept vragen

op.

Het lijkt er zelfs op dat er toegevingen worden

gedaan aan de dwarsliggers.

Twee jaar geleden was er een consensus, waarna

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 70


________________________________________________________________________________________________________________________



pertinemment bien qu'une ordonnance demanderait

que le parking soit géré par un opérateur public, on

peut s'interroger.

C'est par exemple le cas d'Ixelles, qui avait un gros

problème vis-à-vis de la réglementation du

stationnement et qui a sciemment signé une

nouvelle convention avec un opérateur privé.

Elle savait pourtant très bien que désormais, la

législation régionale prévoyait un recours au

secteur public. On peut se demander s'il ne s'agit

pas d'une concession aux détracteurs !

Je vois que vous avez traîné. Un certain consensus

s'est dégagé il y a deux ans, puis vous avez remonté

quelque peu la pression en créant à nouveau de la

tension. On voit bien que le lobby communal - cette

instance hautement transparente qu'est la

Conférence des bourgmestres - est à nouveau en

train de se pencher sur le sujet et d'essayer

d'influencer l'ordonnance.

Monsieur le ministre, je pense que vous avez

apposé votre marque. Je pense surtout que vous

avez fait perdre beaucoup de temps à la politique de

cette Région.


Groen)

u de druk opvoerde en zo weer spanningen

veroorzaakte. De gemeentelobby buigt zich nu

opnieuw over het onderwerp en probeert haar

invloed aan te wenden om de ordonnantie te laten

aanpassen.

U hebt uw stempel op het beleid gedrukt, maar

bovenal hebt u het parkeerbeleid in het gewest

veel vertraging doen oplopen.


M. le président.- La parole est à M. Van Damme.

M. Jef Van Damme (sp.a) (en néerlandais).- Il est

vrai que rien n'avait bougé dans ce dossier depuis

l'ordonnance de 2009. Le nouveau texte s'est peut-

être fait attendre deux ans, M. De Lille, mais il suit

surtout cinq ans d'immobilisme, soit l'époque où

vous étiez ministre de la Mobilité et où le sp.a ne

faisait pas partie du gouvernement.


Mme Grouwels, M. Van Damme parle de vous. La

majorité doit se concerter. Les membres

s'agressent.

(Rumeurs)

De voorzitter.- De heer Van Damme heeft het

woord.

De heer Jef Van Damme (sp.a).- Ik ga niet in op

de details van de vorige sprekers. Wel wil ik kort

de voorgeschiedenis van het dossier schetsen. Het

klopt dat er sinds de ordonnantie van 2009 niets

meer beweegt. Voor de eerste keer in zeven jaar zit

er beweging in dit dossier. Misschien had het

sneller gekund dan twee jaar, mijnheer De Lille,

maar dan nog is er vooral vijf jaar stilstand

geweest, toen u minister van Mobiliteit was en u in

de regering zat en de sp.a niet.

De heer Bruno De Lille (Groen).- Mevrouw

Grouwels, de heer Van Damme heeft het over u.

De meerderheid moet even overleggen. De leden

vallen elkaar aan.

(Rumoer)

71 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



M. Jef Van Damme (sp.a) (en néerlandais).- Vous

faites toujours l'innocent, comme si tout était la

faute de ce gouvernement. Vous dites qu'il n'a rien

fait. En vérité, le gouvernement précédent a attendu

cinq ans pour agir.

De heer Jef Van Damme (sp.a).- Ik vind het een

beetje raar dat u altijd het heilig patertje speelt. U

doet altijd alsof het allemaal de fout is van deze

regering. U zegt dat die niets heeft gedaan. De

realiteit is natuurlijk dat de vorige regering vijf

jaar heeft gewacht.

M. Bruno De Lille (Groen) (en néerlandais).- Le

projet était prêt. Vous nous avez même félicités.

Consultez brusselnieuws.be. Vous vouliez des

dispositions plus strictes, mais elles ne figurent pas

dans ce projet. Nous avons attendu ce texte deux

ans et il nous faudra encore attendre six mois.

M. Jef Van Damme (sp.a) (en néerlandais).- Je

vous ai laissé vous exprimer. J'apprécierais que

vous fassiez de même avec moi.


Vous m'avez agressé, moi non. Je ne vous ai même

pas nommé, mais bien votre ministre.

M. Jef Van Damme (sp.a) (en néerlandais).- Je

comprends que vous acceptez mal que nous

fassions avancer ce dossier.


Absolument pas. Mais vous agressez Mme

Grouwels.

M. Jef Van Damme (sp.a) (en néerlandais).- C'est

un dossier difficile qui exige de trouver un équilibre

avec les communes. La modification de

l'ordonnance se justifie par le fait que tous les

plans devaient être adoptés en une fois par le

passé. Désormais, nous ne devrons donc plus le

faire et pourrons mettre en pratique ceux que nous

choisissons. Le reste suivra plus tard.

Je suis fier de notre avancement. Je constate que ce

gouvernement parvient finalement à ouvrir ce

dossier, contrairement au gouvernement précédent

qui a temporisé durant cinq ans.

Durant ces cinq années, le sp.a ne siégeait pas dans

la majorité. C'est aujourd'hui le cas et les choses

sont relancées.

(Applaudissements)

De heer Bruno De Lille (Groen).- Het lag klaar.

U hebt ons zelfs proficiat gewenst. Kijk maar op

brusselnieuws.be. U vond dat het strenger kon.

Alle dingen die u strenger wilde, zitten er nu niet

in. We hebben daar twee jaar op gewacht en

moeten nog een half jaar wachten.

De heer Jef Van Damme (sp.a).- Ik heb u laten

uitspreken. Ik zou het waarderen als u mij dat ook

laat doen.

De heer Bruno De Lille (Groen).- U hebt me

aangevallen. Ik heb u niet aangevallen. Ik heb u

zelfs niet genoemd, wel uw minister.

De heer Jef Van Damme (sp.a).- Ik begrijp dat u

het moeilijk vindt dat we het dossier vooruit laten

gaan.

De heer Bruno De Lille (Groen).- Ik vind niets

moeilijk. Ik vind dat u mevrouw Grouwels aanvalt.

De heer Jef Van Damme (sp.a).- Dit is een

moeilijk dossier waarin we met de gemeenten een

evenwicht moeten vinden. Een van de redenen

waarom de ordonnantie nu gewijzigd wordt, is dat

in het verleden alle plannen in een keer moesten

worden goedgekeurd. Dat betekende dat het ritme

van de traagste moest worden gevolgd. Deze

wijziging zorgt ervoor dat we dat niet meer hoeven

te doen, maar dat we vooruit kunnen met degenen

die dat willen. De rest zal later wel volgen.

Ik ben trots dat we vooruitgaan. Ik stel gewoon

vast dat deze regering er eindelijk in slaagt om het

dossier te openen. De vorige regering heeft dat

jammer genoeg niet gedaan. Vijf jaar lang heeft

het dossier in de koelkast gelegen.

Gedurende vijf jaar lang zat de sp.a niet in de

meerderheid. Dat is vandaag wel het geval en de

zaken gaan opnieuw vooruit.

(Applaus bij de sp.a)

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 72


________________________________________________________________________________________________________________________



M. le président.- La parole est à M. Cerexhe.

M. Benoît Cerexhe (cdH).- Le projet d'ordonnance

qui nous est soumis aujourd'hui permet de revenir

une nouvelle fois devant cette assemblée pour

débattre de cet enjeu crucial que représente, pour

notre Région, la problématique liée à la politique de

mobilité en général. Plus particulièrement, nous

discutons aujourd'hui de la politique de

stationnement.

Néanmoins, j'y reviendrai dans le développement

de mon intervention, il serait réducteur de ne

considérer cette dernière que comme un des

éléments constitutifs de la politique de mobilité.

Elle a en effet des implications transversales, que ce

soit en termes d'attractivité liée au "vivre en ville"

pour les habitants actuels et à venir de notre

Région, ou en termes de "venir en ville" pour les

nombreux visiteurs qui se rendent quotidiennement

à Bruxelles pour y travailler, y faire du commerce

ou profiter des infrastructures culturelles,

hospitalières ou autres.

Le projet d'ordonnance qui nous est soumis

aujourd'hui apporte un certain nombre de

modifications à l'ordonnance existante. La plupart

d'entre elles portent sur des aménagements ou des

simplifications du texte que ce parlement, dans son

ensemble, ne peut qu'approuver.

Saluons par exemple les facilités octroyées aux

personnes souffrant d'un handicap. La gratuité du

stationnement est une mesure permettant

effectivement de ne pas pénaliser les personnes les

plus faibles et les plus fragiles et pour qui, bien

souvent, le déplacement ne peut s'envisager qu'en

voiture.

Dans ce projet, l'officialisation des zones dites "kiss

and ride" et des zones de livraison est également un

élément positif. Le "kiss and ride" évite de

pénaliser les parents qui vont chercher leurs enfants

à l'école ou à la crèche ou les personnes qui

embarquent des connaissances à la sortie des gares.

C'est très bien et les zones de livraison doivent

rester des zones de livraison et non des squats à

voitures ventouses, comme on le voit trop souvent

dans nos quartiers commerçants.

Au-delà de ces points, des questions vous ont été

posées en commission et je souhaiterais en

De voorzitter.- De heer Cerexhe heeft het woord.

De heer Benoît Cerexhe (cdH) (in het Frans).-

Het mobiliteitsbeleid en in het bijzonder het

parkeerbeleid vormen een belangrijke uitdaging

voor het Brussels Gewest.

Het belang van het parkeerbeleid overstijgt de

mobiliteit, want het parkeerbeleid heeft een

rechtstreekse impact op de aantrekkelijkheid van

de stad.

Deze ordonnantie bevat enkele wijzigingen ten

opzichte van de bestaande ordonnantie waar het

parlement moeilijk bezwaar tegen kan maken. Het

gratis parkeren voor personen met een handicap

bijvoorbeeld zorgt ervoor dat de zwaksten, die zich

vaak alleen met de auto kunnen verplaatsen, niet

worden gepenaliseerd.

Een ander voorbeeld is het officieel maken van de

kiss-and-ridezones, die ouders toelaten hun

kinderen aan de school af te zetten, en van

leverzones.

Leverzones moeten echter voorbehouden blijven

voor leveringen en mogen geen trekpleister voor

gewone auto's worden, wat nu al te vaak het geval

is in handelswijken.

Ik ga nog even in op enkele punten die in de

commissie ter sprake kwamen. Om te beginnen

bevat het ontwerp een bepaling om het gratis

parkeren in de handelskernen te beperken tot

maximaal vijftien minuten. In de commissie liet de

minister de mogelijkheid open om die gratis

parkeerperiode te verlengen. Uit ervaring weet ik

dat het nuttig kan zijn om daar in sommige

gevallen bijvoorbeeld een halfuur van te maken.

Daarnaast blijven sommigen zich verwonderen

over het feit dat er lijkt te worden gewerkt met

twee maten en gewichten. Het ontwerp verplicht

de gemeenten namelijk om tegen 2019 een

eventuele samenwerking met een privépartner stop

te zetten. Enkel de bevoegde gewestelijke instantie

zal nog parkeergeld mogen innen. Maar die

instantie krijgt wél de mogelijkheid om deze taak

uit te besteden aan een privépartner.

Ik begreep de logica van de vorige ordonnantie,

die de inning voorbehield voor de overheid. Ik

begrijp ook dat het efficiënter kan zijn om deze

73 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



approfondir quelques-unes avec vous.

Il y a tout d'abord la question de la gratuité dans les

noyaux commerçants en zone rouge pour une

période au-delà de quinze minutes. L'ordonnance

limite cette période de gratuité à quinze minutes

pour favoriser la rotation des véhicules, ce qui est

un objectif que nous devons tous poursuivre.

En commission, vous avez émis la possibilité

d'évaluer une extension de cette période de gratuité.

Par expérience, je puis vous assurer, puisque je

pratique ce système dans ma commune, qu'il peut

s'avérer intéressant de dépasser ce délai de quinze

minutes et de le porter à trente minutes dans un

certain nombre de zones commerçantes.

Par ailleurs, certains d'entre nous continuent de

s'interroger sur le "deux poids deux mesures" que

cette ordonnance semble pouvoir permettre en

interdisant aux communes de recourir à un

opérateur privé pour la perception et le

recouvrement des redevances de stationnement d'ici

à 2019. Or, elle octroiera cette possibilité à

l'opérateur régional, puisque l'agence régionale,

elle, pourra le faire.

Si nous pouvions comprendre la logique de

l'ordonnance précédente, qui faisait de la perception

des redevances une tâche presque régalienne,

dévolue désormais aux seuls pouvoirs publics, nous

nous interrogeons sur le pourquoi de

l'affadissement de ce principe au profit de

parking.brussels, seule agence régionale de

stationnement, et plus des communes.

Soit cela relève de la mission publique et l'idée

même de concession à un opérateur privé est

rejetée, soit, au nom de l'efficacité, on admet qu'un

opérateur privé peut être plus efficace : dans ce cas,

pourquoi interdire aux communes d'y recourir

désormais ?

L'ordonnance est une chose - et c'est ce que nous

allons voter aujourd'hui - les arrêtés en sont une

autre. Nous le savons tous, cette ordonnance

délègue un nombre important de prérogatives au

gouvernement. Les questions qui touchent le plus

au quotidien des gens sont directement réglées par

arrêtés : tarifs, mailles, secteurs, type de cartes de

dérogation.

Il s'agit en l'espèce d'être pragmatique. Que ce soit

taak uit te besteden aan een privé-instantie. Maar

waarom mag alleen parking.brussels dat voortaan

doen en de gemeenten niet?

De ordonnantie verleent de regering heel wat

prerogatieven. De tarieven, sectoren,

bewonerskaarten en dergelijke, zullen allemaal via

uitvoeringsbesluiten worden geregeld. Dat is geen

probleem, als het maar goed is geregeld.

Het regeerakkoord is duidelijk over de

parkeersectoren en de verdeling van de

parkeerplaatsen en bepaalt dat de doelstellingen

zullen worden behaald met respect voor de

gemeentelijke autonomie. Ik vind dat de gemeenten

deze zaken het best zelf regelen.

(Rumoer)

Mijnheer De Wolf, toeschouwers hebben geen

spreekrecht. U kunt mij alleen vanop uw plaats

onderbreken.

(Rumoer)

Harmonisering betekent niet dat op het hele

grondgebied maar één regeling mag gelden. De

situatie verschilt immers van gemeente tot

gemeente en van wijk tot wijk.

Ik wil ook wijzen op een stedelijke realiteit: de

nieuw samengestelde gezinnen. Ouders horen niet

enkel in de buurt van hun eigen woning te kunnen

parkeren, maar ook daar waar hun kinderen

verblijven.

Wat de bewonerskaarten betreft, willen we niet het

bezit van een of meer wagens bestraffen, maar de

mensen aansporen om hun wagen minder te

gebruiken voor bepaalde verplaatsingen. De helft

van de verplaatsingen in Brussel bedraagt minder

dan vijf kilometer.

Het tekort aan reglementaire parkeerplaatsen

moet volgens het regeerakkoord worden opgelost

door het gebruik van parkings buiten de openbare

weg. Dat is absoluut noodzakelijk om de gezinnen

in Brussel te houden.

Voor sommige beroepsmensen is de parkeerkaart

zeer duur. Dat is niet in overeenstemming met het

regeerakkoord. Het is net de bedoeling om Brussel

aantrekkelijker te maken voor ondernemingen en

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 74


________________________________________________________________________________________________________________________



réglé au niveau de l’ordonnance ou au niveau des

arrêtés, ce qui compte, c'est que ce soit réglé

positivement au bénéfice des Bruxellois.

Si cela se passe par arrêté, comme le gouvernement

le prévoit, et que cela va dans le bon sens, cela ne

nous pose aucun problème.

Je voudrais vous rappeler les points d'attention

particulièrement importants pour nous dans ce

dossier.

L'accord de gouvernement est clair concernant les

secteurs et les mailles de stationnement. Il spécifie

que les objectifs partagés seront atteints,

notamment en matière de stationnement, dans le

respect de l'autonomie communale. Nous estimons

dès lors que le niveau communal est le plus à même

de définir lui-même les mailles de stationnement.

(Rumeurs)

Les spectateurs, M. De Wolf, n'ont pas le droit à la

parole ! Si vous étiez à votre place, au lieu d'être

dans les tribunes, vous auriez le droit de

m'interrompre.

(Rumeurs)

À nos yeux, l'harmonisation ne signifie nullement

l'uniformisation d'une règle sur l'ensemble d'un

territoire. Les situations et les problèmes rencontrés

en matière de stationnement sont souvent différents

d'une commune ou d'un quartier à l'autre, selon la

densité de population ou les éventuelles

infrastructures de parking hors voirie.

Nous attirons aussi votre attention sur une réalité

urbaine : celle des familles divorcées, séparées

et/ou recomposées. Elle impose souvent de pouvoir

stationner non seulement à proximité de son propre

domicile, mais aussi à proximité du domicile où

logent - ou sont domiciliés - les enfants du couple

séparé.

Un autre point qui retient notre attention est celui

des cartes de dérogation pour les riverains. Notre

objectif - et celui de l'accord de gouvernement -

n'est pas de pénaliser la possession d'une ou de

plusieurs voitures, mais bien d'encourager les

automobilistes à moins utiliser leur véhicule et à

mieux prendre en considération les autres formes de

mobilité (modes doux et transports en commun)

investeerders. De concurrentie met de andere

gewesten is enorm.

Mensen aansporen om andere vervoersmiddelen te

gebruiken dan de wagen, moet met positieve

stimuli gebeuren en niet door de belastingen op

autogebruik te verhogen.

Er is ook sprake van een parkeerkaart voor

regelmatige bezoekers, zoals grootouders,

mantelzorgers of kinderverzorgers. Dat past in ons

doel van een humanere samenleving, die sociaal

isolement tegengaat en intermenselijke relaties

bevordert.

De vele gemeentelijke en gewestelijke

parkeerplannen bieden geen oplossing voor wat

voor de bewoners het grootste probleem is: een

parkeerplaats vinden wanneer je thuis komt van je

werk. Volgens het jongste verslag van

parking.brussels zijn er in Brussel zo'n

265.000 plaatsen op de rijweg. Tien jaar geleden

waren dat er nog 293.000. Ondertussen is het

aantal inwoners echter wel met 12% toegenomen

en het Brusselse wagenpark met 3,3%.

We zijn het ermee eens dat het aantal

parkeerplaatsen moet dalen, maar ter compensatie

moeten er dan elders plaatsen bijkomen. We

moedigen de regering daarom van harte aan om

het deel van het regeerakkoord uit te voeren dat

zegt dat de regering manieren zal zoeken om

bestaande parkings en privéparkings buiten de

werkuren ter beschikking te stellen van de

Brusselaars. Zo zal dit een verplichting worden bij

alle aanvragen voor stedenbouwkundige

vergunningen of milieuvergunningen.


75 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



pour certains types de déplacements. L'on sait

d'ailleurs qu'un déplacement sur deux effectué à

Bruxelles couvre moins de cinq kilomètres.

La problématique du manque de places de

stationnement réglementé en voirie doit trouver une

solution dans ce que l'accord de gouvernement

prévoit, à savoir l'accroissement de l'offre de

parking hors voirie. C'est là une absolue nécessité si

nous voulons garder les familles à Bruxelles.

Le troisième point d'attention concerne la carte de

dérogation professionnelle. Le prix de celle-ci

constitue indubitablement une charge fiscale

supplémentaire pour l'économie, extrêmement

lourde et assez peu compatible avec les objectifs

fixés par l'accord de gouvernement, visant à

développer l'attractivité de Bruxelles pour les

entreprises et les investisseurs.

Il nous faut tenir compte d'un environnement

particulièrement concurrentiel avec les deux autres

Régions du pays en général, et avec l'hinterland

économique qui entoure la Région bruxelloise en

particulier.

S'il convient d'encourager de nombreux Bruxellois

et de nombreux navetteurs à abandonner leur

véhicule lorsqu'ils viennent travailler à Bruxelles,

en privilégiant d'autres formes de mobilité, nous

estimons que cela doit passer par des politiques

plus incitatives et qui favorisent l'intermodalité

plutôt que par la fiscalisation à outrance du parc

automobile.

Notre quatrième point d'attention concerne la carte

de dérogation pour les visiteurs. L'idée d'une telle

carte de dérogation avait été introduite pour éviter

qu'une politique de stationnement trop onéreuse

n'ait des répercussions sur celles et ceux qui se

rendent régulièrement chez des proches, isolés ou

non, soit pour leur venir en aide, comme des garde-

malades, des gardes d'enfants qui doivent rester à la

maison, ou des grands-parents, soit simplement

pour entretenir le lien social ou les liens familiaux.

La carte pour les visiteurs s'inscrit dans notre

objectif d'une société plus humaine, qui encourage

le lien social, sort de leur isolement les personnes

esseulées à domicile, et ne pénalise pas les

nécessaires relations interpersonnelles et

intrafamiliales.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 76


________________________________________________________________________________________________________________________



Notre cinquième point d'attention concerne le

stationnement en dehors des heures de bureau. Les

plans de stationnement, qu'ils soient communaux

ou régional, n'apportent pas de réelle solution à ce

qui constitue sans doute, pour les habitants de notre

Région, le principal des problèmes : le

stationnement après 18h, dans son quartier, lorsque

tout le monde revient du travail et que les

navetteurs sont partis.

Dans son dernier rapport, parking.brussels nous

apprenait qu'il y avait à Bruxelles quelques 265.000

places de stationnement en voirie. En 2005, il en

existait 293.000. Nous avons donc perdu 10% de

capacité de parking en l'espace de dix ans, alors que

le nombre d'habitants a augmenté de 12% et que le

parc automobile bruxellois s'est accru, lui, plus

modestement, de 3,3%.

La raréfaction du parking en surface, que nous

appelons de nos vœux, ne peut aller de pair qu'avec

une augmentation similaire des possibilités de

stationnement hors voirie, dans les quartiers, à

proximité des endroits où vivent et dorment les

familles bruxelloises.

Je ne peux que vous encourager à mettre en œuvre

ce volet de notre accord de gouvernement, qui

stipule que pour pallier ce problème, le

gouvernement cherchera toutes les solutions pour

mettre les parkings privés et les parkings existants à

disposition des Bruxellois en dehors des heures

ouvrables. Le gouvernement imposera le parking

partagé dans toute demande de permis d'urbanisme

et d'environnement.




néerlandais).- Le rapport annuel de

parking.brussels est affligeant. Le directeur, M.

Dubois, y souligne la difficulté d'obtenir un système

harmonisé et précise que l'agence offrira son aide

aux communes pour les aider à faire des choix dans

leur politique de stationnement.

L'agence de stationnement existe depuis 2012 et il

est encore question de la politique de stationnement

des communes. C'est honteux !


woord.

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- Het

jaarverslag van parking.brussels, dat we afgelopen

week hebben ontvangen, is om te huilen. Het

volstaat om het voorwoord van de heer Dubois te

lezen. Ik citeer: "De harmonisering die we

uiteindelijk willen bekomen, is niet het

gemakkelijkste proces. Maar het feit dat

gemeenten op een of andere manier beginnen

samen te werken met het agentschap wijst er toch

op dat we stap voor stap de goede richting in

gaan". Collega's, waar zijn wij in godsnaam mee

bezig?

77 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



Dans notre capitale européenne embouteillée, où

les problèmes de stationnement sont surtout causés

par des voitures qui cherchent à se garer, nous ne

parvenons pas à organiser une politique régionale

de stationnement, ni à l'harmoniser un tant soit

peu. Alors que quatre communes se rallient à la

politique régionale de stationnement, les quinze

autres jugent apparemment qu'elles peuvent faire

mieux chacune de leur côté.

Par conséquent, l'action de parking.brussels reste

marginale et une vraie politique de stationnement

favorisant la mobilité à Bruxelles fait défaut.

Anvers, qui connaît aussi de graves problèmes de

mobilité, a pourtant réussi à mettre en place une

bonne politique de stationnement. Le site internet

"Slim naar Antwerpen" explique clairement les

diverses zones de stationnement, les tarifs et les

options éventuelles. Pourquoi est-ce impossible à

Bruxelles ?

Nous sommes sans doute la seule capitale

dépourvue de système de téléjalonnement et où une

rue à cheval sur deux communes comporte deux

types de parcmètre.

Au lieu de s'occuper de la politique de

stationnement, l'agence parking.brussels doit

parlementer avec les dix-neuf bourgmestres et tenir

compte des diverses sensibilités politiques. Il est

impossible de faire plus inefficace !

Pourtant, si parking.brussels pouvait vraiment

organiser la politique de stationnement, nous

réaliserions de sérieuses économies et des progrès !

Il faudrait calculer ce que la situation actuelle

coûte aux Bruxellois.

Il est pourtant possible d'agir différemment. À

Anvers, un "intermédiaire en stationnement"

conclut des accords avec des entreprises et des

magasins qui offrent des places de stationnement le

soir aux riverains contre un loyer de 70 à 90 euros.

Ces derniers restituent alors leur carte de

stationnement puisqu'ils ne doivent plus se garer

dans la rue. Ce système n'est pas difficile à mettre

en œuvre.

Je n'ai pas encore abordé la politique de

stationnement pour les vélos. De nombreux

habitants n'ont pas de place pour leur vélo dans

leur logement. Il est tout à fait possible d'intégrer

Ik lees verder: "Het agentschap deelt maar al te

graag gegevens met de gemeenten om hen te

helpen met keuzes maken over hun eigen

parkeerbeleid". Het parkeeragentschap bestaat al

sinds 2012, maar we spreken nog steeds over het

eigen parkeerbeleid van de gemeenten. Ik vind dat

een beschamende situatie.

In onze Europese filehoofdstad, waar heel wat

verkeersproblemen worden veroorzaakt door

wagens die op zoek zijn naar een parkeerplaats,

slagen we er niet in om een gewestelijk

parkeerbeleid te organiseren en zelfs niet om dat

beleid enigszins te harmoniseren. Het lukt gewoon

niet om überhaupt een beleid te voeren. Naast de

vier gemeenten die zich aansluiten bij het

gewestelijke parkeerbeleid, vinden de overige

vijftien gemeenten blijkbaar dat ze het zelf beter

kunnen.

Hierdoor kan parking.brussels uitsluitend iets

betekenen in de marge en is er in het Brussels

Gewest geen sprake van een volwaardig

parkeerbeleid dat bevorderlijk is voor de

mobiliteit. Eigenlijk is dat beschamend en

volslagen onbegrijpelijk. Bovendien lijkt er

helemaal geen ambitie te zijn om een degelijk

beleid op poten te zetten.

Antwerpen is ook een stad met heel veel

mobiliteitsproblemen, maar daar is blijkbaar wel

een echt parkeerbeleid mogelijk. Ik verwijs naar de

website 'Slim naar Antwerpen'. Daar staat

duidelijke uitleg op over alle

parkeermogelijkheden, de diverse parkeerzones, de

tarieven, eventuele alternatieven enzovoort.

Waarom kan dit niet in Brussel? Hier wil elke

gemeente blijven vasthouden aan haar eigen

systeempje.

We zijn wellicht ook de enige hoofdstad zonder

parkeergeleidingssysteem, waar soms in dezelfde

straat twee soorten parkeermeters staan ter hoogte

van de gemeentegrenzen. Wat kost dit gebrek aan

efficiëntie niet aan de Brusselaars? Elke gemeente

behoudt haar eigen administratie om zich met het

lokale parkeerbeleid onledig te houden. Daarnaast

bestaat ook parking.brussels, dat zich zou moeten

bezighouden met het parkeerbeleid, maar zijn

energie moet steken in de negentien

burgemeesters, de negentien bevoegde schepenen

en bovendien nog eens moet rekening houden met

de diverse politieke gevoeligheden. Een

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 78


________________________________________________________________________________________________________________________



des parkings pour vélos dans les nouveaux projets

urbains. Le ministre Smet en envisage quelques-uns

dans le centre, mais ce sera loin d'être suffisant.

Mais à Bruxelles, on se contente de palabrer et de

négocier. Chers bourgmestres, échevins et membres

du conseil communal, j'ai honte de voir que vous ne

parvenez pas à vous ranger derrière une politique

régionale de stationnement. Cela ne vous dérange

apparemment pas que vous empêchiez ainsi une

politique de mobilité digne de ce nom dans notre

capitale. C'est vraiment honteux.

(Applaudissements sur les bancs de la N-VA)

inefficiënter beleid is onmogelijk!

Als parking.brussels zich volop kon bezighouden

met het parkeerbeleid, zouden we maar een fractie

van de huidige middelen nodig hebben en

vooruitgang kunnen boeken.

Iemand zou eens moeten uitrekenen hoeveel geld

deze situatie de Brusselaars kost. De burgers

krijgen voor die kostprijs niet eens waar ze recht

op hebben. We staan niet alleen stil in dit dossier,

we staan ook in de file.

Het kan nochtans anders. Veel parkeerplaatsen bij

bedrijven en winkels staan 's avonds leeg en

buurtbewoners zouden daar 's avonds moeten

kunnen parkeren. Waarom zorgen we daar niet

voor? In Antwerpen bestaat al zo'n systeem, dat

beheerd wordt door de zogenaamde

parkeermakelaar. Die gaat op zoek naar

beschikbare parkeerplaatsen van bedrijven en

winkels, sluit daarmee overeenkomsten en zorgt

ervoor dat de buurtbewoners er kunnen parkeren.

Die betalen daarvoor 70 tot 90 euro huur en

leveren hun parkeerkaart in, omdat ze geen

parkeerplaats meer nodig hebben in de straat. Zo'n

systeem is helemaal niet moeilijk te realiseren,

maar in Brussel wordt er alleen over gepalaverd en

gebeurt er verder niets.

Ik heb het trouwens nog niet gehad over een

parkeerbeleid voor de fietsers. Ook dat is nodig. In

veel woningen hebben mensen geen ruimte om

hun fiets te stallen. Het is perfect mogelijk om

fietsenstallingen op te nemen in nieuwe

stedenbouwkundige projecten. De regering is daar

nog niet eens mee bezig. Minister Smet wil in het

centrum wel een paar fietsparkings plannen, maar

die zullen uiteraard niet volstaan.

In het Brussels Gewest wordt er eindeloos gepraat

en onderhandeld, maar van het beleid wordt geen

werk gemaakt. Beste burgemeesters, schepenen en

gemeenteraadsleden, ik ben beschaamd dat u er

blijkbaar niet in slaagt om u achter een gewestelijk

parkeerbeleid te scharen, behalve dan in enkele

gemeenten. Het stoort u blijkbaar niet dat we

daardoor in een situatie verzeild zijn die we niet

meer aan de Brusselaars kunnen uitleggen. Het

stoort u blijkbaar evenmin dat we zo geen

behoorlijk mobiliteitsbeleid kunnen voeren in onze

hoofdstad. Dat is werkelijk beschamend.

79 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



(Applaus van de N-VA)

M. le président.- La parole est à M. Close.

M. Philippe Close (PS).- Il est vrai que c'est un

dossier complexe et que les premières discussions à

son propos ont commencé il y a bien longtemps à

Bruxelles. Il était temps qu'elles aboutissent et une

ordonnance était nécessaire pour préciser certaines

choses.

Vous en avez proposé une, ce qui a entraîné

d'importants débats en commission. Vous avez

accepté également que l'on reporte la question de la

reprise ou non par l'agence de la gestion des

sociétés privées. Cela démontrait votre sens de

l'écoute.

Il est vrai que l'angoisse est née du fait que la

politique de mobilité est l'un des véritables et

complexes leviers de cette Région. On le constate

quotidiennement lors des débats que nous avons au

sein de ce parlement et que nous avons eus dans des

commissions spéciales.

Le débat sur le stationnement ne touche pas

tellement à la question de l'autonomie communale,

mais plutôt à la manière dont nous allons gérer nos

quartiers, sachant que chacun d'entre eux est

différent et que nous avons un modèle de proximité,

complexe certes, mais présentant ses avantages. Il

est normal que nous soyons sensibles à la question

de la conservation de certains quartiers.

On peut tout de même relever une tendance positive

depuis plusieurs années : toutes les communes,

ainsi que la Région évidemment, ont pris

conscience qu'une politique de stationnement était

fondamentale pour leur développement, tant sur le

plan économique que sur celui de son habitabilité.

Nous savons aussi que l'utilisation à outrance de la

voiture - je pense à l'exemple marquant que vous

citez toujours des 240.000 personnes qui se rendent

tous les jours à Bruxelles, seules dans leur voiture -

ne peut perdurer. Il nous faudra développer des

méthodes alternatives pour entrer dans Bruxelles.

À terme, il est probable que les ménages qui ont

plusieurs voitures en réduisent le nombre pour

rejoindre progressivement les plus de 40% de

ménages qui, d'ores et déjà, n'en ont pas.

De voorzitter.- De heer Close heeft het woord.

De heer Philippe Close (PS) (in het Frans).- Het

gaat om een complex dossier waarover de

besprekingen al lang liepen en het werd hoog tijd

dat een aantal zaken in een ordonnantie werd

vastgelegd.

Uw ordonnantie werd in de commissie uitvoerig

besproken. U bent bereid om de beslissing over de

overname van het beheer van de parkeerplaatsen

door het agentschap uit te stellen, wat aantoont

dat u rekening houdt met opmerkingen.

Het belang van het mobiliteitsbeleid voor Brussel

leidt tot koudwatervrees. Dat zagen we ook in dit

parlement en in de bijzondere commissies.

Het debat over het parkeerbeleid heeft minder te

maken met gemeentelijke autonomie dan met de

manier waarop we de wijken inrichten. Het is

normaal dat we sommige wijken willen houden

zoals ze zijn.

Toch zien we al een aantal jaren een positieve

trend: alle gemeenten én het gewest zijn zich ervan

bewust dat een goed parkeerbeleid cruciaal is

voor zowel de economische ontwikkeling als de

leefbaarheid.

Er moet een einde komen aan het buitensporige

gebruik van de auto. Daarom moeten er goede

alternatieven komen om naar Brussel te reizen.

Gezinnen met meerdere wagens zullen die op

termijn wellicht wegdoen en dezelfde weg inslaan

als de meer dan 40% gezinnen die nu al geen

eigen wagen meer bezitten.

Dat zijn uiteraard wijzigingen die moeilijk in

maatregelen te gieten zijn. Ze leiden tot debatten,

wrijvingen en contradicties en er gaat heel wat

overleg mee gepaard.

Uiteraard zal de PS deze ordonnantie goedkeuren,

maar het belangrijkst is het uitvoeringsbesluit,

waarin heel wat punten geregeld moeten worden.

U blijft overleggen met de gemeenten. Vooral de

eerste gemeenten die parkeerplannen uitwerkten,

maken zich zorgen, al zijn die bezorgdheden vrij

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 80


________________________________________________________________________________________________________________________



Évidemment, ce sont là des changements de

paradigmes qui ne sont pas simples à accompagner,

car ils suscitent des débats, des frottements, des

contradictions, et qu'ils appellent de nécessaires

concertations. Mais c'est là l'essence de la politique

et il est sain qu'il en soit ainsi.

Nous voterons évidemment cette ordonnance mais,

comme mes collègues l'ont dit, le plus important

figurera dans l'arrêté d'application, qui réglera

beaucoup de points.

Comme vous l'avez répété en commission, vous

poursuivrez les concertations avec les différentes

communes. Quelles sont leurs craintes ? Elles sont

simples et concernent surtout celles qui,

historiquement, ont été les premières à organiser

des plans de stationnement. MM. De Wolf et

Ghyssels, entre autres, craignent que le fragile

équilibre trouvé entre leurs habitants, les voitures,

le stationnement et l'espace destiné aux entreprises

soit rompu.

Cette situation a souvent été source de conflits

importants, parce que ces changements ne sont pas

simples à opérer. Le rôle de la Région est

évidemment de tracer une voie, mais aussi d'être à

l'écoute et de ne pas plonger certains endroits dans

l'insécurité. Votre défi sera d'introduire ces notions

dans l'arrêté d'application et de tenir compte du fait

que les quartiers sont parfois très différents.

Permettez-moi de vous en donner un exemple très

simple.

À la Ville de Bruxelles, parce que notre territoire

présente une densité particulière, nous assumons le

fait que nos cartes soient plus chères que ce que

prévoit l'ordonnance. Nous avons opéré ce choix

politique.

La première phase du plan de stationnement était,

logiquement, le maillage. Dans certaines rues, en

effet, les tarifs de stationnement varient d'un côté à

l'autre de la chaussée, car elles sont frontalières

entre deux communes. La difficulté du maillage

réside dans le fait que beaucoup de communes ont

voulu simplifier le modèle dans des zones en

développement industriel, commercial ou de

logement. Un équilibre a dû être trouvé.

Selon moi, personne, dans ce parlement, n'est

contre une réglementation du stationnement, ni

contre l'instauration de zones bleues, rouges et à

eenvoudig van aard. Zo vrezen ze bijvoorbeeld

voor een verstoring van het broze evenwicht tussen

inwoners, auto's, parkeren en de ruimte voor

bedrijven.

Wijzigingen doorvoeren is niet eenvoudig. Het

gewest moet de grote lijnen uitzetten, maar het

moet ook luisteren naar de betrokkenen en ervoor

zorgen dat er geen onveilige situaties ontstaan.

Daar moet u in het uitvoeringsbesluit rekening

mee houden, net als met het feit dat wijken sterk

van elkaar kunnen verschillen. Ik geef een

voorbeeld.

Omdat Brussel-Stad zo dichtbebouwd is, koos het

stadsbestuur ervoor om de parkeerkaarten

duurder te maken dan de in de ordonnantie

vastgelegde tarieven.

In bepaalde straten kan het parkeertarief

verschillen afhankelijk van de straatkant waar je

parkeert, omdat de straat een grens tussen twee

gemeenten vormt. Het probleem schuilt in het feit

dat heel wat gemeenten hun grondgebied wilden

opsplitsen in zones voor industriële ontwikkeling,

handel of wonen en daarbij op zoek moesten naar

een evenwicht.

Niemand in dit parlement is tegen een

parkeerreglement of de invoering van zones

gekant, maar het is niet eenvoudig om de details

uit te werken en een parkeeragentschap op te

richten.

81 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



horodateurs. Nous sommes au terme d'un

processus, mais l'enfer est dans les détails et la

création d'une telle agence n'est pas simple.

M. Vincent De Wolf (MR).- Êtes-vous contre le

fait de prévoir dans l’ordonnance que l'avis des

communes doit être sollicité pour toute

modification de la politique dérogatoire ?

C'est évidemment le gouvernement qui décide et

qui a le dernier mot. M. Chahid, vous dites qu'en

commission, le ministre s'est engagé à le faire, mais

cela n'a pas d'importance, car le ministre n'est pas la

loi. Le ministre changera, le gouvernement aussi,

c'est donc dans la loi que nous devons inscrire les

choses.

Nous légiférons dans l'intérêt des Bruxellois. Nous

avons le devoir de faire des choses qui soient

cohérentes. Le citoyen devrait avoir la garantie que

le gouvernement soit obligé de consulter la

commune concernée si à l'avenir, dans cinq, dix ou

quinze ans, il décidait de modifier la politique de

dérogation en supprimant la carte de riverains, par

exemple.

Cette proposition est raisonnable, elle n'est pas

agressive. Si nous inscrivons cela dans

l'ordonnance, nous nous assurons que ce sera

respecté à l'avenir. La majorité dit que nous avons

raison de le demander, mais comme vous n'avez

pas anticipé ce problème, vous sortez un tour de

passe-passe et proposez de l'inscrire dans l'arrêté, et

non dans l'ordonnance, ce qui prive le citoyen de

garantie.

M. Philippe Close (PS).- Le gouvernement s'est

engagé à le faire et nous lui faisons confiance. Vous

avez une autre interprétation. C'est votre choix et

votre droit.

Nous pensons en effet que cet arrêté va évoluer. Il y

aura des modifications, car la ville est en mutation

permanente. Il va falloir trouver un équilibre, et pas

seulement avec les communes, car d'autres

dérogations sont demandées par des associations,

des secteurs, des professions, des entreprises, des

sociétés de voitures partagées, des propriétaires de

voitures électriques, etc.

Il est nécessaire, pour évoluer, de pouvoir agir avec

souplesse par rapport à tous ces acteurs. Il faut


Bent u er dan tegen dat we het raadplegen van de

gemeenten in geval van wijzigingen van de

afwijkingen vastleggen in de ordonnantie?

Mijnheer Chahid, u zegt dat de minister in de

commissie heeft gezegd dat hij de gemeenten zou

raadplegen, maar ministers en regeringen komen

en gaan. Daarom moeten zulke dingen in wetten

vastgelegd worden, zodat de Brusselaars er zeker

van kunnen zijn dat de regering ook over vijf of

tien jaar verplicht zal zijn om de gemeenten te

raadplegen wanneer zij het beleid inzake

afwijkingen wil wijzigen.

Die verplichting moet dus in de ordonnantie

opgenomen worden. Aangezien u dat over het

hoofd gezien hebt, stelt u voor om het dan maar bij

ministerieel besluit te regelen, maar daardoor

ontneemt u de burger zijn zekerheid.

De heer Philippe Close (PS) (in het Frans).- De

regering heeft zich ertoe verbonden en wij hebben

daar alle vertrouwen in. Als u dat anders ziet, is

dat uw keuze.

Wij denken immers dat het besluit nog zal

wijzigen, want ook de stad evolueert constant. We

moeten op zoek naar een evenwicht en niet alleen

met de gemeenten, want ook andere verenigingen,

organisaties en bedrijven vragen afwijkingen.

We moeten dan ook flexibel kunnen optreden naar

al die spelers toe. We moeten natuurlijk overleg

plannen, maar we moeten ook een duidelijke lijn

volgen. Samenhang nastreven betekent niet dat we

alles op exact dezelfde manier moeten doen. De

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 82


________________________________________________________________________________________________________________________



envisager des concertations, mais il faut aussi une

ligne claire. Trouver une harmonie et une

cohérence ne veut pas dire imposer une unification.

Nous avons des quartiers différents et des

approches différentes. Les habitants de

l'hypercentre ne sont pas les mêmes que ceux des

autres parties de Bruxelles.

Nous devons trouver les nuances. Nous mettons

sans doute trop de temps pour décider de tout cela :

on cherche des méthodes, on tâtonne. Ce qui est

certain, c'est que nous avons une agence

fonctionnelle et des communes qui contribuent

toutes à l'agence. C'est déjà une bonne base. Il faut

aujourd'hui harmoniser tout cela. Cette ordonnance

fixe un cadre et des seuils.

Travailler sur les prix, avec des seuils bas, en

laissant une liberté vers le haut comme vous l'avez

fait, est à mon avis une bonne piste.

Pour les maillages, il faudra tenir compte de réalités

différentes. Nous tenons à celles-ci. Non pas,

comme l'a dit M. Loewenstein, parce que nous

gérons des baronnies et que nous tenons à donner

nous-mêmes les cartes de riverains. De ce point de

vue, les règlements sont très clairs et personne ne

triche.

Simplement, certains ont eu le courage de bouger

assez tôt et savent que les équilibres sont

complexes. Ils sont prêts à accompagner la

démarche du gouvernement, mais veulent qu'il y ait

dans cette démarche une vision collective, une

vision des différences des quartiers.

Nous avons eu hier en commission un débat sur les

rénovations urbaines. Les choses sont toujours

complexes, parce que cette Région n'est ni simple,

ni uniforme. Mais c'est aussi cette diversité et cette

complexité qui fait sa richesse, et il faut les prendre

en considération.

Nous avons confiance en vous, et confiance en ce

gouvernement. Le chemin sera encore long et ce ne

sera pas la dernière fois que nous évoquerons

l'agence de stationnement, mais nous sommes

convaincus que nous aboutirons.


bewoners van het hart van Brussel hebben immers

niet dezelfde behoeften als die van andere delen

van ons gewest.

Wij zijn dus op zoek naar nuance en tasten

verschillende methodes af en dat neemt misschien

te veel tijd in beslag. Het staat wel vast dat we

over een naar behoren werkend agentschap

beschikken en dat alle gemeenten daartoe

bijdragen. Nu moeten we dat nog beter op elkaar

afstemmen en deze ordonnantie schept daar het

kader toe.

Ik vind het een goed idee om te werken met lage

minimumprijzen waarbij het de gemeenten vrij

staat om hun prijzen naar boven toe aan te passen.

Wat de voorziene parkeerzones betreft, moeten we

rekening houden met de bestaande verschillen.

Dat dient niet om lokale baronieën te beschermen,

zoals de heer Loewenstein beweert, maar omdat

Brussel een complex en heterogeen gewest is.

Wij hebben vertrouwen in u en in de regering. Het

zal wellicht niet de laatste keer zijn dat we het

parkeeragentschap te berde brengen, maar wij zijn

ervan overtuigd dat wij het tot een goed einde

zullen brengen.

(Applaus bij de PS)



83 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



M. Paul Delva (CD&V) (en néerlandais).-

J'aimerais réagir aux propos de M. Van Damme.

L'application de la politique de stationnement à

Bruxelles prend en effet beaucoup trop de temps,

mais il est inexact que le gouvernement précédent

ait fait preuve d'immobilisme durant cinq ans.

De nombreux progrès ont été enregistrés entre

2009 et 2014 sous l'impulsion de Mme Grouwels,

ministre de la Mobilité à l'époque, qui s'est

entretenue avec chaque bourgmestre et échevin

compétent des dix-neuf communes. Le projet de

Plan régional de politique du stationnement

(PRPS) leur a été soumis lors d'une phase

d'information et de consultation menée au

printemps 2013, suivie à l'automne 2013 d'un

échange de vues entre Bruxelles Mobilité et les

communes sur l'entrée en vigueur du plan. Toutes

les remarques ont été traitées en janvier 2014 et les

arrêtés d'exécution ont été approuvés par le

gouvernement. Selon moi, ce n'est pas de l'

"immobilisme".

Durant la dernière législature, le gouvernement a

tenté d'organiser la politique du stationnement à

Bruxelles au moyen d'une ordonnance.

Durant cette législature, on a cependant décidé

d'apporter des modifications mineures à

l'ordonnance et aux arrêtés d'exécution, ce qui en a

retardé l'entrée en vigueur. Deux changements sont

toutefois importants : la modification des tarifs

minimaux et maximaux et la possibilité d'introduire

séparément les plans des communes. Une

discussion est possible à ce propos.

Le CD&V approuve ce projet avec conviction. Je

tenais simplement à rétablir la vérité concernant

les actions menées par le gouvernement précédent.

De heer Paul Delva (CD&V).- Ik wil het woord

nemen naar aanleiding van de reactie van de heer

Van Damme.

Ook ik vind dat de toepassing van het

parkeerbeleid in Brussel veel te veel tijd in beslag

neemt, maar ben het niet eens met de bewering dat

het parkeerdossier door de vorige regering in de

koelkast gestopt werd en dat er vijf jaar lang

absolute stilstand geweest is.

Tussen 2009 en 2014 is er net heel veel gebeurd

onder impuls van toenmalig minister van

Mobiliteit Brigitte Grouwels. Zij heeft elke

burgemeester en elke bevoegde schepen van

Mobiliteit van alle negentien gemeenten

individueel gesproken. Er vonden vergaderingen

plaats met de Conferentie van Burgemeesters. In

het voorjaar van 2013 volgde een uitgebreide

informatie- en consultatieronde waarbij iedereen

zijn of haar advies over het ontwerp van

Gewestelijk Parkeerbeleidsplan kon geven. In het

najaar van 2013 wisselde Brussel Mobiliteit met

de gemeenten van gedachten over de

inwerkingtreding van het Gewestelijk

Parkeerbeleidsplan. Alle opmerkingen werden in

januari 2014 verwerkt. De uitvoeringsbesluiten

waren door de regering klaargestoomd en zelfs

goedgekeurd, zodat het plan effectief in werking

kon treden. Volgens mij betekent 'stilstand' iets

anders.

Tijdens de vorige regeerperiode heeft de regering

geprobeerd om aan de hand van de ordonnantie

werk te maken van het parkeerbeleid in Brussel. Er

werd aanzienlijke vooruitgang geboekt.

Tijdens de huidige regeerperiode werd echter

beslist om de ordonnantie te wijzigen, waardoor

alles werd uitgesteld. Inmiddels zijn we twee jaar

later. De ordonnantie en de uitvoeringsbesluiten

werden slechts in beperkte mate gewijzigd. Om

die reden zal mijn fractie het ontwerp van

ordonnantie met overtuiging goedkeuren. Ze

verschilt immers amper van de vorige ordonnantie.

Twee wijzigingen zijn echter wel belangrijk,

namelijk de wijziging van de minimale en

maximale tarieven en het feit dat de plannen van

de gemeenten apart ingediend kunnen worden.

Daarover kan gediscussieerd worden.

De CD&V keurt dit ontwerp goed. Ik ben het er

volledig mee eens dat dit dossier veel te lang

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 84


________________________________________________________________________________________________________________________



aansleept, maar het klopt geenszins dat er pas

sinds 2014 werk gemaakt wordt van het Brusselse

parkeerbeleid. Wie dat beweert, neemt een loopje

met de waarheid. Dat wilde ik even rechtzetten.



articles, sur la base du texte adopté par la

commission.

Article 1er

Pas d'observation ?

Adopté.

Article 2

Pas d'observation ?

Adopté.

Article 3

M. le président.- Un amendement n° 1 a été

déposé par M. Vincent De Wolf et Mme Anne-

Charlotte d'Ursel, libellé comme suit :

"Remplacer le § 2, 1°, par ce qui suit : Les mots

'sauf dérogation' sont remplacés par les mots "sauf

dérogations arrêtées par le gouvernement, établies

après consultation des collèges des bourgmestre et

échevins de chaque commune concernée et

nécessairement accompagnées d’une motivation si

les avis desdits collèges ne sont pas suivis'."

La parole est à M. De Wolf.

M. Vincent De Wolf (MR).- Il s'agit de la

demande de consulter les bourgmestres et échevins

de chaque commune avant que le gouvernement

n'exerce sa compétence de dérogation modificative.

M. le président.- L'amendement et l'article sont

réservés.

Article 3/1 (nouveau)



van de artikelen, op basis van de door de

commissie aangenomen tekst.

Artikel 1

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Artikel 2

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Artikel 3

De voorzitter.- Een amendement nr. 1 wordt

ingediend door de heer Vincent De Wolf en

mevrouw Anne-Charlotte d'Ursel en luidt als

volgt:

"Het § 2, 1°, te vervangen door hetgeen volgt: de

woorden 'behoudens afwijking' te vervangen door

de woorden 'behoudens afwijkingen vastgesteld

door de regering, na raadpleging van de colleges

van burgemeester en schepenen van elke

betrokken gemeente en noodzakelijkerwijs

vergezeld van een motivatie indien de adviezen

van de voornoemde colleges niet worden

gevolgd'."

De heer De Wolf heeft het woord.


De MR vraagt dat de regering de burgemeesters

en schepenen van elke gemeente zou raadplegen

voor ze beslist om afwijkingen toe te staan.

De voorzitter.- De stemming over het

amendement en het artikel wordt aangehouden.

Artikel 3/1 (nieuw)

85 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________





Charlotte d'Ursel, libellé comme suit :

"Il est inséré un article 3/1, rédigé comme suit :

'Art. 3/1. – À l’article 5 de la même ordonnance,

compléter le troisième alinéa par ce qui suit : « Un

plan régional ou communal de stationnement peut

introduire, dans le cadre des cartes de dérogation

aux riverains, la possibilité pour ces derniers de

choisir quatre zones de stationnement à condition

que ces dernières soient limitrophes et ne dépassent

pas la limite de 150 hectares, éventuellement

majorées de 20% »'."




volgt:

"Een artikel 3/1 toe te voegen, luidend: 'Art. 3/1. –

In artikel 5 van dezelfde ordonnantie, het derde lid

aan te vullen met hetgeen volgt: 'Een gewestelijk

of gemeentelijk parkeerplan kan, in het kader van

de afwijkingskaarten voor de buurtbewoners, de

mogelijkheid invoeren voor deze laatsten om vier

parkeerzones te kiezen, op voorwaarde dat deze

zones aan mekaar grenzen en de grens van 150 ha,

eventueel verhoogd met 20%, niet overschrijden'.'"


M. Vincent De Wolf (MR).- L'amendement n° 2

porte sur la possibilité de choisir les zones de

stationnement. Le grand écart auquel on assiste

aujourd'hui est que la plupart des intervenants de la

majorité disent exactement la même chose que le

groupe MR sur l'obligation de concerter avec les

communes, de respecter les paroles données, sur la

possibilité pour les riverains de choisir les mailles

en fonction de leurs activités, etc.

Quand on veut se donner les moyens législatifs de

le faire, on reporte l'entrée en vigueur. Le groupe

MR votera contre la demande de la majorité de

reporter cette entrée en vigueur. Si la majorité avait

confiance en son ministre, elle ne demanderait pas

de pouvoir voir reporter l'entrée en vigueur. C'est

une première, le gouvernement va se soumettre au

parlement en proposant un projet d'arrêté à une

discussion parlementaire et pour être certain que le

ministre fasse ce que le parlement souhaite, on

reporte la date d'entrée en vigueur. C'est

exceptionnel !

M. Benoît Cerexhe (cdH).- Vous ne préférez pas

qu'on ait un échange au sein de la commission sur

le contenu des arrêtés.

M. Vincent De Wolf (MR).- En ce qui concerne

les mailles, il s'agissait d'un accord pris avec le

ministre afin de laisser choisir les riverains eux-

mêmes, par dérogation des plans communaux de

stationnement, quatre mailles représentant au

maximum 180ha pour autant qu'elles soient

contiguës et elles pourraient concerner trois

communes différentes.



Het amendement nr. 2 betreft de mogelijkheid om

parkeerzones te kiezen. De sprekers van de

meerderheid zeggen vandaag eigenlijk exact

hetzelfde als de MR-fractie. Ze willen echter de

inwerkingtreding uitstellen. De MR-fractie zal

tegen dat uitstel op vraag van de meerderheid

stemmen. Het is toch wel opmerkelijk dat de

regering voorstelt om een ontwerp van besluit te

bespreken in het parlement en de inwerkingtreding

ervan uitstelt om zeker te zijn dat de minister doet

wat het parlement verlangt!

De heer Benoît Cerexhe (cdH) (in het Frans).-

Zou het niet beter zijn om de inhoud van de

besluiten in de commissie te bespreken?


Wat de parkeerzones betreft, gaat het om een

akkoord met de minister waarbij de bewoners zelf

vier zones kunnen kiezen met een maximale

omvang van 180 ha en op voorwaarde dat ze aan

elkaar grenzen en zich beperken tot drie

verschillende gemeenten.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 86


________________________________________________________________________________________________________________________



M. le président.- L'amendement et l'article sont

réservés.

De voorzitter.- De stemming over het

amendement en het artikel wordt aangehouden.

Articles 4 à 10

Pas d'observation ?

Adoptés.

Article 11



Charlotte d’Ursel, libellé comme suit :

"Remplacer les premier et deuxième alinéas du §

1er de l’article 38 en projet par ce qui suit : '§ 1er. –

Après avis des communes concernées, le

gouvernement fixe la durée de stationnement

maximale et le montant de la redevance due pour le

stationnement dans chaque zone réglementée de

celles-ci. Le tarif se situe dans une fourchette : – de

0 EUR à 0,5 EUR pour la première demi-heure ; –

de 0,50 EUR à 2 EUR pour la deuxième demi-

heure ; – de 2 EUR à 5 EUR pour la deuxième

heure ; – de 1 EUR à 5 EUR par heure

supplémentaire'."

L'amendement et l'article sont réservés.

Artikelen 4 tot 10

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Artikel 11




volgt:

"De eerste en tweede leden van § 1 van het

ontworpen artikel 38 te vervangen door hetgeen

volgt: '§ 1. – Na advies van de betrokken

gemeenten, bepaalt de regering de maximale

parkeertijd en het bedrag van de retributie die

verschuldigd is voor het parkeren in elk van de

gereglementeerde zones. Het tarief bevindt zich

binnen een vork: – van 0 EUR tot 0,50 EUR voor

het eerste halfuur; – van 0,50 EUR tot 2 EUR voor

het tweede halfuur; – van 2 EUR tot 5 EUR voor

het tweede uur; – van 1 EUR tot 5 EUR per extra

uur'."

De stemming over het amendement en het artikel

wordt aangehouden.

M. Vincent De Wolf (MR).- D'autres intervenants

avaient d'ailleurs formulé la demande, tout à

l'heure, de prévoir non pas le quart d'heure gratuit,

mais bien, selon la ville et la commune concernées,

selon le type de zone, de commerce existant sur

place, selon la densité, la demi-heure de gratuité au

maximum.

Articles 12 à 17

Pas d'observation ?

Adoptés.

Article 18


déposé par MM. Marc Loewenstein, Ridouane

Chahid, Mmes Julie de Groote, Els Ampe, MM. Jef


Andere sprekers vroegen overigens om afhankelijk

van de situatie de gratis parkeertijd uit te breiden

tot een half uur.

Artikelen 12 tot 17

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Artikel 18


ingediend door de heren Marc Loewenstein,

Ridouane Chahid, mevrouw Julie de Groote,

87 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



Van Damme et Paul Delva, libellé comme suit :

"Au § 1er, remplacer les mots '1er octobre 2016'

par les mots '1er janvier 2017'."

M. le président.- La parole est à M. Loewenstein.

M. Marc Loewenstein (DéFI).- Cet amendement

ne vise pas à ne pas faire confiance au

gouvernement, mais prévoit, au § 1 de l'article 18,

que : "Les chapitres 1er et 2 entrent en vigueur à la

date fixée par le gouvernement et au plus tard le

1er janvier 2017".

Si le gouvernement décide de faire entrer en

vigueur l'ordonnance plus tôt, cela signifiera que les

arrêtés ont été adoptés plus tôt. L'objectif est donc

juste de créer une sécurité juridique au cas où, au

1er octobre 2016, ces arrêtés ne sont pas encore en

vigueur.

Cela ne signifie donc en rien que nous ne faisons

pas confiance au gouvernement.

M. le président.- Cela ne veut pas dire non plus

qu'il n'y a pas intérêt à avoir encore quelques

échanges au sujet des arrêtés.

mevrouw Els Ampe, de heren Jef Van Damme en

Paul Delva en luidt als volgt:

"In § 1 de woorden '1 oktober 2016' te vervangen

door de woorden '1 januari 2017'."

De voorzitter.- De heer Loewenstein heeft het

woord.


Frans).- Het is niet de bedoeling om de regering

met dit amendement geen vertrouwen te schenken,

wel om de hoofdstukken 1 en 2 in werking te doen

treden op de door haar vastgestelde datum en ten

laatste op 1 januari 2017.

Als de besluiten vroeger worden aangenomen, kan

de regering beslissen om de ordonnantie eerder

van kracht te laten worden. Het amendement wil

rechtszekerheid bieden als de besluiten op

1 oktober 2016 nog niet van kracht zouden zijn.

De voorzitter.- Dat neemt niet weg dat het nuttig

is om nog verder over de besluiten te overleggen.

La parole est à M. De Wolf.

M. Vincent De Wolf (MR).- Ce n'est pas la

sécurité juridique qui est en cause ici. Ce que

M. Loewenstein affirme n'est pas vrai : que

l'ordonnance entre en vigueur en octobre ou en

janvier n'est pas un problème de sécurité juridique.

Aujourd'hui, on a un arrêté du 9 septembre 2013

qui est vigueur. Demain, vous aurez un arrêté que le

ministre signera. C'est tout !

C'est une sécurité politique que vous cherchez, et

M. Close vient de le dire, parce que vous ne savez

pas très bien ce que M. Smet va sortir de son

chapeau concernant les tarifs, les zones et les

dérogations. Vous avez demandé à M. Smet de se

soumettre à une commission parlementaire pour

proposer son arrêté ministériel. Cela, nous l'avons

obtenu et nous en sommes fiers, mais ce n'était pas

la procédure habituelle puisque cela aurait dû

apparaître dans l'ordonnance

De heer De Wolf heeft het woord.


Het maakt voor de rechtszekerheid geen enkel

verschil of de ordonnantie in oktober dan wel in

januari van kracht wordt.

Vandaag is een besluit van 9 september 2013 van

kracht. Binnenkort ondertekent de minister een

nieuw besluit, dat is alles.

Het amendement is bedoeld om politieke zekerheid

te bieden, want u weet niet goed waar minister

Smet met de tarieven, zones en afwijkingen

naartoe wilt. U vroeg hem om zijn ministerieel

besluit aan een parlementaire commissie voor te

leggen. Dat is gelukt en daar zijn we blij om, maar

het is niet de gangbare procedure, aangezien al

die onderwerpen in de ordonnantie geregeld

hadden moeten worden.

(Applaus bij de MR)

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 88


________________________________________________________________________________________________________________________



(Applaudissements sur les bancs du MR)

M. Marc Loewenstein (DéFI).- Il s'agit bien de

sécurité juridique. Les arrêtés de 2013 sont pris sur

la base de l'ordonnance de 2009. Dès lors que celle-

ci est modifiée par l'ordonnance que nous votons

aujourd'hui, si elle entre en vigueur au 1er octobre

2016 et que les arrêtés ne sont pas encore adoptés,

les arrêtés de 2013 seront caducs puisque les

articles sur lesquels ils seront basés ne seront plus

en vigueur.


M. Vincent De Wolf (MR).- Nous ne sommes pas

au Conseil d'État. Je ne répliquerai pas, mais ce que

dit M. Loewenstein est inexact en droit. Mais ce

n'est pas grave.

(Rumeurs)

M. le président.- Nous procéderons tout à l'heure

aux votes nominatifs sur les amendements, les

articles réservés et l'ensemble du projet

d’ordonnance.


Frans).- Het gaat wel degelijk om de juridische

zekerheid. De besluiten van 2013 werden genomen

op basis van de ordonnantie van 2009. Als die

vervangen wordt door de ordonnantie die we nu

bespreken, en als die van kracht wordt alvorens de

nieuwe besluiten goedgekeurd zijn, dan zullen de

besluiten van 2013 vervallen omdat de artikelen

die eraan ten grondslag liggen niet meer van

kracht zullen zijn.



Wij zijn hier niet bij de Raad van State. Ik zal mij

beperken door te zeggen dat wat de heer

Loewenstein zegt, juridisch gezien niet klopt.

(Rumoer)

De voorzitter.- Wij zullen later over de

amendementen, de aangehouden artikelen en het

geheel van het ontwerp van ordonnantie stemmen.

PROPOSITION DE RÉSOLUTION

RELATIVE À L'ACCESSIBILITÉ DES

INFRASTRUCTURES ET DES

ÉQUIPEMENTS DE LA STIB AUX

PERSONNES EN SITUATION DE

HANDICAP (N° A-371/1 – 2015/2016).



ouverte.

La parole est à M. Loewenstein, rapporteur.

M. Marc Loewenstein, rapporteur.- Nous

abordons un sujet nettement moins polémique, mais

tout aussi important.

Je vais vous faire le rapport des travaux effectués

en commission et dans le groupe de travail

concernant la proposition de résolution relative à

l'accessibilité des infrastructures et des équipements

VOORSTEL VAN RESOLUTIE

BETREFFENDE DE TOE-

GANKELIJKHEID VAN DE

INFRASTRUCTUUR EN VOOR-

ZIENINGEN VAN DE MIVB VOOR

PERSONEN MET EEN HANDICAP (NR. A-

371/1 – 2015/2016).

Algemene bespreking


geopend.

De heer Loewenstein, rapporteur, heeft het woord.


Frans).- De tekst waarover vandaag wordt

gestemd is het resultaat van de praktijktest die het

Collectif accessibilité Wallonie-Bruxelles (Cawab)

en de MIVB voor de leden van de commissie

Infrastructuur organiseerden op 23 mei 2016. Hij

ligt ook in het verlengde van het debat van 6 juni

2016 en is gebaseerd op het rapport en de

89 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



de la Société du transport intercommunal bruxellois

(STIB) aux personnes en situation de handicap.

Le texte soumis aujourd'hui au vote du parlement

est le fruit d'un travail collectif réalisé à la suite de

la mise en situation organisée par le Collectif

accessibilité Wallonie-Bruxelles (Cawab) et la

STIB, à l'intention des membres de la Commission

de l'infrastructure en date du 23 mai dernier. Il se

situe aussi dans le prolongement du débat qui s'en

est suivi en commission du 6 juin et se base en

outre sur le rapport et les recommandations du

Cawab et d'Unia relatifs à l'accessibilité des

infrastructures et des équipements de la STIB aux

personnes en situation de handicap.

Avant d'en venir au fond du texte, mes collègues

s'associeront certainement à moi pour remercier

tous ceux qui ont contribué à sa rédaction, et en

particulier le Cawab, ainsi que tous ceux qui ont

participé à la mise en situation, à savoir les

personnes en situation de handicap et leurs

accompagnateurs. Ceux-ci ont partagé leur

expérience quotidienne avec nous et nous ont

permis d'ouvrir encore davantage les yeux sur leur

vécu quotidien.

Ce groupe de travail a fait émerger un texte qui

défend l'accessibilité des infrastructures et

transports en commun aux personnes en situation

de handicap. Au vu de l'expérience vécue, du débat

en commission et du rapport précité, il en ressort un

manque de moyens mis à disposition par la STIB

pour rendre les transports en commun accessibles à

tous.

Par cette proposition de résolution, le parlement

demande au gouvernement et à la STIB de prendre

toute une série de mesures. D'une part, des mesures

nécessitant des moyens importants et une

planification à long terme, et d'autre part des

mesures pouvant aussi être concrétisées par de

petites adaptations qui pourraient faciliter

rapidement la vie quotidienne des personnes à

mobilité réduite dans les transports publics.

Parmi les principales mesures, je citerai les

suivantes :

- fixer des objectifs clairs, assortis de délais ;

- organiser une consultation systématique des

acteurs de terrain ;

aanbevelingen van Cawab en Unia. Graag

bedanken wij nog de mensen van Cawab en alle

personen met een handicap en hun begeleiders die

onze ogen hebben geopend voor hun dagelijkse

leefwereld.

De tekst pleit voor een toegankelijke infrastructuur

en een bereikbaar openbaar vervoer voor

personen met een handicap. Uit de ervaringen op

het terrein, het debat in de commissie en het

genoemde verslag blijkt immers dat de MIVB

daarvoor onvoldoende middelen inzet.

Het voorstel van resolutie oppert een aantal

maatregelen voor de regering en de MIVB.

Inderdaad moeten er veel middelen worden

gestopt in de planning op lange termijn, maar met

een aantal kleine aanpassingen kan het leven van

mensen met beperkte mobiliteit al snel veel

aangenamer worden gemaakt.

Er moeten onder meer duidelijke doelstellingen

met vastgelegde termijnen en een systematische

raadpleging van de actoren in het veld komen.

Personen met beperkte mobiliteit moeten worden

opgenomen in het tevredenheidsonderzoek van de

MIVB. Toegankelijkheid moet transversaal worden

doordacht, wat betekent dat niet enkel met

voertuigen van de MIVB, maar ook met het andere

openbaar vervoer en met stadsplanning rekening

wordt gehouden.

Horizontale en verticale openingen tussen de

perrons en de metrostellen moeten worden

weggewerkt, de toegangshelling voor de trams

3000 en 4000 moet worden aangepast, de

veiligheidshekjes moeten worden aangepast voor

personen in een rolstoel, het materieel moet beter

worden onderhouden, personen met beperkte

mobiliteit moeten ook vroeger en later worden

bijgestaan in de metro, de deur-tot-deur dienst van

Taxibus moet worden verbeterd, er moet een

hulplijn voor alle vragen over toegankelijkheid

worden geopend.

Personen met beperkte mobiliteit moeten via de

website, de app van de MIVB of betrouwbare

aanduidingen beter worden geïnformeerd zodat zij

weten hoe zij de stations kunnen bereiken zonder

vast komen te zitten. Daarbij is ook opleiding en

bewustmaking van het personeel van belang.

Ook mensen met een geestelijke beperking mogen

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 90


________________________________________________________________________________________________________________________



- associer plus spécifiquement les personnes à

mobilité réduite à l'enquête de satisfaction de la

STIB ;

- penser l'accessibilité de manière transversale, non

seulement pour les véhicules de la STIB, mais aussi

au niveau des autres moyens de transport en

commun et de l'aménagement urbain ;

- éliminer les lacunes horizontales et verticales

entre les quais et rames de métro ;

- mettre en conformité des rampes d'accès aux

trams 3000 et 4000 ;

- adapter les portiques de sécurité afin de faciliter le

passage des personnes en chaise roulante ;

- améliorer les processus de révision du matériel,

certains dispositifs étant existants, mais

inutilisables ;

- étendre les tranches horaires durant lesquelles les

personnes à mobilité réduite peuvent être assistées

dans le métro ;

- améliorer le service porte à porte Taxibus ;

- ouvrir une ligne téléphonique non surtaxée aux

personnes à mobilité réduite pour toutes les

questions liées à l'accessibilité.

Un volet de notre proposition touche plus

particulièrement l'amélioration de l'information à

destination des personnes à mobilité réduite, que ce

soit par le site internet, par l'application mobile de

la STIB ou par une meilleure signalétique. Plus

précisément, il est demandé de prévoir une

information fiable, mise à jour en temps réel,

permettant aux personnes en situation de handicap

de savoir par où accéder aux stations et comment ne

pas s'y retrouver bloquées. La formation et la

sensibilisation du personnel ont également été

mises en avant.

Notre résolution vise aussi à ne pas oublier les

personnes intellectuellement déficientes, qui

peuvent être totalement désorientées dans une

station de métro ou dans l'espace public.

Il est notamment demandé, pour elles, le marquage

de lignes au sol, la transformation des lettres en

pictogrammes représentant le métro, le tram ou le

niet uit het oog worden verloren, zodat zij niet

verloren lopen in een metrostation of in de

openbare ruimte.

Voor hen zouden er met name lijnen op de grond

en pictogrammen voor metro, tram of bus en een

aanpassing van de biljetverdelers moeten komen.

Tot slot zou de toegankelijkheid van de

infrastructuur regelmatig moeten worden

beoordeeld, met een jaarlijks verslag en een

tweejaarlijkse stand van zaken over de betere

toegankelijkheid van het net moeten worden

opgesteld.

De heer De Lille en anderen zijn blij met dit

initiatief en het gezamenlijke constructieve werk

van meerderheid en oppositie. De heer Handichi is

dezelfde mening toegedaan, maar betreurt dat er

nog steeds veiligheidshekjes in tram- en

metrostations staan.

Verschillende amendementen werden mee

ondertekend door Ecolo, Open Vld, PS, Groen,

cdH, CD&V en MR. Het voorstel van resolutie

werd unaniem goedgekeurd door de veertien

aanwezige leden.

(Applaus)

91 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



bus, ainsi que l'adaptation de l'ergonomie des

bornes d'achat.

Enfin, nous demandons une évaluation régulière de

l'accessibilité des infrastructures, un rapport annuel

et une présentation, tous les deux ans, de l'état

d'avancement des dispositifs mis en place pour

améliorer l'accessibilité du réseau.

Plusieurs députés, dont M. De Lille, ont salué

l'initiative, ainsi que le résultat de ce travail

collectif réalisé de manière constructive par la

majorité et l'opposition.

Si M. Handichi va dans le même sens, il regrette

néanmoins que le texte ne demande pas la

suppression totale des portiques de sécurité dans les

stations de tram et métro.

Moyennant plusieurs amendements déposés par

moi-même et cosignés par les groupes Ecolo, Open

Vld, PS, Groen, cdH, CD&V et MR, l'ensemble de

la proposition de résolution a été adoptée à

l'unanimité des quatorze membres présents.

Je remercie mes collègues pour la confiance qu'ils

m'ont témoignée au titre de rapporteur, et

l'assemblée pour son attention.

(Applaudissements)


Mme Céline Delforge (Ecolo).- Comme tout le

monde ici, je me réjouis qu'à la suite d'un travail

fructueux et dans un esprit extrêmement constructif,

on ait réussi à élaborer une série de

recommandations contenues dans la résolution que

nous allons tous, je l'espère, voter aujourd'hui.

Cette résolution fait suite à une précédente. Saluons

au passage le travail de Dominique Braeckman qui,

sous une précédente législature, avait déjà montré

que ce parlement, dans son ensemble, s'inquiète

fortement de la situation dramatique de

l'accessibilité du réseau de la STIB pour les

personnes à mobilité réduite (PMR).

J'espère que cette fois-ci, ce sera la dernière fois

que nous procédons à un tel exercice, que le

message est suffisamment clair pour le


woord.


Frans).- Het verheugt mij dat in de resolutie die

we straks hopelijk allemaal goedkeuren, een reeks

aanbevelingen is opgenomen.

Uit zowel de voorgaande als deze resolutie blijkt

hoezeer dit parlement begaan is met de

toegankelijkheid van het MIVB-netwerk voor

personen met een beperkte mobiliteit.

Hopelijk begrijpen de regering en de MIVB nu

eindelijk dat het parlement hen niet met rust laat

voor het resultaten ziet. Een formeel antwoord

volstaat niet.

Wanneer de verenigingen ons de volgende keer

meenemen voor een bezoek, hoop ik te kunnen

vaststellen dat personen met een handicap vlot het

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 92


________________________________________________________________________________________________________________________



gouvernement et pour la STIB : nous ne les

laisserons pas tranquilles tant que les résultats ne

seront pas là ! Nous ne nous contenterons pas de

réponses formelles. Nous voulons des faits.

J'espère que la prochaine fois que les associations

nous emmèneront faire une visite de terrain en

situation de handicap, ce sera pour nous montrer

combien il est désormais aisé d'utiliser le réseau de

la STIB quand on est une personne à mobilité

réduite.

(Applaudissements)

MIVB-netwerk kunnen gebruiken.

(Applaus)

M. le président.- La parole est à M. Dilliès.

M. Boris Dilliès (MR).- Je rejoins ce qu'ont

affirmé mes collègues. Il s'agit d'un travail

important dans le cadre de la Commission de

l'infrastructure et cela a été extrêmement positif, car

sur un sujet pareil, il ne pouvait y avoir place pour

des polémiques politiques.

Le débat a été large et constructif et le projet est

soutenu par l'ensemble des partis du PTB jusqu'à la

N-VA. C'est donc tout à l'honneur de ce parlement

d'avoir pu arriver à un texte très concret et

constructif.

Je voulais nous en féliciter ainsi que féliciter

l'ensemble des participants à la rédaction de ce

texte.

(Applaudissements)

De voorzitter.- De heer Dilliès heeft het woord.

De heer Boris Dilliès (MR) (in het Frans).- De

commissie voor de Infrastructuur verrichtte in dit

dossier bijzonder goed werk. Er werd uitvoerig en

op een constructieve manier overlegd. Alle

partijen staan bovendien achter het ontwerp.

Iedereen die aan deze tekst heeft bijgedragen,

verdient dan ook een compliment.

(Applaus)



Groen est également content de ce résultat et ravi

qu'opposition et majorité aient pu s'accorder sur ce

thème.

M. Dominiek Lootens-Stael (Vlaams Belang) (en

néerlandais).- À l'exception du Vlaams Belang. Je

m'abstiendrai pour dénoncer une politique

mesquine consistant à exclure un parti politique.

M. Bruno De Lille (Groen) (en néerlandais).- Le


De heer Bruno De Lille (Groen).- Ook Groen is

heel erg blij met het resultaat. We kunnen niet

genoeg benadrukken dat dit een onderwerp is

waarover oppositie en meerderheid elkaar hebben

kunnen vinden.


Belang).- Met uitzondering van het Vlaams

Belang, heb ik de indruk. Dat is ook de reden

waarom ik me zal onthouden, namelijk omdat men

op een kleingeestige manier aan politiek doet en

daarbij een bepaalde politieke partij uitsluit.

De heer Bruno De Lille (Groen).- Het staat het

93 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



Vlaams Belang est libre de rejoindre la

Commission de l'infrastructure. Personne ne vous

l'interdit.

(Applaudissements)


néerlandais).- Ne déformez pas la réalité. Nous en

sommes manifestement exclus.

M. Bruno De Lille (Groen) (en néerlandais).- Je

n'entrerai pas dans ce petit jeu. Il importe de

montrer que nous pouvons nous accorder sur des

thèmes très importants qui concernent des

personnes parfois laissées pour compte dans notre

société.

La société actuelle n'est pas du tout adaptée aux

personnes atteintes d'un handicap et nous ne

pouvons plus l'accepter car, finalement, cela nous

arrive à tous à un moment ou l'autre de notre vie.

Le Collectif accessibilité Wallonie-Bruxelles

(Cawab) a déjà réalisé des tests et formulé des

recommandations en la matière. Les députés eux-

mêmes se sont prêtés à un test. Le résultat fut

édifiant.

Nous avons compris qu'il ne faut pas s'intéresser

uniquement aux personnes atteintes de déficiences

physiques, mais également aux personnes souffrant

d'un handicap mental, qui sont souvent négligées.

En outre, le fossé est grand entre ce qui est

annoncé et ce qui est réalisé, entre les choses mises

en œuvre pour aider les gens et celles qui sont

correctement exécutées.

Par exemple, pour les personnes atteintes de

déficience visuelle, il est impératif que le bus

s'arrête à l'endroit prévu.

La présente proposition de résolution donne une

vision d'avenir. Nous disons tous qu'il faut

améliorer la situation, placer le gouvernement

devant ses responsabilités et assurer un suivi en

veillant à y associer la société civile.

Je profite de l'occasion pour remercier les

personnes qui ont collaboré à ce texte, notamment

les associations qui insistent toujours sur les mêmes

points.

Vlaams Belang vrij om ook naar de commissie

voor de Infrastructuur te komen en mee te werken.

Niemand zal u dat verbieden.

(Applaus)


Belang).- U moet de zaken niet omdraaien. We

zijn daarvan manifest uitgesloten.

De heer Bruno De Lille (Groen).- Ik wil er geen

politiek spelletje van maken. Het is belangrijk dat

we hier het signaal geven dat we elkaar kunnen

vinden als het gaat over heel belangrijke

onderwerpen die te maken hebben met mensen die

soms zwakker in de maatschappij staan, omdat die

geen aandacht heeft voor hen. We moeten samen

de situatie verbeteren. Helaas is er nog enorm veel

werk.

De maatschappij is vandaag helemaal niet

aangepast aan mensen met een beperking. Dat

kunnen we niet meer aanvaarden. Een integraal

toegankelijk gewest is goed voor iedereen, met of

zonder beperking. Uiteindelijk heeft iedereen op

een bepaald moment wel een beperking. Er is al

verwezen naar de eerdere resolutie en naar het

werk van Cawab. Die organisatie heeft al testen

gedaan en aanbevelingen uitgevoerd. De

parlementsleden hebben de test kunnen uitvoeren.

Dat heeft de ogen van heel wat onder ons geopend,

soms letterlijk want ik mocht als blinde door de

stad lopen.

Het heeft ook duidelijk gemaakt dat we niet alleen

aandacht moeten besteden aan de klassieke

vormen van beperkingen, zoals blind zijn of in een

rolstoel zitten, maar ook aan mensen met een

mentale beperking. Veel mensen denken daar niet

aan. We mogen er ons niet bij neerleggen dat het

moeilijk is. We kunnen de situatie verbeteren.

Verder is er een groot verschil tussen wat er

aangekondigd wordt en wat er gerealiseerd wordt.

Er is ook een heel groot verschil tussen zaken die

uitgevoerd worden om mensen te helpen en zaken

die correct uitgevoerd worden.

Als de bus stopt op de plaats waar hij moet

stoppen, is dat goed voor personen met een visuele

beperking. Stopt de bus een meter verder, dan leidt

dat meteen tot grote problemen.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 94


________________________________________________________________________________________________________________________



Nous espérons que la proposition sera adoptée à

l'unanimité.

(Applaudissements)

Onderhavig voorstel van resolutie geeft zicht op de

toekomst. We zeggen allen dat het beter moet,

plaatsen de regering voor haar

verantwoordelijkheid, volgen alles strikt op en

rekenen erop dat het middenveld voortaan wordt

ingeschakeld bij de opvolging.

Ik maak van de gelegenheid gebruik om iedereen

die aan de tekst heeft meegewerkt, te bedanken, in

het bijzonder de verenigingen, die op hetzelfde

blijven hameren.

Wij hopen dat het voorstel unaniem wordt

goedgekeurd.

(Applaus)

M. le président.- La parole est à Mme Dejonghe.

Mme Carla Dejonghe (Open Vld) (en

néerlandais).- Nous avons toujours plaidé pour

plus de confort dans les transports en commun, y

compris pour les personnes à mobilité réduite. Le

groupe Open Vld se réjouit donc de cette

résolution.

Nous espérons qu'elle incitera à combler le retard

en la matière et que les recommandations seront

traduites en méthodes de travail claires pour les

différentes administrations en charge des

transports publics. En outre, il convient de rendre

compte régulièrement au parlement et aux

personnes à mobilité réduite des avancées

réalisées.

L'adaptation des infrastructures pour rendre la

Région bruxelloise réellement inclusive ne doit pas

forcément passer par des politiques grandioses.

Nous soutenons dès lors cette résolution avec

grande conviction.

(Applaudissements)

De voorzitter.- Mevrouw Dejonghe heeft het

woord.

Mevrouw Carla Dejonghe (Open Vld).- Ook de

Open Vld-fractie is blij met de resolutie. Wij

hebben altijd voor meer comfort op het openbaar

vervoer gepleit. Uiteraard geldt dat ook voor

mensen met een tijdelijke of permanente

mobiliteitsbeperking.

Deze resolutie is een duidelijk statement van het

parlement. Wij hopen dat ze een extra stimulans

zal zijn om de achterstand op dat gebied weg te

werken. Wij zouden graag zien dat de

aanbevelingen in heldere werkmethodes worden

omgezet die door de verschillende administraties

die gericht zijn op het openbaar vervoer gevolgd

moeten worden. Ook een regelmatige rapportage

over de vooruitgang lijkt ons noodzakelijk, zowel

ten opzichte van het parlement als ten opzichte van

personen met een beperkte mobiliteit.

Een aanpassing van de infrastructuur om het

Brussels Gewest echt inclusief te maken, hoeft niet

noodzakelijk direct via grootse beleidsplannen te

gebeuren. Wij hopen dat er aan de hand van

screenings al problemen en obstakels kunnen

worden aangekaart en uit de weg geholpen. Wij

steunen dan ook met veel overtuiging deze

resolutie.

(Applaus)

M. le président.- La parole est à M. Temiz.

De voorzitter.- De heer Temiz heeft het woord.

95 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



M. Sevket Temiz (PS).- Je voudrais saluer le

travail accompli et le résultat obtenu par le groupe

de travail, qui a mis en place beaucoup de

recommandations. Nous suivrons ce sujet avec

attention.

(Applaudissements)

De heer Sevket Temiz (PS) (in het Frans).- Ik zou

de werkgroep willen feliciteren voor de vele

aanbevelingen die hun werk heeft opgeleverd. Wij

zullen dit onderwerp aandachtig volgen.

(Applaus)

M. le président.- La parole est à Mme de Groote.

Mme Julie de Groote (cdH).- Notre travail fut, en

effet, très constructif. Tout est parti d'une initiative

du Collectif accessibilité Wallonie-Bruxelles

(Cawab) et de la STIB. Les députés ont été mis en

situation. J'y vois un beau processus participatif.

L'éventail de mesures que nous proposons est très

large, parce que les handicaps sont très variés. Nous

reviendrons régulièrement devant le parlement avec

cette feuille de route afin d'en vérifier l'application.

Il est bon que nous ayons entrepris cette démarche à

trois ans de la fin de la présente législature. Nous

serons très vigilants quant à la mise en œuvre des

dispositions spécifiques que nous préconisons.


De voorzitter.- Mevrouw de Groote heeft het

woord.

Mevrouw Julie de Groote (cdH) (in het Frans).-

We zijn inderdaad erg constructief te werk

gegaan. Het initiatief ging uit van het Collectif

accessibilité Wallonie-Bruxelles (Cawab) en de

MIVB, waarbij de parlementsleden zich echt

hebben kunnen inleven.

We hebben een hele reeks maatregelen

voorgesteld omdat er ook diverse soorten

handicaps zijn. Het is goed dat dit initiatief er is

gekomen drie jaar voor het aflopen van de

zittingsperiode. Dat geeft ons de kans om er in dit

parlement regelmatig op terug te komen en de

concrete uitwerking van de specifieke

aanbevelingen nauwkeurig op te volgen.




néerlandais).- Le groupe N-VA soutient totalement

la proposition de résolution.

J'ai toujours été étonnée par l'absence d'ascenseurs

dans de nombreuses stations de métro et l'une de

mes premières questions au ministre Smet portait

sur ce manquement. Il nous avait alors fourni le

plan quinquennal de mise en service des

ascenseurs, dont nous suivons la réalisation de

près.

L'exercice effectué avec la commission a été très

utile. Il nous a permis de constater par nous-mêmes

les obstacles rencontrés par les moins valides dans

l'utilisation des transports en commun et d'élaborer

cette excellente proposition. Une fois adoptée, elle

devra être mise en œuvre par le gouvernement et la

STIB. Il reste beaucoup à faire pour que les


woord.

Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA).- De N-

VA-fractie steunt ten volle het voorstel van

resolutie.

Ik heb mij er steeds over verwonderd dat heel wat

metrostations niet uitgerust zijn met liften. Ik heb

minister Smet in een van mijn eerste vragen

hiermee trouwens geconfronteerd. Hij heeft toen

het vijfjarenplan voor de ingebruikname van liften

ter beschikking gesteld, waarvan we uiteraard de

uitvoering nauwgezet volgen.

De oefening die we met de commissie hebben

kunnen doen, was bijzonder nuttig. Niet alleen

konden we kennis nemen van de getuigenissen van

personen met een beperking over de obstakels bij

het gebruik van het openbaar vervoer, maar we

konden ook aan den lijve ondervinden wat het is

om bijvoorbeeld in mijn geval als blinde het

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 96


________________________________________________________________________________________________________________________



personnes handicapées puissent participer

pleinement à notre société.

(Applaudissements)

openbaar vervoer te nemen.

Ik dank de commissievoorzitter en de

commissieleden voor die oefening, die

geresulteerd heeft in een uitstekend voorstel van

resolutie. Na de goedkeuring ervan is het aan de

regering en de MIVB om de tekst uit te voeren. Er

ligt nog heel veel werk op de plank, zoals de

verbetering van de trottoirs, vooraleer personen

met een beperking ook voluit aan onze

samenleving kunnen deelnemen.

(Applaus)


M. Paul Delva (CD&V) (en néerlandais).- Je me

joins aux propos de mes collègues.

Malgré tous nos efforts, deux réseaux de transports

en commun subsistent : un réseau étendu pour les

valides et un réseau bien plus restreint pour les

moins valides.

J'espère que la résolution que nous adopterons

aujourd'hui, majorité et opposition confondues,

permettra de lever cette discrimination afin que les

personnes moins valides aient les mêmes

possibilités de profiter de cette superbe ville.

(Applaudissements)


De heer Paul Delva (CD&V).- Ik sluit mij aan bij

de woorden van mijn collega's.

Ondanks alle inspanningen zijn er vandaag nog

altijd twee parallelle openbaarvervoernetwerken:

een uitgebreid netwerk voor mensen zonder

beperking en een veel kleiner netwerk voor

mensen met een beperking.

Ik hoop dat we binnen enkele jaren meewarig

zullen terugkijken op de huidige situatie en de

ultieme discriminatie die daaruit voortvloeit. Ik

hoop echt dat de resolutie die we vandaag zullen

aannemen, meerderheid en oppositie samen, een

bijkomende stimulans zal zijn om die discriminatie

weg te werken, zodat mensen met een beperking

dezelfde mogelijkheden krijgen om van deze

prachtige stad te genieten.

(Applaus)

M. le président.- La parole est à M. Lootens-Stael.


néerlandais).- Monsieur le président, mon groupe

adhère évidemment au contenu de la proposition de

résolution. Je déplore cependant la manière dont le

texte a été élaboré et le fait qu'un groupe politique

soit à nouveau exclu des débats menés sur un thème

aussi important. C'est pourquoi je m'abstiendrai

lors du vote.

J'espère voir à l'avenir le bon sens et la démocratie

triompher de ces petits jeux mesquins.

De voorzitter.- De heer Lootens-Stael heeft het

woord.


Belang).- Mijnheer de voorzitter, mijn fractie kan

zich uiteraard vinden in de inhoud van het voorstel

van resolutie. Ik betreur evenwel de manier

waarop de tekst tot stand is gekomen en het feit

dat alweer een fractie wordt uitgesloten, zelfs

wanneer het over zo'n thema gaat. Ik vind dat

beschamend voor wie zich hier democraat noemt.

Dat is meteen de reden waarom ik mij bij de

stemming zal onthouden.

97 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________




Discussion des considérants et des tirets du

dispositif


considérants et des tirets du dispositif.

Considérants 1 à 16

Pas d'observation ?

Adoptés.

Dispositif (tirets 1 à 19 du dispositif)

Pas d'observation ?

Adopté.

La discussion des considérants et des tirets du

dispositif est close.


sur l'ensemble de la proposition de résolution.

Ik hoop dat voortaan het gezond verstand en de

democratische reflex, die in het parlement aan de

dag zouden moeten worden gelegd, de bovenhand

halen op kleingeestige spelletjes.


gesloten.

Bespreking van de consideransen en van de

streepjes van het verzoekend gedeelte


van de consideransen en van de streepjes van het

verzoekend gedeelte.

Consideransen 1 tot 16

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Verzoekend gedeelte (Streepjes 1 tot 19 van het

verzoekend gedeelte)

Geen bezwaar?

Aangenomen.

De bespreking van de consideransen en van de

streepjes van het verzoekend gedeelte is gesloten.

Wij zullen later over het geheel van het voorstel

van resolutie stemmen.

PROPOSITION DE RÉSOLUTION DE M.

ARNAUD PINXTEREN, MME ANNEMIE

MAES, MM. AHMED EL KTIBI, ERIC

BOTT, PIERRE KOMPANY, MME ELS

AMPE, M. JEF VAN DAMME, MME

BRIGITTE GROUWELS ET M. VINCENT

DE WOLF RELATIVE AUX

COORDINATIONS INTERRÉGIONALES

EN MATIÈRE DE PRÉVENTION DES

INONDATIONS ET DE QUALITÉ DES

EAUX DANS LA VALLÉE DE LA SENNE

(NOS A-68/1 ET 2 – 2014/2015).


VOORSTEL VAN RESOLUTIE VAN DE

HEER ARNAUD PINXTEREN,

MEVROUW ANNEMIE MAES, DE HEER

AHMED EL KTIBI, DE HEER ERIC

BOTT, DE HEER PIERRE KOMPANY,

MEVROUW ELS AMPE, DE HEER JEF

VAN DAMME, MEVROUW BRIGITTE

GROUWELS EN DE HEER VINCENT DE

WOLF BETREFFENDE DE INTER-

GEWESTELIJKE COÖRDINATIE VOOR

DE PREVENTIE VAN OVER-

STROMINGEN EN DE KWALITEITS-

BEWAKING VAN HET WATER IN DE

ZENNEVALLEI (NRS. A-68/1 EN 2 –

2014/2015).

Algemene bespreking

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 98


________________________________________________________________________________________________________________________




ouverte.


geopend.

Mme Barbara d'Ursel-de Lobkowicz, rapporteuse,

se réfère à son rapport écrit.

Mevrouw Barbara d'Ursel-de Lobkowicz,

rapporteur, verwijst naar haar schriftelijk verslag.

La parole est à M. Pinxteren.

M. Arnaud Pinxteren (Ecolo).- Cette résolution

fut un travail de longue haleine, puisqu'elle a été

déposée le 10 mars 2014. Elle témoigne à elle seule

de l'adage "l'eau ne connaît pas de frontières". En

tout cas, l'eau de la Senne n'a pas connu de

frontières politiques, puisque ce texte de résolution

a été soutenu par l'ensemble des partis et des

commissaires en commission de l'environnement.

Je tenais d'abord à exprimer ma reconnaissance

pour ce soutien politique.

Pour ceux qui n'auraient pas assisté aux débats en

Commission de l'environnement et seraient

intrigués par ce texte, cette résolution s'inscrit, un

peu par hasard, assez bien dans l'actualité, puisque

nous avons connu récemment des phénomènes

d'inondations assez importants et étendus. Nous

avons pu nous rendre compte ce dernier mois

qu'aucune Région, aucune ville, aucun quartier n'est

à l'abri. D'où la nécessité absolue de travailler de

manière intégrée avec l'ensemble des niveaux de

pouvoir sur les différents éléments qui permettent

de prévenir les inondations à l'échelle des bassins

versants.

Le présent texte propose de travailler à l'échelle de

celui de la Senne, qui est le bassin versant de nos

dix-neuf communes et concerne également les trois

Régions.

Le texte propose un travail commun d'établissement

de mesures de lutte contre les inondations d'une

part, et d'établissement d'un plan de gestion intégré

d'autre part.

Certains savent peut-être que le nouveau plan de

gestion de l'eau est actuellement soumis à l'enquête

publique, ainsi qu'à l'avis des communes

bruxelloises. Ce que nous proposons ici, c'est qu'il y

ait une action commune planifiée de façon intégrée

entre les différentes Régions. L'objectif n'est pas

seulement de lutter contre les inondations, mais

aussi de restaurer le bon état écologique de la Senne



Frans).- Deze resolutie werd al op 10 maart 2014

ingediend en ik ben zeer verheugd dat alle partijen

en commissieleden in de commissie Leefmilieu er

nu hun schouders onder hebben gezet.

Water kent geen grenzen. Om verdere

overstromingen in het hele stroomgebied van de

Zenne te voorkomen, moeten de negentien

Brusselse gemeenten, maar ook de drie gewesten,

dat probleem geïntegreerd aanpakken.

De tekst stelt voor om samen maatregelen te

nemen om overstromingen te voorkomen en een

geïntegreerd beheersplan uit te werken. Voor zo'n

beheersplan is er op dit ogenblik eerst een

openbaar onderzoek en het advies van de

Brusselse gemeenten nodig. Wij stellen voor dat de

verschillende gewesten een gemeenschappelijk

geïntegreerd plan opstellen, niet alleen om de

strijd met de overstromingen aan te binden, maar

ook om de toestand van de Zenne op ecologisch

vlak te herstellen en er op den duur misschien

weer zwemwater van te maken.

Ik praat nu over overstromingen, omdat we er net

enkele gekend hebben, maar ik nodig u nu zondag

om 15:00 uur ook allen uit op de Big Jump in het

Kanaal van Willebroek.

(Applaus)

99 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



en espérant un jour pouvoir s'y baigner.

Je parle des inondations, car il s'agit d'un ancrage

d'actualité pour ce texte, mais il y en a un autre, ce

week-end : le Big Jump. Je vous y invite, ce

dimanche, à 15h, au canal de Willebroek.

(Applaudissements)

M. le président.- La parole est à Mme Maes.

Mme Annemie Maes (Groen) (en néerlandais).-

Nous serons donc au moins deux, car j'y participe

aussi. J'espère qu'il y aura foule.

Groen veut avant tout remercier les signataires de

cette proposition de résolution. La Senne est une

rivière importante, même si elle ne fait que 15m de

large à certains endroits. Elle a contribué au

développement de Bruxelles, mais également de la

Région. Couverte après le 19e siècle, ses eaux sont

de mauvaise qualité et elle est une source

d'inondations en cas de fortes précipitations.

La Senne est la seule rivière de Belgique qui

traverse les trois Régions. Cette proposition de

résolution est donc tout un symbole car, depuis la

régionalisation, chaque Région est compétente

pour cette matière. Il serait idiot que les Régions ne

s'entendent pas sur la gestion des cours d'eau.

Nous nous réjouissons que les parlements respectifs

aient déjà pris l'initiative de collaborer en la

matière durant la dernière législature. Les députés

ont notamment effectué des visites de terrain dans

les trois Régions.

Cette résolution est le résultat de ces visites et

échanges. Nous espérons qu'elle se traduira par

des mesures concrètes.

Comme l'a dit M. Pinxteren, la symbolique est

importante. Lors du Big Jump, partout en Europe,

des citoyens, des organisations et des entreprises

sautent en même temps dans l'eau à 15h pour

demander des eaux plus propres. J'ai hâte d'être

dimanche pour vous voir sauter !

(Applaudissements)

De voorzitter.- Mevrouw Maes heeft het woord.

Mevrouw Annemie Maes (Groen).- We zijn al

met twee die zondag in het kanaal zullen springen,

want ik doe ook mee. Ik hoop dat zo veel mogelijk

mensen deelnemen aan de Big Jump.

Eerst en vooral wil Groen alle ondertekenaars

bedanken, omdat ze dit voorstel van resolutie

steunen. Hoewel de Zenne op bepaalde plaatsen

slechts 15 meter breed is, is hij toch een

belangrijke rivier. Brussel heeft zijn ontstaan niet

alleen te danken aan de Zenne, maar de Zenne

heeft ook heel lang bijgedragen aan de

ontwikkeling van de stad en van het gewest. De

Zenne was tot de 19e eeuw bovengronds.

Momenteel staat de rivier vaak symbool voor

problemen. Hij is onder de grond gestoken, de

waterkwaliteit is slecht en bij hevige regenval is

hij ook een bron van overstromingen. Die waren al

gekend in de 19e eeuw.

De Zenne is de enige rivier van België die door de

drie gewesten loopt. Daarom is dit voorstel van

resolutie ook symbolisch. We hebben in de drie

gewesten een gelijkaardig voorstel van resolutie

ingediend. Door de regionalisering heeft elk

gewest immers zijn eigen bevoegdheden op dit

vlak. Het zou een beetje gek zijn dat de

verschillende gewesten op een andere manier

omgaan met het beheer van de waterlopen.

We zijn blij dat de parlementen in de vorige

legislatuur al het initiatief hebben genomen om

samen te werken. We hebben samen met de

parlementsleden van de drie gewesten

terreinbezoeken gebracht en discussies gevoerd.

Dat gebeurde onder het voorzitterschap van de

heer Peumans voor het Vlaams Parlement, van de

heer Dupriez voor het Waals Parlement en van

mevrouw Dupuis voor het Brussels Hoofdstedelijk

Parlement.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 100


________________________________________________________________________________________________________________________



Deze resolutie is het resultaat van die bezoeken en

uitwisselingen. Wij hopen dat het evenwel niet bij

die resolutie zal blijven en dat de regering

maatregelen zal nemen om de waterkwaliteit te

verbeteren.

Zoals de heer Pinxteren al zei, is symboliek

belangrijk. De Big Jump is een initiatief waarbij

burgers, organisaties en bedrijven in heel Europa

allemaal tegelijk om 15.00 uur in het water

springen om voor proper water te pleiten. Ik kijk

er al naar uit om u zondag mee te zien springen.

(Applaus)

M. le président.- La parole est à Mme Dhaene.

Mme Liesbet Dhaene (N-VA) (en néerlandais).-

L'importance d'une politique efficace en matière

d'inondations et de gestion des eaux nous est

clairement apparue ces derniers mois. Des parties

de Bruxelles ont été inondées, y compris la Petite

ceinture et l'entrée de la station de métro Erasme.

Comment éviter de revivre ces catastrophes ? Une

concertation et une collaboration entre les trois

Régions est essentielle, car l'eau ne connaît pas les

frontières.

La Flandre, la N-VA et le groupe bruxellois de la

N-VA sont convaincus de la nécessité de cette

concertation. Mais faut-il imposer unilatéralement

des structures formelles aux autres parties ou

décider conjointement des structures de la

collaboration à mettre en place ? La dernière

option n'est-elle pas plus efficace pour atteindre un

objectif commun ?

Comment réaliser cette collaboration ? En

imposant des structures aux autres parties alors

que l'on sait que leur contenu et leur rôle sont

différents chez les autres parties ?

Certains francophones présentent la communauté

de la Région de Bruxelles-Capitale comme un

moyen d'étendre Bruxelles en faisant appel à de

lourdes structures dont le rôle va au-delà de ce que

prévoit la sixième réforme de l'État.

Les propos du collègue Uyttendaele sur le grand

Bruxelles, en Commission des finances de ce lundi,

qui traduisent la vision du PS à l'égard de la

De voorzitter.- Mevrouw Dhaene heeft het woord.

Mevrouw Liesbet Dhaene (N-VA).- In de

afgelopen maanden is duidelijk gebleken hoe

belangrijk een efficiënt overstromings- en

waterbeleid is. Delen van Brussel kwamen onder

water te staan. Straten met inbegrip van delen van

de Kleine Ring overstroomden. De toegang van

het metrostation Erasmus stond voor een deel

onder water. Ik reed met de auto op de

Tervurenlaan in de richting van Oudergem en ik

heb zoiets nog nooit meegemaakt. Ik heb gisteren

nog gesproken met een mevrouw wiens kelder was

ondergelopen. De ellende van waterschade ken je

maar als je het zelf meemaakt.

In deze problematiek mag er maar een vraag

centraal staan: hoe vermijden we dat we dit nog

meemaken? Om daarvoor te zorgen is overleg en

samenwerking tussen de drie gewesten essentieel

en noodzakelijk, want water kent geen grenzen.

Alleen dan kun je een beleid voeren dat tot gevolg

heeft dat die situaties niet meer voorkomen.

Niemand twijfelt aan de noodzaak tot overleg in

dit dossier. Vlaanderen, de N-VA en de Brusselse

N-VA-fractie zijn daarvan overtuigd. De vraag is

hoe je die samenwerking het best bereikt. Doe je

dat door eenzijdig formele structuren op te dringen

aan de andere partijen of door werkelijk samen te

werken met de instelling om samen te beslissen op

welke wijze en via welke structuren die

samenwerking gebeurt? Is dat geen inhoudelijke

en efficiënte manier van werken om een

gemeenschappelijk doel te bereiken?

Hoe bereiken we samenwerking? Is dat door

101 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



communauté de la Région de Bruxelles-Capitale,

n'incitent pas à une attitude bienveillante envers

cette communauté.

Des ministres bruxellois se plaignent ici de la

mauvaise volonté de la Flandre. Durant cette même

Commission des finances, le ministre-président

Vervoort indiquait qu'il faut être deux pour danser

le tango, mais il faut vouloir soi-même danser et

donner envie aux autres de vous rejoindre.

Je suis donc déçue du contenu de la proposition de

résolution. Bruxelles ne doit pas devenir une île.

Construisons des ponts au lieu de murs. Nous

insistons pour que le gouvernement se concerte

avec les autres parties sans chercher à imposer sa

volonté. C'est la seule manière de progresser dans

ce dossier. Nous nous abstiendrons donc lors du

vote.

(Applaudissements sur les bancs de la N-VA)

structuren op te leggen aan de andere partijen,

waarvan men weet dat ze bij hen gevoelig liggen

en dat de inhoud en de rol ervan door de andere

partijen anders worden ingevuld? Voor de N-VA

is het belangrijk dat we met het dossier

vooruitgaan.

Er is nu eenmaal een meningsverschil over de

Brusselse hoofdstedelijke gemeenschap tussen de

Franstaligen en de Vlamingen. Verschillende

Franstaligen proberen de Brusselse hoofdstedelijke

gemeenschap voor te stellen als een middel tot

uitbreiding van Brussel via zware structuren,

waaraan ze een rol willen geven die veel ruimer is

dan wat afgesproken werd tijdens de zesde

staatshervorming.

Er zijn twee visies op de structuren. Eerlijk

gezegd, de Groot-Brusselse uitspraken van collega

Uyttendaele in de commissie voor de Financiën

afgelopen maandag, waarmee hij de visie van de

PS op de Brusselse hoofdstedelijke gemeenschap

heeft verwoord, dragen niet bij tot een welwillende

houding ten opzichte van die gemeenschap.

Ik hoor in het parlement Brusselse ministers wel

vaker klagen over het zogezegd gebrek aan wil tot

samenwerking in Vlaanderen. "It takes two to

tango", aldus Brussels minister-president Vervoort

afgelopen maandag in de commissie voor de

Financiën. Maar men moet wel zelf willen dansen

en anderen zin geven om mee te dansen om samen

te kunnen dansen.

Ik ben dus ontgoocheld over de inhoud van het

voorstel van resolutie. Moet het echt op die

manier? Brussel mag geen eiland zijn: laten we

bruggen slaan en geen muren bouwen. Wij dringen

erop aan dat de regering overleg pleegt met de

andere partijen, die zij nodig heeft om samen te

beslissen, en afspreekt hoe zij zal samenwerken en

voor welke aangelegenheden, zonder haar wil op

te leggen aan de anderen. Voor ons is dat de

manier om in het dossier vooruitgang te boeken.

Daarom zullen wij ons bij de stemming

onthouden.

(Applaus bij de N-VA)

M. Arnaud Pinxteren (Ecolo).- Même sur un sujet

comme celui-là, la N-VA n'est pas capable d'être

constructive. C'est quand même incroyable !


Frans).- Het is toch ongelooflijk dat de N-VA zelfs

over dit onderwerp niet constructief kan zijn!

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 102


________________________________________________________________________________________________________________________



M. le président.- La parole est à M. Bott.

M. Eric Bott (DéFI).- Inutile de vous rappeler que

ma commune est Woluwe-Saint-Lambert,

gravement touchée par les orages des jours passés.

C'est donc en connaissance de cause que le groupe

DéFI m'a demandé, aujourd'hui, de cosigner cette

proposition.

Pour nous, il est très important que les deux autres

Régions aient également ratifié cette proposition,

qui est intéressante dans la mesure où la Senne

coule dans les trois Régions. Cela implique de

nécessaires coopérations et discussions entre les

différents niveaux de pouvoir. Nous devons

travailler ensemble sur le dossier.

Par ailleurs, cette proposition de résolution

constitue une illustration supplémentaire de la

nécessité d'une approche qui déborde des seules

frontières régionales bruxelloises.

Plutôt que de nager dans le canal, je vous suggère la

Woluwe. Nous en avons fait l'expérience, avec plus

de 1,45 mètre d'eau. Il est donc possible de nager

dans la Woluwe lorsqu'il y a des inondations à

Woluwe-Saint-Lambert. L'une de nos pistes

d'athlétisme a été malheureusement atteinte très

gravement, puisque nous en avons eu pour plus de

100.000 euros de dégâts.

La coopération entre les Régions est très importante

pour les communes qui souffrent des orages, vu le

caractère interrégional du bassin de la Senne et le

nombre de gestionnaires publics compétents. Il est

indispensable de nouer des collaborations utiles et

opérationnelles entre eux.

Cette proposition de résolution vise à garantir la

protection des citoyens en les faisant bénéficier

d'endroits plus sécurisés en cas de débordement des

eaux. L'un de ses effets collatéraux est en outre de

contribuer au développement économique de

l'ensemble de la vallée de la Senne.

C'est avec un vif intérêt que le groupe DéFI

soutient cette proposition de résolution.

(Applaudissements)

De voorzitter.- De heer Bott heeft het woord.

De heer Eric Bott (DéFI) (in het Frans).- Eerder

dan het kanaal, stel ik de Woluwe als zwemwater

voor. Tijdens de recente overstromingen stond het

water 1,45 meter hoog, waardoor een van de

atletiekbanen in Sint-Lambrechts-Woluwe voor

meer dan 100.000 euro schade opliep.

Voor DéFI is het heel belangrijk dat ook de andere

gewesten dit voorstel ratificeren. De Zenne

stroomt door alle drie de gewesten en het is nodig

dat de verschillende overheden samenwerken en

beraadslagen. Dat dossier toont nog maar eens

aan dat een aanpak en samenwerking nodig zijn

die de grenzen van het Brussels Gewest

overschrijden.

Met dit voorstel van resolutie willen wij de

inwoners beter beschermen tegen overstromingen.

Bovendien kunnen we zo ook nog eens een

bijdrage leveren aan de economische ontwikkeling

van de hele Zennevallei.

DéFI steunt dit voorstel van resolutie en juicht het

toe.

(Applaus)

M. le président.- La parole est à M. El Ktibi.

De voorzitter.- De heer El Ktibi heeft het woord.

103 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



M. Ahmed El Ktibi (PS).- Je le disais en

commission : nous ne pouvons dompter l'eau, pas

plus que nous pouvons dompter le feu. Nous

pouvons néanmoins tenter, modestement, de mieux

gérer cette eau.

Récemment, les inondations se sont répétées dans

notre Région : à Molenbeek-Saint-Jean, dans la

vallée de la Woluwe, dans le bas d'Uccle et de

Forest ainsi, finalement, qu'à Laeken.

Nous aurions tort d'oublier celles de la Senne, en

2010. La création de bassins d'orage que la Région

bruxelloise a initiée dans les zones fréquemment

inondées constitue évidemment une solution.

Cependant, elle n'est pas toujours suffisante,

comme nous avons pu le constater à la suite des

récentes pluies abondantes. Notre territoire, bien

qu'exigu, est en réalité très diversifié du point de

vue géologique et topographique, avec ses pentes,

ses vallées et son cours d'eau.

Dans une région totalement urbanisée comme la

nôtre, avec un sol largement recouvert de bâtis et

un réseau d’égouts dense, l'eau n'est plus

naturellement absorbée et retenue par le sol. La

tâche consistant à bien la gérer, avec l'infrastructure

que nous créons à cet effet, n'en est que plus

compliquée. Compte tenu de l'existence de ce cours

d'eau qu'est la Senne, qui se moque des frontières

administratives de nos trois Régions, cette tâche

doit donc être envisagée dans une perspective

interrégionale.

C'est bien là l'objet de cette résolution, qui vise à

établir davantage de collaborations, d'échanges, de

partages de bonnes pratiques, et à renforcer les

coopérations déjà existantes entre nos trois Régions

au niveau des politiques de prévention des

inondations dans la vallée de la Senne.

Elle s'inscrit de ce fait dans la logique de la

résolution du Parlement wallon d'avril 2014. Il est

heureux que nous nous inscrivions dans cet esprit.

Comme l'affirme le texte que nous portons, il n'est

que de bon sens que la collaboration interrégionale

en matière de gestion de la prévention dans la

vallée de la Senne soit inscrite dans les missions de

la Communauté métropolitaine de Bruxelles que

mon groupe et moi-même appelons de nos vœux.

Nous nous réjouissons que ce texte bénéficie d'un

De heer Ahmed El Ktibi (PS) (in het Frans).-

Het water bedwingen, kunnen we niet, maar we

kunnen wel proberen het beter te beheren.

Het Brussels Gewest werd onlangs geteisterd door

overstromingen. Ook in 2010 was dat al het geval.

Stormbekkens kunnen in zones die regelmatig

overstromen soelaas bieden. Ze volstaan echter

niet altijd. Het Brussels Gewest is niet groot, maar

geologisch en topografisch wel erg divers.

In ons sterk verstedelijkte gewest krijgt het water

geen kans meer om in de grond te dringen. Dat

maakt een goed beheer des te moeilijker. De Zenne

houdt niet op met stromen aan de gewestgrens.

Daarom is het des te belangrijker dat de drie

gewesten over het waterbeheer overleggen.

Met deze resolutie willen we de samenwerking en

het overleg tussen de drie gewesten over het

voorkomen van overstromingen in de Zennevallei

versterken. Ze sluit aan bij de resolutie van het

Waals parlement van april 2014.

De intergewestelijke samenwerking rond de

preventie van overstromingen moet kaderen in de

opdrachten van de hoofdstedelijke gemeenschap

van Brussel waar de PS voor pleit.

Het verheugt mij dat er zoveel steun is voor deze

tekst.

(Applaus)

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 104


________________________________________________________________________________________________________________________



aussi large soutien de la part de la majorité et de

l'opposition.

(Applaudissements)

M. le président.- La parole est à M. Kompany.

M. Pierre Kompany (cdH).- Les Grecs en savaient

plus long que nous. De ce fait, ils avaient identifié

plusieurs dieux pour les eaux.

Les inondations nous ont rappelé que les eaux

pouvaient être ravageuses. L'exposé des motifs de

la proposition est assez clair quant à la nécessité et

à la pertinence de la coopération interrégionale

réclamée à travers ce texte. Il est donc tout à fait

louable de constater que la grande majorité des

groupes politiques, francophones et flamands, de ce

parlement ont pu s'accorder sur ce sujet.

Sa mise en œuvre pourrait constituer un bel

exemple de gouvernance dépassant les clivages

politiques, dans l'intérêt de tous. Par ailleurs, ce

type d'accord de coopération qui concerne des

dossiers bruxellois, mais dont les enjeux dépassent

les frontières de notre Région, illustre, selon nous,

la nécessité de mettre en place au plus vite la

Communauté métropolitaine de Bruxelles. En effet,

nous pourrions ainsi prendre directement en main la

gestion des dossiers transrégionaux tels que celui-

ci, au lieu de passer par la négociation d'un accord

de coopération.

La présente résolution demande d'ailleurs au

gouvernement bruxellois de faire le nécessaire afin

que l'espace de concertation et de coopération qui

aura été mis en place soit, à terme, intégré à la

future Communauté métropolitaine de Bruxelles.

Ainsi, je réaffirme la volonté du groupe cdH de

soutenir cette résolution.

(Applaudissements)


Discussion des considérants et du dispositif


De voorzitter.- De heer Kompany heeft het

woord.

De heer Pierre Kompany (cdH) (in het Frans).-

De overstromingen hebben ons de vernietigende

kracht van water in herinnering gebracht. Uit de

toelichting bij het voorstel blijkt duidelijk dat

interregionale samenwerking nodig en gepast is.

Het is dan ook prijzenswaardig dat de grote

meerderheid van de politieke partijen over de

taalgroepen heen het hierover eens is.

De uitvoering ervan zou een mooi voorbeeld zijn

van bestuur dat uitstijgt boven de politieke

breuklijnen. Een dergelijk samenwerkingsakkoord

over een Brussels dossier dat de grenzen van het

Brussels Gewest overstijgt, illustreert voor het

cdH de noodzaak om zo vlug als kan de

hoofdstedelijke gemeenschap van Brussel in het

leven te roepen. In dat geval zouden wij

transregionale dossiers zoals dit meteen kunnen

behandelen, zonder de tussenstap van een

samenwerkingsakkoord.

De resolutie vraagt aan de Brusselse regering om

het nodige te doen om op termijn het overleg en de

samenwerking die tot stand worden gebracht in de

hoofdstedelijke gemeenschap van Brussel te

integreren.

Het cdH steunt deze resolutie.

(Applaus)


gesloten.

Bespreking van de consideransen en van het

verzoekend gedeelte


105 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



considérants et des points du dispositif de la

proposition de résolution, sur la base du texte

adopté par la commission.

Considérants 1 à 12

Pas d'observation ?

Adoptés.

Dispositif (Point 1 à 4 du dispositif)

Pas d'observation ?

Adoptés.


sur l'ensemble de la proposition de résolution.

van de consideransen en van de punten van het

verzoekend gedeelte van het voorstel van resolutie,

op basis van de door de commissie aangenomen

tekst.

Consideransen 1 tot 12

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Verzoekend gedeelte (Punt 1 tot 4 van het

verzoekend gedeelte)

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Wij zullen later over het geheel van het voorstel

van resolutie stemmen.

MODIFICATIONS AU STATUT DES

COLLABORATEURS TEMPORAIRES ET

OCCASIONNELS

MODIFICATION DU STATUT DES

COLLABORATEURS TEMPORAIRES ET

OCCASIONNELS DU PARLEMENT DE LA


VISANT À EN LIMITER L'APPLICATION

AUX COLLABORATEURS TEMPO-

RAIRES, À REVOIR LE DISPOSITIF DE

BONIFICATION EN FONCTION DE

L'EXPÉRIENCE PROFESSIONNELLE ET

À MODIFIER LA PROCÉDURE DE

RÉVISION DU STATUT (voir p. 144)

Discussion

M. le président.- La discussion est ouverte.

Mme Nadia El Yousfi, rapporteuse, se réfère à son

rapport écrit.

La discussion est close.



articles.

Article 1er

WIJZIGINGEN AAN HET STATUUT

VAN DE TIJDELIJKE EN DE

GELEGENHEIDSMEDEWERKERS

WIJZIGING VAN HET STATUUT VAN DE

TIJDELIJKE EN DE GELEGENHEIDS-

MEDEWERKERS VAN HET BRUSSELS

HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT OM

DE TOEPASSING ERVAN TE BEPERKEN

TOT DE TIJDELIJKE MEDEWERKERS

EN OM DE REGELING INZAKE DE

WERKERVARINGSTOESLAG EN DE

WIJZIGINGSPROCEDURE VAN HET

STATUUT TE HERZIEN (zie p. 144)

Bespreking

De voorzitter.- De bespreking is geopend.

Mevrouw Nadia El Yousfi, rapporteur, verwijst

naar haar schriftelijk verslag.

De bespreking is gesloten.



van de artikelen.

Artikel 1

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 106


________________________________________________________________________________________________________________________



Pas d’observation ?

Adopté.

Articles 2 à 7


Adoptés.



sur l'ensemble des modifications au statut des

collaborateurs temporaires et occasionnels du

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale.

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Artikelen 2 tot 7

Geen bezwaar?

Aangenomen.


Wij zullen later over het geheel van de wijzigingen

van het statuut van de tijdelijke en de


Hoofdstedelijk Parlement stemmen.

ADOPTION DU STATUT DES

COLLABORATEURS OCCASIONNELS

DU PARLEMENT DE LA RÉGION DE

BRUXELLES-CAPITALE (voir p. 168)

M. le président.- L'ordre du jour appelle la

discussion de l'adoption du statut des collaborateurs

occasionnels du Parlement de la Région de

Bruxelles-Capitale.

Discussion

M. le président.- La discussion est ouverte.

La parole est à M. Ahidar, rapporteur.

M. Fouad Ahidar (sp.a) (en néerlandais).- Je

remercie les services et me réfère au rapport écrit.

Ce point ne nécessite pas un nouveau débat

approfondi, car il a déjà eu lieu au sein du Bureau.

Le statut a été adopté à l'unanimité.

(Applaudissements)

GOEDKEURING VAN HET STATUUT

VAN DE GELEGENHEIDSMEDE-

WERKERS VAN HET BRUSSELS

HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT (zie

p. 168)

De voorzitter.- Aan de orde is de bespreking van

de goedkeuring van het statuut van de



Bespreking

De voorzitter.- De bespreking is geopend.

De heer Ahidar, rapporteur, heeft het woord.

De heer Fouad Ahidar, rapporteur.- Ik bedank

de diensten en verwijs naar het schriftelijk verslag.

Het is niet nodig om hierover nog een uitgebreid

debat te voeren, want dat hebben we in het Bureau

reeds gedaan. Het statuut werd er unaniem

goedgekeurd.

(Applaus)

M. le président.- La parole est à M. Verbauwhede.

M. Michaël Verbauwhede (PTB*PVDA-GO!).-

Étant donné que nous ne siégeons pas au Bureau,

nous découvrons les textes aujourd'hui. Je me

permets dès lors de donner l'avis du PTB sur ceux-

ci. Si la proposition qui vise à modifier le statut des

collaborateurs temporaires va, selon nous, dans le

De voorzitter.- De heer Verbauwhede heeft het

woord.

De heer Michaël Verbauwhede (PTB*PVDA-

GO!) (in het Frans).- Aangezien de PTB geen

vertegenwoordiger heeft in het Bureau, hebben wij

deze teksten pas vandaag voor het eerst gezien.

Hoewel het voorstel tot wijziging van het statuut

van de gelegenheidsmedewerkers in de goede

107 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



bon sens, j'ai quand même une critique

fondamentale quant au statut des collaborateurs

occasionnels.

En fait, le texte prévoit d'élargir le champ

d'application des collaborateurs occasionnels à

d'autres tâches que celles prévues actuellement.

Pour nous, il ne s'agit pas d'une bonne chose. Vous

savez qu'au Parlement de la Communauté française,

des collaborateurs occasionnels travaillaient depuis

des années, parfois quinze ans, à la rédaction du

compte rendu. Du jour au lendemain, le parlement

n'a plus fait appel à eux, mais comme ils n'avaient

qu'un statut de collaborateurs occasionnels, ils n'ont

eu droit à aucune indemnité. Ils se sont cependant

battus pour tenter d'en obtenir.

Il s'agit là d'un statut précaire qu'il ne faut

certainement pas élargir. C'est la raison pour

laquelle nous ne soutiendrons pas le deuxième texte

qui concerne le statut des collaborateurs

occasionnels.

M. le président.- La discussion est close.



articles.

Article 1er


Adopté.

Articles 2 à 8 et Annexe I


Adoptés.



sur l'ensemble des modifications au statut des


Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale.

richting gaat, heeft de PTB toch een belangrijke

opmerking.

Met het nieuwe statuut worden de taken van deze

medewerkers uitgebreid. Dat is geen goede zaak.

Iedereen weet dat bij de dienst verslaggeving van

het Parlement van de Franse Gemeenschap

sommige gelegenheidsmedewerkers al vijftien jaar

aan de slag waren. Van de ene dag op de andere

deed het parlement geen beroep meer op hen.

Door hun statuut van gelegenheidsmedewerker

hadden ze geen recht op een vergoeding.

Gelegenheidsmedewerkers hebben een precair

statuut, dat zeker niet mag worden uitgebreid.

Daarom steunt de PTB de tweede tekst over het

statuut van de gelegenheidsmedewerkers niet.

De voorzitter.- De bespreking is gesloten.



van de artikelen.

Artikel 1

Geen bezwaar?

Aangenomen.

Artikelen 2 tot 8 en Bijlage I

Geen bezwaar?

Aangenomen.


Wij zullen later over het geheel van de wijzigingen

van het statuut van de tijdelijke en de


Hoofdstedelijk Parlement stemmen.

QUESTIONS ORALES

MONDELINGE VRAGEN

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 108


________________________________________________________________________________________________________________________



M. le président.- L'ordre du jour appelle les

questions orales.

Toutes les questions orales inscrites à l'ordre du

jour ayant reçu réponses écrites, elles sont dès lors

retirées de l'ordre du jour.

De voorzitter.- Aan de orde zijn de mondelinge

vragen.

Aangezien alle mondelinge vragen een schriftelijk

antwoord hebben gekregen, worden ze van de

agenda afgevoerd.

SCRUTINS SECRETS

SCRUTINS SECRETS EN VUE DE LA

PRÉSENTATION D’UNE LISTE DOUBLE DE

CANDIDATS À CINQ MANDATS VACANTS

DE MEMBRE DU COLLÈGE

D’ENVIRONNEMENT

(Article 79 de l’ordonnance du 5 juin 1997 relative

aux permis d’environnement)

M. le président.- Ce point est reporté à la

prochaine séance.

GEHEIME STEMMINGEN

GEHEIME STEMMINGEN MET HET OOG

OP DE VOORDRACHT VAN EEN LIJST

VAN DUBBELTALLEN VAN KANDIDATEN

VOOR VIJF VACANTE MANDATEN VAN

LID VAN HET MILIEUCOLLEGE

(Artikel 79 van de ordonnantie van 5 juni 1997

betreffende de milieuvergunningen)

De voorzitter.- Dit punt wordt naar de volgende

vergadering verschoven.

VOTES NOMINATIFS

M. le président.- L’ordre du jour appelle le vote

nominatif sur les conclusions de la commission

tendant au rejet de la proposition de résolution de

Mme Anne-Charlotte d’Ursel, MM. Jacques

Brotchi, Alain Destexhe et Mme Céline Delforge

relative à la révision de plusieurs formules

d’abonnements émis par la Société des transports

intercommunaux de Bruxelles (STIB) (nos A-184/1

et 2 – 2014/2015) – (Application de l’article 87.4

du règlement).

Nous passons au vote sur les conclusions de la

commission.

Ceux qui sont pour le rejet de la proposition de

résolution votent oui puisque les conclusions de la

commission en proposent le rejet.

Il est procédé au vote.

RÉSULTAT DU VOTE 1

81 membres sont présents.

47 répondent oui.

NAAMSTEMMINGEN

De voorzitter.- Aan de orde is de naamstemming

over het besluit van de commissie tot verwerping

van het voorstel van resolutie van mevrouw Anne-

Charlotte d’Ursel, de heer Jacques Brotchi, de heer

Alain Destexhe en mevrouw Céline Delforge tot

herziening van verscheidene abonnementsformules

van de Maatschappij voor het Intercommunaal

Vervoer te Brussel (MIVB) (nrs. A-184/1 en 2 –

2014/2015) – (Toepassing van artikel 87.4 van het

reglement).

Wij gaan over tot de stemming over het besluit van

de commissie.

Zij die er voorstander van zijn dat het voorstel van

resolutie wordt verworpen, stemmen ja omdat de

commissie in haar besluit voorstelt dat het wordt

verworpen.

Tot stemming wordt overgegaan.

UITSLAG VAN DE STEMMING 1

81 leden zijn aanwezig.

47 antwoorden ja.

109 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



27 répondent non.

7 s'abstiennent.

En conséquence, le parlement adopte les

conclusions de la commission tendant à rejeter la

proposition de résolution.

27 antwoorden neen.

7 onthouden zich.

Bijgevolg neemt het parlement het besluit van de

commissie strekkende tot het verwerpen van het

voorstel van resolutie aan.


nominatif sur les conclusions de la commission

tendant au rejet de la proposition d'ordonnance de

MM. Vincent De Wolf, Gaëtan Van Goidsenhoven

et Mme Anne-Charlotte d’Ursel portant création du

fonds "Jobs+" (nos A-98/1 et 2 – 2014/2015) –

(Application de l’article 87.4 du règlement).

Nous passons au vote sur les conclusions de la

commission.

Ceux qui sont pour le rejet de la proposition

d'ordonnance votent oui puisque les conclusions de

la commission en proposent le rejet.


RÉSULTAT DU VOTE 2


52 répondent oui.

25 répondent non.

4 s'abstiennent.

En conséquence, le parlement adopte les

conclusions de la commission tendant à rejeter la

proposition d'ordonnance.


over het besluit van de commissie tot verwerping

van het voorstel van ordonnantie van de heer

Vincent De Wolf, de heer Gaëtan Van

Goidsenhoven en mevrouw Ann-Charlotte d'Ursel

houdende oprichting van het fonds "Jobs+"

(nrs. A-98/1 en 2 - 2014/2015) - (Toepassing van

artikel 87.4 van het reglement).

Wij gaan over tot stemming over het besluit van de

commissie.

Zij die er voorstander van zijn dat het voorstel van

ordonnantie wordt verworpen, stemmen ja omdat

de commissie in haar besluit voorstelt dat het

wordt verworpen.




52 antwoorden ja.

25 antwoorden neen.

4 onthouden zich.

Bijgevolg neemt het parlement het besluit van de

commissie strekkende tot het verwerpen van het

voorstel van ordonnantie aan.


nominatif sur les amendements, les points du

dispositif réservés et sur l’ensemble de la

proposition de résolution relative à l’Accord

économique et commercial global (CETA) entre

l’Union européenne et le Canada et ses

conséquences pour la Région de Bruxelles-Capitale

(nos A-362/1 et 2 – 2015/2016).

Considérants (29 et 30 nouveaux)

M. le président.- L'ordre du jour appelle le vote

nominatif sur l'amendement n° 3, déposé par Mme

Mathilde El Bakri.


over de amendementen, de aangehouden punten

van het verzoekend gedeelte en over het geheel

van het voorstel van resolutie betreffende het

alomvattend economisch en commercieel akkoord

(CETA) tussen de Europese Unie en Canada en de

gevolgen ervan voor het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest (nrs. A-362/1 en 2 - 2015/2016).

Consideransen (29 en 30 nieuw)


over amendement nr. 3, ingediend door mevrouw

Mathilde El Bakri.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 110


________________________________________________________________________________________________________________________




RÉSULTAT DU VOTE 3


16 répondent oui.

65 répondent non.

En conséquence, l'amendement n° 3 est rejeté.

Point 1 du dispositif



Mathilde El Bakri.

Mme Mathilde El Bakri (PTB*PVDA-GO!).- Je

retire mon amendement.




Mathilde El Bakri.


RÉSULTAT DU VOTE 4


16 répondent oui.

65 répondent non.




Zoé Genot et M. Bruno De Lille.


RÉSULTAT DU VOTE 5


15 répondent oui.

64 répondent non.

1 s'abstient.


Les membres qui se sont abstenus sont invités à

faire connaître les motifs de leur abstention.




16 antwoorden ja.

65 antwoorden neen.

Bijgevolg wordt amendement nr. 3 verworpen.

Punt 1 van het verzoekend gedeelte



Mathilde El Bakri.

Mevrouw Mathilde El Bakri (PTB*PVDA-

GO!) (in het Frans).- Ik trek mijn amendement in.

Punt 3 van het verzoekend gedeelte.



Mathilde El Bakri.




16 antwoorden ja.

65 antwoorden neen.




Zoé Genot en de heer Bruno De Lille.




15 antwoorden ja.

64 antwoorden neen.

1 onthoudt zich.


De leden die zich hebben onthouden, wordt

verzocht de redenen van hun onthouding te doen

kennen.

111 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



M. le président.- La parole est à Mme Moureaux.

Mme Catherine Moureaux (PS).- Je m'abstiens au

nom du groupe PS. Nous ne soutenons pas un

amendement qui est un copié-collé du texte que j'ai

moi-même déposé et défendu au Parlement

francophone bruxellois (PFB) et qui reste la

position du Parti socialiste sur la question.

Nous sommes fiers du texte que nous vous

proposons aujourd'hui dans cette assemblée. Il

marque clairement notre opposition à la ratification

du CETA tel que proposé par la Commission

européenne.

Contrairement aux textes adoptés au PFB, en

Wallonie et à la Communauté française, il trouvera

une majorité dans cette assemblée.



nominatif sur le point 3 du dispositif.

RÉSULTAT DU VOTE 6


39 répondent oui.

25 répondent non.

17 s'abstiennent.

En conséquence, le point 3 du dispositif est adopté.


M. le président.- L''ordre du jour appelle le vote


Mathilde El Bakri.


RÉSULTAT DU VOTE 7


16 répondent oui.

64 répondent non.

1 s'abstient.



De voorzitter.- Mevrouw Moureaux heeft het

woord.

Mevrouw Catherine Moureaux (PS) (in het

Frans).- Ik onthoud mij in naam van de PS-fractie.

Wij steunen geen amendement dat een kopie is van

de tekst die ik zelf heb ingediend en verdedigd in

de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie

en die het standpunt van de PS weerspiegelt,

namelijk dat wij tegen het voorstel van de

Europese Commissie zijn om CETA te ratificeren.

In tegenstelling tot de teksten die zijn aangenomen

in de Raad van de Franse

Gemeenschapscommissie, het Waals Parlement en

het Parlement van de Franse Gemeenschap zal die

tekst hier wel door een meerderheid worden

goedgekeurd.

(Applaus bij de PS)


over punt 3 van het verzoekend gedeelte.



39 antwoorden ja.

25 antwoorden neen.

17 onthouden zich.

Bijgevolg wordt punt 3 van het verzoekend

gedeelte aangenomen.

Punt 4 van het verzoekend gedeelte



Mathilde El Bakri.




16 antwoorden ja.

64 antwoorden neen.

1 onthoudt zich.



N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 112


________________________________________________________________________________________________________________________





kennen.

La parole est à Mme Moureaux.

Mme Catherine Moureaux (PS).- La justification

de mon abstention est la même que pour

l'amendement n°5.

Mevrouw Moureaux heeft het woord.

Mevrouw Catherine Moureaux (PS) (in het

Frans).- Ik onthoud mij om dezelfde reden als bij

amendement nr. 5.


nominatif sur l'ensemble du projet de résolution.


RÉSULTAT DU VOTE 8


39 répondent oui.

24 répondent non.

18 s'abstiennent.

En conséquence, le parlement adopte la proposition

de résolution.

Les propositions de résolution :

- de Mme Mathilde El Bakri, MM. Michaël

Verbauwhede, Youssef Handichi et Mme Claire

Geraets relative au projet de traité de libre-échange

entre l’Union européenne et le Canada, l’Accord

économique et commercial global (AECG/CETA)

(nos A-150/1 et 2 – 2014/2015) ;

- de Mme Zoé Genot et M. Bruno De Lille relative

à l’accord économique et commercial global entre

l’Union européenne et le Canada (CETA) (nos A-

151/1 et 2 – 2014/2015),

deviennent donc sans objet.




over het geheel van het ontwerp van resolutie.




39 antwoorden ja.

24 antwoorden neen.

18 onthouden zich.

Bijgevolg neemt het parlement het voorstel van

resolutie aan.

De voorstellen van resolutie:

- van mevrouw Mathilde El Bakri, de heer Michaël

Verbauwhede, de heer Youssef Handichi en

mevrouw Claire Geraets betreffende het ontwerp

van vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese

Unie en Canada, het alomvattend economisch en

commercieel akkoord (CETA) (nrs. A-150/1 en 2

– 2014/2015);

- van mevrouw Zoé Genot en de heer Bruno De

Lille betreffende het alomvattend economisch en

commercieel akkoord tussen de Europese Unie en

Canada (CETA) (nrs. A-151/1 en 2 – 2014/2015),

worden dus doelloos.



kennen.

La parole est à M. Clerfayt.

M. Bernard Clerfayt (DéFI).- Je souhaiterais

justifier mon abstention.

Si je partage certaines critiques que l'on peut avoir

sur ce texte et principalement sur le fait qu'on n'ait

De heer Clerfayt heeft het woord.

De heer Bernard Clerfayt (DéFI) (in het Frans).-

Hoewel ik het eens ben met bepaalde opmerkingen

over deze tekst en vooral over het feit dat er voor

de onderhandelingen geen grote lijnen werden

uitgezet, betreur ik het dat er in het hele debat

113 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



pas mis des balises avant la négociation, je regrette

qu'il y ait dans tout ce débat sur le CETA et dans

celui qui s'enflamme sur le TTIP, toute une série d'a

priori anti-commerce, anti libre-échange qui ne me

semblent pas appropriés ni de bon aloi.

(Applaudissements sur les bancs du MR et de DéFI)

Ces a priori me semblent participer d'une mauvaise

compréhension des effets bénéfiques que le

développement du commerce bien balisé, bien

intégré, bien compris peut avoir sur le sort des

populations humaines.

Il est un peu trop facile de reprocher aux principes

mêmes du commerce et du libre commerce une

série de problèmes qui relèvent, eux, des politiques

nationales des pays qui participent au commerce,

notamment la protection de l'environnement, la

protection des droits sociaux et la protection des

droits humains, qui sont des politiques nationales

propres.

over CETA en TTIP sprake is van een

uitgesproken, maar ongepaste vooringenomenheid

tegenover de vrijhandel.

(Applaus bij MR en DéFI)

Het komt mij voor dat die antihouding voortvloeit

uit een slecht begrip van de gunstige effecten die

een goed afgebakende en goed geïntegreerde

handel kan hebben.

Het is al te gemakkelijk om de vrijhandel de

problemen aan te wrijven die voortvloeien uit het

nationale beleid van landen die aan die handel

deelnemen, namelijk in verband met

milieubescherming en de bescherming van sociale

rechten en van de mensenrechten.

M. le président.- La parole est à Mme Genot.

Mme Zoé Genot (Ecolo).- Je désire apporter des

précisions quant à l’abstention des écologistes.

Nous avions, au niveau du Parlement francophone

bruxellois, accepté de retirer notre texte pour

permettre une unanimité franche autour d'un texte

qui allait suffisamment loin. En effet, ce texte disait

clairement que nous ne voulions pas accorder les

pleins pouvoirs au gouvernement fédéral pour la

signature du CETA entre l'Union européenne et le

Canada.

Cet amendement, comme Mme Moureaux l'a

souligné, reprenait exactement le texte sur lequel

nous nous étions mis d'accord. Étant donné que

celui-ci n'a pas pu trouver de majorité, nous

estimons que le texte soumis au vote est trop faible.

Nous connaissons très bien le principe de toutes ces

négociations : c'est le principe de l'entonnoir. Le

fait de dire "à l'issue de toutes les négociations, s'il

n'y a eu aucune avancée, alors on votera contre

lorsque cela arrivera dans notre parlement", c'est

trop faible, car cela ne permet pas d'établir un

rapport de force suffisant pour obtenir une

meilleure négociation et des textes qui

n'hypothèquent pas tous les domaines pour lesquels

nous nous inquiétions à la lecture de ce texte, tout

De voorzitter.- Mevrouw Genot heeft het woord.

Mevrouw Zoé Genot (Ecolo) (in het Frans).-

Mijn fractie onthoudt zich, omdat wij vinden dat

de tekst niet ver genoeg gaat. Wij willen de

federale regering niet alle macht in handen geven

om het handelsakkoord (CETA) tussen de

Europese Unie en Canada te ondertekenen.

Het amendement neemt exact dezelfde tekst over

waarover wij in de Cocof een akkoord bereikt

hadden. We hebben daar echter geen meerderheid

voor kunnen vinden en menen dus dat de tekst te

zwak is.

Het amendement verschaft ons immers geen

onderhandelingspositie die voldoende sterk is en

stelt ons ook niet staat om tot een tekst te komen

die geen wissel trekt op alle domeinen die ons

zorgen baren.


N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 114


________________________________________________________________________________________________________________________



comme vous.


Groen)

M. le président.- La parole est à Mme El Bakri.

Mme Mathilde El Bakri (PTB*PVDA-GO!).- J'ai

expliqué ce matin, à l'occasion du débat sur le

CETA, que nous étions disposés à soutenir le texte

si les amendements déposés par le PTB étaient

acceptés.

Pour nous, l'amendement le plus important consiste

à noter clairement dans le texte la question de la

délégation des pouvoirs au gouvernement fédéral

pour la signature du CETA.

Bien que le texte actuel ait le mérite d'ouvrir le

débat et de prendre position, ainsi que je l'ai

souligné ce matin, il reste malheureusement trop

flou et laisse finalement la porte ouverte à de

nombreuses possibilités. Trop de points restent à

l'appréciation exclusive de chacun.

Le PTB regrette que des partis, ayant pourtant

déposé un texte allant plus loin au niveau de la

Cocof et du parlement wallon, n'aient pas été à

même de respecter leur ligne de conduite.

(Applaudissements sur les bancs du PTB*PVDA-

GO!)

De voorzitter.- Mevrouw El Bakri heeft het

woord.

Mevrouw Mathilde El Bakri (PTB*PVDA-

GO!) (in het Frans).- Ik verklaarde vanochtend

tijdens het debat over CETA dat de PTB bereid is

de tekst goed te keuren, als onze amendementen

zouden worden aangenomen.

Het belangrijkste amendement houdt verband met

een duidelijke vermelding in de tekst van de

overdracht van de bevoegdheden aan de federale

regering voor de ondertekening van het CETA-

verdrag.

Hoewel de huidige tekst aanzet tot debat en het

innemen van een standpunt, blijft hij te vaag en

laat hij ettelijke mogelijkheden open. Te veel

punten worden aan het individuele waardeoordeel

overgelaten.

De PTB betreurt het dat bepaalde partijen zelfs

niet in staat zijn om hun eigen gedragslijn te

volgen.

(Applaus bij de PTB*PVDA-GO!)


nominatif sur l’ensemble du projet d'ordonnance

modifiant l’ordonnance du 22 novembre 1990

relative à l’organisation des transports en commun

dans la Région de Bruxelles-Capitale (nos A-351/1

et 2 – 2015/2016).


RÉSULTAT DU VOTE 9


64 répondent oui.

16 répondent non.

1 s'abstient.

En conséquence, le parlement adopte le projet


over het geheel van het ontwerp van ordonnantie

tot wijziging van de ordonnantie van 22 november

1990 betreffende de organisatie van het openbaar

vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

(nrs. A-351/1 en 2 – 2015/2016).




64 antwoorden ja.

16 antwoorden neen.

1 onthoudt zich.

Bijgevolg neemt het parlement het ontwerp van

115 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



d'ordonnance qui sera soumis à la sanction du

gouvernement.

ordonnantie aan. Het zal ter bekrachtiging aan de

regering worden voorgelegd.


nominatif sur les amendements, les articles réservés

et sur l’ensemble du projet d'ordonnance portant

modification de l’ordonnance du 22 janvier 2009

portant organisation de la politique du

stationnement et création de l’Agence du

stationnement de la Région de Bruxelles-Capitale et

de l’ordonnance du 3 avril 2014 relative aux

règlements complémentaires sur la circulation

routière et sur la pose et le coût de la signalisation

routière (nos A-352/1 et 2 – 2015/2016).

Article 3


nominatif sur l'amendement n° 1, déposé par M.

Vincent De Wolf et Mme Anne-Charlotte d'Ursel.


RÉSULTAT DU VOTE 10


14 répondent oui.

67 répondent non.



nominatif sur l'article 3.




46 répondent oui.

23 répondent non.

12 s'abstiennent.

En conséquence, l'article 3 est adopté.

Article 3/1 (nouveau)





over de amendementen, aangehouden artikelen en

het geheel van het ontwerp van ordonnantie

betreffende de wijziging van de ordonnantie van

22 januari 2009 houdende de organisatie van het

parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels

Hoofdstedelijk Parkeeragentschap en van de

ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de

aanvullende reglementen op het wegverkeer en de

plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens

(nrs. A-352/1 en 2 – 2015/2016).

Artikel 3


over amendement nr. 1, ingediend door de heer

Vincent De Wolf en mevrouw Anne-Charlotte

d'Ursel.




14 antwoorden ja.

67 antwoorden neen.



over artikel 3.




46 antwoorden ja.

23 antwoorden neen.

12 onthouden zich.

Bijgevolg wordt artikel 3 aangenomen.

Artikel 3/1 (nieuw)




d'Ursel.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 116


________________________________________________________________________________________________________________________






14 répondent oui.

67 répondent non.


Article 11







14 répondent oui.

62 répondent non.

5 s'abstiennent.








14 répondent oui.

62 répondent non.

5 s'abstiennent.



nominatif sur l'article 11.







14 antwoorden ja.

67 antwoorden neen.


Artikel 11




d'Ursel.




14 antwoorden ja.

62 antwoorden neen.

5 onthouden zich.





d'Ursel.




14 antwoorden ja.

62 antwoorden neen.

5 onthouden zich.



over artikel 11.




117 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



46 répondent oui.

23 répondent non.

12 s'abstiennent.


Article 18


nominatif sur l'amendement n° 5, déposé par MM.

Marc Loewenstein, Ridouane Chahid, Mmes Julie

de Groote, Els Ampe, MM. Jef Van Damme et Paul

Delva.




47 répondent oui.

34 répondent non.

En conséquence, l'amendement n° 5 est adopté.


nominatif sur l'article 18 ainsi modifié.




47 répondent oui.

22 répondent non.

12 s'abstiennent.



nominatif sur l'ensemble du projet d'ordonnance.




44 répondent oui.

22 répondent non.

15 s'abstiennent.



46 antwoorden ja.

23 antwoorden neen.

12 onthouden zich.


Artikel 18



Marc Loewenstein, de heer Ridouane Chahid,

mevrouw Julie De Groote, mevrouw Els Ampe, de

heer Jef Van Damme en de heer Paul Delva.




47 antwoorden ja.

34 antwoorden neen.

Bijgevolg wordt amendement nr. 5 aangenomen.


over het aldus gewijzigde artikel 18.




47 antwoorden ja.

22 antwoorden neen.

12 onthouden zich.



over het geheel van het ontwerp van ordonnantie.




44 antwoorden ja.

22 antwoorden neen.

15 onthouden zich.



kennen.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 118


________________________________________________________________________________________________________________________



M. le président.- La parole est à M. Ghyssels.

M. Marc-Jean Ghyssels (PS).- Je tenais à justifier

mon abstention. Nous avons bien sûr entendu les

explications données au sujet de ce projet

d'ordonnance. Nous sommes tous convaincus qu'il

faut arriver à une harmonisation, mais je crois

malgré tout qu'un équilibre doit encore être trouvé

dans certaines matières, que ce soit en termes de

dérogations ou de détermination des mailles et des

secteurs.

Par cette abstention, je tiens donc à marquer un

message très clair quant à l'intérêt que nous portons

à ce dossier ainsi qu'au suivi que nous en faisons :

nous demeurerons attentifs à ce que nous présentera

le ministre dans ses arrêtés d'application.

M. le président.- La parole est à Mme de Groote.

Mme Julie de Groote (cdH).- Au nom de mon

groupe, je voudrais aussi justifier mon abstention.

Certes, nous avons affaire à une avancée en la

matière, mais il y a encore des points à régler.

Le ministre s'est engagé à faire quelque chose

d'important. Nous marquons notre pleine confiance,

même s'il ne s'agit pas d'un blanc-seing...

(Rumeurs)

Lors du débat en commission, le ministre s'est

engagé par rapport aux arrêtés, notamment sur les

questions des zones, des cartes de dérogation ou

encore des secteurs.

De voorzitter.- De heer Ghyssels heeft het woord.

De heer Marc-Jean Ghyssels (PS) (in het

Frans).- Hoewel we er allen van overtuigd zijn dat

er meer samenhang nodig is, heb ik mij

onthouden. Ik vind immers dat we voor de

afwijkingen en bij het vastleggen van de

parkeerzones nog verder naar een evenwicht

moeten streven.

Hiermee wil ik duidelijk maken dat wij erg veel

belang hechten aan dit dossier en dat we de

toepassingsbesluiten aandachtig zullen

bestuderen.

De voorzitter.- Mevrouw de Groote heeft het

woord.

Mevrouw Julie de Groote (cdH) (in het Frans).-

Mijn fractie heeft zich onthouden, omdat wij

vinden dat er nog een aantal punten geregeld

moeten worden.

Wij hebben alle vertrouwen in de minister, hoewel

we hem geen blancovolmacht geven.

(Rumoer)

In de commissie heeft de minister beloftes gedaan

met betrekking tot de besluiten, onder meer over

de zones en de afwijkingen.

M. le président.- La parole est à M. Clerfayt.

M. Bernard Clerfayt (DéFI).- Comme mes deux

collègues, je me suis abstenu et je souhaite motiver

mon abstention.

Nous sommes désireux d'une harmonisation de la

gestion du stationnement sur le territoire de la

Région bruxelloise afin de mieux intégrer les règles

de stationnement et faciliter la vie des citoyens

usagers de l'espace public et de tous ceux qui

viennent en voiture dans la Région. Mais nous

souhaitons aussi qu'il y ait une meilleure

collaboration entre les niveaux régionaux et

communaux, ce dernier ayant déjà développé une

De voorzitter.- De heer Clerfayt heeft het woord.

De heer Bernard Clerfayt (DéFI) (in het Frans).-

Ook wij willen een harmonieuzer parkeerbeleid in

het Brussels Gewest. Wij verlangen echter ook dat

het gewest nauwer samenwerkt met de gemeenten,

want die hebben al heel wat expertise op dat vlak

ontwikkeld.

Mijn onthouding is dus in feite ingegeven door

waakzaamheid: wij willen erop toezien dat het

gewest en de gemeenten op een gezonde manier

samenwerken om de aangesneden punten te

behandelen.

119 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



bonne expertise dans la gestion du stationnement en

beaucoup d'endroits de la ville.

C'est donc une abstention de vigilance, comme

d'autres l'ont dit, afin de veiller à ce que les points

que nous avons abordés - les cadres et dérogations,

la tarification, la sectorisation, la définition des

mailles, etc. - bénéficient d'une saine et bonne

coopération entre la Région et les communes.

M. le président.- D'autres justifications ? Si j'étais

encore ministre, je recevrais cela comme un

message clair porté par des membres de plusieurs

groupes de la majorité.

M. Vincent De Wolf (MR).- Il aurait été plus

judicieux de remettre ce point afin de pouvoir le

traiter convenablement, car se contorsionner

comme des vers de terre à la première pluie ne

donne pas fière allure !

M. le président.- Notre connaissance de la vie

parlementaire me permet d'avancer que ce genre de

travail s'accomplit en amont, c'est-à-dire en

commission.

De voorzitter.- Zijn er andere stemverklaringen?

Als ik nog minister was, zou ik dit beschouwen als

een duidelijk signaal vanuit verschillende

meerderheidsfracties.


U had de behandeling van dit punt beter

verschoven om het op een fatsoenlijke manier te

doen, want uw krampachtige optredens zijn geen

fraai zicht!

De voorzitter.- Uit mijn lange parlementaire

ervaring weet ik dat dat werk doorgaans op

voorhand in de commissie verricht wordt.

En conséquence, le parlement adopte le projet

d'ordonnance qui sera soumis à la sanction du

gouvernement.


nominatif sur l’ensemble de la proposition de

résolution relative à l’accessibilité des

infrastructures et des équipements de la STIB aux

personnes en situation de handicap (n° A-371/1 –

2015/2016).




79 répondent oui.

1 s'abstient.


de résolution.

(Applaudissements sur tous les bancs)

Bijgevolg neemt het parlement het ontwerp van

ordonnantie aan. Het zal ter bekrachtiging aan de

regering worden voorgelegd.


over het geheel van het voorstel van resolutie

betreffende de toegankelijkheid van de

infrastructuur van de MIVB voor personen met

een handicap (nr. A-371/1 - 2015/2016).




79 antwoorden ja.

1 onthoudt zich.


resolutie aan.

(Algemeen applaus)


nominatif sur l’ensemble de la proposition de


over het geheel van het voorstel van resolutie

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 120


________________________________________________________________________________________________________________________



résolution relative aux coordinations interrégionales

en matière de prévention des inondations et de

qualité des eaux dans la vallée de la Senne (nos A-

68/1 et 2 – 2014/2015).




76 répondent oui.

4 s'abstiennent.


de résolution.

(Applaudissements sur tous les bancs)

betreffende de intergewestelijke coördinatie voor

de preventie van overstromingen en de






76 antwoorden ja.

4 onthouden zich.


resolutie aan.

(Algemeen applaus)


nominatif sur la modification du statut des


Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale

visant à en limiter l’application aux collaborateurs

temporaires, à revoir le dispositif de bonification en

fonction de l’expérience professionnelle et à

modifier la procédure de révision du statut.




79 répondent oui.

La modification du statut des collaborateurs

temporaires et occasionnels du Parlement de la

Région de Bruxelles-Capitale visant à en limiter

l’application aux collaborateurs temporaires, à

revoir le dispositif de bonification en fonction de

l’expérience professionnelle et à modifier la

procédure de révision du statut est adoptée.


nominatif en vue de l’adoption du statut des

collaborateurs occasionnels du Parlement de la

Région de Bruxelles-Capitale.





over de wijziging van het statuut van de tijdelijke

en de gelegenheidsmedewerkers van het Brussels

Hoofdstedelijk Parlement om de toepassing ervan

te beperken tot de tijdelijke medewerkers en om de

regeling inzake de werkervaringstoeslag en de

wijzigingsprocedure van het statuut te herzien.




79 antwoorden ja.

De wijziging van het statuut van de tijdelijke en de


Hoofdstedelijk Parlement om de toepassing ervan

te beperken tot de tijdelijke medewerkers en om de

regeling inzake werkervaringstoeslag en de

wijzigingsprocedure van het statuut te herzien,

wordt aangenomen.


ter goedkeuring van het statuut van de






121 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



75 répondent oui.

4 répondent non.

Le statut des collaborateurs occasionnels du

Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale est

adopté.

75 antwoorden ja.

4 antwoorden neen.

Het statuut van de gelegenheidsmedewerkers van

het Brussels Hoofdstedelijk Parlement wordt

aangenomen.

M. le président.- La séance plénière du parlement

de la Région de Bruxelles-Capitale est close.

Prochaine séance plénière sur convocation du

président.

- La séance est levée à 19h02.

De voorzitter.- De plenaire vergadering van het

Brussels Hoofdstedelijk Parlement is gesloten.

Volgende plenaire vergadering na bijeenroeping

door de voorzitter.

- De vergadering wordt gesloten om 19.02 uur.

_____ _____

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 122


________________________________________________________________________________________________________________________



DÉTAIL DES VOTES NOMINATIFS / DETAIL VAN DE NAAMSTEMMINGEN

VOTE 1 / STEMMING 1

Oui 47 Ja

Fouad Ahidar, Els Ampe, Eric Bott, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Ridouane Chahid, Bernard

Clerfayt, Philippe Close, Michel Colson, René Coppens, Stefan Cornelis, Emmanuel De Bock, Julie

de Groote, Carla Dejonghe, Paul Delva, Serge de Patoul, Caroline Désir, Bea Diallo, André du Bus

de Warnaffe, Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Marc-Jean Ghyssels, Amet

Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Pierre

Kompany, Hasan Koyuncu, Marc Loewenstein, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka

Mankamba, Zahoor Ellahi Manzoor, Catherine Moureaux, Mohamed Ouriaghli, Emin Özkara,

Martine Payfa, Caroline Persoons, Charles Picqué, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Sevket

Temiz, Julien Uyttendaele, Jef Van Damme, Khadija Zamouri.

Non 27 Neen

Françoise Bertieaux, Jacques Brotchi, Alain Courtois, Anne-Charlotte d'Ursel, Olivier de Clippele,

Armand De Decker, Céline Delforge, Bruno De Lille, Vincent De Wolf, Boris Dilliès, Christos

Doulkeridis, Willem Draps, Isabelle Durant, Zoé Genot, Evelyne Huytebroeck, Abdallah Kanfaoui,

Marion Lemesre, Dominiek Lootens-Stael, Annemie Maes, Alain Maron, Mahinur Ozdemir,

Arnaud Pinxteren, Jacqueline Rousseaux, Viviane Teitelbaum, Barbara Trachte, Gaëtan Van

Goidsenhoven, Arnaud Verstraete.

Abstentions 7 Onthoudingen

Liesbet Dhaene, Mathilde El Bakri, Claire Geraets, Youssef Handichi, Cieltje Van Achter, Johan

Van den Driessche, Michaël Verbauwhede.

123 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



VOTE 2 / STEMMING 2

Oui 52 Ja




de Warnaffe, Mathilde El Bakri, Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Claire

Geraets, Marc-Jean Ghyssels, Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Youssef

Handichi, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Pierre Kompany, Hasan Koyuncu, Marc

Loewenstein, Dominiek Lootens-Stael, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka



Temiz, Julien Uyttendaele, Jef Van Damme, Michaël Verbauwhede, Khadija Zamouri.

Non 25 Neen


Armand De Decker, Céline Delforge, Bruno De Lille, Vincent De Wolf, Boris Dilliès, Christos

Doulkeridis, Willem Draps, Isabelle Durant, Zoé Genot, Evelyne Huytebroeck, Abdallah Kanfaoui,

Marion Lemesre, Annemie Maes, Alain Maron, Arnaud Pinxteren, Jacqueline Rousseaux, Viviane

Teitelbaum, Barbara Trachte, Gaëtan Van Goidsenhoven, Arnaud Verstraete.


Liesbet Dhaene, Mahinur Ozdemir, Cieltje Van Achter, Johan Van den Driessche.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 124


________________________________________________________________________________________________________________________



VOTE 3 / STEMMING 3

Oui 16 Ja

Céline Delforge, Bruno De Lille, Christos Doulkeridis, Isabelle Durant, Mathilde El Bakri, Zoé

Genot, Claire Geraets, Youssef Handichi, Evelyne Huytebroeck, Annemie Maes, Alain Maron,

Mahinur Ozdemir, Arnaud Pinxteren, Barbara Trachte, Michaël Verbauwhede, Arnaud Verstraete.

Non 65 Neen

Fouad Ahidar, Els Ampe, Françoise Bertieaux, Eric Bott, Jacques Brotchi, Michèle Carthé, Benoît

Cerexhe, Ridouane Chahid, Bernard Clerfayt, Philippe Close, Michel Colson, René Coppens,

Stefan Cornelis, Alain Courtois, Anne-Charlotte d'Ursel, Emmanuel De Bock, Olivier de Clippele,

Armand De Decker, Julie de Groote, Carla Dejonghe, Paul Delva, Serge de Patoul, Caroline Désir,

Vincent De Wolf, Liesbet Dhaene, Bea Diallo, Boris Dilliès, Willem Draps, André du Bus de

Warnaffe, Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Marc-Jean Ghyssels, Amet

Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Abdallah

Kanfaoui, Pierre Kompany, Hasan Koyuncu, Marion Lemesre, Marc Loewenstein, Dominiek

Lootens-Stael, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka Mankamba, Zahoor Ellahi

Manzoor, Catherine Moureaux, Mohamed Ouriaghli, Emin Özkara, Martine Payfa, Caroline

Persoons, Charles Picqué, Jacqueline Rousseaux, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Viviane

Teitelbaum, Sevket Temiz, Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den

Driessche, Gaëtan Van Goidsenhoven, Khadija Zamouri.

125 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



VOTE 4 / STEMMING 4

Oui 16 Ja




Non 65 Neen












Teitelbaum, Sevket Temiz, Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den

Driessche, Gaëtan Van Goidsenhoven, Khadija Zamouri.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 126


________________________________________________________________________________________________________________________



VOTE 5 / STEMMING 5

Oui 15 Ja

Bruno De Lille, Christos Doulkeridis, Isabelle Durant, Mathilde El Bakri, Zoé Genot, Claire

Geraets, Youssef Handichi, Evelyne Huytebroeck, Annemie Maes, Alain Maron, Mahinur Ozdemir,

Arnaud Pinxteren, Barbara Trachte, Michaël Verbauwhede, Arnaud Verstraete.

Non 64 Neen










Manzoor, Mohamed Ouriaghli, Emin Özkara, Martine Payfa, Caroline Persoons, Charles Picqué,

Jacqueline Rousseaux, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Viviane Teitelbaum, Sevket Temiz,

Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den Driessche, Gaëtan Van

Goidsenhoven, Khadija Zamouri.


Catherine Moureaux.

127 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



VOTE 6 / STEMMING 6

Oui 39 Ja

Fouad Ahidar, Eric Bott, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Ridouane Chahid, Philippe Close,

Michel Colson, Emmanuel De Bock, Julie de Groote, Serge de Patoul, Caroline Désir, Bea Diallo,

André du Bus de Warnaffe, Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Marc-Jean

Ghyssels, Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Pierre Kompany,

Hasan Koyuncu, Marc Loewenstein, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka Mankamba,

Zahoor Ellahi Manzoor, Catherine Moureaux, Mohamed Ouriaghli, Emin Özkara, Martine Payfa,

Caroline Persoons, Charles Picqué, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Sevket Temiz, Julien

Uyttendaele, Jef Van Damme.

Non 25 Neen

Els Ampe, Françoise Bertieaux, Jacques Brotchi, René Coppens, Stefan Cornelis, Alain Courtois,

Anne-Charlotte d'Ursel, Olivier de Clippele, Armand De Decker, Carla Dejonghe, Paul Delva,

Vincent De Wolf, Liesbet Dhaene, Boris Dilliès, Willem Draps, Brigitte Grouwels, Abdallah

Kanfaoui, Marion Lemesre, Dominiek Lootens-Stael, Jacqueline Rousseaux, Viviane Teitelbaum,

Cieltje Van Achter, Johan Van den Driessche, Gaëtan Van Goidsenhoven, Khadija Zamouri.


Bernard Clerfayt, Céline Delforge, Bruno De Lille, Christos Doulkeridis, Isabelle Durant, Mathilde

El Bakri, Zoé Genot, Claire Geraets, Youssef Handichi, Evelyne Huytebroeck, Annemie Maes,

Alain Maron, Mahinur Ozdemir, Arnaud Pinxteren, Barbara Trachte, Michaël Verbauwhede,

Arnaud Verstraete.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 128


________________________________________________________________________________________________________________________



VOTE 7 / STEMMING 7

Oui 16 Ja




Non 64 Neen










Manzoor, Mohamed Ouriaghli, Emin Özkara, Martine Payfa, Caroline Persoons, Charles Picqué,


Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den Driessche, Gaëtan Van



Catherine Moureaux.

129 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



VOTE 8 / STEMMING 8

Oui 39 Ja

Fouad Ahidar, Eric Bott, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Ridouane Chahid, Philippe Close,

Michel Colson, Emmanuel De Bock, Julie de Groote, Serge de Patoul, Caroline Désir, Bea Diallo,


Ghyssels, Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Pierre Kompany,




Uyttendaele, Jef Van Damme.

Non 24 Neen

Els Ampe, Françoise Bertieaux, Jacques Brotchi, René Coppens, Stefan Cornelis, Alain Courtois,

Anne-Charlotte d'Ursel, Olivier de Clippele, Armand De Decker, Carla Dejonghe, Paul Delva,

Vincent De Wolf, Liesbet Dhaene, Boris Dilliès, Willem Draps, Brigitte Grouwels, Abdallah

Kanfaoui, Marion Lemesre, Jacqueline Rousseaux, Viviane Teitelbaum, Cieltje Van Achter, Johan

Van den Driessche, Gaëtan Van Goidsenhoven, Khadija Zamouri.


Bernard Clerfayt, Céline Delforge, Bruno De Lille, Christos Doulkeridis, Isabelle Durant, Mathilde

El Bakri, Zoé Genot, Claire Geraets, Youssef Handichi, Evelyne Huytebroeck, Dominiek Lootens-

Stael, Annemie Maes, Alain Maron, Mahinur Ozdemir, Arnaud Pinxteren, Barbara Trachte,

Michaël Verbauwhede, Arnaud Verstraete.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 130


________________________________________________________________________________________________________________________



VOTE 9 / STEMMING 9

Oui 64 Ja





Vincent De Wolf, Liesbet Dhaene, Bea Diallo, Boris Dilliès, Christos Doulkeridis, Willem Draps,


Ghyssels, Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Jamal Ikazban, Véronique

Jamoulle, Abdallah Kanfaoui, Pierre Kompany, Hasan Koyuncu, Marion Lemesre, Marc

Loewenstein, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka Mankamba, Zahoor Ellahi



Teitelbaum, Sevket Temiz, Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Gaëtan Van


Non 16 Neen

Céline Delforge, Bruno De Lille, Isabelle Durant, Mathilde El Bakri, Zoé Genot, Claire Geraets,

Youssef Handichi, Evelyne Huytebroeck, Dominiek Lootens-Stael, Annemie Maes, Alain Maron,



Johan Van den Driessche.

131 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________



VOTE 10 / STEMMING 10

Oui 14 Ja


Armand De Decker, Vincent De Wolf, Boris Dilliès, Willem Draps, Abdallah Kanfaoui, Marion

Lemesre, Jacqueline Rousseaux, Viviane Teitelbaum, Gaëtan Van Goidsenhoven.

Non 67 Neen



de Groote, Carla Dejonghe, Céline Delforge, Bruno De Lille, Paul Delva, Serge de Patoul, Caroline

Désir, Liesbet Dhaene, Bea Diallo, Christos Doulkeridis, André du Bus de Warnaffe, Isabelle

Durant, Mathilde El Bakri, Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Zoé Genot,

Claire Geraets, Marc-Jean Ghyssels, Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Youssef

Handichi, Evelyne Huytebroeck, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Pierre Kompany, Hasan

Koyuncu, Marc Loewenstein, Dominiek Lootens-Stael, Annemie Maes, Fabian Maingain, Joëlle

Maison, Bertin Mampaka Mankamba, Zahoor Ellahi Manzoor, Alain Maron, Catherine Moureaux,

Mohamed Ouriaghli, Mahinur Ozdemir, Emin Özkara, Martine Payfa, Caroline Persoons, Charles

Picqué, Arnaud Pinxteren, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Sevket Temiz, Barbara Trachte,

Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den Driessche, Michaël

Verbauwhede, Arnaud Verstraete, Khadija Zamouri.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 132


________________________________________________________________________________________________________________________




Oui 46 Ja

Fouad Ahidar, Els Ampe, Eric Bott, Michèle Carthé, Benoît Cerexhe, Ridouane Chahid, Philippe

Close, Michel Colson, René Coppens, Stefan Cornelis, Emmanuel De Bock, Julie de Groote, Carla

Dejonghe, Paul Delva, Serge de Patoul, Caroline Désir, Bea Diallo, André du Bus de Warnaffe,

Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Marc-Jean Ghyssels, Amet Gjanaj,

Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Pierre Kompany,




Uyttendaele, Jef Van Damme, Khadija Zamouri.

Non 23 Neen


Armand De Decker, Vincent De Wolf, Liesbet Dhaene, Boris Dilliès, Willem Draps, Mathilde El

Bakri, Claire Geraets, Youssef Handichi, Abdallah Kanfaoui, Marion Lemesre, Dominiek Lootens-

Stael, Mahinur Ozdemir, Jacqueline Rousseaux, Viviane Teitelbaum, Cieltje Van Achter, Johan

Van den Driessche, Gaëtan Van Goidsenhoven, Michaël Verbauwhede.


Bernard Clerfayt, Céline Delforge, Bruno De Lille, Christos Doulkeridis, Isabelle Durant, Zoé

Genot, Evelyne Huytebroeck, Annemie Maes, Alain Maron, Arnaud Pinxteren, Barbara Trachte,

Arnaud Verstraete.

133 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________




Oui 14 Ja




Non 67 Neen





Durant, Mathilde El Bakri, Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Zoé Genot,

Claire Geraets, Marc-Jean Ghyssels, Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Youssef

Handichi, Evelyne Huytebroeck, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Pierre Kompany, Hasan

Koyuncu, Marc Loewenstein, Dominiek Lootens-Stael, Annemie Maes, Fabian Maingain, Joëlle

Maison, Bertin Mampaka Mankamba, Zahoor Ellahi Manzoor, Alain Maron, Catherine Moureaux,

Mohamed Ouriaghli, Mahinur Ozdemir, Emin Özkara, Martine Payfa, Caroline Persoons, Charles

Picqué, Arnaud Pinxteren, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Sevket Temiz, Barbara Trachte,

Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den Driessche, Michaël


N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 134


________________________________________________________________________________________________________________________




Oui 14 Ja




Non 62 Neen





Durant, Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Zoé Genot, Marc-Jean Ghyssels,

Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Evelyne Huytebroeck, Jamal Ikazban,

Véronique Jamoulle, Pierre Kompany, Hasan Koyuncu, Marc Loewenstein, Dominiek Lootens-

Stael, Annemie Maes, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka Mankamba, Zahoor Ellahi

Manzoor, Alain Maron, Catherine Moureaux, Mohamed Ouriaghli, Emin Özkara, Martine Payfa,

Caroline Persoons, Charles Picqué, Arnaud Pinxteren, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Sevket

Temiz, Barbara Trachte, Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den

Driessche, Arnaud Verstraete, Khadija Zamouri.


Mathilde El Bakri, Claire Geraets, Youssef Handichi, Mahinur Ozdemir, Michaël Verbauwhede.

135 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________




Oui 14 Ja




Non 62 Neen





Durant, Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Zoé Genot, Marc-Jean Ghyssels,

Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Evelyne Huytebroeck, Jamal Ikazban,

Véronique Jamoulle, Pierre Kompany, Hasan Koyuncu, Marc Loewenstein, Dominiek Lootens-

Stael, Annemie Maes, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka Mankamba, Zahoor Ellahi

Manzoor, Alain Maron, Catherine Moureaux, Mohamed Ouriaghli, Emin Özkara, Martine Payfa,

Caroline Persoons, Charles Picqué, Arnaud Pinxteren, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Sevket


Driessche, Arnaud Verstraete, Khadija Zamouri.


Mathilde El Bakri, Claire Geraets, Youssef Handichi, Mahinur Ozdemir, Michaël Verbauwhede.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 136


________________________________________________________________________________________________________________________




Oui 46 Ja


Close, Michel Colson, René Coppens, Stefan Cornelis, Emmanuel De Bock, Julie de Groote, Carla

Dejonghe, Paul Delva, Serge de Patoul, Caroline Désir, Bea Diallo, André du Bus de Warnaffe,

Ahmed El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Marc-Jean Ghyssels, Amet Gjanaj,

Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Pierre Kompany,




Uyttendaele, Jef Van Damme, Khadija Zamouri.

Non 23 Neen




Stael, Mahinur Ozdemir, Jacqueline Rousseaux, Viviane Teitelbaum, Cieltje Van Achter, Johan

Van den Driessche, Gaëtan Van Goidsenhoven, Michaël Verbauwhede.


Bernard Clerfayt, Céline Delforge, Bruno De Lille, Christos Doulkeridis, Isabelle Durant, Zoé

Genot, Evelyne Huytebroeck, Annemie Maes, Alain Maron, Arnaud Pinxteren, Barbara Trachte,

Arnaud Verstraete.

137 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________




Oui 47 Ja










Non 34 Neen


Armand De Decker, Céline Delforge, Bruno De Lille, Vincent De Wolf, Liesbet Dhaene, Boris

Dilliès, Christos Doulkeridis, Willem Draps, Isabelle Durant, Mathilde El Bakri, Zoé Genot, Claire

Geraets, Youssef Handichi, Evelyne Huytebroeck, Abdallah Kanfaoui, Marion Lemesre, Dominiek

Lootens-Stael, Annemie Maes, Alain Maron, Mahinur Ozdemir, Arnaud Pinxteren, Jacqueline

Rousseaux, Viviane Teitelbaum, Barbara Trachte, Cieltje Van Achter, Johan Van den Driessche,

Gaëtan Van Goidsenhoven, Michaël Verbauwhede, Arnaud Verstraete.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 138


________________________________________________________________________________________________________________________




Oui 47 Ja










Non 22 Neen




Stael, Jacqueline Rousseaux, Viviane Teitelbaum, Cieltje Van Achter, Johan Van den Driessche,

Gaëtan Van Goidsenhoven, Michaël Verbauwhede.


Céline Delforge, Bruno De Lille, Christos Doulkeridis, Isabelle Durant, Zoé Genot, Evelyne

Huytebroeck, Annemie Maes, Alain Maron, Mahinur Ozdemir, Arnaud Pinxteren, Barbara Trachte,

Arnaud Verstraete.

139 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________




Oui 44 Ja


Close, Michel Colson, René Coppens, Stefan Cornelis, Emmanuel De Bock, Carla Dejonghe, Paul

Delva, Serge de Patoul, Caroline Désir, Bea Diallo, André du Bus de Warnaffe, Ahmed El

Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte

Grouwels, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Pierre Kompany, Hasan Koyuncu, Marc

Loewenstein, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka Mankamba, Zahoor Ellahi


Persoons, Charles Picqué, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Sevket Temiz, Julien Uyttendaele,

Jef Van Damme, Khadija Zamouri.

Non 22 Neen




Stael, Jacqueline Rousseaux, Viviane Teitelbaum, Cieltje Van Achter, Johan Van den Driessche,

Gaëtan Van Goidsenhoven, Michaël Verbauwhede.


Bernard Clerfayt, Julie de Groote, Céline Delforge, Bruno De Lille, Christos Doulkeridis, Isabelle

Durant, Zoé Genot, Marc-Jean Ghyssels, Evelyne Huytebroeck, Annemie Maes, Alain Maron,

Mahinur Ozdemir, Arnaud Pinxteren, Barbara Trachte, Arnaud Verstraete.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 140


________________________________________________________________________________________________________________________




Oui 79 Ja


Cerexhe, Ridouane Chahid, Bernard Clerfayt, Philippe Close, Michel Colson, Stefan Cornelis,

Alain Courtois, Anne-Charlotte d'Ursel, Emmanuel De Bock, Olivier de Clippele, Armand De

Decker, Julie de Groote, Carla Dejonghe, Céline Delforge, Bruno De Lille, Paul Delva, Serge de

Patoul, Caroline Désir, Vincent De Wolf, Liesbet Dhaene, Bea Diallo, Boris Dilliès, Christos

Doulkeridis, Willem Draps, André du Bus de Warnaffe, Isabelle Durant, Mathilde El Bakri, Ahmed

El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Zoé Genot, Claire Geraets, Marc-Jean Ghyssels,

Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Youssef Handichi, Evelyne Huytebroeck,

Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Abdallah Kanfaoui, Pierre Kompany, Hasan Koyuncu, Marion

Lemesre, Marc Loewenstein, Annemie Maes, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka

Mankamba, Zahoor Ellahi Manzoor, Alain Maron, Catherine Moureaux, Mohamed Ouriaghli,

Mahinur Ozdemir, Emin Özkara, Martine Payfa, Caroline Persoons, Charles Picqué, Arnaud

Pinxteren, Jacqueline Rousseaux, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Viviane Teitelbaum, Sevket


Driessche, Gaëtan Van Goidsenhoven, Michaël Verbauwhede, Arnaud Verstraete, Khadija

Zamouri.


Dominiek Lootens-Stael.

141 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________




Oui 76 Ja





Patoul, Caroline Désir, Vincent De Wolf, Bea Diallo, Boris Dilliès, Christos Doulkeridis, Willem

Draps, André du Bus de Warnaffe, Isabelle Durant, Mathilde El Bakri, Ahmed El Khannouss,

Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Zoé Genot, Claire Geraets, Marc-Jean Ghyssels, Amet Gjanaj,

Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Youssef Handichi, Evelyne Huytebroeck, Jamal Ikazban,

Véronique Jamoulle, Abdallah Kanfaoui, Pierre Kompany, Hasan Koyuncu, Marion Lemesre, Marc

Loewenstein, Annemie Maes, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka Mankamba,

Zahoor Ellahi Manzoor, Alain Maron, Catherine Moureaux, Mohamed Ouriaghli, Mahinur

Ozdemir, Emin Özkara, Martine Payfa, Caroline Persoons, Charles Picqué, Arnaud Pinxteren,


Barbara Trachte, Julien Uyttendaele, Jef Van Damme, Gaëtan Van Goidsenhoven, Michaël



Liesbet Dhaene, Dominiek Lootens-Stael, Cieltje Van Achter, Johan Van den Driessche.

N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41 142


________________________________________________________________________________________________________________________




Oui 79 Ja






Doulkeridis, Willem Draps, André du Bus de Warnaffe, Isabelle Durant, Mathilde El Bakri, Ahmed

El Khannouss, Ahmed El Ktibi, Isabelle Emmery, Zoé Genot, Claire Geraets, Marc-Jean Ghyssels,

Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte Grouwels, Youssef Handichi, Jamal Ikazban, Véronique

Jamoulle, Abdallah Kanfaoui, Pierre Kompany, Hasan Koyuncu, Marion Lemesre, Marc

Loewenstein, Dominiek Lootens-Stael, Annemie Maes, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin

Mampaka Mankamba, Zahoor Ellahi Manzoor, Alain Maron, Catherine Moureaux, Mohamed

Ouriaghli, Mahinur Ozdemir, Emin Özkara, Martine Payfa, Caroline Persoons, Charles Picqué,

Arnaud Pinxteren, Jacqueline Rousseaux, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Viviane Teitelbaum,

Sevket Temiz, Barbara Trachte, Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan

Van den Driessche, Gaëtan Van Goidsenhoven, Michaël Verbauwhede, Arnaud Verstraete, Khadija

Zamouri.

143 N° 41 – (2015-2016) 08-07-2016 (2015-2016) – Nr. 41


___________________________________________________________________________________________________________




Oui 75 Ja






Doulkeridis, Willem Draps, André du Bus de Warnaffe, Isabelle Durant, Ahmed El Khannouss,

Isabelle Emmery, Zoé Genot, Marc-Jean Ghyssels, Amet Gjanaj, Hannelore Goeman, Brigitte

Grouwels, Evelyne Huytebroeck, Jamal Ikazban, Véronique Jamoulle, Abdallah Kanfaoui, Pierre

Kompany, Hasan Koyuncu, Marion Lemesre, Marc Loewenstein, Dominiek Lootens-Stael,

Annemie Maes, Fabian Maingain, Joëlle Maison, Bertin Mampaka Mankamba, Zahoor Ellahi

Manzoor, Alain Maron, Catherine Moureaux, Mohamed Ouriaghli, Mahinur Ozdemir, Emin

Özkara, Martine Payfa, Caroline Persoons, Charles Picqué, Arnaud Pinxteren, Jacqueline

Rousseaux, Fatoumata Sidibé, Simone Susskind, Viviane Teitelbaum, Sevket Temiz, Barbara

Trachte, Julien Uyttendaele, Cieltje Van Achter, Jef Van Damme, Johan Van den Driessche, Gaëtan

Van Goidsenhoven, Arnaud Verstraete, Khadija Zamouri.

Non 4 Neen

Mathilde El Bakri, Claire Geraets, Youssef Handichi, Michaël Verbauwhede.

2015/2016 1 2015/2016

PARLEMENT DE LA RÉGIONDE BRUXELLES-CAPITALE

_____

SESSION ORDINAIRE 2015-2016

8 juillet 2016_____

STATUT DES COLLABORATEURSTEMPORAIRES DU PARLEMENT DE LA

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

Modification du statut des collaborateurstemporaires et occasionnels du parlement de la

Région de Bruxelles-Capitale visant à enlimiter l’application aux collaborateurs

temporaires, à revoir le dispositif debonification en fonction de l’expérience

professionnelle et à modifier la procédure derévision du statut

_____

RAPPORT

fait au nom du Bureau

par Mme Nadia EL YOUSFI (F)

BRUSSELSHOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

_____

GEWONE ZITTING 2015-2016

8 juli 2016_____

STATUUT VAN DE TIJDELIJKEMEDEWERKERS VAN HET BRUSSELS

HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

Wijziging van het statuut van de tijdelijke en degelegenheidsmedewerkers van het BrusselsHoofdstedelijk Parlement om de toepassing

ervan te beperken tot de tijdelijke medewerkersen om de regeling inzake de

werkervaringstoeslag en de wijzigingsprocedurevan het statuut te herzien

_____

VERSLAG

uitgebracht namens het Bureau

door mevr. Nadia EL YOUSFI (F)

2015/2016 2 2015/2016

2015/2016 3 2015/2016

Le Bureau propose au Parlement d’apporter au statut descollaborateurs temporaires et occasionnels qu’il a adopté le7 mai 1999 trois modifications :

1. Limitation du statut à la situation des collaborateurstemporaires

Les dispositions du statut relatives aux collaborateursoccasionnels sont abrogées et regroupées dans un projet destatut qui fait l’objet d’une autre proposition de décision.

Scinder le statut actuel en deux statuts distinctsaméliorera la lisibilité des dispositions statutaires etpermettra également de modifier séparément les règles dansl’avenir afin de mieux les harmoniser avec les spécificitésde chaque catégorie de personnel.

2. Modification des règles concernant l’octroi d’unebonification en fonction de l’expérienceprofessionnelle

Une seconde modification applique au recrutement decollaborateurs temporaires le dispositif prévu au statut dupersonnel des services permanents concernant labonification en fonction de l’expérience professionnelle. Ledispositif actuel limite cette bonification à maximum quatreaugmentations barémiques pour les niveaux B2 et C et troispour les niveaux A et B1. Avec ces restrictions, il risquaitd’être difficile de pourvoir d’urgence temporairement àcertains emplois vacants pour lesquels il faut organiser desexamens parce qu’on ne dispose plus de réserves.

Reprendre le dispositif en vigueur pour les servicespermanents permettra désormais d’octroyer unebonification en fonction de l’expérience professionnellesupérieure pour certaines fonctions spéciales en pénurie surle marché du travail. Le Bureau a décidé que, le caséchéant, la pénurie devra chaque fois être établie au moyendes données qu’Actiris fournit à cet égard.

3. Procédure de révision

Pour les modifications, on propose en outre de suivre lamême procédure que celle suivie pour les modifications austatut du personnel des services permanents : lesmodifications sont approuvées par le Parlement surproposition du Bureau, après avis du conseil de direction etdu comité du personnel. Jusqu’ici, le statut ne contenaitaucune disposition à cet égard et actuellement, le Parlementtire directement sa compétence de l’article 28 de la loispéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutionsbruxelloises, qui se réfère à l’article 45 de la loi spéciale du8 août 1980 de réformes institutionnelles.

De wijzigingen die het Bureau aan het Parlementvoorstelt aan te brengen aan het statuut van de tijdelijke ende gelegenheidsmedewerkers dat het aannam op 7 mei1999, houdt drie aanpassingen in:

1. Beperking van het statuut tot de regeling van desituatie van de tijdelijke medewerkers

De bepalingen in het statuut betreffende degelegenheidsmedewerkers worden opgeheven. Ze werdengehergroepeerd in een ontwerp van statuut dat het voorwerpuitmaakt van een ander voorstel van beslissing.

De opsplitsing van het bestaande statuut in twee statutenmoet de leesbaarheid van de statutaire bepalingen verhogenen moet het ook mogelijk maken de regels in de toekomstapart te laten evolueren om ze beter af te stemmen op despecificiteit van elke personeelscategorie.

2. Wijziging van de regels over de toekenning van eenwerkervaringstoeslag

Een tweede wijziging maakt de regeling van hetpersoneelsstatuut van de permanente diensten inzake dewerkervaringstoeslag van toepassing op de aanwerving vantijdelijke medewerkers. De huidige regeling beperkt dezetot hoogstens vier weddeschaalverhogingen voor de niveausB2 en C en drie voor de niveaus A en B1. Dezebeperkingen dreigden voor sommige openstaandebetrekkingen waarvoor geen reserves meer bestaan enexamens moeten worden georganiseerd een tijdelijkedringende invulling te bemoeilijken.

De overname van de regeling voor de permanentediensten zal voortaan toestaan een hogerewerkervaringstoeslag toe te kennen voor gespecialiseerdefuncties waarvoor er een schaarste op de arbeidsmarktheerst. Het Bureau heeft beslist dat de schaarste ingebeurlijk geval telkens zal moeten vastgesteld worden opbasis van de gegevens die Actiris daarover verstrekt.

3. Herzieningsprocedure

Verder wordt voorgesteld dat voor wijzigingen dezelfdeprocedure zal gevolgd worden als voor wijzigingen van hetpersoneelsstatuut van de permanente diensten, d.w.z. doorhet Parlement, op voorstel van het Bureau en na advies vanhet personeelscomité en de directieraad. Tot hiertoe werddaaromtrent niets geregeld in het statuut zodat hetparlement zijn bevoegdheid nu rechtstreeks put uit artikel28 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 metbetrekking tot de Brusselse instellingen, dat verwijst naarartikel 45 van de bijzonder wet van 8 augustus 1980 tothervorming der instellingen.

2015/2016 4 2015/2016

La version coordonnée du statut intégrant lesmodifications proposées est annexée au présent rapport.

De gecoördineerde versie van het statuut, waarin devoorgestelde wijzigingen zijn opgenomen, gaat als bijlagebij dit verslag.

Le Rapporteur, Le Président,

Nadia EL YOUSFI Charles PICQUE

De Rapporteur, De Voorzitter,

Nadia EL YOUSFI Charles PICQUE

2015/2016 5 2015/2016

ANNEXE / BIJLAGE

PROPOSITION DE MODIFICATION DUSTATUT DES COLLABORATEURS

TEMPORAIRES ET OCCASIONNELS DUPARLEMENT DE LA RÉGION DE

BRUXELLES-CAPITALE VISANT À ENLIMITER L’APPLICATION AUX

COLLABORATEURS TEMPORAIRES, ÀREVOIR LE DISPOSITIF DE BONIFICATION

EN FONCTION DE L’EXPÉRIENCEPROFESSIONNELLE ET À MODIFIER LAPROCÉDURE DE RÉVISION DU STATUT.

Le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale,

Vu l’article 28 de la loi spéciale du 12 janvier 1989relative aux Institutions bruxelloises,

Vu la proposition du Bureau,

Décide ce qui suit :

Article 1 er

Dans le titre du statut des collaborateurs temporaires etoccasionnels du Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale et dans le titre et les dispositions de son annexe,les mots « et occasionnels » sont abrogés.

Dans les articles 1, 2, 4 et 9, 2e alinéa, les mots « ouoccasionnel » et « ou occasionnels » selon le cas, sontabrogés.

Dans l’article 9, 1er alinéa, les termes « temporaire ouoccasionnel » sont abrogés.

Article 2

Dans le même statut, sont abrogées les dispositionsspécifiques aux collaborateurs occasionnels énumérées ci-après :

- article 1, premier alinéa,- article 3, deuxième alinéa,- article 4, § 2, premier et deuxième alinéas,- article 6, § 4,- article 8, B (intitulé et disposition),- premier alinéa, deuxième phrase, de l’annexe.

Article 3

Dans les articles suivants dudit statut, les mots « duParlement » sont remplacés par les mots « des servicespermanents du Parlement » :

- article 4, § 2,

VOORSTEL VAN WIJZIGING VAN HETSTATUUT VAN DE TIJDELIJKE EN DE

GELEGENHEIDSMEDEWERKERS VAN HETBRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENTOM DE TOEPASSING ERVAN TE BEPERKEN

TOT DE TIJDELIJKE MEDEWERKERS ENOM DE REGELING INZAKE DE

WERKERVARINGSTOESLAG EN DEWIJZIGINGSPROCEDURE VAN HET

STATUUT TE HERZIEN

Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement,

Gelet op artikel 28 van de bijzondere wet van 12 januari1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen,

Gelet op het voorstel van het Bureau,

Beslist:

Artikel 1

In de titel van het statuut van de tijdelijke en degelegenheidsmedewerkers van het Brussels HoofdstedelijkParlement en in de titel en de bepalingen van zijn bijlageworden de woorden “en gelegenheids” opgeheven.

In de artikelen 1, 2, 4 en 9, 2de lid worden de woorden“of gelegenheids” opgeheven.

In artikel 9, 1ste lid, worden in de Franse tekst dewoorden “temporaire ou occasionnel” opgeheven.

Artikel 2

In hetzelfde statuut worden de volgende specifiekebepalingen betreffende de gelegenheidsmedewerkersopgeheven:

- artikel 1, eerste lid- artikel 3, tweede lid- artikel 4, § 2, eerste en tweede lid- artikel 6, § 4- artikel 8, B (opschrift en bepaling)- eerste lid, tweede zin van de bijlage.

Artikel 3

In volgende artikelen van hetzelfde statuut worden dewoorden “van het Parlement” vervangen door “van depermanente diensten van het Parlement”:

- artikel 4, § 2

2015/2016 6 2015/2016

- article 6, § 2,- article 7, § 1.

Dans l’article 4, §1er, les termes « directeurd’administration » sont remplacés par le mot « directeur ».

Article 4

À l’article 5, premier alinéa, troisième phrase, le mot «temporaire » est ajouté après le dernier mot.

Article 5

À l’article 6, § 1, le deuxième alinéa est remplacé par ladisposition suivante : « Le Bureau peut, pour des fonctionsspéciales, pour lesquelles il y a un manque sur le marché,fixer une bonification pour expérience professionnelle quiserait plus élevée que le nombre d’années spécifié àl’article 34, §2, 2e alinéa du statut des services permanentsdu Parlement.»

Article 6

À l’article 8, l’intitulé « A. Collaborateurs temporaires »est abrogé.

Article 7

À l’article 10, la disposition actuelle est remplacée par cequi suit : « Chaque modification du statut et de ses annexesdoit être présentée pour approbation au Parlement surproposition du Bureau après avis du conseil de direction etdu comité du personnel, conformément à l’article 172 dustatut du personnel des services permanents du Parlement. »

- artikel 6, § 2- artikel 7, § 1.

In artikel 4, §1, wordt het woord “bestuursdirecteur”vervangen door het woord “directeur”.

Artikel 4

In artikel 5, eerste lid, tweede zin wordt het woord“tijdelijke” toegevoegd vóór het laatste woord.

Artikel 5

In artikel 6, § 1 wordt het tweede lid vervangen doorvolgende bepaling: “Voor gespecialiseerde functies,waarvoor er schaarste op de markt heerst, kan het Bureaueen werkervaringstoelage bepalen die hoger is dan hetaantal jaren vastgesteld in artikel 34, § 2, 2e lid van hetstatuut van de permanente diensten van het Parlement.”

Artikel 6

In artikel 8 wordt het opschrift “A. Tijdelijkemedewerkers” opgeheven.

Artikel 7

In artikel 10 wordt de huidige bepaling vervangen alsvolgt: “Elke wijziging van het statuut en de bijlagen ervanwordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Parlement opvoorstel van het Bureau en na advies van de directieraad enhet personeelscomité, overeenkomstig artikel 172 van hetpersoneelsstatuut van de permanente diensten van hetParlement.”

2015/2016 7 2015/2016

ANNEXE / BIJLAGE

PROPOSITION DE MODIFICATION DU STATUT DES COLLABORATEURS TEMPORAIRESET OCCASIONNELS DU PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE VISANT À

EN LIMITER L’APPLICATION AUX COLLABORATEURS TEMPORAIRES, À REVOIR LEDISPOSITIF DE BONIFICATION EN FONCTION DE L’EXPÉRIENCE PROFESSIONNELLE ET À

MODIFIER LA PROCÉDURE DE RÉVISION DU STATUT.

STATUT DES COLLABORATEURS TEMPORAIRESET OCCASIONNELS DU PARLEMENT DE LA




Texte actuel Modifications proposées Article 1 Article 1 En cas de nécessité, il peut être fait appel, pour les activitésayant trait aux réunions du Parlement, à des collaborateursoccasionnels, soit en matière de rédaction ou de traductiondu compte rendu intégral, soit en matière d'interprétation.

En cas de nécessité, il peut être fait appel, pour les activitésayant trait aux réunions du Parlement, à des collaborateursoccasionnels, soit en matière de rédaction ou de traductiondu compte rendu intégral, soit en matière d'interprétation.

En vue de garantir la bonne marche des services, il peutêtre fait appel à des collaborateurs temporaires, à savoir :


a) pour remplacer pendant la durée de son absence un

membre du personnel ;b) en attendant qu’il soit pourvu à une vacance

d’emploi ;c) en cas de surcroît de travail.

a) pour remplacer pendant la durée de son absence unmembre du personnel ;

b) en attendant qu’il soit pourvu à une vacanced’emploi ;

c) en cas de surcroît de travail.

La désignation en qualité de collaborateur temporaire ouoccasionnel ne confère aucune priorité pour unenomination en qualité de membre du personnel duParlement.


Article 2 (modifié le 18/11/2011) Article 2 (modifié le 18/11/2011) § 1. Pour être désigné en qualité de collaborateur

temporaire ou occasionnel, le candidat doit remplirles conditions suivantes :

§ 1. Pour être désigné en qualité de collaborateurtemporaire ou occasionnel, le candidat doit remplirles conditions suivantes :

• être citoyen de l'Union européenne ; • être citoyen de l'Union européenne ;• jouir des droits civils et politiques ; • jouir des droits civils et politiques ;• être de conduite irréprochable ; • être de conduite irréprochable ;• être en règle à l'égard des lois sur la milice ; • être en règle à l'égard des lois sur la milice ;• ne pas occuper un poste à temps plein en qualité

de membre du personnel du Parlement ;• ne pas occuper un poste à temps plein en qualité

de membre du personnel du Parlement ;• ne pas être membre du Parlement ou d'une autre

Assemblée législative ;• ne pas être membre du Parlement ou d'une autre

Assemblée législative ;• posséder le diplôme et les connaissances exigées

d'un membre du personnel du Parlement,titulaire du même grade ;

• posséder le diplôme et les connaissances exigéesd'un membre du personnel du Parlement,titulaire du même grade ;

• posséder une connaissance suffisante de laseconde langue en rapport avec les exigences dela fonction.


2015/2016 8 2015/2016

§ 2. Les lauréats repris dans la réserve de recrutementconstituée par le Parlement pour la fonctionconcernée bénéficient de la priorité pour unedésignation en qualité de collaborateur temporaire ouoccasionnel.


Article 3 (modifié le 18/11/2011) Article 3 (modifié le 18/11/2011) Le collaborateur temporaire est désigné par le Bureau, surproposition du greffier.

Le collaborateur temporaire est désigné par le Bureau, surproposition du greffier.

Le collaborateur occasionnel est désigné par le greffier, surdemande motivée du directeur d'administration concerné.


Article 4 (modifié le 18/11/2011) Article 4 (modifié le 18/11/2011) § 1. Le collaborateur temporaire ou occasionnel est mis à

la disposition du directeur d’administration duservice où l'affectation s'avère nécessaire.

§ 1. Le collaborateur temporaire ou occasionnel est mis àla disposition du directeur d’administration du serviceoù l'affectation s'avère nécessaire.

§ 2. Les prestations du collaborateur occasionnel sont

fixées selon les nécessités du service, en fonction desréunions du Parlement.

§ 2. Les prestations du collaborateur occasionnel sontfixées selon les nécessités du service, en fonction desréunions du Parlement.

Le directeur d’administration du service des comptesrendus remet chaque mois au service du personnelune feuille de prestations.


Les prestations des collaborateurs temporaires sontfixées selon les dispositions statutaires applicables enla matière au personnel du Parlement.

Les prestations des collaborateurs temporaires sontfixées selon les dispositions statutaires applicables enla matière au personnel des services permanents duParlement.

§ 3. Par analogie avec le régime applicable au personnel

des services permanents du Parlement, lecollaborateur temporaire a droit à des jours de congé,proportionnellement au nombre de mois prestés auParlement, avec un minimum de deux jours de congépar mois entier de prestations.

§ 3. Par analogie avec le régime applicable au personneldes services permanents du Parlement, lecollaborateur temporaire a droit à des jours de congé,proportionnellement au nombre de mois prestés auParlement, avec un minimum de deux jours de congépar mois entier de prestations.

Si, pour des raisons de service, le nombre minimumde jours de congé ne peut être accordé avant la fin dela désignation à titre temporaire, il est accordé àl'intéressé une indemnité forfaitaire égale à 1/20e dutraitement mensuel brut par jour de congé nonpris.


Cette disposition n'est pas d'application lorsqu'àl'issue de sa désignation, le collaborateur exerce unefonction ou un mandat rétribué par les pouvoirspublics.


2015/2016 9 2015/2016

Article 5 (modifié le 07/02/2014) Article 5 (modifié le 07/02/2014) La désignation en qualité de collaborateur temporaire estassortie d'une période d'essai de trois mois. Au cours decette période d'essai, il peut être mis fin à la désignationmoyennant un préavis de deux semaines, prenant effet lelendemain du jour au cours duquel il est signifié. Ce délaide préavis n'est pas suspendu en cas d'absence ducollaborateur.

La désignation en qualité de collaborateur temporaire estassortie d'une période d'essai de trois mois. Au cours decette période d'essai, il peut être mis fin à la désignationmoyennant un préavis de deux semaines, prenant effet lelendemain du jour au cours duquel il est signifié. Ce délaide préavis n'est pas suspendu en cas d'absence ducollaborateur temporaire.

Si le préavis est donné dans le courant du premier mois dela période d'essai, la résiliation a effet le dernier jour de cemois au plus tôt.


Article 6 (modifié le 18/11/2011) Article 6 (modifié le 18/11/2011) § 1. Les collaborateurs temporaires bénéficient d'une

rémunération égale au traitement de début de carrièreafférent au grade qu'ils occupent, ainsi que de labonification en fonction de l'expérienceprofessionnelle calculée conformément aux articles34, § 2 et 171, 8° du statut du personnel des servicespermanents du Parlement.

§ 1. Les collaborateurs temporaires bénéficient d'unerémunération égale au traitement de début de carrièreafférent au grade qu'ils occupent, ainsi que de labonification en fonction de l'expérienceprofessionnelle calculée conformément aux articles34, § 2 et 171, 8° du statut du personnel des servicespermanents du Parlement.

Le nombre de bonifications est toutefois limité à unmaximum de quatre pour les niveaux B2 et C et à unmaximum de trois pour les niveaux A et B1


Le Bureau peut, pour des fonctions spéciales, pourlesquelles il y a un manque sur le marché, fixerune bonification pour expérience professionnellequi serait plus élevée que le nombre d’annéesspécifiés à l’article 34, §2, 2e alinéa du statut desservices permanents du Parlement bruxellois.

§ 2. Les collaborateurs temporaires bénéficient de

l'indemnité pour frais exposés, de la prime de find'année, du pécule de vacances, de l'indemnité pourfrais funéraires, des assurances, ainsi que desallocations familiales et de l'allocation de scolarité,aux mêmes conditions que les membres du personneldu Parlement.

§ 2. Les collaborateurs temporaires bénéficient del'indemnité pour frais exposés, de la prime de find'année, du pécule de vacances, de l'indemnité pourfrais funéraires, des assurances, ainsi que desallocations familiales et de l'allocation de scolarité,aux mêmes conditions que les membres du personneldes services permanents du Parlement.

§ 3. Le traitement d'un collaborateur temporaire occupé à

temps partiel est fixé proportionnellement autraitement d'un collaborateur temporaire occupé àtemps plein. Les collaborateurs temporairesbénéficient des autres allocations et indemnités dansles mêmes proportions que le personnel du Parlementeffectuant des prestations incomplètes.

§ 3. Le traitement d'un collaborateur temporaire occupé àtemps partiel est fixé proportionnellement autraitement d'un collaborateur temporaire occupé àtemps plein. Les collaborateurs temporairesbénéficient des autres allocations et indemnités dansles mêmes proportions que le personnel du Parlementeffectuant des prestations incomplètes.

§ 4. Les prestations effectuées par le collaborateur

occasionnel sont rémunérées au cachet sur la basesuivante :

§ 4. Les prestations effectuées par le collaborateuroccasionnel sont rémunérées au cachet sur la basesuivante :

• réunion du matin : 3 h. forfaitaires ;• réunion de l’après-midi : 4 h. forfaitaires ;• de 18 à 20 h : par demi-heure commencée – la

moitié du tarif horaire ;• après 20 h : par demi-heure commencée - la

moitié du tarif horaire à 150 %.




2015/2016 10 2015/2016

Les tarifs horaires par fonction sont fixés par leBureau.

Les tarifs horaires par fonction sont fixés par leBureau.

Article 7 Article 7 § 1 Les membres du personnel temporaire sont soumis au

même régime de contrôle médical que le personneldu Parlement.

§ 1. Les membres du personnel temporaire sont soumis aumême régime de contrôle médical que le personneldes services permanents du Parlement.

§ 2. A moins qu'il ne puisse faire valoir un régime plus

favorable, le collaborateur temporaire conserve sarémunération normale pendant 30 jours en casd'absence justifiée pour incapacité de travail.

§ 2. A moins qu'il ne puisse faire valoir un régime plusfavorable, le collaborateur temporaire conserve sarémunération normale pendant 30 jours en casd'absence justifiée pour incapacité de travail.

Les absences qui ne sont pas séparées par une reprisedu travail d'au moins 14 jours sont additionnées.


§ 3. En cas d'absence justifiée de plus de 30 jours, à

l'exception de l'absence pendant la période desvacances annuelles, le collaborateur temporaire peutêtre remplacé pour la durée de son absence.

§ 3. En cas d'absence justifiée de plus de 30 jours, àl'exception de l'absence pendant la période desvacances annuelles, le collaborateur temporaire peutêtre remplacé pour la durée de son absence.

Article 8 (modifié le 07/02/2014)) Article 8 (modifié le 07/02/2014) A. Collaborateurs temporaires A. Collaborateurs temporaires § 1. Il peut être mis fin à la désignation d'un collaborateur

temporaire, soit à la demande de l'intéressé,moyennant un délai de préavis d'un mois, soit pardécision du Bureau, sur proposition du greffier,moyennant un délai de préavis calculé selon lesdispositions prévues par la législation sur les contratsde travail.

§ 1. Il peut être mis fin à la désignation d'un collaborateurtemporaire, soit à la demande de l'intéressé,moyennant un délai de préavis d'un mois, soit pardécision du Bureau, sur proposition du greffier,moyennant un délai de préavis calculé selon lesdispositions prévues par la législation sur les contratsde travail.

Le préavis prend cours le premier jour du moissuivant sa notification et n'est pas suspendu en casd'absence du collaborateur temporaire.


Le préavis peut être remplacé par le paiement d'uneindemnité de préavis égale au traitement brut dunombre de mois précisé ci-dessus.


§ 2.La désignation à titre temporaire prend fin de plein

droit lorsqu'est accomplie la tâche en vue de laquellela désignation a été effectuée ou lors de l'entrée enservice du membre du personnel nommé dans cettefonction.

§ 2. La désignation à titre temporaire prend fin de pleindroit lorsqu'est accomplie la tâche en vue de laquellela désignation a été effectuée ou lors de l'entrée enservice du membre du personnel nommé dans cettefonction.

§ 3. Une désignation à titre temporaire pour une durée

déterminée ou pour effectuer un remplacement prendfin de plein droit à l'échéance du terme prévu.

§ 3. Une désignation à titre temporaire pour une duréedéterminée ou pour effectuer un remplacement prendfin de plein droit à l'échéance du terme prévu.

§ 4. En cas de manquement grave d'un collaborateur

temporaire, le Bureau peut, sur proposition dugreffier, mettre fin sans préavis à la désignation à titretemporaire.

§ 4. En cas de manquement grave d'un collaborateurtemporaire, le Bureau peut, sur proposition dugreffier, mettre fin sans préavis à la désignation à titretemporaire.

2015/2016 11 2015/2016

§ 5. La rémunération allouée pendant le délai de préaviset les indemnités prévues au § 1 du présent articlesont fixées et versées mensuellement, à concurrencede la différence entre le traitement brut dont lecollaborateur bénéficie à l'expiration de sadésignation et le revenu professionnel ou deremplacement dont il bénéficie au cours du moisconcerné.


B. Collaborateurs occasionnels B. Collaborateurs occasionnels La désignation en qualité de collaborateur occasionnelprend fin d'office lorsqu'est accomplie la tâche en vue delaquelle la désignation a été effectuée.

La désignation en qualité de collaborateur occasionnelprend fin d'office lorsqu'est accomplie la tâche en vue delaquelle la désignation a été effectuée.

Article 9 Article 9 Le collaborateur qui fait l'objet de poursuites pénales esttenu de communiquer aux autorités judiciaires qu'il faitpartie du personnel temporaire ou occasionnel duParlement.

Le collaborateur temporaire qui fait l'objet de poursuitespénales est tenu de communiquer aux autorités judiciairesqu'il fait partie du personnel temporaire ou occasionnel duParlement.

Sont applicables aux collaborateurs temporaires ouoccasionnels, les articles 14 à 18 inclus et 21 à 30 inclus dustatut du personnel des services permanents du Parlement.L'article 31 du statut du personnel du Parlement estapplicable aux collaborateurs temporaires exerçant à tempsplein.


Article 10 Article 10 Le présent statut entre en vigueur le 7 mai 1999. Le présent statut entre en vigueur le 7 mai 1999. Chaque modification du statut et de ses annexes doit

être présentée pour approbation au Parlement surproposition du Bureau après avis du conseil dedirection et du comité du personnel, conformément àl’article 172 du statut du personnel des servicespermanents du Parlement.

2015/2016 12 2015/2016

ANNEXE ANNEXE

RÉGIME DE SÉCURITÉ SOCIALE DESCOLLABORATEURS TEMPORAIRES ET

OCCASIONNELS


OCCASIONNELS

Texte actuel Modifications proposées Les collaborateurs temporaires sont soumis à la sécuritésociale du personnel temporaire de l'État. A moins qu'ilsdéclarent ne pas souhaiter ce régime, les collaborateursoccasionnels y sont également soumis.

Les collaborateurs temporaires sont soumis à la sécuritésociale du personnel temporaire de l'État. A moins qu'ilsdéclarent ne pas souhaiter ce régime, les collaborateursoccasionnels y sont également soumis.

Dès lors, ils sont affiliés à l'assurance maladie-invalidité(secteurs soins de santé et indemnités), au régime despensions des travailleurs salariés et au régime de l'emploiet du chômage (art. 9, § 1, al. 1 de l'A.R. du28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944concernant la sécurité sociale des travailleurs).


Les titulaires d'une fonction rémunérée par le secteurpublic, nommés à titre définitif, continuent à être soumis aurégime des agents de l'État. Ils ne cotisent qu'au secteursoins de santé de l'assurance maladie-invalidité (art. 9, § 1,al. 2 de l'A.R. précité du 28 novembre 1969) et continuentà bénéficier du régime des pensions du secteur public.


Les collaborateurs temporaires et occasionnels sont assuréspar le Parlement contre les accidents de travail.


2015/2016 13 2015/2016

ANNEXE / BIJLAGE

VOORSTEL VAN WIJZIGING VAN HET STATUUT VAN DE TIJDELIJKE EN DEGELEGENHEIDS-MEDEWERKERS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENTOM DE TOEPASSING ERVAN TE BEPERKEN TOT DE TIJDELIJKE MEDEWERKERS EN OMDE REGELING INZAKE DE WERKERVARINGSTOESLAG EN DE WIJZIGINGSPROCEDURE

VAN HET STATUUT TE HERZIEN

STATUUT VAN DE TIJDELIJKE ENDE GELEGENHEIDSMEDEWERKERS

VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJKPARLEMENT



Huidige tekst Voorgestelde wijzigingen Artikel 1 Artikel 1 Indien nodig kan voor werkzaamheden die verband houdenmet de vergaderingen van het Parlement een beroepworden gedaan op gelegenheids-medewerkers, hetzij voorhet opstellen of het vertalen van het integraal verslag, hetzijvoor het tolken.

Indien nodig kan voor werkzaamheden die verband houdenmet de vergaderingen van het Parlement een beroepworden gedaan op gelegenheids-medewerkers, hetzij voorhet opstellen of het vertalen van het integraal verslag, hetzijvoor het tolken.

Indien nodig kan om de werking van de diensten tewaarborgen een beroep worden gedaan op tijdelijkemedewerkers, met name :


a) ter vervanging van een afwezig personeelslid;b) in afwachting dat in een vacature wordt voorzien;c) in geval van overwerk.


Een aanstelling tot tijdelijk of gelegenheids-medewerkerverschaft geen prioriteiten met het oog op een benoemingals personeelslid van het Parlement.

Een aanstelling tot tijdelijke of gelegenheidsmedewerkerverschaft geen prioriteiten met het oog op een benoemingals personeelslid van het Parlement.

Artikel 2 (gewijzigd op 18/11/2011) Artikel 2 (gewijzigd op 18/11/2011) § 1. Om tot tijdelijk of gelegenheidsmedewerker te

kunnen worden aangesteld, moet een kandidaat aande volgende voorwaarden voldoen :

§ 1. Om tot tijdelijke of gelegenheidsmedewerker tekunnen worden aangesteld, moet een kandidaat aande volgende voorwaarden voldoen :

• burger zijn van de Europese Unie ; • burger zijn van de Europese Unie ; • de burgerlijke en politieke rechten genieten; • de burgerlijke en politieke rechten genieten;• van onberispelijk gedrag zijn ; • van onberispelijk gedrag zijn ;• aan de militiewetten voldaan hebben ; • aan de militiewetten voldaan hebben;• geen voltijds ambt bekleden als personeelslid

van het Parlement;• geen voltijds ambt bekleden als personeelslid

van het Parlement;• geen lid zijn van het Parlement of van een

andere wetgevende Assemblee ;• geen lid zijn van het Parlement of van een

andere wetgevende Assemblee ;• in het bezit zijn van het diploma en de andere

kennis die bij het Parlement van eenpersoneelslid met dezelfde graad worden vereist;

• in het bezit zijn van het diploma en de anderekennis die bij het Parlement van eenpersoneelslid met dezelfde graad worden vereist;

• een voldoende kennis van de tweede landstaalbezitten volgens de vereisten van de functie.


2015/2016 14 2015/2016

§ 2. De laureaten van de voor de betreffende functiesamengestelde wervingsreserve genieten voorrangvoor een aanstelling als tijdelijk ofgelegenheidsmedewerker.

§ 2. De laureaten van de voor de betreffende functiesamengestelde wervingsreserve genieten voorrangvoor een aanstelling als tijdelijke ofgelegenheidsmedewerker

Artikel 3 (gewijzigd op 18/11/2011) Artikel 3 (gewijzigd op 18/11/2011) De tijdelijke medewerker wordt aangesteld door hetBureau, op voorstel van de griffier.

De tijdelijke medewerker wordt aangesteld door hetBureau, op voorstel van de griffier.

De gelegenheidsmedewerker wordt aangesteld door degriffier, op gemotiveerd verzoek van de betrokkenbestuursdirecteur.


Artikel 4 (gewijzigd op 18/11/2011) Artikel 4 (gewijzigd op 18/11/2011) § 1. De tijdelijke of gelegenheidsmedewerker wordt ter

beschikking gesteld van de bestuursdirecteur van dedienst waar de aanstelling vereist is.

§ 1. De tijdelijke of gelegenheidsmedewerker wordt terbeschikking gesteld van de bestuursdirecteur van dedienst waar de aanstelling vereist is.

§ 2. De prestaties van de gelegenheidsmedewerker

worden geregeld volgens de dienstvereisten, infunctie van de vergaderingen van het Parlement.

§ 2. De prestaties van de gelegenheidsmedewerkerworden geregeld volgens de dienstvereisten, infunctie van de vergaderingen van het Parlement.

De bestuursdirecteur van de dienst verslaggevingdient maandelijks een prestatieblad in bij dePersoneelsdienst.




De prestaties van de tijdelijke medewerkers wordengeregeld volgens de statutaire bepalingen ter zakegeldend voor het personeel van het Parlement.

De prestaties van de tijdelijke medewerkers wordengeregeld volgens de statutaire bepalingen ter zakegeldend voor het personeel van de permanentediensten van het Parlement.

§ 3. De tijdelijke medewerker heeft recht op vakantie naar

analogie met de regeling geldend voor het personeelvan de permanente diensten van het Parlement, inverhouding tot het aantal bij het Parlementgepresteerde maanden, met een minimum van 2dagen vakantie per volledig gepresteerde maand.

§ 3. De tijdelijke medewerker heeft recht op vakantie naaranalogie met de regeling geldend voor het personeelvan de permanente diensten van het Parlement, inverhouding tot het aantal bij het Parlementgepresteerde maanden, met een minimum van 2dagen vakantie per volledig gepresteerde maand.

Indien wegens de dienstvereisten het minimum aantalvakantiedagen niet kan worden toegekend voor detijdelijke aanstelling wordt beëindigd, wordt eenforfaitaire vergoeding uitgekeerd van 1/20ste van debrutomaandwedde per niet-verleende vakantiedag.


Deze regel geldt niet indien de medewerker na

beëindiging van de aanstelling een door de Overheidbezoldigd ambt of mandaat uitoefent.

Deze regel geldt niet indien de medewerker nabeëindiging van de aanstelling een door de Overheidbezoldigd ambt of mandaat uitoefent.

Artikel 5 (gewijzigd op 07/02/2014) Artikel 5 (gewijzigd op 07/02/2014) De aanstelling tot tijdelijk medewerker omvat een proeftijdvan 3 maanden tijdens welke de aanstelling kan wordenbeëindigd met een opzeggingstermijn van twee weken, dieingaat op de dag na de kennisgeving van de opzegging. Dietermijn wordt niet geschorst door de afwezigheid van demedewerker.

De aanstelling tot tijdelijk medewerker omvat een proeftijdvan 3 maanden tijdens welke de aanstelling kan wordenbeëindigd met een opzeggingstermijn van twee weken, dieingaat op de dag na de kennisgeving van de opzegging. Dietermijn wordt niet geschorst door de afwezigheid van detijdelijke medewerker.

2015/2016 15 2015/2016

Wanneer de opzegging tijdens de eerste maand van deproeftijd wordt gegeven, dan heeft de beëindiging tenvroegste op de laatste dag van deze maand uitwerking.


Artikel 6 (gewijzigd op 18/11/2011) § 1. De tijdelijke medewerkers genieten de

aanvangswedde van de graad waarin zij zijnaangesteld, alsook de werkervaringstoeslag berekendovereenkomstig artikel 34, § 2 en 171, 8° van hetpersoneelsstatuut van de permanente diensten van hetParlement.

Het aantal weddetoeslagen is evenwel beperkt totmaximum 4 voor de niveaus B2 en C en totmaximum 3 voor de niveaus A en B1.


aanvangswedde van de graad waarin zij zijnaangesteld alsook de werkervaringstoeslag berekendovereenkomstig artikel 34, § 2 en 171,8° van hetpersoneelsstatuut van de permanente diensten van hetParlement.

Het aantal weddetoeslagen is evenwel beperkt totmaximum 4 voor de niveaus B2 en C en tot maximum3 voor de niveaus A en B1.

Voor gespecialiseerde functies, waarvoor er

schaarste op de markt heerst, kan het Bureau eenwerkervaringstoelage bepalen die hoger is dan hetaantal jaren vastgesteld in artikel 34, § 2, 2de lidvan het statuut van de permanente diensten vanhet Parlement.

§ 2. De tijdelijke medewerkers hebben recht op de

kostenvergoeding, de eindejaarstoelage, hetvakantiegeld, de vergoeding voor begrafeniskosten,het voordeel van de afgesloten verzekeringenalsmede de gezinsbijslagen en de schooltoelagen, indezelfde voorwaarden als de personeelsleden van hetParlement.

§ 2. De tijdelijke medewerkers hebben recht op dekostenvergoeding, de eindejaarstoelage, hetvakantiegeld, de vergoeding voor begrafeniskosten,het voordeel van de afgesloten verzekeringenalsmede de gezinsbijslagen en de schooltoelagen, indezelfde voorwaarden als de personeelsleden van depermanente diensten van het Parlement.

§ 3. De wedde van een deeltijds tijdelijk medewerker

wordt vastgesteld in verhouding tot deze van eenvoltijds tijdelijk medewerker. Zij genieten de overigetoelagen en vergoedingen in dezelfde verhouding alsde personeelsleden van het Parlement metonvolledige prestaties.

§ 3. De wedde van een deeltijds tijdelijk medewerkerwordt vastgesteld in verhouding tot deze van eenvoltijds tijdelijk medewerker. Zij genieten de overigetoelagen en vergoedingen in dezelfde verhouding alsde personeelsleden van het Parlement metonvolledige prestaties.

§ 4. De gelegenheidsmedewerker wordt per prestatie

vergoed op volgende basis :§ 4. De gelegenheidsmedewerker wordt per prestatie

vergoed op volgende basis :

• ochtendzitting : 3 uur forfaitair;• namiddagzitting : 4 uur forfaitair;• van 18 u tot 20 u : per begonnen halfuur – de

helft van het uurtarief;• na 20 u : per begonnen halfuur – de helft van het

uurtarief à 150%



uurtarief à 150%

De uurtarieven per functie worden door het Bureauvastgesteld.


Artikel 7 Artikel 7 § 1. De tijdelijke personeelsleden zijn onderworpen aan

hetzelfde stelsel van geneeskundige controle als depersoneelsleden van het Parlement.

§ 1. De tijdelijke personeelsleden zijn onderworpen aanhetzelfde stelsel van geneeskundige controle als depersoneelsleden van de permanente diensten vanhet Parlement.

2015/2016 16 2015/2016

§ 2. Tenzij hij kan beroep doen op een gunstiger regelingbehoudt de tijdelijke medewerker in geval vangewettigde afwezigheid wegensarbeidsongeschiktheid gedurende 30 dagen zijnnormale bezoldiging.


De afwezigheden niet gescheiden door eenwerkhervatting van minstens 14 dagen wordensamengeteld.


§ 3. In geval van gewettigde afwezigheid van meer dan

30 dagen, met uitzondering van die wegens jaarlijksevakantie, kan de tijdelijke medewerker gedurendezijn afwezigheid worden vervangen.

§ 3. In geval van gewettigde afwezigheid van meer dan30 dagen, met uitzondering van die wegens jaarlijksevakantie, kan de tijdelijke medewerker gedurendezijn afwezigheid worden vervangen.

Artikel 8 (gewijzigd op 07/02/2014) Artikel 8 (gewijzigd op 07/02/2014) A. Tijdelijke medewerkers A. Tijdelijke medewerkers § 1. Aan de aanstelling van een tijdelijk medewerker kan

een einde worden gemaakt door de betrokkene, mitseen opzeggingstermijn van één maand of door hetBureau op voorstel van de griffier, mits eenopzeggingstermijn die overeenstemt met deopzeggingstermijn die bepaald wordt in de wetgevingop de arbeidsovereenkomsten.

§ 1. Aan de aanstelling van een tijdelijk medewerker kaneen einde worden gemaakt door de betrokkene, mitseen opzeggingstermijn van één maand of door hetBureau op voorstel van de griffier, mits eenopzeggingstermijn die overeenstemt met deopzeggingstermijn die bepaald wordt in de wetgevingop de arbeidsovereenkomsten.

De opzeggingstermijn gaat in op de eerste dag van demaand volgend op de kennisgeving van de opzeggingen wordt niet geschorst door de afwezigheid van detijdelijke medewerker.


De opzeggingstermijn kan worden vervangen dooreen opzeggingsvergoeding overeenstemmend met debrutowedde van het hiervoor bepaalde aantalmaanden.


§ 2. Aan de tijdelijke aanstelling komt van rechtswege een

einde bij het beëindigen van de taak waarvoor deaanstelling geschiedde of bij de indiensttreding vanhet personeelslid dat in de functie is benoemd.

§ 2. Aan de tijdelijke aanstelling komt van rechtswege eeneinde bij het beëindigen van de taak waarvoor deaanstelling geschiedde of bij de indiensttreding vanhet personeelslid dat in de functie is benoemd.

§ 3. Aan een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur of

ter vervanging komt van rechtswege een einde bij hetverstrijken van de voorziene termijn.

§ 3. Aan een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur ofter vervanging komt van rechtswege een einde bij hetverstrijken van de voorziene termijn.

§ 4. In geval van ernstige tekortkoming van een tijdelijk

medewerker kan het Bureau, op voorstel van degriffier, zonder opzegging een einde maken aan detijdelijke aanstelling.

§ 4. In geval van ernstige tekortkoming van een tijdelijkmedewerker kan het Bureau, op voorstel van degriffier, zonder opzegging een einde maken aan detijdelijke aanstelling.

§ 5. De bezoldiging tijdens de opzeggingstermijn en de

vergoedingen vermeld in § 1 van dit artikel wordenmaandelijks vastgesteld en uitgekeerd ten belope vanhet verschil tussen de brutowedde van de medewerkerop het einde van de aanstelling en het beroeps- ofvervangingsinkomen dat hij geniet tijdens debetrokken maand.

§ 5. De bezoldiging tijdens de opzeggingstermijn en devergoedingen vermeld in § 1 van dit artikel wordenmaandelijks vastgesteld en uitgekeerd ten belope vanhet verschil tussen de brutowedde van de medewerkerop het einde van de aanstelling en het beroeps- ofvervangingsinkomen dat hij geniet tijdens debetrokken maand.

2015/2016 17 2015/2016

B. Gelegenheidsmedewerkers B. Gelegenheidsmedewerkers De aanstelling als gelegenheidsmedewerker wordtambtshalve beëindigd bij de voltooiing van de taakwaarvoor de aanstelling is geschied.

De aanstelling als gelegenheidsmedewerker wordtambtshalve beëindigd bij de voltooiing van de taakwaarvoor de aanstelling is geschied.

Artikel 9 Artikel 9 Een medewerker die strafrechtelijk wordt vervolgd, moetaan de gerechtelijke overheden meedelen dat hij deeluitmaakt van het personeel van het Parlement.

Een tijdelijke medewerker die strafrechtelijk wordtvervolgd, moet aan de gerechtelijke overheden meedelendat hij deel uitmaakt van het personeel van het Parlement.

De tijdelijke of gelegenheidsmedewerkers zijnonderworpen aan artikels 14 t.e.m. 18 en 21 t.e.m. 30 vanhet personeelsstatuut van de permanente diensten van hetParlement. Artikel 31 van het personeelsstatuut is vantoepassing op de tijdelijke medewerkers die voltijdseprestaties verrichten.


Artikel 10 Artikel 10 Dit statuut treedt in werking op 7 mei 1999. Dit statuut treedt in werking op 7 mei 1999.

Elke wijziging van het statuut en de bijlagen ervanworden ter goedkeuring voorgelegd aan het Parlementop voorstel van het Bureau en na advies van dedirectieraad en het personeelscomité, overeenkomstigartikel 172 van het personeelsstatuut van depermanente diensten van het Parlement.

2015/2016 18 2015/2016

BIJLAGE

TOESTAND VAN DE TIJDELIJKE EN DEGELEGENHEIDSMEDEWERKERS INZAKE SOCIALE

ZEKERHEID

BIJLAGE


ZEKERHEID

Huidige tekst Voorgestelde wijzigingen De tijdelijke medewerkers zijn onderworpen aan de socialezekerheid voor de tijdelijke personeelsleden van het Rijk.Tenzij zij verklaren dit niet te wensen, geldt dit ook voorde gelegenheidsmedewerkers.

De tijdelijke medewerkers zijn onderworpen aan de socialezekerheid voor de tijdelijke personeelsleden van het Rijk.Tenzij zij verklaren dit niet te wensen, geldt dit ook voorde gelegenheidsmedewerkers.

Zij zijn dus aangesloten voor de ziekte- eninvaliditeitsverzekering (sector gezondheidszorgen ensector uitkeringen), de pensioenregeling voor werknemersen de regeling inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid(art. 9, § 1, al. 1 van het K.B. van 28 november 1969 totuitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening vande besluitwet van 28 december 1944 betreffende demaatschappelijke zekerheid der arbeiders).


De vastbenoemde titularissen van een door de overheidbezoldigde functie blijven echter onderworpen aan hetstelsel voor de rijksambtenaren. Zij dragen enkel bij voorde sector gezondheidszorgen van de ziekte- eninvaliditeitsverzekering (art. 9, § 1, al. 2 van vermeld K.B.van 28.11.1969) en blijven aangesloten bij hetpensioenstelsel van de openbare sector.


De tijdelijke en de gelegenheidsmedewerkers zijn door hetParlement verzekerd tegen arbeidsongevallen.


Zij genieten gezinsbijslagen conform de bepalingen van desamengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voorloonarbeiders.


2015/2016 19 2015/2016

ANNEXE / BIJLAGE

PROPOSITION DE MODIFICATION DU STATUT DES COLLABORATEURS TEMPORAIRESET OCCASIONNELS DU PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE VISANT À

EN LIMITER L’APPLICATION AUX COLLABORATEURS TEMPORAIRES, À REVOIR LEDISPOSITIF DE BONIFICATION EN FONCTION DE L’EXPÉRIENCE PROFESSIONNELLE ET À

MODIFIER LA PROCÉDURE DE RÉVISION DU STATUT. (COORDINATION)

VOORSTEL VAN WIJZIGING VAN HET STATUUT VAN DE TIJDELIJKE EN DEGELEGENHEIDS-MEDEWERKERS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENTOM DE TOEPASSING ERVAN TE BEPERKEN TOT DE TIJDELIJKE MEDEWERKERS EN OMDE REGELING INZAKE DE WERKERVARINGSTOESLAG EN DE WIJZIGINGSPROCEDURE

VAN HET STATUUT TE HERZIEN (COÖRDINATIE)

STATUT DES COLLABORATEURS TEMPORAIRESDU PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-

CAPITALE

STATUUT VAN DE TIJDELIJKE MEDEWERKERSVAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK

PARLEMENT Article 1 (modifié le 08/07/2016) Artikel 1 (gewijzigd op 08/07/2016) En vue de garantir la bonne marche des services, il peutêtre fait appel à des collaborateurs temporaires, à savoir :






La désignation en qualité de collaborateur temporaire neconfère aucune priorité pour une nomination en qualité demembre du personnel du Parlement.

Een aanstelling tot tijdelijke medewerker verschaft geenprioriteiten met het oog op een benoeming als personeelslidvan het Parlement.

Article 2 (modifié le 18/11/2011 et le 08/07/2016) Artikel 2 (gewijzigd op 18/11/2011 en op 08/07/2016) § 1. Pour être désigné en qualité de collaborateurtemporaire, le candidat doit remplir les conditionssuivantes :

§ 1. Om tot tijdelijke medewerker te kunnen wordenaangesteld, moet een kandidaat aan de volgendevoorwaarden voldoen :

• être citoyen de l'Union européenne ; • burger zijn van de Europese Unie ;• jouir des droits civils et politiques ; • de burgerlijke en politieke rechten genieten;• être de conduite irréprochable ; • van onberispelijk gedrag zijn ;• être en règle à l'égard des lois sur la milice ; • aan de militiewetten voldaan hebben;• ne pas occuper un poste à temps plein en qualité de

membre du personnel du Parlement ;• geen voltijds ambt bekleden als personeelslid van het

Parlement;• ne pas être membre du Parlement ou d'une autre

Assemblée législative ;• geen lid zijn van het Parlement of van een andere

wetgevende Assemblee ;• posséder le diplôme et les connaissances exigées d'un

membre du personnel du Parlement, titulaire dumême grade ;

• in het bezit zijn van het diploma en de andere kennisdie bij het Parlement van een personeelslid metdezelfde graad worden vereist;

• posséder une connaissance suffisante de la secondelangue en rapport avec les exigences de la fonction.


2015/2016 20 2015/2016

§ 2. Les lauréats repris dans la réserve de recrutementconstituée par le Parlement pour la fonctionconcernée bénéficient de la priorité pour unedésignation en qualité de collaborateur temporaire.

§ 2. De laureaten van de voor de betreffende functiesamengestelde wervingsreserve genieten voorrangvoor een aanstelling als tijdelijke medewerker

Article 3 (modifié le 18/11/2011 et le 08/072016)) Artikel 3 (gewijzigd op 18/11/2011 en op 08/07/2016) Le collaborateur temporaire est désigné par le Bureau, surproposition du greffier.


Article 4 (modifié le 18/11/2011) Artikel 4 (gewijzigd op 18/11/2011 en op 08/07/2016) § 1. Le collaborateur temporaire est mis à la disposition

du directeur du service où l'affectation s'avèrenécessaire.

§ 1. De tijdelijke medewerker wordt ter beschikkinggesteld van de directeur van de dienst waar deaanstelling vereist is.

Les prestations des collaborateurs temporaires sontfixées selon les dispositions statutaires applicables enla matière au personnel des services permanents duParlement.

De prestaties van de tijdelijke medewerkers wordengeregeld volgens de statutaire bepalingen ter zakegeldend voor het personeel van de permanentediensten van het Parlement.








Article 5 (modifié le 07/02/2014 et le 08/07/2016) Artikel 5 (gewijzigd op 07/02/2014 en op 08/7/2016) La désignation en qualité de collaborateur temporaire estassortie d'une période d'essai de trois mois. Au cours decette période d'essai, il peut être mis fin à la désignationmoyennant un préavis de deux semaines, prenant effet lelendemain du jour au cours duquel il est signifié. Ce délaide préavis n'est pas suspendu en cas d'absence ducollaborateur temporaire.

De aanstelling tot tijdelijk medewerker omvat eenproeftijd van 3 maanden tijdens welke de aanstelling kanworden beëindigd met een opzeggingstermijn van tweeweken, die ingaat op de dag na de kennisgeving van deopzegging. Die termijn wordt niet geschorst door deafwezigheid van de tijdelijke medewerker.



2015/2016 21 2015/2016

Article 6 (modifié le 18/11/2011 et le 08/07/16)


Artikel 6 (gewijzigd op 18/11/2011 en op 08/07/2016) § 1. De tijdelijke medewerkers genieten de


Le Bureau peut, pour des fonctions spéciales, pourlesquelles il y a un manque sur le marché, fixer unebonification pour expérience professionnelle quiserait plus élevée que le nombre d’années spécifiés àl’article 34, §2, 2e alinéa du statut des servicespermanents du Parlement bruxellois.

Voor gespecialiseerde functies, waarvoor er schaarsteop de markt heerst, kan het Bureau eenwerkervaringstoelage bepalen die hoger is dan hetaantal jaren vastgesteld in artikel 34, § 2, 2de lid vanhet statuut van de permanente diensten van hetParlement.


l'indemnité pour frais exposés, de la prime de find'année, du pécule de vacances, de l'indemnité pourfrais funéraires, des assurances, ainsi que desallocations familiales et de l'allocation de scolarité,aux mêmes conditions que les membres du personneldes services permanents du Parlement.

§ 2. De tijdelijke medewerkers hebben recht op dekostenvergoeding, de eindejaarstoelage, hetvakantiegeld, de vergoeding voor begrafeniskosten,het voordeel van de afgesloten verzekeringenalsmede de gezinsbijslagen en de schooltoelagen, indezelfde voorwaarden als de personeelsleden van depermanente diensten van het Parlement.




Article 7 (modifié le 08/07/2016) Artikel 7 (gewijzigd op 08/07/2016) § 1. Les membres du personnel temporaire sont soumis au

même régime de contrôle médical que le personneldes services permanents du Parlement.

§ 1. De tijdelijke personeelsleden zijn onderworpen aanhetzelfde stelsel van geneeskundige controle als depersoneelsleden van de permanente diensten van hetParlement.









2015/2016 22 2015/2016

Article 8 (modifié le 07/02/2014 et le 08/07/2016) Artikel 8 (gewijzigd op 07/02/2014 en op 08/07/2016) § 1. Il peut être mis fin à la désignation d'un collaborateur







§ 2. La désignation à titre temporaire prend fin de plein









§ 5. La rémunération allouée pendant le délai de préavis

et les indemnités prévues au § 1 du présent articlesont fixées et versées mensuellement, à concurrencede la différence entre le traitement brut dont lecollaborateur bénéficie à l'expiration de sadésignation et le revenu professionnel ou deremplacement dont il bénéficie au cours du moisconcerné.


Article 9 (modifié le 08/07/2016) Artikel 9 (gewijzigd op 08/07/2016) Le collaborateur temporaire qui fait l'objet de poursuitespénales est tenu de communiquer aux autorités judiciairesqu'il fait partie du personnel du Parlement.

Een tijdelijke medewerker die strafrechtelijk wordtvervolgd, moet aan de gerechtelijke overheden meedelendat hij deel uitmaakt van het personeel van het Parlement.

Sont applicables aux collaborateurs temporaires , lesarticles 14 à 18 inclus et 21 à 30 inclus du statut dupersonnel des services permanents du Parlement. L'article31 du statut du personnel du Parlement est applicable auxcollaborateurs temporaires exerçant à temps plein.

De tijdelijke medewerkers zijn onderworpen aan artikels14 t.e.m. 18 en 21 t.e.m. 30 van het personeelsstatuut vande permanente diensten van het Parlement. Artikel 31 vanhet personeelsstatuut is van toepassing op de tijdelijkemedewerkers die voltijdse prestaties verrichten.

2015/2016 23 2015/2016

Article 10 (modifié le 08/07/2016) Artikel 10 (gewijzigd op 08/07/2016)

Chaque modification du statut et de ses annexes doit êtreprésentée pour approbation au Parlement sur propositiondu Bureau après avis du conseil de direction et du comitédu personnel, conformément à l’article 172 du statut dupersonnel des services permanents du Parlement.

Elke wijziging van het statuut en de bijlagen ervan wordenter goedkeuring voorgelegd aan het Parlement op voorstelvan het Bureau en na advies van de directieraad en hetpersoneelscomité, overeenkomstig artikel 172 van hetpersoneelsstatuut van de permanente diensten van hetParlement.

2015/2016 24 2015/2016

ANNEXE (modifié le 08/07/2016) BIJLAGE (gewijzigd op 08/07/2016)

RÉGIME DE SÉCURITÉ SOCIALE DESCOLLABORATEURS TEMPORAIRES

TOESTAND VAN DE TIJDELIJKE MEDEWERKERSINZAKE SOCIALE ZEKERHEID

Les collaborateurs temporaires sont soumis à la sécuritésociale du personnel temporaire de l'État.

De tijdelijke medewerkers zijn onderworpen aan de socialezekerheid voor de tijdelijke personeelsleden van het Rijk.





Les collaborateurs temporaires sont assurés par leParlement contre les accidents de travail.

De tijdelijke medewerkers zijn door het Parlementverzekerd tegen arbeidsongevallen.

Ils bénéficient des allocations familiales conformémentaux dispositions des lois coordonnées relatives auxallocations familiales pour travailleurs salariés.


2015/2016 1 2015/2016

PARLEMENT DE LA RÉGIONDE BRUXELLES-CAPITALE

_____

SESSION ORDINAIRE 2015-2016

8 juillet 2016_____

STATUT DES COLLABORATEURSOCCASIONNELS DU PARLEMENT DE LA

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE

Proposition de décision visant à fixer le statutdes collaborateurs occasionnels du Parlement

de la Région de Bruxelles-Capitale

_____

RAPPORT

fait au nom du Bureau

par M. Fouad AHIDAR (N)

BRUSSELSHOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

_____

GEWONE ZITTING 2015-2016

8 juli 2016_____

STATUUT VAN DE GELEGENHEIDS-MEDEWERKERS VAN HET BRUSSELS

HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

Voorstel van beslissing tot vaststelling van hetstatuut van de gelegenheidsmedewerkers van

het Brussels Hoofdstedelijk Parlement

_____

VERSLAG

uitgebracht namens het Bureau

door dhr. Fouad AHIDAR (N)

2015/2016 2 2015/2016

2015/2016 3 2015/2016

Le statut des collaborateurs occasionnels que le Bureaupropose au Parlement d’adopter reprend les dispositionsqui jusqu’ici figuraient dans le statut des collaborateurstemporaires et occasionnels, adopté par le Parlement le 7mai 1999.

Le scinder en deux statuts distincts améliorera la lisibilitédes dispositions statutaires et permettra également demodifier séparément les règles dans l’avenir afin de mieuxles harmoniser avec les spécificités de chaque catégorie depersonnel.

Par rapport au statut précédent, seules deux modificationsessentielles sont proposées :

1. L’élargissement du champ d’application

Le nouveau statut permettra d’engager également descollaborateurs occasionnels pour d’autres tâches que letravail d’interprétation et l’établissement du compte renduintégral, comme c’était le cas jusqu’ici.

Concernant cet élargissement, il importe, comme l’asouligné le Bureau lors de sa discussion, que le recours àdes collaborateurs occasionnels s’inscrive dans la politiquedes ressources humaines globale.

Un membre a par ailleurs affirmé qu’il fallait donner lapublicité qui s’impose à la possibilité de travailler auParlement en tant que collaborateur occasionnel.

2. La procédure de révision

Pour les modifications au statut, on propose de suivre laprocédure en vigueur pour les modifications au statut dupersonnel des services permanents : les modifications sontapprouvées par le Parlement sur proposition du Bureau,après avis du conseil de direction et du comité dupersonnel.

Actuellement, en l’absence d’une telle procédure leParlement tire directement sa compétence de l’article 28 dela loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutionsbruxelloises, qui se réfère à l’article 45 de la loi spéciale du8 août 1980 de réformes institutionnelles.

Het statuut van de gelegenheidsmedewerkers dat hetBureau aan het Parlement voorstelt aan te nemen neemt debepalingen over die tot hiertoe voorkwamen in het statuutvan de tijdelijke en de gelegenheidsmedewerkers, dat hetParlement aannam op 7 mei 1999.

De opsplitsing van de regels in twee afzonderlijkestatuten moet de leesbaarheid van de statutaire bepalingenverhogen en moet het ook mogelijk maken de regels in detoekomst apart te laten evolueren, om ze beter af testemmen op de specificiteit van elke categorie.

Slechts twee wezenlijke wijzigingen worden voorgesteldten opzichte van het vorige statuut:

1. De uitbreiding van het toepassingsveld

Het nieuwe statuut moet het mogelijk maken ook metbetrekking tot andere activiteiten dan het tolkwerk en hetopstellen van het integraal verslag, zoals tot hiertoe hetgeval was, gelegenheidsmedewerkers aan te trekken.

In verband met deze verruiming werd bij de bespreking inhet Bureau het belang onderstreept van het beroep opgelegenheidsmedewerkers in het geheel van het humanresources beleid.

Een lid stelde daarbij dat de nodige publiciteit moetgegeven worden aan de mogelijkheid om alsgelegenheidsmedewerker in het parlement te werken.

2. De herzieningsprocedure

Voor wijzigingen aan het statuut wordt de procedure diegeldt voor wijzigingen van het personeelsstatuut van depermanente diensten overgenomen, d.w.z. door hetParlement, op voorstel van het Bureau en na advies van hetpersoneelscomité en de directieraad.

Bij ontstentenis put het parlement zijn bevoegdheid nurechtstreeks uit artikel 28 van de bijzondere wet van 12januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen,dat verwijst naar artikel 45 van de bijzondere wet van 8augustus 1980 tot hervorming der instellingen.

Le Rapporteur, Le Président,

Fouad AHIDAR Charles PICQUE

De Rapporteur, De Voorzitter,

Fouad AHIDAR Charles PICQUE

2015/2016 4 2015/2016

ANNEXE / BIJLAGE

PROPOSITION DE DECISION VISANT ÀFIXER LE STATUT DES COLLABORATEURS

OCCASIONNELS DU PARLEMENT DE LAREGION DE BRUXELLES-CAPITALE

Le Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale,

Vu l’article 28 de la loi spéciale du 12 janvier 1989relative aux Institutions bruxelloises,

Vu la proposition du Bureau,

Décide d’adopter le statut des collaborateursoccasionnels du Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale dont les dispositions sont les suivantes :

Article 1 er

En cas de nécessité, il peut être fait appel, pourétablissement du compte rendu intégral, l’interprétation etautres prestations qui concernent les activités du Parlement,à des collaborateurs occasionnels.

La désignation en qualité de collaborateur occasionnel neconfère aucune priorité pour une nomination en qualité demembre du personnel du Parlement.

Article 2

§1 Un collaborateur occasionnel doit remplir lesconditions suivantes :

• être citoyen de l'Union européenne ;• jouir des droits civils et politiques ;• être de conduite irréprochable ;• être en règle à l'égard des lois sur la milice ;• ne pas occuper un poste à temps plein en qualité



d'un membre du personnel du Parlement, titulairedu même grade ;


§2 Les lauréats repris dans la réserve de recrutementconstituée par le Parlement pour la fonction concernéebénéficient de la priorité pour une désignation enqualité de collaborateur occasionnel.

VOORSTEL VAN BESLISSING TOTVASTSTELLING VAN HET STATUUT VANDE GELEGENHEIDSMEDEWERKERS VAN

HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJKPARLEMENT

Het Brussels Hoofdstedelijk Parlement,

Gelet op artikel 28 van de bijzondere wet van 12 januari1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen,

Gelet op het voorstel van het Bureau,

Beslist het statuut van de gelegenheidsmedewerkers vanhet Brussels Hoofdstedelijk Parlement aan te nemenwaarvan de bepalingen hierna volgen:

Artikel 1

Indien nodig kan voor het opmaken van het integraalverslag, het tolkwerk en andere werkzaamheden dieverband houden met de activiteiten van het Parlement eenberoep worden gedaan op gelegenheidswerkers.

Een aanstelling tot gelegenheidsmedewerkers verschaftgeen prioriteiten met het oog op een benoeming alspersoneelslid van het Parlement.

Artikel 2

§1 De gelegenheidsmedewerker moet aan de volgendevoorwaarden voldoen:

• burger zijn van de Europese Unie;• de burgerlijke en politieke rechten genieten;• van onberispelijk gedrag zijn;• aan de militiewetten voldaan hebben;• geen voltijds ambt bekleden als personeelslid

van het Parlement;• geen lid zijn van het Parlement of van een

andere wetgevende Assemblee;• in het bezit zijn van het diploma en de andere

kennis die bij het Parlement van eenpersoneelslid met dezelfde graad wordenvereist;


§2 De laureaten van de voor de betreffende functiesamengestelde wervingsreserve genieten voorrangvoor een aanstelling als gelegenheidsmedewerker.

2015/2016 5 2015/2016

Article 3

Le collaborateur occasionnel est désigné par le greffier,sur demande motivée du directeur concerné.

Article 4

§1 Le collaborateur occasionnel est mis à la dispositiondu directeur du service où l'affectation s'avèrenécessaire.

§2 Les prestations du collaborateur occasionnel sontfixées selon les nécessités du service, en fonction desréunions du Parlement.

Le directeur du service où le collaborateur occasionnelest désigné remet chaque mois au service du personnelune feuille de prestations.

Article 5

Les prestations effectuées par le collaborateuroccasionnel sont rémunérées au cachet sur la basesuivante :


moitié du tarif horaire ;• après 20 h : par demi-heure commencée – la


Les tarifs horaires par fonction sont fixés par le Bureau.

Article 6


Article 7

Le collaborateur occasionnel qui fait l'objet de poursuitespénales est tenu de communiquer aux autorités judiciairesqu'il fait partie du personnel du Parlement.

Sont applicables aux collaborateurs occasionnels, lesarticles 14 à 18 inclus et 21 à 30 inclus du statut dupersonnel des services permanents du Parlement.

Artikel 3

De gelegenheidsmedewerker wordt aangesteld door degriffier, op gemotiveerd verzoek van de betrokkendirecteur.

Artikel 4

§1 De gelegenheidsmedewerker wordt ter beschikkinggesteld van de directeur van de dienst waar deaanstelling vereist is.

§2 De prestaties van de gelegenheidsmedewerkersworden geregeld volgens de dienstvereisten, in functievan de vergaderingen van het Parlement.

De directeur van de dienst waar degelegenheidsmedewerker aangesteld is, dientmaandelijks een prestatieblad in bij dePersoneelsdienst.

Artikel 5

De gelegenheidsmedewerker wordt per prestatie vergoedop volgende basis:



uurtarief à 150%.


Artikel 6


Artikel 7

Een gelegenheidsmedewerker die strafrechtelijk wordtvervolgd, moet aan de gerechtelijke overheden meedelendat hij deel uitmaakt van het personeel van het Parlement.

De gelegenheidsmedewerkers zijn onderworpen aanartikels 14 tot en met 18 en 21 tot en met 30 van hetpersoneelsstatuut van de permanente diensten van hetParlement.

2015/2016 6 2015/2016

Article 8

Chaque modification du statut et de ses annexes doit êtreprésentée pour approbation au Parlement sur proposition duBureau après avis du conseil de direction et du comité dupersonnel, conformément à l’article 172 du statut dupersonnel des services permanents du Parlement.

ANNEXE I DU STATUT DES COLLABORATEURSOCCASIONNELS DU PARLEMENT DE LA RÉGIONDE BRUXELLES-CAPITALE

RÉGIME DE SÉCURITÉ SOCIALE DESCOLLABORATEURS OCCASIONNELS

Les collaborateurs occasionnels sont soumis à la sécuritésociale du personnel temporaire de l'État, à moins qu'ilsdéclarent ne pas souhaiter ce régime.

Dès lors, ils sont affiliés à l'assurance maladie-invalidité(secteurs soins de santé et indemnités), au régime despensions des travailleurs salariés et au régime de l'emploi etdu chômage (art. 9, § 1, al. 1 de l'A.R. du 28 novembre1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisantl'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécuritésociale des travailleurs).

Les titulaires d'une fonction rémunérée par le secteurpublic, nommés à titre définitif, continuent à être soumis aurégime des agents de l'État. Ils ne cotisent qu'au secteursoins de santé de l'assurance maladie-invalidité (art. 9, § 1,al. 2 de l'A.R. précité du 28 novembre 1969) et continuent àbénéficier du régime des pensions du secteur public.

Les collaborateurs occasionnels sont assurés par leParlement contre les accidents de travail.

Ils bénéficient des allocations familiales conformémentaux dispositions des lois coordonnées relatives auxallocations familiales pour travailleurs salariés.

Artikel 8

Elke wijziging van het statuut en de bijlagen ervan wordtter goedkeuring voorgelegd aan het Parlement op voorstelvan het Bureau en na advies van de directieraad en hetpersoneelscomité, overeenkomstig artikel 172 van hetpersoneelsstatuut van de permanente diensten van hetParlement.

BIJLAGE I BIJ HET STATUUT VAN DEGELEGENHEIDSMEDEWERKERS VAN HETBRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT

TOESTAND VAN DEGELEGENHEIDSMEDEWERKERS INZAKESOCIALE ZEKERHEID

De gelegenheidsmedewerkers zijn onderworpen aan desociale zekerheid voor de tijdelijke personeelsleden van hetRijk tenzij zij verklaren dit niet te wensen.

Zij zijn dus aangesloten voor de ziekte- eninvaliditeitsverzekering (sector gezondheidszorgen ensector uitkeringen), de pensioenregeling voor werknemersen de regeling inzake arbeidsvoorziening en werkloosheid(art. 9, § 1, al. 1 van het K.B. van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van debesluitwet van 28 december 1944 betreffende demaatschappelijke zekerheid der arbeiders).


De gelegenheidsmedewerkers zijn door het Parlementverzekerd tegen arbeidsongevallen.

Zij genieten gezinsbijslagen conform de bepalingen vande samengeordende wetten betreffende de kinderbijslagvoor loonarbeiders.

2015/2016 7 2015/2016

ANNEXE / BIJLAGE

PROPOSITION DE DECISION VISANT À FIXER LE STATUT DES COLLABORATEURSOCCASIONNELS DU PARLEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE





Ancien texte Modifications proposées par rapport à l'ancien texte Article 1 er Article 1 er En cas de nécessité, il peut être fait appel, pour les activitésayant trait aux réunions du Parlement, à des collaborateursoccasionnels, soit en matière de rédaction ou de traductiondu compte rendu intégral, soit en matière d'interprétation.

En cas de nécessité, il peut être fait appel, pour les activitésayant trait aux réunions du Parlement l'établissement ducompte rendu intégral, l'interprétation et autresprestations qui concernent les activités du Parlement, àdes collaborateurs occasionnels., soit en matière derédaction ou de traduction du compte rendu intégral, soiten matière d'interprétation.






a) pour remplacer pendant la durée de son absence unmembre du personnel ;

b) en attendant qu’il soit pourvu à une vacanced’emploi ;

c) en cas de surcroît de travail. La désignation en qualité de collaborateur temporaire ouoccasionnel ne confère aucune priorité pour unenomination en qualité de membre du personnel duParlement.


Article 2 (modifié le 18/11/2011) Article 2 § 1. Pour être désigné en qualité de collaborateur

temporaire ou occasionnel, le candidat doit remplirles conditions suivantes :

§ 1. Pour être désigné en qualité de Un collaborateurtemporaire ou occasionnel, le candidat doit remplirles conditions suivantes :

• être citoyen de l'Union européenne ; • être citoyen de l'Union européenne ;• jouir des droits civils et politiques ; • jouir des droits civils et politiques ;• être de conduite irréprochable ; • être de conduite irréprochable ;• être en règle à l'égard des lois sur la milice ; • être en règle à l'égard des lois sur la milice ;• ne pas occuper un poste à temps plein en qualité

de membre du personnel du Parlement ;• ne pas occuper un poste à temps plein en qualité


Assemblée législative ;• ne pas être membre du Parlement ou d'une autre


d'un membre du personnel du Parlement,titulaire du même grade ;

• posséder le diplôme et les connaissances exigéesd'un membre du personnel du Parlement,titulaire du même grade ;



2015/2016 8 2015/2016



Article 3 (modifié le 18/11/2011) Article 3 Le collaborateur temporaire est désigné par le Bureau, surproposition du greffier.

Le collaborateur temporaire est désigné par le Bureau, surproposition du greffier.



Article 4 (modifié le 18/11/2011) Article 4 (modifié le 18/11/2011) § 1. Le collaborateur temporaire ou occasionnel est mis à

la disposition du directeur d’administration duservice où l'affectation s'avère nécessaire.

§ 1. Le collaborateur temporaire ou occasionnel est mis àla disposition du directeur d’administration du serviceoù l'affectation s'avère nécessaire.

§ 2. Les prestations du collaborateur occasionnel sont

fixées selon les nécessités du service, en fonction desréunions du Parlement.

§ 2. Les prestations du collaborateur occasionnel sontfixées selon les nécessités du service, en fonction desréunions du Parlement.


Le directeur d’administration du service des comptesrendus où le collaborateur occasionnel est désigné,remet chaque mois au service du personnel unefeuille de prestations.





§ 3. Par analogie avec le régime applicable au personneldes services permanents du Parlement, lecollaborateur temporaire a droit à des jours de congé,proportionnellement au nombre de mois prestés auParlement, avec un minimum de deux jours de congépar mois entier de prestations.





Article 5 (modifié le 07/02/2014) Article 5 La désignation en qualité de collaborateur temporaire estassortie d'une période d'essai de trois mois. Au cours decette période d'essai, il peut être mis fin à la désignationmoyennant un préavis de deux semaines, prenant effet lelendemain du jour au cours duquel il est signifié. Ce délaide préavis n'est pas suspendu en cas d'absence ducollaborateur.

La désignation en qualité de collaborateur temporaire estassortie d'une période d'essai de trois mois. Au cours decette période d'essai, il peut être mis fin à la désignationmoyennant un préavis de deux semaines, prenant effet lelendemain du jour au cours duquel il est signifié. Ce délaide préavis n'est pas suspendu en cas d'absence ducollaborateur.

2015/2016 9 2015/2016



Article 6 (modifié le 18/11/2011) Article 6 Article 5 § 1. Les collaborateurs temporaires bénéficient d'une

rémunération égale au traitement de début de carrièreafférent au grade qu'ils occupent, ainsi que de labonification en fonction de l'expérienceprofessionnelle calculée conformément aux articles34, § 2 et 171, 8° du statut du personnel des servicespermanents du Parlement.





l'indemnité pour frais exposés, de la prime de find'année, du pécule de vacances, de l'indemnité pourfrais funéraires, des assurances, ainsi que desallocations familiales et de l'allocation de scolarité,aux mêmes conditions que les membres du personneldu Parlement.

§ 2. Les collaborateurs temporaires bénéficient del'indemnité pour frais exposés, de la prime de find'année, du pécule de vacances, de l'indemnité pourfrais funéraires, des assurances, ainsi que desallocations familiales et de l'allocation de scolarité,aux mêmes conditions que les membres du personneldu Parlement.



§ 3. Le traitement d'un collaborateur temporaire occupé àtemps partiel est fixé proportionnellement autraitement d'un collaborateur temporaire occupé àtemps plein. Les collaborateurs temporairesbénéficient des autres allocations et indemnités dansles mêmes proportions que le personnel du Parlementeffectuant des prestations incomplètes.

§ 4. Les prestations effectuées par le collaborateur

occasionnel sont rémunérées au cachet sur la basesuivante :

§ 4. § 1. Les prestations effectuées par le collaborateuroccasionnel sont rémunérées au cachet sur la basesuivante :

• réunion du matin : 3 h. forfaitaires ;• réunion de l’après-midi : 4 h. forfaitaires ;• de 18 à 20 h : par demi-heure commencée -

la moitié du tarif horaire ;• après 20 h : par demi-heure commencée - la


• réunion du matin : 3 h. forfaitaires ;• réunion de l’après-midi : 4 h. forfaitaires ;• de 18 à 20 h : par demi-heure commencée - la


moitié du tarif horaire à 150 %. Les tarifs horaires par fonction sont fixés par le Bureau. Les tarifs horaires par fonction sont fixés par le Bureau.

Article 7 Article 7 § 1. Les membres du personnel temporaire sont soumis au

même régime de contrôle médical que le personneldu Parlement.

§ 1. Les membres du personnel temporaire sont soumis aumême régime de contrôle médical que le personneldu Parlement.



§ 2. A moins qu'il ne puisse faire valoir un régime plusfavorable, le collaborateur temporaire conserve sarémunération normale pendant 30 jours en casd'absence justifiée pour incapacité de travail.

2015/2016 10 2015/2016





§ 3. En cas d'absence justifiée de plus de 30 jours, àl'exception de l'absence pendant la période desvacances annuelles, le collaborateur temporaire peutêtre remplacé pour la durée de son absence.

Article 8 (modifié le 07/02/2014)) Article 8 Article 6 A. Collaborateurs temporaires A. Collaborateurs temporaires § 1. Il peut être mis fin à la désignation d'un collaborateur


§ 1. Il peut être mis fin à la désignation d'un collaborateurtemporaire, soit à la demande de l'intéressé,moyennant un délai de préavis d'un mois, soit pardécision du Bureau, sur proposition du greffier,moyennant un délai de préavis calculé selon lesdispositions prévues par la législation sur les contratsde travail.





§ 2. La désignation à titre temporaire prend fin de plein


§ 2. La désignation à titre temporaire prend fin de pleindroit lorsqu'est accomplie la tâche en vue de laquellela désignation a été effectuée ou lors de l'entrée enservice du membre du personnel nommé dans cettefonction.



§ 3. Une désignation à titre temporaire pour une duréedéterminée ou pour effectuer un remplacement prendfin de plein droit à l'échéance du terme prévu.



§ 4. En cas de manquement grave d'un collaborateurtemporaire, le Bureau peut, sur proposition dugreffier, mettre fin sans préavis à la désignation à titretemporaire.

§ 5. La rémunération allouée pendant le délai de préavis

et les indemnités prévues au § 1 du présent articlesont fixées et versées mensuellement, à concurrencede la différence entre le traitement brut dont lecollaborateur bénéficie à l'expiration de sadésignation et le revenu professionnel ou deremplacement dont il bénéficie au cours du moisconcerné.


B. Collaborateurs occasionnels B. Collaborateurs occasionnels La désignation en qualité de collaborateur occasionnelprend fin d'office lorsqu'est accomplie la tâche en vue delaquelle la désignation a été effectuée.


2015/2016 11 2015/2016

Article 9 Article 9 Article 7 Le collaborateur qui fait l'objet de poursuites pénales esttenu de communiquer aux autorités judiciaires qu'il faitpartie du personnel temporaire ou occasionnel duParlement.

Le collaborateur occasionnel qui fait l'objet de poursuitespénales est tenu de communiquer aux autorités judiciairesqu'il fait partie du personnel temporaire ou occasionnel duParlement.



Article 10 Article 10 Article 8 Le présent statut entre en vigueur le 7 mai 1999. Le présent statut entre en vigueur le 7 mai 1999. Chaque modification du statut et de ses annexes doit

être présentée pour approbation au Parlement surproposition du Bureau après avis du conseil dedirection et du comité du personnel, conformément àl’article 172 du statut du personnel des servicespermanents du Parlement.

2015/2016 12 2015/2016

ANNEXE ANNEXE


OCCASIONNELS


OCCASIONNELS

Ancien texte Modifications proposées par rapport à l'ancien texte Les collaborateurs temporaires sont soumis à la sécuritésociale du personnel temporaire de l'État. A moins qu'ilsdéclarent ne pas souhaiter ce régime, les collaborateursoccasionnels y sont également soumis.

Les collaborateurs temporaires occasionnels sont soumis àla sécurité sociale du personnel temporaire de l'État, à Amoins qu'ils déclarent ne pas souhaiter ce régime., lescollaborateurs occasionnels y sont également soumis.







Ils bénéficient des allocations familiales conformément auxdispositions des lois coordonnées relatives aux allocationsfamiliales pour travailleurs salariés.

Ils bénéficient des allocations familiales conformément auxdispositions des lois coordonnées relatives aux allocationsfamiliales pour travailleurs salariés.

2015/2016 13 2015/2016

ANNEXE / BIJLAGE

VOORSTEL VAN BESLISSING TOT VASTSTELLING VAN HET STATUUT VAN DEGELEGENHEIDSMEDEWERKERS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT





Vroegere tekst Voorgestelde wijzigingen ten opzichte van

de vroegere tekst Artikel 1 Artikel 1 Indien nodig kan voor werkzaamheden die verband houdenmet de vergaderingen van het Parlement een beroepworden gedaan op gelegenheids-medewerkers, hetzij voorhet opstellen of het vertalen van het integraal verslag, hetzijvoor het tolken.

Indien nodig kan het voor werkzaamheden die verbandhouden met de vergaderingen de activiteiten van hetParlement opmaken van het integraal verslag, hetolkwerk en andere werkzaamheden dit verbondworden met de activiteiten van eht Parlement eenberoep worden gedaan op gelegenheidsmedewerkers.,hetzij voor het opstellen of het vertalen van het integraalverslag, hetzij voor het tolken.



a) ter vervanging van een afwezig personeelslid;b) in afwachting dat in een vacature wordt

voorzien;c) in geval van overwerk.

a) ter vervanging van een afwezig personeelslid;b) in afwachting dat in een vacature wordt

voorzien;c) in geval van overwerk.

Een aanstelling tot tijdelijk of gelegenheids-medewerkerverschaft geen prioriteiten met het oog op een benoemingals personeelslid van het Parlement.

Een aanstelling tot tijdelijke of gelegenheidsmedewerkerverschaft geen prioriteiten met het oog op een benoemingals personeelslid van het Parlement.

Artikel 2 (gewijzigd op 18/11/2011) Artikel 2 § 1. Om tot tijdelijk of gelegenheidsmedewerker te

kunnen worden aangesteld, moet een kandidaat aande volgende voorwaarden voldoen :

§ 1. Om tot tijdelijk of De gelegenheidsmedewerker tekunnen worden aangesteld, moet een kandidaat aande volgende voorwaarden voldoen :

• burger zijn van de Europese Unie ; • burger zijn van de Europese Unie ; • de burgerlijke en politieke rechten genieten; • de burgerlijke en politieke rechten genieten;• van onberispelijk gedrag zijn ; • van onberispelijk gedrag zijn ;• aan de militiewetten voldaan hebben ; • aan de militiewetten voldaan hebben;• geen voltijds ambt bekleden als personeelslid

van het Parlement;• geen voltijds ambt bekleden als personeelslid van het

Parlement;• geen lid zijn van het Parlement of van een

andere wetgevende Assemblee ;• geen lid zijn van het Parlement of van een andere

wetgevende Assemblee ;• in het bezit zijn van het diploma en de andere

kennis die bij het Parlement van eenpersoneelslid met dezelfde graad worden vereist;

• in het bezit zijn van het diploma en de andere kennisdie bij het Parlement van een personeelslid metdezelfde graad worden vereist;



2015/2016 14 2015/2016



Artikel 3 (gewijzigd op 18/11/2011) Artikel 3 De tijdelijke medewerker wordt aangesteld door hetBureau, op voorstel van de griffier.




Artikel 4 (gewijzigd op 18/11/2011) Artikel 4 § 1. De tijdelijke of gelegenheidsmedewerker wordt ter

beschikking gesteld van de bestuursdirecteur van dedienst waar de aanstelling vereist is.

§ 1. De tijdelijke of gelegenheidsmedewerker wordt terbeschikking gesteld van de bestuursdirecteur van dedienst waar de aanstelling vereist is.

§ 2. De prestaties van de gelegenheidsmedewerker

worden geregeld volgens de dienstvereisten, infunctie van de vergaderingen van het Parlement.

§ 2. De prestaties van de gelegenheidsmedewerkerworden geregeld volgens de dienstvereisten, infunctie van de vergaderingen van het Parlement.


De bestuursdirecteur van de dienst verslaggevingwaar de gelegenheidsmedewerker aangesteld is,dient maandelijks een prestatieblad in bij dePersoneelsdienst.



§ 3. De tijdelijke medewerker heeft recht op vakantie naar

analogie met de regeling geldend voor het personeelvan de permanente diensten van het Parlement, inverhouding tot het aantal bij het Parlementgepresteerde maanden, met een minimum van 2dagen vakantie per volledig gepresteerde maand.






Artikel 5 (gewijzigd op 07/02/2014) Artikel 5 De aanstelling tot tijdelijk medewerker omvat een proeftijdvan 3 maanden tijdens welke de aanstelling kan wordenbeëindigd met een opzeggingstermijn van twee weken, dieingaat op de dag na de kennisgeving van de opzegging. Dietermijn wordt niet geschorst door de afwezigheid van demedewerker.

De aanstelling tot tijdelijk medewerker omvat een proeftijdvan 3 maanden tijdens welke de aanstelling kan wordenbeëindigd met een opzeggingstermijn van twee weken, dieingaat op de dag na de kennisgeving van de opzegging. Dietermijn wordt niet geschorst door de afwezigheid van demedewerker.

2015/2016 15 2015/2016




aanvangswedde van de graad waarin zij zijnaangesteld, alsook de werkervaringstoeslag berekendovereenkomstig artikel 34, § 2 en 171, 8° van hetpersoneelsstatuut van de permanente diensten van hetParlement.

Het aantal weddetoeslagen is evenwel beperkt totmaximum 4 voor de niveaus B2 en C en totmaximum 3 voor de niveaus A en B1.

Artikel 6 Artikel 5 § 1 De tijdelijke medewerkers genieten de


Het aantal weddetoeslagen is evenwel beperkt tot

maximum 4 voor de niveaus B2 en C en tot maximum3 voor de niveaus A en B1.

§ 2. De tijdelijke medewerkers hebben recht op de

kostenvergoeding, de eindejaarstoelage, hetvakantiegeld, de vergoeding voor begrafeniskosten,het voordeel van de afgesloten verzekeringenalsmede de gezinsbijslagen en de schooltoelagen, indezelfde voorwaarden als de personeelsleden van hetParlement.

§ 2. De tijdelijke medewerkers hebben recht op dekostenvergoeding, de eindejaarstoelage, hetvakantiegeld, de vergoeding voor begrafeniskosten,het voordeel van de afgesloten verzekeringenalsmede de gezinsbijslagen en de schooltoelagen, indezelfde voorwaarden als de personeelsleden van hetParlement.

§ 3. De wedde van een deeltijds tijdelijk medewerker

wordt vastgesteld in verhouding tot deze van eenvoltijds tijdelijk medewerker. Zij genieten de overigetoelagen en vergoedingen in dezelfde verhouding alsde personeelsleden van het Parlement metonvolledige prestaties.


§ 4. De gelegenheidsmedewerker wordt per prestatie

vergoed op volgende basis :§ 4. § 1. De gelegenheidsmedewerker wordt per prestatie

vergoed op volgende basis :



uurtarief à 150%



uurtarief à 150% De uurtarieven per functie worden door het Bureauvastgesteld.


Artikel 7 Artikel 7 § 1. De tijdelijke personeelsleden zijn onderworpen aan

hetzelfde stelsel van geneeskundige controle als depersoneelsleden van het Parlement.

§ 1. De tijdelijke personeelsleden zijn onderworpen aanhetzelfde stelsel van geneeskundige controle als depersoneelsleden van het Parlement.

§ 2. Tenzij hij kan beroep doen op een gunstiger regeling

behoudt de tijdelijke medewerker in geval vangewettigde afwezigheid wegensarbeidsongeschiktheid gedurende 30 dagen zijnnormale bezoldiging.




2015/2016 16 2015/2016



Artikel 8 (gewijzigd op 07/02/2014) Artikel 8 Artikel 6 A. Tijdelijke medewerkers A. Tijdelijke medewerkers § 1. Aan de aanstelling van een tijdelijk medewerker kan

een einde worden gemaakt door de betrokkene, mitseen opzeggingstermijn van één maand of door hetBureau op voorstel van de griffier, mits eenopzeggingstermijn die overeenstemt met deopzeggingstermijn die bepaald wordt in de wetgevingop de arbeidsovereenkomsten.






§ 2. Aan de tijdelijke aanstelling komt van rechtswege een

einde bij het beëindigen van de taak waarvoor deaanstelling geschiedde of bij de indiensttreding vanhet personeelslid dat in de functie is benoemd.


§ 3. Aan een tijdelijke aanstelling van bepaalde duur of

ter vervanging komt van rechtswege een einde bij hetverstrijken van de voorziene termijn.


§ 4. In geval van ernstige tekortkoming van een tijdelijk

medewerker kan het Bureau, op voorstel van degriffier, zonder opzegging een einde maken aan detijdelijke aanstelling.


§ 5. De bezoldiging tijdens de opzeggingstermijn en de

vergoedingen vermeld in § 1 van dit artikel wordenmaandelijks vastgesteld en uitgekeerd ten belope vanhet verschil tussen de brutowedde van de medewerkerop het einde van de aanstelling en het beroeps- ofvervangingsinkomen dat hij geniet tijdens debetrokken maand.


B. Gelegenheidsmedewerkers B. Gelegenheidsmedewerkers De aanstelling als gelegenheidsmedewerker wordtambtshalve beëindigd bij de voltooiing van de taakwaarvoor de aanstelling is geschied.


2015/2016 17 2015/2016

Artikel 9 Artikel 9 Artikel 7 Een medewerker die strafrechtelijk wordt vervolgd, moetaan de gerechtelijke overheden meedelen dat hij deeluitmaakt van het personeel van het Parlement.

Een gelegenheidsmedewerker die strafrechtelijk wordtvervolgd, moet aan de gerechtelijke overheden meedelendat hij deel uitmaakt van het personeel van het Parlement.



Artikel 10 Artikel 10 Artikel 8 Dit statuut treedt in werking op 7 mei 1999. Dit statuut treedt in werking op 7 mei 1999.

Elke wijziging van het statuut en de bijlagen ervanworden ter goedkeuring voorgelegd aan het Parlementop voorstel van het Bureau en na advies van dedirectieraad en het personeelscomité overeenkomstigartikel 172 van het personeelsstatuut van depermanente diensten van het Parlement.

2015/2016 18 2015/2016

BIJLAGE


ZEKERHEID

BIJLAGE


ZEKERHEID

Vroegere tekst Voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vroegere tekst

De tijdelijke medewerkers zijn onderworpen aan de socialezekerheid voor de tijdelijke personeelsleden van het Rijk.Tenzij zij verklaren dit niet te wensen, geldt dit ook voorde gelegenheidsmedewerkers.

De tijdelijke medewerkers gelegenheidsmedewerkers zijnonderworpen aan de sociale zekerheid voor de tijdelijkepersoneelsleden van het Rijk, tenzij Tenzij zij verklaren ditniet te wensen., geldt dit ook voor degelegenheidsmedewerkers.









compte rendu intégral integraal verslagweblex.irisnet.be/data/crb/cri/2015-16/00041/images.pdf ·...

Documents