belgique 2 · 2020. 4. 13. · chapitre 1: l’analyse swot d’une elgique s indee 1 inleiding -...

HET BELGIË VAN DE TOEKOMST – LA BELGIQUE DE L’AVENIR

Administratief Secretariaat – Secrétariat Administratif Avenue Marnixlaan 30 - 1000 Bruxelles/Brussel

02/732.10.00 - 02/732.96.51 - [email protected]

Compte – Rekening 068-1059555-51 (IBAN: BE75 0681 0595 5551 - BIC: GKCCBEBB)

Website www.bplus.be

BELGIË 2.0

SWOT-analyse van een gesplitst België

Het België van morgen: Een visie van de jongeren

Het België van morgen: Een visie van B Plus

BELGIQUE 2.0

L’analyse SWOT d’une Belgique scindée

La Belgique de demain : Une vision des jeunes

La Belgique de demain : Une vision de B Plus

Willy Peerens

April 2013 – Avril 2013

mailto:[email protected]://www.bplus.be/


B PLUS IS EEN PLURALISTISCHE DRUKKINGSGROEP (GEEN POLITIEKE PARTIJ) MET LEDEN IN DE 3 GEWESTEN EN UIT ALLE LAGEN VAN DE BEVOLKING.

B PLUS VERZET ZICH TEGEN HET SEPARATISME EN IJVERT VOOR EEN BETERE COMMUNAUTAIRE VERSTANDHOUDING EN VERDRAAGZAAMHEID DOOR DE

ORGANISATIE VAN EEN FEDERAAL, SOLIDAIR EN EFFICIËNT BELGIË.

B PLUS EST UN GROUPE DE PRESSION PLURALISTE (PAS UN PARTI POLITIQUE) AVEC DES MEMBRES DANS LES TROIS REGIONS, PROVENANT DE TOUTES LES

COUCHES DE LA POPULATION. B PLUS S’OPPOSE AU SEPARATISME ET SE BAT POUR UNE MEILLEURE ENTENTE COMMUNAUTAIRE ET PLUS DE TOLERANCE PAR LA CREATION D’UNE BELGIQUE

FEDERALE, SOLIDAIRE ET EFFICACE.


Met deze nota zet de VZW B Plus een traditie verder om regelmatig een spraakmakend dossier uit te geven. Na het dossier “Sociale zekerheid en nationale solidariteit”, waarin de eenheid van de sociale zekerheid wordt bepleit, het dossier waarin de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde wordt gekoppeld aan de oprichting van een federale kieskring, de brochure “Het Warandemanifest gewikt, gewogen en te licht bevonden”, een antwoord op het separatistisch Warandemanifest, het dossier “Confederalisme ontmaskerd” waarin op een vlot leesbare manier de complexe materie van het verschil tussen het confederalisme en het federalisme wordt voorgesteld , wijdt B Plus nu een dossier aan het België van morgen.

Dit nieuw dossier gaat over “Het België van de toekomst”, voorwaar een thema dat niemand onberoerd laat, zeker in aanloop naar de federale verkiezingen van 2014 die bepalend zullen zijn voor de toekomst van dit land. Niet in het minst omdat sommige politieke partijen er openlijk voor pleiten om het confederalisme vanaf dat jaar in België in te voeren, een staatsstructuur die door B Plus als een voorbode, als een verdekte vorm van het separatisme beschouwd wordt. In dit kader hoeven we maar te verwijzen naar de recente talloze interventies van de kopstukken van de verschillende separatistische partijen en bewegingen.

Het was opvallend te moeten vaststellen dat de Provincie- en Gemeenteraads-verkiezingen van 2012 ook federaal belangrijk waren. Getuige daarvan de verschillende Voorzittersdebatten na deze verkiezingen, waar de toekomst van België meer in de schijnwerper stond dan de klassieke lokale thema’s. Het is in dit kader dat op 24 oktober 2012 door het Comité Oost-Vlaanderen van B Plus in Gent een debat werd georganiseerd met de nationale jongeren-Voorzitters van de democratische politieke partijen over de toekomst van het land (de relevantie ervan kon moeilijk ontkend worden). Een debat dat in schril contrast stond met de debatten die in het kader van de lokale verkiezingen in overvloed werden georganiseerd, waar alleen de grote politieke kopstukken de degens met elkaar kruisten en waar de jeugd, de echte toekomst van dit land, amper aan bod kwam. Met de organisatie van dat debat werd deze lacune uit de wereld geholpen.

Par cette note B Plus perpétue sa tradition de publier régulièrement un dossier significatif. Après le dossier « Sécurité sociale et solidarité nationale », dans lequel on plaide pour l'unité de la sécurité sociale, le dossier dans lequel la scission de l’arrondissement électoral de Bruxelles-Hal-Vilvorde est lié à la création d'une circonscription fédérale, la brochure « Le manifeste de la Warande jaugé, pesé et trouvé trop léger », une réponse au manifeste séparatiste, le dossier « Le Confédéralisme démasqué » dans lequel de manière très accessible à lire on présente la matière complexe de la différence entre le fédéralisme et le confédéralisme, B Plus consacre maintenant un dossier à la Belgique de demain.

Ce nouveau dossier traite de « La Belgique de l’avenir », un thème que ne laisse personne indifférent, surtout à l'approche des élections fédérales en 2014 qui seront déterminantes pour l'avenir de ce pays. D’autant plus parce que certains partis politiques prônent ouvertement l’introduction du confédéralisme dès cette année en Belgique, une structure d’Etat considérée par B Plus comme un prélude, une forme déguisée de séparatisme. Pour cela, il suffit de se référer aux nombreuses interventions récentes des dirigeants des différents partis et mouvements séparatistes.

Il a été frappant de constater à quel point les élections provinciales et communales de 2012 étaient importantes au niveau fédéral également. Les divers débats des Présidents de partis après ces élections où l’avenir de la Belgique était plus important que les thèmes classiques locaux, en témoignent. C'est dans ce contexte que, le 24 octobre 2012 le Comité Flandre orientale a organisé à Gand un débat sur l'avenir du pays avec les Présidents des jeunes nationaux des partis politiques démocratiques (la pertinence ne pouvait pas être niée). Un débat qui faisait un contraste criant avec les débats organisés en abondance dans le cadre des élections locales, où seulement les poids lourds politiques ont croisé le fer et où la jeunesse, le véritable avenir de ce pays, était à peine entendu. Avec l'organisation de ce débat cette lacune a été comblée.

Ce dossier doit être considéré comme une suivi au débat l'année dernière, comme

BELGIË 2.0 – BELGIQUE 2.0


une étape intermédiaire dans le processus continu d’événements et de manifestations organisés par B Plus pour mener à fond, sans préjugés et sans réserve, le débat sur l'avenir de la Belgique.

Dans le premier chapitre de la présente dossier, on analyse une Belgique scindée ; l'analyse SWOT identifie les principales forces, les faiblesses, les opportunités et les menaces inhérentes à la scission du pays. Dans le deuxième chapitre les Présidents des jeunes prennent la parole ; sur la base de leurs interventions initiales au cours du débat de l'année dernière, leur vision et leurs idées sur l'avenir du pays sont présentés. Les points de vue de B Plus sur ce même thème sont exposés dans le troisième chapitre de la présente note, pour clôturer enfin ce dossier avec un certain nombre de conclusions dans le quatrième chapitre.


lacune uit de wereld geholpen. Dit dossier moet gezien worden als een

vervolg van het debat van vorig jaar, als een tussenstap in een continu proces van evenementen en manifestaties die door B Plus worden georganiseerd om het debat over de toekomst van België, zonder enig voorbehoud, onbevooroordeeld en te gronde te voeren.

In het eerste hoofdstuk van deze nota wordt een analyse gemaakt van een gesplitst België; de SWOT-analyse identificeert de voornaamste sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen die inherent zijn aan het splitsen van het land. In het tweede hoofdstuk worden de nationale jongeren-Voorzitters aan het woord gelaten; aan de hand van hun initiële interventies tijdens het debat van vorig jaar, worden hun visie en hun ideeën over de toekomst van het land, kort maar krachtig uiteengezet. De standpunten van B Plus over ditzelfde thema worden in het derde hoofdstuk van deze nota onder de loep genomen, om uiteindelijk het dossier af te ronden met een aantal besluiten in het vierde hoofdstuk.


INLEIDING INTRODUCTION

INHOUDSTAFEL TABLE DES MATIÈRES

HOOFDSTUK 1: SWOT-ANALYSE VAN EEN GESPLITST BELGIË CHAPITRE 1: L’ANALYSE SWOT D’UNE BELGIQUE SCINDEE

1

Inleiding - Introduction 1 Strenghts 2 Weaknesses 2 Opportunities 3 Threats 3 Interim besluiten - Conclusions intermédiaires 4

HOOFDSTUK 2: HET BELGIË VAN MORGEN - EEN VISIE VAN DE JONGEREN CHAPITRE 2: LA BELGIQUE DE DEMAIN - UNE VISION DES JEUNES

5

Jong Groen - Bart Dhondt 5 Mouvement des Jeunes Socialistes - David Cordonnier 9 Jong CD&V - Christophe Vermeulen 11 Jeunes CDH - Olivier Filot 14 Jong N-VA - Ralph Packet 15 Jeunes MR - Lora Nivesse 17 Animo Jong Links - Maite Morren 18 COMAC - Aurélie Decoene 21 Jong VLD - Frederick Vandeput 23 Jeunes Ecolo - Guillaume Le Mayeur 25 Interim besluiten - Conclusions intermédiaires 28

HOOFDSTUK 3: HET BELGIË VAN MORGEN - EEN VISIE VAN B PLUS CHAPITRE 3: LA BELGIQUE DE DEMAIN - UNE VISION DE B PLUS

31

Inleiding - Introduction 31 Een visie op het België van morgen - Une vision sur la Belgique de demain 31 Een federaal België - Une Belgique fédérale 32 Een solidair België - Une Belgique solidaire 34 Een efficiënt België - Une Begique efficace 35 Vereenvoudiging van de staatsstructuren - Simplification des structures d’état 35 Het subsidiariteitsprincipe - Le principe de subsidiarité 35 Evenwicht tussen het federaal niveau en de gefedereerde entiteiten – Equilibre entre

le niveau fédéral et les entités fédérées 36

Een federale kieskring - Une circonscription électorale fédérale 36 Een efficiënt statuut voor Brussel - Un statut efficace pour Bruxelles 38 Een Europese verantwoordelijkheid - Une responsabilité européenne 39 Promotie van de tweetaligheid - Promotion du bilinguisme 39 B Plus als catalysator - B Plus en tant que catalyseur 39

HOOFDSTUK 4: BESLUITEN CHAPITRE 4: CONCLUSIONS

40



Inleiding - Introduction

Een niet te verwaarlozen gedeelte van de Belgische bevolking (hoewel ze nog altijd in de minderheid zijn) ziet een splitsing van het land als één van de mogelijke scenario’s voor de toekomst van België. Maar tot op de dag van vandaag is er niemand, ook diegenen niet die er openlijk voor pleiten, die zich te gronde heeft afgevraagd wat een “gesplitst België” echt inhoudt. Wat zijn de voor- en nadelen die een dergelijke splitsing met zich meebrengen en wat zijn de gevolgen ervan? Wij zijn van oordeel dat een antwoord op al deze vragen noodzakelijk is vooraleer men een visie en een standpunt over de toekomst van het land kan ontwikkelen. De antwoorden op deze vragen zullen immers bepalend zijn voor het al dan niet weerhouden van de optie van een gesplitst België; bovendien kunnen deze antwoorden onderbouwde argumenten opleveren om deze of gene optie voor de toekomst van het land te verwerpen of te weerhouden.

Een goed instrument om op al deze vragen een antwoord te geven is de “SWOT-analyse”. De “SWOT”-analyse is een bedrijfskundig model dat intern in het bedrijf de sterktes en de zwaktes, en in de omgeving, de kansen en bedreigingen, van een onderneming analyseert. Op basis van deze sterkte- zwakte- analyse kan dan een beslissing genomen worden en kan men de positie, de te volgen koers en strategie voor de onderneming bepalen. De Engelse term “SWOT-analysis” bevat vier elementen: “Strengths” – sterke punten, “Weaknesses” – zwakke punten, “Opportunities” – kansen en “Threats” - bedreigingen.

Wij zijn dan ook van oordeel dat dit model, dat ook in andere domeinen wordt toegepast, een gepast antwoord kan geven op de vele vragen die in dit kader kunnen gesteld worden. Deze analyse zal duidelijk maken wat een “gesplitst België” echt betekent en kan zowel aan de beleidsmakers als aan de burger van dit land, een duidelijk en objectief beeld geven van wat ons te wachten staat indien men opteert voor een splitsing van het land.

Une partie non négligeable de la population belge (même si elle est encore minoritaire) considère une scission du pays comme l'un des scénarios possibles pour l'avenir de la Belgique. Mais à ce jour, personne, même ceux qui en sont ouvertement partisans, ne s’est demandé ce que signifie vraiment « une Belgique scindée ». Quels sont les avantages et les inconvénients d’une telle scission et quelles sont les conséquences ? Nous sommes d’avis qu’une réponse à toutes ces questions est nécessaire avant qu’on puisse développer une vision et une position sur l'avenir du pays. Les réponses à toutes ces questions détermineront en effet s'il faut maintenir l’option d'une scission de la Belgique ou pas ; en outre, ces réponses peuvent donner des arguments fondés pour adopter ou refuser telle ou telle option pour l'avenir du pays.

Un outil adéquat pour donner une réponse à toutes ces questions est l'analyse "SWOT". L’analyse « SWOT » est un modèle économique d’entreprise qui analyse les points forts et faibles de l’entreprise et qui analyse les opportunités et les menaces que l’environnement fait peser sur l’entreprise. Sur base de cette analyse on peut prendre une décision et on peut déterminer la position, la direction et la stratégie à suivre par l’entreprise. Le terme anglais « SWOT-analysis » comprend quatre éléments : « S-trengths - points forts, W-eaknesses – points faibles, O-pportunities – opportunités et T-hreats - menaces.

Nous croyons donc que ce modèle, qui est d’ailleurs appliqué dans d'autres domaines aussi, peut donner une réponse adéquate aux nombreuses questions que l'on peut se poser dans ce contexte. Cette analyse expliquera clairement ce que « une Belgique scindée » signifie vraiment et peut donner une image claire et objective, aussi bien aux décideurs comme aux citoyens de ce pays, de ce qui nous attend si nous optons pour une scission du pays.

BELGIË 2.0 – BELGIQUE 2.0 1

1

http://nl.wikipedia.org/wiki/Bedrijfskunde


Strengths

POINTS FORTS - STRENGTHS – STERKE PUNTEN

Augmentation du droit à l'autodétermination et des libertés d’actions financières des nouveaux états indépendants (suppression des transferts financiers…).

Augmentation de la responsabilisation financière. En supprimant un niveau de gouvernement et de

politique (la Belgique fédérale), ces niveaux deviennent plus proches du citoyen.

Structure d'état moins complexe. Une scission crée la possibilité pour les nouveaux

états de mettre en œuvre leurs propres politiques sur base de leurs propres ressources financières.

Simplification du processus de décision politique en supprimant le niveau fédéral.

Simplification du paysage politique - moins de partis politiques impliqués dans la formation d’un gouvernement.

La majorité des problèmes communautaires est résolue :

Transferts financiers. Des paquets de compétences homogènes. Communes à facilités...

« Nation building » plus facile.

Uitbreiding van het zelfbeschikkingsrecht en de financiële armslag van de nieuwe ontstane onafhankelijke staten (afschaffing van de financiële transfers…).

Verhoging van de financiële responsabilisering. Door het afschaffen van een beleids- en

bestuursniveau (federaal België) worden deze niveaus dichter bij de burger gebracht.

Minder ingewikkelde staatsstructuur. Een splitsing creëert de mogelijkheid voor de

nieuwe staten hun eigen beleid te voeren met daaraan gekoppeld hun eigen financiële middelen aan te wenden.

Vereenvoudiging van de politieke besluitvorming door het afschaffen van het federaal niveau.

Vereenvoudiging van het politieke landschap - minder politieke partijen die in een regerings-vorming betrokken worden.

Het merendeel van de “communautaire” problemen wordt opgelost:

Financiële transfers. Homogene bevoegdheidspakketten. Gemeenten met taalfaciliteiten…

Gemakkelijkere “nation building”.

Weaknesses

ZWAKKE PUNTEN - WEAKNESSES – POINTS FAIBLES

Falen van de democratie – overwinning van het separatisme.

Verwerpen van de solidariteit tussen de gewesten. Om de risico’s zoveel mogelijk te spreiden, dient in principe de sociale zekerheid op een zo hoog mogelijk niveau georganiseerd te worden.

Mislukking van het multicultureel samen-levingsmodel in één van de welvarendste regio’s van de wereld.

Slechts gedragen door een beperkt deel (minderheid) van de Belgische bevolking.

Een splitsing creëert in het buitenland een slecht imago van een land waar het vinden van een compromis tot een kunst werd verheven.

Verschillende sociale stelsels op één en dezelfde werkvloer.

De coördinerende rol van België verdwijnt. De nationale regelgeving wordt meer en meer

bepaald door Europese beslissingen. De impact van de nieuwe onafhankelijke staten in het Europees beslissingsproces wordt veel kleiner.

Échec de la démocratie – victoire du séparatisme. Rejet de la solidarité entre les régions. Afin de

répartir les risques autant que possible, la sécurité sociale doit être organisée en principe au niveau le plus haut possible.

Échec du modèle social multiculturel dans l'une des régions les plus prospères du monde.

Option soutenue par seulement une partie limitée (minoritaire) de la population belge.

Une scission crée une mauvaise image à l’étranger d'un pays où la recherche d'un compromis était élevée au niveau d’un art.

Systèmes sociaux différents sur un même lieu de travail.

Le rôle de coordination de la Belgique disparaît. La réglementation nationale devient de plus en

plus déterminée par des décisions européennes. L'impact des nouveaux états indépendants dans le processus décisionnel européen est réduit de manière significative.

Perte de la réputation de la Belgique.


1


ZWAKKE PUNTEN - WEAKNESSES – POINTS FAIBLES

Verlies van de naambekendheid van België. Administratieve en functionele gevolgen voor de

“Belgische” ondernemingen (Luchthavens - KBC – ALCATEL – BECKAERT – DELHAIZE - NMBS…).

“Nation building” enkel gebaseerd op de taal. Verhoging van het aantal functies (+ kosten)

inherent aan een onafhankelijke staat (diplomatieke vertegenwoordigingen, belastings-diensten, justitie…).

De nieuwe onafhankelijke staten zijn niet onmiddellijk inzetbaar.

Afschaffing van de monarchie.

Conséquences administratives et fonctionnelles pour les entreprises « Belges » (aéroports - KBC – ALCATEL – BEKAERT – DELHAIZE, SNCB, etc..).

« Nation building » seulement basé sur la langue. Augmentation du nombre de fonctions (+ frais)

inhérents à un état indépendant (administrations diplomatiques, fiscales, justice etc..).

Les nouveaux états indépendants ne sont pas immédiatement fonctionnels.

Suppression de la monarchie.

Opportunities

OPPORTUNITÉS – OPPORTUNITIES – KANSEN

Suppression de la monarchie. Simplification de la réglementation et de

l'administration dans les nouveaux états. Amélioration de la réputation des nouveaux états.

Afschaffing van de monarchie. Vereenvoudiging van de regelgeving en de

administratie in de nieuwe staten. Verbetering van de reputatie van de nieuwe

staten.

Threats

MENACES – THREATS - BEDREIGINGEN

Turbulences sur les marchés financiers. Méfiance de l’Europe (tendances séparatistes

dans d'autres états membres). Problème du partage de succession (dettes de

l’état – joyaux de la Couronne…). Pas encore de solution négociée pour l'avenir de

Bruxelles et de ses frontières. L’intégration dans l'UE et l'OTAN n’est pas évident

- risque d'isolement. Préservation de Bruxelles comme capitale de l'UE

(conséquences pour l’emploi) ? Concurrence mutuelle (fiscale) – Menaces sur la

prospérité. Perte d'une partie de l'arrière-pays économique. Paupérisation d'une partie de la population. Problèmes sur des sujets pas encore soulevés :

la Défense – la Justice... Conséquences sur l'emploi. Perte de l'influence internationale de Bruxelles. Conséquences économiques.

Onrust op de financiële markten. Argwanend Europa (separatistische strekkingen in

andere lidstaten). Problematiek van de boedelscheiding

(Staatsschuld – Kroonjuwelen…). Nog geen onderhandelde oplossing voor de

toekomst van Brussel en de Rand. Opname in de EU en in de NATO is niet zomaar

vanzelfsprekend - gevaar voor isolement. Behoud van Brussel als hoofdstad van de EU

(werkgelegenheid)? Onderlinge (financiële) concurrentie kan een

bedreiging betekenen voor de welvaart. Verlies van een gedeelte van het economisch

achterland. Verarming van een gedeelte van de bevolking. Nog niet aangekaarte beleidsdomeinen–problemen:

Defensie – Justitie… Ontwrichting van de werkgelegenheid. Verlies van de internationale uitstraling van

Brussel. Economische gevolgen.


1


Interim besluiten – Conclusions intermédiaires

Dans l'analyse SWOT effectuée, nous avons essayé de manière objective de présenter les principaux éléments par rapport à ce dossier. Cette analyse met clairement en lumière que les inconvénients objectives d'une scission de la Belgique sont immenses.

D’autre part, il apparaît également de cette analyse, et l'honnêteté intellectuelle nous oblige à le mentionner aussi, qu’il y a en effet aussi des avantages qui peuvent être cités pour justifier une scission de la Belgique. Mais ils ne l'emportent pas sur les désavantages énormes qui y sont liées.

In de uitgevoerde SWOT-analyse hebben wij getracht om op een objectieve manier de voornaamste elementen aan te brengen die betrekking hebben op dit dossier. Het hoeft geen betoog, de analyse maakt het duidelijk, de objectieve nadelen van een gesplitst België zijn immens.

Anderzijds blijkt ook uit deze analyse, en de intellectuele eerlijkheid gebiedt ons om dit te vermelden, dat er wel degelijk voordelen kunnen aangehaald worden die een splitsing van België rechtvaardigen. Maar zij wegen niet op tegen de enorme nadelen die eraan verbonden zijn.


1


Jong groen – Bart Dhondt Wat ons land nodig heeft, is een grondige

staatshervorming richting meer democratische en efficiënte structuren. Zo'n fundamentele hervorming voor een nieuw communautair evenwicht lijkt vandaag echter weinig waarschijnlijk. Visie, moed en creativiteit ontbreken immers totaal in het communautaire debat. Argumenten als efficiënte en democratie raken

ondergesneeuwd door het vendelgezwaai en het partijpolitiek gepoker. Als groene jongeren willen wij alvast kleur bekennen over de institutionele toekomst van ons land.

Een koning met politieke macht is ouderwets en antidemocratisch. Het is aan verkozen politici om regeringen te vormen en wetten te legitimeren. Alleen wanneer de monarchie een louter ceremoniële functie heeft, is het democratisch te verantwoorden. De kostprijs van het koningshuis moet bovendien gevoelig afnemen. Alleen de koning en zijn eerste troonopvolger hebben recht op een beperkte dotatie.

Om België te laten functioneren als een volwassen, efficiënte en democratische federale staat, zijn institutionele hervormingen noodzakelijk. Het federale niveau moet evolueren naar een niveau met een in de Grondwet (artikel 35) afgebakend pakket bevoegdheden (fiscaliteit, sociale zekerheid, buitenlandse betrekkingen, defensie, politie en justitie) en een duurzame financiering. Voor de andere bevoegdheden zijn de regio's verantwoordelijk, die daarbij ook met elkaar moeten kunnen samenwerken.

Het naast elkaar bestaan van Gewesten en Gemeenschappen maakt België te complex. De federale staat van de toekomst is er een met drie Gewesten: het Vlaamse Gewest met Nederlands als bestuurstaal, het Waalse Gewest met Frans als bestuurstaal en het tweetalig Hoofdstedelijk Gewest Brussel. De gemeenschappen verdwijnen dus en het Waalse en het Brusselse Gewest worden zo ook verantwoordelijk voor de persoonsgebonden materies. De Duitstalige Gemeenschap dient haar eigenheid niet volledig op te geven: Duits blijft een officiële landstaal, het kan fungeren als een streekgewest met een uitgebreid bevoegdheidspakket.

Taal is een middel, geen doel op zich. Het wordt tijd dat we in België op een andere manier naar taal kijken. Het taalfundamentalisme van Vlaams-nationalisten of rabiate francofonen vraagt energie die we beter kunnen investeren. De ambitie moet zijn om te evolueren naar een klantgerichte, dus meertalige overheid. Administraties zijn er om burgers te helpen, ook als zij anderstalig zijn. Een beperkt aantal cruciale diensten en documenten moeten in het hele land in meerdere talen aangeboden worden: in de drie landstalen en in het Engels. De specifieke taalfaciliteiten in bepaalde gemeenten worden op die manier overbodig en dus afgeschaft.

De meerwaarde van het bicameralisme is onbestaande, dus de Senaat moet zo snel mogelijk afgeschaft worden. De Senaat lijkt vandaag wel een tewerkstellingsprogramma voor politici. De instelling draagt niet bij tot de dialoog tussen de gemeenschappen en zorgt niet voor beter wetgevend werk. Met interministeriële conferenties (met een transparante agenda en op regelmatige basis om proactief communautair gekibbel te vermijden) en intra- of interparlementaire reflectiegroepen kunnen we de taken van de Senaat beter en goedkoper invullen.

Een federaal land heeft nood aan een federale politieke ruimte en aan politici die een draagvlak hebben in de verschillende regio's. Om dat te realiseren is de invoering van een federale kieskring voor de Kamerverkiezingen noodzakelijk. 35 Kamerleden worden op die manier aangeduid. De Kamer telt op die manier 200 leden: 150 rechtstreeks verkozen in provinciale kieskringen, 35 via de federale kieskring en 15 gecoöpteerde Kamerleden. Hoeveel kandidaten uit een bepaald Gewest verkozen kunnen worden via de federale kieskring wordt vooraf vastgelegd.


1


Een staatshervorming moet ook de geldstromen tussen de niveaus herbekijken. Alleen met een aangepaste financieringswet is een stevige sociale bescherming en een federale begroting in evenwicht, nog mogelijk. Tegelijk moeten de deelstaten geresponsabiliseerd worden. Zij worden nu onvoldoende geprikkeld. Deelstaten die een duurzame en sociale economische ontwikkeling realiseren moeten voortaan beloond worden met bijkomende middelen. Via een groen Bruto Regionaal Product, gebaseerd op de principes van de ISEW-index 1, is het mogelijk om die ontwikkeling te kwantificeren.

Er moet ook eindelijk een oplossing komen voor de structurele onderfinanciering van Brussel, bijvoorbeeld door de plaats van tewerkstelling (deels) te laten spelen bij het toewijzen van de inkomsten uit de personenbelasting, de huidige Belirismiddelen 2 gewoon aan het Brussels Gewest toe te kennen en/of een structurele federale bijdrage voor het hoofdstedelijk openbaar vervoer.

Door het afschaffen van de gemeenschappen wordt Brussel al minder complex. Het verdwijnen van de gemeenschapscommissies is evenwel onvoldoende. Zonder een doorgedreven interne staatshervorming zal Brussel geen antwoord kunnen bieden op de uitdagingen waar zij als grootstad mee wordt geconfronteerd. Het hertekenen van de gemeentegrenzen, het verminderen van het aantal gemeenten, het overhevelen van lokale bevoegdheden naar het Gewest en de oprichting van één politiezone zullen de coherentie van het gevoerde beleid gevoelig verhogen.

Een interne Vlaamse staatshervorming is evenzeer noodzakelijk. Het samenspel tussen de verschillende niveaus kan veel beter. De provincies moeten worden afgeschaft en er moet drastisch gesnoeid worden in het aantal intercommunales en regionale samenwerkingsverbanden. Beide bestuursniveaus dienen vervangen te worden door een nieuwe politieke ruimte: het stadsgewest. In uitgesproken landelijke streken zouden lokale besturen zich kunnen verenigen in een streekgewest.

Burgers moeten op elk bestuursniveau hun beleidsmakers kunnen kiezen. Mandatarissen voor de stads- en streekgewesten moeten daarom rechtstreeks verkozen worden, elke zes jaar tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen. Door de verkozen mandatarissen wordt een college aangeduid voor de dagelijkse leiding van het stads- of streekgewest. Ook qua democratische controle en legitimiteit zou deze hervorming dus een stap voorwaarts betekenen.

De stads- en streekgewesten kunnen ook fungeren als schaal voor bestaande bovenlokale samenwerkingsverbanden, zoals politiezones, afvalintercommunales en huisvestingsmaatschappijen. In de meeste gevallen betekent dat een schaalvergroting. Om het contact met de burgers niet te verliezen moet er geïnvesteerd worden in decentrale informatiepunten en ombudsdiensten. Voor de politiezones is er nood aan wijkgerichte politiekantoren om het veiligheidsbeleid van de zone in de praktijk te realiseren.

Om efficiënt en effectief beleid te kunnen voeren, hebben we nood aan slagkrachtige lokale besturen. Om de slagkracht van gemeenten te verhogen, is er dan weer nood aan een nieuwe fusiegolf. Het lijkt aangewezen dat kleine gemeenten met elkaar en met buurgemeenten gaan fuseren. Gemeenten met minder dan 10.000 inwoners hebben geen zin. Indien nodig moeten we die doelstelling realiseren via een verplichte fusieoperatie. De nieuwe fusies moeten in elk geval gebaseerd zijn op objectieve criteria en dus niet gestuurd worden door partijpolitieke belangen zoals in het verleden.

Ce dont notre pays a besoin, c’est d’une profonde réforme de l’Etat, visant à mettre en œuvre des structures plus démocratiques et plus efficaces. Toutefois, une réforme aussi fondamentale, en vue d’un nouvel équilibre communautaire, est aujourd’hui peu probable. Une vision, du courage et de la créativité, tout cela est totalement absent du débat communautaire. Des arguments comme l’efficacité en politique et la démocratie sont totalement occultés par l’agitation des étendards

1 ISEW-index: De index voor duurzame economische welvaart (Index of Sustainable Economic Welfare) is een economische indicator waarin onderscheid wordt gemaakt tussen positieve en negatieve economische bedrijvigheid. Bij het bepalen van deze indicator wordt gepoogd ook het effect van informele activiteiten mee te nemen. Zo kan mantelzorg leiden tot een vergroting van het welzijn, maar dit is niet terug te vinden in het BNP. Andersom komen de effecten van milieuverontreiniging er ook niet in terug. 2 Beliris: In 1986 werd een samenwerkingsakkoord, genaamd Beliris, ondertekend tussen de federale overheid en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelet op de omvang van de financiële lasten waarmee Brussel te kampen heeft door haar rol als hoofdstad van België en Europa (aanwezigheid van de instellingen van de Europese Unie in de Europese wijk en van de hoofdzetel van de NAVO).


1

http://nl.wikipedia.org/wiki/Indicator_(duurzaamheid)http://nl.wikipedia.org/wiki/Mantelzorghttp://nl.wikipedia.org/wiki/Welzijnhttp://nl.wikipedia.org/wiki/Milieuverontreiniging


communautaires et par le jeu de poker politique. Mais comme jeunes écologistes, nous souhaitons dès à présent afficher les couleurs de ce que nous préconisons comme avenir institutionnel pour notre pays.

Un roi doté de pouvoirs politiques, voilà qui est complètement dépassé et antidémocratique. Il appartient à nos élus politiques de former des gouvernements et de légitimer les lois. On ne peut justifier la monarchie, d’un point de vue démocratique, que si celle-ci se voit réduite à un rôle purement protocolaire. En outre, le coût de la maison royale doit diminuer de manière significative. Seuls le roi et le premier héritier du trône devraient avoir droit à une dotation limitée.

Pour faire fonctionner la Belgique comme un état fédéral adulte, efficace et démocratique, des réformes institutionnelles s’avèrent indispensables. Le niveau fédéral doit se voir attribuer un paquet de compétences bien délimité dans la Constitution (article 35), comme la fiscalité, la sécurité sociale, les relations extérieures, la défense, la police et la justice et un financement durable de celles-ci. Les autres compétences sont de la responsabilité des Régions qui doivent aussi pouvoir collaborer entre elles.

La coexistence des Régions et Communautés rend la Belgique trop complexe. L’état fédéral doit comprendre, à l’avenir, trois Régions : la Région flamande avec le néerlandais comme langue officielle, la Région Wallonne avec le français comme langue officielle et la Région bilingue de Bruxelles-Capitale. Les Communautés doivent disparaître et les Régions wallonne et bruxelloise devenir responsables des matières dites personnalisables. Quant à la Communauté germanophone, elle ne doit pas renoncer complètement à sa spécificité. L’allemand restera une langue nationale officielle et la Communauté pourra fonctionner comme une « communauté régionale » (note: un concept qui existe, notamment, aux Pays-Bas) doté d’un large paquet de compétences.

La langue est un moyen, pas une fin en soi. Il est temps qu’en Belgique nous jetions un regard neuf sur l’usage des langues. Le fondamentalisme linguistique des nationalistes flamands comme des francophones rabiques consomme une énergie dont nous pouvons faire un bien meilleur usage. Notre ambition doit être d’évoluer vers une administration centrée sur le client/citoyen et donc multilingue. Les administrations ont pour mission d’assurer un service aux citoyens, même si ceux-ci parlent une autre langue. Un nombre limité de services et de documents d’importance cruciale doivent être rendus disponibles dans l’ensemble du pays, en plusieurs langues : les trois langues nationales et l’anglais. De cette manière, les facilités linguistiques des communes à régime spécial deviennent superflues et peuvent être supprimées.

La valeur ajoutée du bicaméralisme est nulle. Le Sénat doit donc être supprimé le plus rapidement possible. Le Sénat ressemble aujourd’hui à un programme de mise au travail pour politiciens. Cette institution ne contribue en rien au dialogue entre les Communautés et n’améliore en rien le travail législatif. Grâce à des conférences interministérielles (se réunissant régulièrement et avec un agenda transparent, pour éviter proactivement des chamailleries communautaires) et des groupes de réflexion intra- ou interparlementaires, il est possible de remplir les tâches du Sénat de manière plus efficace et moins coûteuse.

Un Etat fédéral doit disposer d’un espace politique au niveau fédéral et trouver un support dans les différentes Régions. Pour réaliser cet espace, l’introduction d’une circonscription électorale fédérale pour les élections de la Chambre s’avère indispensable : 35 parlementaires seraient désignés de cette manière. La Chambre comprendrait ainsi 200 membres: 150 élus directement dans les circonscriptions provinciales, 35 via la circonscription fédérale et 15 cooptés. Il faudra évidemment définir à l’avance le nombre de candidats issus d’une Région déterminée qui pourraient être élus via la circonscription fédérale.

Réformer l’Etat c’est aussi réexaminer les transferts financiers entre les différents niveaux de pouvoirs. Seule une loi de financement adaptée peut contribuer au maintien d’une forte protection sociale et d’un budget fédéral en équilibre. Parallèlement, les entités fédérées doivent être responsabilisées. Elles sont aujourd’hui insuffisamment aiguillonnées. Les entités fédérées qui réalisent un développement socio-économique durable doivent se voir récompensées par


1


l’attribution de moyens additionnels. Il est possible de quantifier ce développement par le calcul d’un Produit Régional Brut, basé sur les principes de l’indice ISEW 3.

Il faut aussi trouver une solution définitive au sous-financement structurel de Bruxelles, par exemple en prenant (partiellement) en compte le lieu de travail dans la répartition de l’impôt des personnes physiques, en accordant tout simplement les moyens de Beliris 4 à la Région bruxelloise et/ou en accordant de manière structurelle des moyens fédéraux au transport public de la capitale.

La suppression des Communautés rendra de facto la gestion de Bruxelles moins complexe. Mais se limiter à la disparition des commissions communautaires est insuffisant. Sans une profonde réforme de ses structures internes, Bruxelles ne sera pas en mesure de répondre aux défis auxquels elle se trouve confrontée comme grande ville. La redéfinition des limites des communes, la diminution de leur nombre, le transfert de compétences communales à la Région et la création d’une zone de police unique augmenteront sensiblement la cohérence de la gestion de cette Région.

Une réforme de l’Etat “interne” est tout aussi nécessaire en Flandre. La coopération entre les différents niveaux de pouvoir peut être fortement améliorée. Il faut supprimer les provinces et opérer des coupes drastiques dans le nombre d’intercommunales et dans les accords de coopération interrégionaux. Ces niveaux de pouvoir doivent être remplacés par un nouvel espace politique : la communauté urbaine. Et dans des contrées au profil rural avéré, des administrations locales pourraient s’associer en communautés régionales.

Les citoyens doivent pouvoir élire leurs dirigeants à tous les niveaux de pouvoir. Les mandataires des communautés urbaines et régionales doivent ainsi être élus directement, tous les six ans, au même moment que les élections communales. Les mandataires élus désigneront ensuite un collège chargé de la gestion quotidienne de la communauté urbaine ou régionale concernée. Une telle réforme représenterait une grande avancée sur le plan du contrôle démocratique et de la légitimité.

Les communautés urbaines et régionales doivent aussi se constituer à une échelle adaptée à des accords de coopération supra-communaux déjà existants, comme des zones de police, des intercommunales de gestion des déchets et des sociétés de logement. Dans la plupart des cas, cela signifiera un travail à plus grande échelle. Afin de ne pas perdre le contact avec le citoyen, il conviendra d’investir dans des points d’information décentralisés et des services de médiation. Et, pour les zones de police, il faudra répondre au besoin de bureaux de quartier, de manière à assurer, en pratique, la politique de sécurité dans la zone concernée.

Mener des politiques efficientes et efficaces nécessite des administrations communales performantes. Pour améliorer leurs performances, une nouvelle vague de fusions s’avère indispensable. Il semble donc indiqué de fusionner les petites communes entre elles ou avec des communes voisines. Des communes de moins de 10.000 habitants n’ont plus de sens. Si nécessaire, nous devrons réaliser cet objectif par des opérations de fusions obligatoires. Mais ces nouvelles fusions devront, en tout cas, être basées sur des critères objectifs et ne pas être subordonnées aux intérêts des partis politiques, comme dans le passé.


1

3 L’indice ISEW : L'indice de bien-être économique durable (Index of Sustainable Economic Welfare) est un indicateur économique où une distinction est faite entre l'activité économique positive et négative. Pour déterminer cet indicateur on essaye d’incorporer aussi l'effet des activités informelles. Les soins informels peuvent entraîner une augmentation du bien-être, mais ce n'est pas reflété dans le PIB. A l'inverse, les effets de la pollution ne sont pas reflétés non plus. 4 Beliris : Depuis 1986, vu l’ampleur des charges financières qui pèsent sur Bruxelles en tant que capitale de la Belgique et de l’Europe (la présence des institutions de l’Union européenne dans le quartier européen et du siège principal de l’OTAN), un accord de coopération a été signé entre l’Etat fédéral belge et la Région de Bruxelles-Capitale qui porte le nom de Beliris.


Mouvement des Jeunes Socialistes – David Cordonnier Je souhaiterais entamer mon intervention par

quelques mots de solidarité. Aujourd'hui, nous apprenons qu'à Genk entre cinq et dix mille familles vont connaître l'enfer. Ce drame, il se vit à Seraing également. Aujourd'hui c'est Ford, hier c'était Arcelor-Mittal. Qu'est-ce que ce sera demain ? La crise nous

frappe toutes et tous. Aujourd'hui. Bon nombre de gens subissent ces difficultés du quotidien : celle de trouver un emploi (même quand on est universitaire), de se trouver un logement décent, de pouvoir envisager un avenir serein.

Les jeunes sont de plus en plus résignés à être la génération de la crise. Nous ne pouvons pas nous résigner à cela. Il y a deux solutions face à ces drames sociaux :

Soit on se regarde le nombril, on essaie de croire qu'on est le plus fort, le meilleur. Mais au final, on ne pourra rien ;

Soit on se lève tous ensemble et on agit. On demande une Europe plus démocratique qui prenne en compte ses citoyens, on demande une Europe de l'emploi où on désarme la bombe du chômage, on demande une Europe écologique où on prend conscience que notre avenir doit se construire durablement.

C'est le second choix que les Jeunes Socialistes ont fait : celui de la collectivité, celui de l'écologie, celui de la démocratie, celui de l'emploi.

Alors quel était l'enjeu d'une réforme de l'État ? Dans ce contexte crucial, il était important d'assurer au pays un avenir stable et durable qui nous permette de relever ensemble les défis colossaux qui nous attendent. Il est important de garantir le financement du système de solidarité belge et plus particulièrement de la sécurité sociale. C'est l'authenticité belge : la qualité de vie et la solidarité. Ici, tout le monde est égal comme le dit la Déclaration Universelle des Droits de l'Homme à laquelle tout le monde souscrit. Ici, nous pouvons nous soigner à moindre frais. Ici, les grands-parents peuvent donner des cadeaux à leurs petits-enfants. Ici, une femme peut travailler et avoir des enfants. Il nous semblait capital de sauver ce système. Grâce à Elio Di Rupo, un accord a pu intervenir. Il fait mal dans tous les camps. Y compris dans le mien. Mais il assure à la Belgique une stabilité, nous avons, pour le moment, échappé au cataclysme social de l'austérité que connaissent d'autres pays.

Il fallait également régler quelques problèmes comme celui de ne pas introduire de discriminations entre citoyens vivant sur le même territoire, permettre à la capitale de fonctionner correctement et lui garantir un statut de région similaire aux autres. Aujourd'hui, la Wallonie et Bruxelles vont prendre en main le surplus de responsabilités liés à la 6ème réforme de l'État. La Wallonie est dans une logique de redressement économique. Le défi est important : on y connait un taux de chômage important et une population plutôt jeune. Il faut investir dans l'emploi et dans la formation, en privilégiant les secteurs d'avenir et secteurs porteur. C'est pour cette raison qu'il y a eu la mise en place du Plan Marshall et du Plan Horizon 2022.

Quel avenir pour la Belgique ? Pourquoi se poser cette question ? Nous pourrions retourner la question et se demander : quel avenir pour la Flandre, la Wallonie et Bruxelles au sein de l'UE ? Les défis de demain doivent se relever ensemble. Demain la Flandre va être confrontée à un vieillissement de la population très important, il faudra investir dans le secteur de l'aide aux personnes. La Wallonie enclenche une relance par l'emploi pour enrayer le chômage. Bruxelles doit répondre à son enjeu démographique. Les problèmes sont donc différents selon les régions. Il faut des réponses dans chaque région. Au niveau européen, nous devons être forts et unis pour exiger des mesures importantes pour une Europe démocratique, européenne et sociale. Les Jeunes Socialistes flamands (ANIMO) et francophones (MJS) revendiquent déjà cela ensemble, nous comptons sur vous pour rejoindre ce mouvement.

Ik zou mijn tussenkomst graag willen beginnen met een solidariteitsbetuiging. Vandaag horen we dat in Genk tussen de vijf en tienduizend families voor de poorten van de hel staan. Dit drama speelt zich ook af in Seraing. Vandaag is het Ford, gisteren was het Acelor-Mittal. Wat zal de dag van


1


morgen brengen? De crisis raakt iedereen zonder onderscheid. Vandaag. Een belangrijk aantal mensen lijdt onder deze dagdagelijkse moeilijkheden: de moeilijkheid om werk te vinden, (zelfs als men over een universitair diploma beschikt), de moeilijkheid om een degelijke huisvesting te vinden, de moeilijkheid om een rooskleurige toekomst tegemoet te zien.

De jongeren leggen zich steeds minder en minder neer bij het feit van de “generatie van de crisis” genoemd te worden. Daar kunnen we ons niet bij neerleggen. Er zijn twee mogelijke oplossingen voor deze sociale drama’s:

Ofwel fronst men de wenkbrauwen, men denkt dat men de sterkste en de beste is, maar finaal doet men niets.

Ofwel staan we allemaal samen op en doen we iets. We vragen een meer democratisch Europa dat rekening houdt met haar burgers, we vragen een Europa van de werkgelegenheid waar men de tijdbom van de werkloosheid ontmantelt, wij vragen een milieubewust Europa waar men zich bewust is dat onze toekomst duurzaam moet opgebouwd worden.

De jong-Socialisten hebben gekozen voor de tweede oplossing: de oplossing voor samenhorigheid, voor het milieu, voor de democratie en de werkgelegenheid. Wat stond er dan op het spel bij een staatshervorming? In deze cruciale omstandigheden was het belangrijk om het land een stabiele en duurzame toekomst te garanderen, hetgeen ons zou toelaten het hoofd te bieden aan de immense uitdagingen die ons nog te wachten staan. Het is belangrijk dat de financiering van het Belgisch solidariteitsmechanisme en meer bepaald de sociale zekerheid, gegarandeerd blijft. Dit is het echte België: levenskwaliteit en solidariteit. Hier in dit land is iedereen gelijk, zoals het de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens voorschrijft, en waar iedereen achter staat. Hier in dit land kunnen we ons laten verzorgen voor een lagere prijs. Hier in dit land kunnen grootouders geschenken geven aan hun kleinkinderen. Hier in dit land kan een vrouw gaan werken en kinderen krijgen. Voor ons is het van het allergrootste belang dat dit systeem behouden blijft. Dank zij Elio Di Rupo kon een akkoord worden afgesloten. Dit akkoord doet pijn in alle kampen. Ook in mijn kamp. Maar het garandeert stabiliteit voor België. Voor het ogenblik zijn we nog ontsnapt aan een sociale catastrofe voor onze welvaart, die andere landen wel degelijk gekend hebben.

Er dienden ook nog enkele andere problemen opgelost te worden, zoals het niet discrimineren van burgers die op hetzelfde grondgebied leven, aan de Hoofdstad de mogelijkheid bieden om correct te kunnen werken en aan deze stad een statuut van Regio kunnen geven, gelijkwaardig aan de andere Regio’s. Wallonië en Brussel zullen nu het surplus van verantwoordelijkheden in handen nemen die aan de 6de staatshervorming verbonden zijn. Wallonië staat voor een economische heropleving. Dit is een belangrijke uitdaging: men kent er nog een belangrijke werkeloosheidsgraad en een tamelijk jonge bevolking. Er moet in de werkgelegenheid en de opleiding geïnvesteerd worden, waarbij sectoren met toekomst en sectoren met draagkracht moeten bevoorrecht worden. Om die redenen werden het Marshallplan en het plan Horizon 2022 gelanceerd.

Welke toekomst voor België? Waarom ons deze vraag stellen? Wij zouden deze vraag kunnen omdraaien en ons afvragen welke toekomst er is voor Vlaanderen, voor Wallonië en voor Brussel weggelegd in de schoot van de Europese Unie? De uitdagingen van morgen moeten gezamenlijk aangepakt worden. Vlaanderen zal binnen afzienbare tijd geconfronteerd worden met een belangrijke veroudering van de bevolking, het is dus nodig om te investeren in de zorgverlening. Wallonië koppelt een heropleving van de werkgelegenheid om de werkloosheid in te perken. Brussel moet een antwoord geven op de verschillende demografische uitdagingen. De problematiek is dus verschillend al naargelang de Regio. Men heeft dus nood aan antwoorden in elke Regio. In Europa moeten we ons gezamenlijke en sterk opstellen om belangrijke maatregelen te eisen voor een democratisch, europees en sociaal Europa. De Vlaamse (ANIMO) en Franstalige (MJS) jong-Socialisten eisen dat reeds samen, wij rekenen op u om u bij deze beweging aan te sluiten.


1


Jong CD&V – Christophe Vermeulen Naar aanleiding van de voorbije gemeenteraads-

verkiezingen las ik in de regionale krant “De Weekbode” een item waarbij aan een zogenoemde “politiek astroloog” (ik verzin dit niet) werd gevraagd hoe de politieke toekomst van ons land er volgens de sterrenkaart uitziet. Ik zal u zijn antwoord besparen. Niemand kan de toekomst voorspellen. Er zijn denkers en

filosofen die wijzen op bepaalde tendensen en evoluties maar hoe ons land er in 2020 zal bijliggen is voorlopig koffiedik kijken. Het enige wat je als politieke jongerenbeweging kan doen is leren van het verleden, analyseren waar zich vandaag de pijnpunten bevinden en pogen de toekomst mee te helpen vormgeven.

Een vraag als: “hoe denk je dat de toekomst er uit zal zien?” kan dus niet anders dan beantwoord worden dan met wat jij als jonge politicus mee wil helpen verwezenlijkingen. Intentie is het zaad van de vooruitgang.

Mensen maken de toekomst en daarbij spelen hun politieke vertegenwoordigers een leidende en faciliterende rol. Het democratisch bestel dat vooralsnog het minst slechte bestuursmodel blijft, wordt geconfronteerd met fundamentele uitdagingen. De essentiële vraag is hoe een burger, die alsmaar mondiger en prikkelbaarder wordt, wil vertegenwoordigd worden. Zal een partijpolitiek landschap met de verschillende bestuursniveaus en kiesomschrijvingen zoals ze vandaag bestaat bestand blijven tegen de verwachting die burgers hebben van hun politieke leiders: een onmiddellijk inzetbare en aanspreekbare actor met een ad hoc-mening? Ik denk het niet. Aanpassen zal noodzakelijk zijn. Subsidiariteit is daarbij van primordiaal belang: beslissingen omtrent bepaalde thema’s moeten op het juiste niveau worden genomen; een niveau waar de burger deze op geregelde tijdstippen kan evalueren. Daar ligt trouwens de grote uitdaging voor de Europese Unie die daaraan in haar wisselend streven naar “a more perfect Union” bijwijlen voorbij lijkt te gaan. Een institutionele hervorming dringt zich op.

Maar wij zijn geen doemdenkers. Het falen van democratisch beleid heeft ook veel te maken met de manier waarop aan politiek gedaan wordt en hoe men zijn standpunten uitlegt en verdedigt ten opzicht van zijn kiezer. Ik deel het credo van het laatste EPP (“European People’s Party”) - Congres: “the answer is more Europe”. Politici moeten die idee niet enkel binnenskamers beamen maar van harte ronddragen. JONG CD&V beseft dat en staat klaar om daar het voortouw te nemen. Een politieke visie omhelst ook een maatschappijvisie en daarom blijf ik hameren op een krachtig christendemocratisch verhaal. Wij, als jonge christendemocraten staan klaar om onze ideologie te “rebooten”. Als we als uitgangpunt gebruiken dat we onze samenleving en onze wereld hebben geërfd en we daar zo goed mogelijk zorg voor moeten dragen om ze door te geven aan onze kinderen en kleinkinderen. Als we ervan blijven uitgaan dat een mens respect verdient maar ook respect dient terug te geven en zo verantwoordelijkheid kan opnemen, als we ervan uitgaan dat iedereen het beste gedijt in gemeenschap, dat verenigingen en gezinnen (in welke vorm ook) de ruggengraat vormen voor aanvaarding, integratie en zelfontplooiing. Dat waarden als naastenliefde en wederzijds vertrouwen, integriteit en rechtvaardigheid van alle tijden moeten zijn.

Dan kunnen we niet anders dan streven, hopen, doen en dromen over een wereld die groener is, solidairder is met kansen voor iedereen die ze wil grijpen. En daarbij moeten boude keuzes worden gemaakt. Solidair zijn betekent ook dat pensioenen niet kunnen stijgen als jongeren langer moeten werken. Samenleven betekent ook dat je je aanpast aan taal en gewoontes. Gezond energiedenken betekent ook dat je kan overwegen om kerncentrales bij te bouwen. Wij zijn opgevoed in een zee van prikkels en kunnen “out of the box” denken. Daarom denk ik dat we er samen kunnen uitraken. Niet met vijandbeelden en vingerwijzen, niet met zich in zichzelf keren en hopen dat de zuil, de pastoor en de eendimensionale tijd van tante Agnes en de jaarlijkse kermis de leidraad vormen van een mensenleven. Die tijd is voorgoed voorbij. Tante Agnes zal wellicht blijven en de kermis hopelijk ook maar wij weten dat er meer is en het meer stopt niet aan de grens van België, noch aan die van Vlaanderen, laat staan die van Aalst.


1


We zijn het aan onszelf en onze nakomelingen verplicht om aan langetermijndenken te doen. Faciliteren voor de sterken, helpen bij de zwakkeren. En zorgen dat we een prachtig geschenk kunnen nalaten. “Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren”, schreef Elsschot. Gezever.

A l’occasion des dernières élections communales, j’ai pu lire dans le journal régional « De Weekbode » (Le Courrier hebdomadaire) un article dans lequel un journaliste demandait à un soi-disant « astrologue politique » (sic !) comment se dessinait l’avenir politique de notre pays, en consultant la carte du ciel. Je vous épargnerai sa réponse. Personne ne peut prédire l’avenir. Il y a bien sûr des penseurs et des philosophes qui mettent en lumière certaines tendances et évolutions mais dire à quoi va ressembler notre pays en 2020, c’est prédire l’avenir en lisant dans le marc de café. Le seul exercice auquel les Jeunes d’un parti politique peuvent se livrer, c’est de tirer les leçons du passé, d’analyser les points sensibles du présent et d’en tenir compte dans leurs tentatives de contribuer à dessiner les contours de notre avenir.

A une question telle que : « A quoi ressemblera, selon vous, l’avenir ? », un jeune politicien ne peut répondre autrement qu’en exprimant ce qu’il souhaite contribuer à réaliser. Les intentions constituent, en effet, les germes du progrès.

Ce sont les gens qui font l’avenir et, dans ce processus, leurs représentants politiques jouent le rôle de leaders et de facilitateurs. Le système démocratique qui, jusqu’à présent, demeure le moins mauvais des systèmes, se voit cependant confronté à des défis fondamentaux. La question essentielle est de savoir comment le citoyen, qui devient à la fois de plus en plus émancipé et de plus en plus susceptible, souhaite se voir représenté. Est-ce que le paysage des partis politiques, avec les différents niveaux de pouvoir et les circonscriptions électorales que nous connaissons aujourd’hui, va résister aux attentes des citoyens par rapport aux dirigeants politiques : être des acteurs toujours disponibles et mobilisables sur le champ, avec une réponse à tout ? Je crains que non. Il faudra s’adapter. Dans ce contexte, la subsidiarité revêt une importance capitale : les décisions relatives à des problématiques spécifiques doivent être prises au niveau le plus adéquat, celui qui permet au citoyen d’évaluer les résultats à intervalles réguliers. Il y a là aussi un immense défi pour l’Union Européenne qui semble, de temps à autre, rater le coche, dans sa quête hésitante d’une Union plus accomplie. Une réforme institutionnelle s’impose également à ce niveau.

Mais nous ne sommes pas des défaitistes. L’échec du système démocratique est intimement lié à la façon dont la politique est menée et à la manière dont les positions sont expliquées et défendues auprès des électeurs. Je partage le credo du dernier congrès du PPE (note : le Parti Populaire Européen dont font partie le CD&V et le CDH) : la réponse, c’est plus d’Europe. Les hommes politiques ne doivent pas seulement adhérer à cette idée dans leurs cercles restreints. Ils doivent la propager avec enthousiasme. Les Jeunes du CD&V en sont pleinement conscients et souhaitent prendre l’initiative dans ce domaine.

Toute vision politique englobe évidemment une vision de la société et, dans ce contexte, je continue à taper sur le clou d’un discours démocrate-chrétien puissant. Comme jeunes démocrates-chrétiens, nous sommes prêts à remettre en question notre idéologie. Nous acceptons de prendre comme point de départ le fait que nous avons hérité de notre société et de notre planète et que nous devons en prendre grand soin pour transmettre cet héritage à nos enfants et petits-enfants. Nous continuons à postuler que tout homme mérite le respect mais doit à son tour respecter ses semblables et assumer, de la sorte, ses responsabilités, à affirmer que chaque individu doit pouvoir retirer le meilleur de la collectivité, que les associations et les familles (quelle que soit leur forme) constituent la colonne vertébrale de l’accueil, de l’intégration et du développement personnel, à rappeler que des valeurs comme l’amour du prochain, le respect mutuel, l’intégrité et la justice sont éternelles.

Ces postulats étant posés, nous ne pouvons faire autrement que de tendre nos efforts, nos espoirs, nos actions et nos rêves vers la réalisation d’un monde plus vert, plus solidaire et qui accorde sa chance à tout qui veut la saisir. Tout cela nécessite des choix audacieux.

La solidarité, cela signifie aussi que les pensions ne peuvent augmenter si les jeunes doivent travailler plus longtemps. Vivre en société suppose de s’adapter à la langue et aux coutumes locales.


1


Le bon sens énergétique implique de réfléchir à l’utilité de construire de nouvelles centrales nucléaires. Tout au long de notre éducation, nous avons été soumis à une mer de stimuli et nous sommes capables de penser en dehors du cadre établi. Voilà pourquoi je pense qu’ensemble nous pouvons dégager des solutions. Non pas en désignant des ennemis et en montrant du doigt des adversaires, non pas en nous refermant sur nous-mêmes ou en espérant que notre « pilier » politique, notre curé et le bon temps de la tante Agnès et de la kermesse annuelle du village vont constituer le fil d’Ariane de la vie humaine. Ces temps sont définitivement révolus. Sans doute connaîtrons-nous toujours une tante Agnès et la kermesse du village mais nous savons au moins qu’il y a d’autres réalités et que celles-ci ne s’arrêtent ni aux frontières de la Belgique, ni à celles de la Flandre, sans parler de celles d’Alost.

Nous avons l’obligation, vis-à-vis de nous-mêmes et de notre descendance, de penser à long terme, de jouer les facilitateurs auprès des puissants, d’apporter notre soutien aux plus faibles, et de nous assurer de laisser un magnifique cadeau à notre postérité. « Entre le rêve et la réalité, la route est encombrée par des lois et par des objections pratiques », écrivait Willem Elsschot (note : écrivain et poète belge d’expression néerlandaise, né à Anvers à la fin du 19me siècle). Radotage que tout cela !


1


Jeunes cdH – Olivier Filot Avant de discuter une nouvelle fois de mécanique institutionnelle, il

faut s’interroger sur l’avenir de la Belgique. Cet avenir passe par la multiplication des ponts et des espaces de

dialogue entre les deux principales communautés du pays, pour qu’il y ait une communauté d’intérêt par-delà la frontière linguistique. Des efforts ont été faits ces dernières années (classe d’immersion, chroniques sur la Flandre dans les journaux), mais ces initiatives demeurent trop timides.

Espaces au niveau politique : circonscription fédérale. Espaces au niveau médiatique : informations systématiques sur l’autre

communauté : mouvement culturel, enjeux gouvernementaux, etc. Espaces dans l’éducation : bilinguisme à Bruxelles, renforcement de

l’apprentissage des langues ailleurs, développement des échanges. Solidarité interpersonnelle.

Cet avenir passe aussi par la prise en compte lucide des changements sociétaux. Réfléchir en terme identitaire et de divisions institutionnelles, c’est aller à contre sens de l’évolution inéluctable qui intègre la majeure partie du pays, et notamment Bruxelles, au sein d’une vaste zone métropolitaine. D’où le concept de Bruxelles-Métropole, pour penser les enjeux de manière différente, en surmontant les barrières institutionnelles : parkings de dissuasion, mobilité, évolution démographique et métissage des populations.

Vooraleer nogmaals over het institutioneel mechanisme te discuteren, moet men zich de vraag stellen hoe de toekomst van België er zal uitzien.

Deze toekomst gaat over het opdrijven van het aantal bruggen en ruimtes voor dialoog tussen de twee voornaamste gemeenschappen van het land, zodanig dat er over de taalgrens heen, een belangengemeenschap ontstaat. De laatste jaren werden in dit domein reeds heel wat inspanningen geleverd (immersiescholen, bijdragen over Vlaanderen in de Waalse kranten), maar deze initiatieven bleven te beperkt.

Ruimte op het politiek niveau: de federale kieskring. Ruimte in de media: systematische informatie over de andere gemeenschap: de culturele

strekkingen, de uitdagingen voor de regering… Ruimte in de opleiding: tweetaligheid in Brussel, versterking van de taalopleiding elders,

promoten van uitwisselingen. Inter-persoonlijke solidariteit.

Deze toekomst gaat ook over het klaar en duidelijk rekening houden met de veranderingen die zich in de maatschappij afspelen. Het op dezelfde manier nadenken en nadenken over de institutionele verschillen, dat is ingaan tegen de onafwendbare evolutie die het grootste deel van het land, en vooral Brussel, samenbrengt in de schoot van een duidelijk omschreven hoofdstedelijk gebied. Vandaar het concept van Brussel-Metropool, om de uitdagingen op een andere manier te benaderen, waarbij de institutionele barrières overstegen worden: “Park & Ride”, mobiliteit, demografische evolutie en kruising van bevolkingsgroepen.


1


Jong N-VA – Ralph Packet “Fundamenteel is er een manifest gebrek aan democratie in België. Als de helft van de regering geen verantwoording moet afleggen aan de andere kant van het land, dan klopt er iets niet.” Carl Devos, politicoloog

Vanaf zijn ontstaan heeft België alle kansen gehad om een verhaal te schrijven dat al zijn inwoners tot één gemeenschap kon vormen. De geschiedenis

leert ons hoe het die kansen nooit heeft gegrepen. België gaat al heel de 19de eeuw over in twee aparte subnaties. Sinds 1960 zijn alle traditionele partijen gescheiden in Waalse en Vlaamse partijen. Ze konden geen gemeenschappelijk programma meer vormen. Vlamingen en Franstaligen hebben elk hun eigen publieke opinie. Ze hebben andere media en spreken een andere taal. België is de som van twee verschillende democratieën die steeds verder uit elkaar groeien.

Onze generatie kan de kost van de inefficiënte Belgische structuren die onze gemeenschappen bij elkaar moet houden, niet meer dragen. Een jongere die vandaag begint te werken weet nu al dat hij tienduizenden euro’s meer in de sociale zekerheid zal moeten steken dan hij daar ooit zal kunnen uithalen. Uiteindelijk worden wij ook nog geconfronteerd met een gigantische staatsschuld.

Om die uitdagingen aan te kunnen gaan, moeten we het zwaartepunt van het socio-economische beleid naar de deelstaten brengen. Zo kan er efficiënt bestuurd worden op maat van eigen inwoners en economie. De N-VA wil de politieke structuur volledig enten op die verschillende culturele en socio-economische niveaus.

Vandaag hebben we een Europese koepel die dat streven naar autonomie perfect opvangt. Als directe overheid is Vlaanderen het meest geschikte niveau. Beleid met een schaalvoordeel moet gevoerd worden op Europees vlak. Volgens Rik Van Cauwelaert leent de Europese structuur zich hier uitstekend toe, en stimuleert die zelfs een gecontroleerde decentralisatie.

Wij voeren onze strijd tegen systemen, niet tegen mensen. De N-VA gaat onlosmakelijk voor meer democratie, beter bestuur en solidariteit. We doen dat stap voor stap, in fasen waarin steeds meer bevoegdheden naar Vlaanderen en Europa gaan. Het federale niveau zal volledig verdampen. Daar gaan wij gradueel, en op een democratische manier naartoe.

« Fondamentalement, il y a un déficit démocratique manifeste en Belgique. Si la moitié du gouvernement ne doit pas rendre des comptes à l’autre moitié du pays, alors quelque chose cloche ». Carl Devos, politicologue

Depuis sa naissance, la Belgique a reçu toutes les chances d’écrire une histoire dans laquelle tous ses habitants auraient pu constituer une seule communauté. Mais l’Histoire nous apprend comment ce pays a gaspillé ces chances. Déjà tout au long du 19me siècle, la Belgique évolue comme si elle était composée de deux sous-nations bien distinctes. Et depuis 1960, tous les partis traditionnels se sont scindés en une aile francophone et une aile flamande. Il leur était devenu impossible de s’accorder sur un programme commun. Flamands et francophones ont chacun leur propre opinion publique. Ils disposent de médias séparés et parlent des langues différentes. La Belgique n’est que la somme de deux démocraties différentes qui s’éloignent chaque jour davantage.

Notre génération ne peut plus supporter le coût lié à l’inefficacité des structures de l’Etat belge qui essaie tant bien que mal de maintenir un semblant d’unité entre nos communautés. Un jeune qui commence à travailler aujourd’hui sait maintenant déjà qu’il devra allonger à la sécurité sociale des dizaines de milliers d’euros de plus que ce qu’il pourra jamais en recevoir. Et, cerise sur le gâteau, nous sommes encore confrontés à une gigantesque dette publique. Pour relever ces défis, nous devons ramener le centre de gravité de la politique socio-économique dans les entités fédérées. De cette manière, on peut mener des politiques efficaces et adaptées à nos propres habitants et à notre propre économie. La N-VA veut complètement greffer les structures politiques sur nos différents niveaux culturels et socio-économiques.

Aujourd’hui, nous disposons déjà d’une coupole européenne parfaitement compatible avec


1


notre souci d’autonomie. La Flandre constitue le niveau le plus approprié pour exercer l’autorité directe. Et les politiques qui bénéficient d’économies d’échelle doivent être menées au niveau européen. Selon Rik Van Cauwelaert (note : ancien rédacteur en chef de « Knack », aujourd’hui collaborateur du « Tijd »), les structures européennes sont parfaitement adaptées à cette évolution et sont même de nature à stimuler une décentralisation contrôlée.

Nous menons notre combat contre des systèmes et non contre des gens. La N-VA promeut, de manière indissociable, plus de démocratie, une politique plus efficace et davantage de solidarité. Et nous avançons dans cette direction, pas à pas, par phases successives au cours desquelles davantage de compétences sont attribuées à la Flandre et à l’Europe. Le niveau fédéral est appelé à s’évaporer complètement. C’est l’objectif que nous poursuivons, de manière graduelle et démocratique.


1


Jeunes MR – Lora Nivesse En tous cas, merci monsieur Sinardet et aussi

merci à B Plus d’avoir organisé ce débat et de m’y avoir invitée. Certains d’entre nous ont déjà eu l’occasion de participer à un débat ou nous étions tous représentés, c’est vrai que c’était une expérience très enrichissante et très intéressante.

Maintenant, au niveau du MR quand on a vu l’intitulé de la petite déclaration que je devais faire sur l’avenir de la Belgique on s’est dit : trois minutes pour exprimer toute une vision, c’est un peu trop court, donc je tiens vraiment à rester dans l’essentiel. Je vais commencer par dire que pour les Jeunes MR, l’avenir de la Belgique est belge, ça c’est un fait établi. Et que cela sera dans le contexte fédéral, tel qu’on le connait maintenant. Par contre on sait que d’autres réformes de l’Etat vont venir à nous. Les jeunes MR sont prêts. Les Jeunes MR ont toujours été ouverts à toutes les discussions, sans tabou, donc les Jeunes MR estiment que l’Etat n’est pas une fin en soi mais est un instrument qui doit servir à rendre l’Etat plus efficace, à rendre l’Etat plus proche du citoyen, à offrir de meilleurs services aux citoyens. C’est ça qui doit être le but ultime. Lorsqu’on parle de réformes de l’Etat, pour nous, on parle avant tout de réformes économiques et de réformes sociales. A notre sens il y a énormément de choses à faire pour améliorer notre état pour le rendre plus efficace. Nous voulons que l’état fédéral, et également les gens et communautés, soient les garants et non des gérants. Nous voulons que l’état se recentre sur ses compétences principales. C’est ça pour nous l’essentiel.

In ieder geval mijn hartelijke dank aan Mijnheer Sinardet en ook mijn dank aan B Plus die dit debat georganiseerd heeft en mij hierop heeft uitgenodigd. Sommigen onder ons hebben reeds de gelegenheid gehad om deel te nemen aan een debat waar we allemaal op vertegenwoordigd waren, en het is waar, het was altijd een zeer verrijkende en interessante ervaring.

Toen men in de schoot van MR de titel zag van mijn korte interventie die ik zou moeten geven over de toekomst van België, stelde men zich de vraag: drie minuten om een ganse visie uiteen te zetten is toch wel een beetje kort, ik ga mij dus enkel tot het essentiële beperken. Ik ga beginnen met te stellen dat voor de MR jongeren de toekomst van België Belgisch is, dat is een vaststaand feit. En dat deze toekomst, een federale toekomst zal zijn zoals we die nu kennen. Anderzijds weten we dat er nog andere staatshervormingen op ons afkomen. De MR-jongeren hebben altijd open gestaan voor verdere discussies, zonder taboes. De MR-jongeren denken dus dat de Staat geen doel is op zich maar een instrument dat moet dienen om de Staat meer efficiënt te maken, om de Staat dichter bij de burger te brengen, om aan de burgers de best mogelijke dienstverlening te geven. Dat moet het ultieme doel zijn.

Wanneer men over Staatshervormingen spreekt, spreekt men, voor wat ons betreft, eerst over economische en sociale hervormingen. Wij zijn van oordeel dat er nog heel wat zaken zijn die er kunnen voor zorgen dat onze staat nog efficiënter wordt. Wij willen dat de federale staat, samen met de regio’s en de gemeenschappen, garant staan en niet beheren. Wij willen dat de staat zich opnieuw bekommert over haar voornaamste bevoegdheden. Dat is voor ons essentieel.


1


Animo Jong Links – Maite Morren Sociaal en Europees

Het heden geeft een aanzet naar de toekomst. Vandaag is een zwarte dag. Ford Genk gaat dicht en 10.000 mensen zullen getroffen worden. Een sociaal drama. De toekomst van België kan er alleen maar een zijn die sociaal en Europees is gericht. Op dit moment slagen multinationals er in om lidstaten van de Europese Unie tegen elkaar uit te spelen. Een deel van de productie van Genk, verhuist nu naar Spanje. Het antwoord op deze dilemma’s is niet zozeer “wat

we zelf doen, doen we beter” en dus meer nationalisme, maar net het omgekeerde “wat we samen doen, doen we beter”, de echte Europese gedachte nastreven. Hechter verbond

Een zinsnede die vaak terugkomt in de Verdragen van de Europese Unie is het "steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa”. Meer dan 50 jaar geleden, meenden de auteurs van deze woorden dat enkel transnationale samenwerking Europa van een nieuwe oorlog zou kunnen behoeden.

Solidariteit moet terug op de voorgrond treden als bindmiddel van de Europese gedachte. En dan is steun bieden aan regio’s waar het minder goed gaat noodzakelijk. Overal in Europa zijn er sociale drama’s, van Griekenland tot Genk. Solidair is verantwoordelijk

Solidariteit gaat uiteraard niet alleen om geven, maar ook om verantwoordelijkheid. Het kan alleen maar werken als er genoeg transparantie is wat de steun aan anderen betreft, en als mensen ook echt het gevoel hebben dat er resultaten worden geboekt.

Om dit verhaal uit te breiden naar onze sociale zekerheid en overheidsbedrijven zoals de NMBS: als de service niet goed is, terwijl mensen wel veel bijdragen, dan zitten we met een probleem. Dit is een grote uitdaging waar we voor staan, en waar we zeker als socialisten een antwoord op moeten bieden. Staatshervorming

Een beter werkende overheid. Hier kan staatshervorming een rol spelen. Ik vind het voorstel van een Belgische Unie van 4 deelstaten een interessante denkpiste. En het voorstel voor een federale kieskring in België steun ik volledig. Ook op Europees niveau zou er beter een dergelijk mechanisme zijn. Het is geen zaligmakend mechanisme, maar hopelijk wel een stap richting een betere en meer representatieve politieke dialoog in ons land en in Europa. Op dit moment kan ik immers niet op Elio Di Rupo stemmen, hoewel Bart De Wever dat nochtans deed uitschijnen tijdens de afgelopen lokale verkiezingen. Samenwerking

Samenwerking is de enige uitweg uit de crisis. Net zoals België zich moet heruitvinden, moet ook Europa een nieuw elan vinden. En als België faalt, een van de kernlidstaten van de Europese Unie, en de vestigingsplaats van het merendeel van de Europese instellingen, dan ziet het er niet goed uit voor het Europese project, waarvan het motto niet voor niets ‘in verscheidenheid verenigd’ is. Een Europa zonder solidariteit heeft geen toekomst. De recepten om Europa en België te hervormen zijn bekend. In België ligt een deel van de oplossing in het herstellen van de Belgische dialoog. En ook in Europa gaat het deels om het creëren van een echte Europese politieke dialoog. Een debat dat mét de mensen wordt gevoerd en niet boven onze hoofden heen. Zoals er in België een federale kieskring moet komen, moet er ook een Europese kieskring komen en een veel meer rechtstreekse kiesprocedure voor onze Europese vertegenwoordigers. En nu nog verantwoordelijke politici

De verkiezingen van 2010 mondden uit in de langste regeringsformatie ooit: 541 dagen zonder regering. Dit is een situatie die echt niet voor herhaling vatbaar is. Laten we alles in het werk stellen om meer mensen meer kansen en keuzes te bieden. Daar heb je een goed sociaal vangnet voor


1


nodig. Een goed werkende overheid. Er woedt een crisis, laat ons focussen op wat essentieel is: ongelijkheid werkt niet.

Un avenir social et européen Le présent est une ébauche du futur. Et aujourd’hui, c’est une journée noire. Ford Genk ferme

ses portes, ce qui va toucher 10.000 personnes. Un drame social. L’avenir de la Belgique ne peut se concevoir que tourné vers le social et vers l’Europe. En ce moment, les multinationales réussissent à dresser les états membres de l’Union Européenne les uns contre les autres. Une partie de la production de Genk déménage à présent en Espagne. La réponse à ce dilemme n’est pas tellement « Ce que nous faisons nous-mêmes, nous le faisons mieux », c’est-à-dire plus de nationalisme, mais précisément le contraire « Ce que nous faisons ensemble, nous le faisons mieux », en l’occurrence donner corps à la vraie pensée européenne. Une union plus solide

Un bout de phrase qu’on retrouve fréquemment dans les Traités de l’Union Européenne, c’est « Une union sans cesse plus étroite entre les peuples de l’Europe ». Voici plus de 50 ans déjà, les auteurs de cette phrase pensaient que seule une coopération transnationale épargnerait à l’Europe une nouvelle guerre. La solidarité doit être remise à l’avant-plan, comme ciment de la pensée européenne. Cela implique la nécessité de soutenir les Régions en difficultés. Car partout en Europe se jouent des drames sociaux, de la Grèce jusqu’à Genk. Solidarité et responsabilité

La solidarité ne se limite pas à donner des moyens. Elle implique aussi d’agir de manière responsable. Le système ne peut fonctionner que s’il y a, d’une part, suffisamment de transparence dans le soutien accordé aux plus faibles et, d’autre part, si les citoyens ont réellement le sentiment que des résultats sont engrangés.

On peut appliquer le raisonnement à notre sécurité sociale et à des entreprises publiques telles que la SNCB : si le service n’est pas bon, alors que la contribution des citoyens est importante, il y a un vrai problème. C’est un grand défi qui se pose à nous et nous devons pouvoir le relever, surtout en tant que socialistes. La réforme de l’état

Une réforme de l’Etat peut contribuer à rendre l’administration plus efficace. La proposition de transformer la Belgique en 4 entités fédérées mérite réflexion. Et je soutiens totalement la proposition d’une circonscription électorale fédérale en Belgique. D’ailleurs, il serait bien utile de développer également un tel mécanisme au niveau européen. Ce n’est assurément pas une panacée mais au moins, nous l’espérons, un pas en direction d’un dialogue politique plus efficace et plus représentatif, pour notre pays et pour l’Europe. En ce moment, je ne peux, par exemple, pas voter pour Elio Di Rupo, bien que Bart De Wever en exprimait vivement le souhait, durant la récente campagne pour les élections communales. Une coopération renforcée

Coopérer davantage est la seule issue à la crise. Tout comme la Belgique doit se réinventer, l’Europe doit trouver un nouvel élan. Et si la Belgique - un des états clés de l’Union Européenne et, qui plus est, le siège de la plupart des Institutions européennes - échoue, cela ne sera pas de bon augure pour le projet européen dont la devise n’est pas pour rien « Unis dans la diversité ». Une Europe sans solidarité n’a pas d’avenir. Les recettes pour réformer l’Europe et la Belgique sont connues. Et, en Belgique, une partie de la solution réside dans le rétablissement du dialogue entre Belges. En Europe aussi, un des enjeux consiste à mettre en œuvre un véritable dialogue politique à l’échelon européen. Et ce débat doit être mené avec les citoyens et pas au-dessus de leurs têtes. Tout comme il faudrait instaurer une circonscription électorale en Belgique, il faudrait l’organiser au niveau européen et mettre en chantier une procédure de vote beaucoup plus directe pour nos représentants européens. Et puis des hommes politiques responsables !

Les élections de 2010 ont débouché sur la plus longue formation du gouvernement jamais connue : 541 jours sans gouvernement. Cette situation ne peut en aucun cas se reproduire. Il nous faut tout mettre en œuvre pour donner à davantage de gens plus de chances et plus de choix. Pour


1


cela, il faut disposer d’un bon filet de sécurité social. Et d’une administration efficace. La crise fait rage. Alors centrons-nous sur l’essentiel : les inégalités sont inefficaces.


1


COMAC – Aurélie Decoene Je vais peut-être vous surprendre (ou peut-être

pas), mais j’ai choisi de commencer cette intervention en parlant de Ford Genk.

Aujourd’hui, la multinationale Ford a annoncé qu’elle compte sacrifier 10.000 emplois. Pourquoi ? Pour soigner son taux de rentabilité. Quelles sont les réactions des autres partis ? Fondamentalement, elle

revient à ceci : laisser faire. Les milliers de familles touchées sont bien à plaindre, mais la fermeture de Ford Genk semble être un fait accompli.

Pour le PTB au contraire, c’est loin d’être un fait accompli, c’est la conséquence d’une politique économique désastreuse, qui gave les multinationales de subsides et les autorise ensuite à fermer sans rien rembourser. Or ce n’est pas aux travailleurs ni à la collectivité de payer pour les surcapacités de Ford. Et nous pensons qu'il y a une alternative, mais ça ouvre un autre débat.

Alors, pourquoi parler de Ford quand on parle de l’avenir de la Belgique ? D’abord parce qu’il montre que les problèmes auxquels font face les travailleurs flamands sont bien de la même nature qu’en Wallonie. Là aussi, les milliers de travailleurs d’Arcelor-Mittal ont le couteau sous la gorge. Là aussi, les partis gouvernementaux font de cette catastrophe un fait accompli et laissent les travailleurs à eux-mêmes, alors qu’il y a une alternative.

Ensuite parce que ce qui se passe à Ford Genk montre bien que la politique du laisser faire nous mène droit dans le mur. Il semble n’y avoir aucune limite à l’avidité des plus puissants. En réalité, cette limite, c’est celle que les 99% parviendront à opposer à ceux qui contribuent à enfoncer l’Europe dans la récession et le chômage. Ce n’est que dans la solidarité et la résistance qu’on pourra construire une société plus juste.

Une société juste et solidaire, c’est l’avenir que je souhaite pour la Belgique. Cette perspective n’est pas seulement menacée par l’austérité et l’avidité des multinationales. Elle est aussi menacée par un danger encore plus immédiat : c’est le projet de la N-VA de scinder le pays et mettre en pièces la sécurité sociale.

Mais la N-VA n’est pas la seule à menacer la solidarité : lorsqu’ils prônent un transfert toujours plus grand de compétences vers les Communautés, les grands partis flamands menacent aussi la solidarité. Et c'est aussi le cas des grands partis francophones lorsqu’ils renforcent l’idée qu’on peut s’en sortir « seuls », qu’on n’a pas besoin des flamands pour ça.

Au PTB, on prétend au contraire que l’avenir de la Belgique se construira dans l’unité la plus large possible des jeunes, des travailleurs, des âgés de tout le pays, immigrés ou non et qu’ils parlent la même langue ou non. Et qu’un avenir solidaire passe nécessairement par la défense et le développement de la sécurité sociale. Aujourd’hui, la situation est grave. La réalisation des plans de la N-VA est presque vue comme un fait accompli – encore un. Mais il est toujours temps d’inverser la tendance, sérieusement. En commençant par exemple, dans les rangs de la gauche, de refuser de gouverner avec la N-VA. Et de renforcer une opposition sociale et constructive aux côtés du PTB.

Ik ga u misschien verrassen (maar misschien ook niet), maar ik heb er voor gekozen om met deze interventie te starten met Ford Genk.

Vandaag heeft de “multinational” Ford aangekondigd dat zij 10.000 banen wil schrappen. Waarom? Om haar rentabiliteitsgraad te behouden. Wat zijn de reacties van de andere partijen? In het kort gezegd komt het daar op neer: laat ze maar doen. De duizenden families zijn wel te beklagen, maar de sluiting van Ford Genk lijkt een vaststaand feit te zijn.

Voor de PVDA echter is het verre van een vaststaand feit, het is een gevolg van een desastreus economisch beleid, dat de “multinationals” volpropt met subsidies en hen dan achteraf toelaat om te sluiten zonder iets terug te betalen. Maar het is niet aan de arbeiders of aan de gemeenschap om voor de overcapaciteit van Ford te betalen. En wij geloven dat er een alternatief is, maar dat is een gans ander debat.


1


Waarom dan over Ford praten als men over de toekomst van België praat? Eerst en vooral omdat dit aantoont dat de problemen waar de Vlaamse arbeiders mee geconfronteerd worden, wel degelijk dezelfde zijn als in Wallonië. Daar zitten ook duizenden arbeiders van Acelor-Mittal met het mes op de keel. Daar ook maken de regeringspartijen van deze catastrofe een vaststaand feit en laten zij de arbeiders aan hun lot over, terwijl er wel degelijk een alternatief bestaat.

Ook omdat wat er gebeurt in Ford Genk duidelijk aantoo

belgique 2 · 2020. 4. 13. · chapitre 1: l’analyse swot d’une elgique s indee 1 inleiding -...

Documents